Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

18 AUGUSTUS 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 2003 houdende vaststelling van bepaalde elementen van de procedure die dienen gevolgd te worden door de dienst van de Dienst Vreemdelingenzaken die belast is met het onderzoek van de asielaanvragen op basis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen



Inhoudstafel:


Art. 1-24



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2003000890 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In hoofdstuk I van het koninklijk besluit van 11 juli 2003 houdende vaststelling van bepaalde elementen van de procedure die dienen gevolgd te worden door de dienst van de Dienst Vreemdelingenzaken die belast is met het onderzoek van de asielaanvragen op basis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wordt voor het vroegere artikel 1, dat vernummerd wordt tot artikel 1/1, een nieuw artikel 1 ingevoegd, luidende :
  "Artikel 1. Dit koninklijk besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2005/85/EG van de Raad van 1 december 2005 betreffende minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus en van Richtlijn 2004/83/EG van de Raad van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming."

Art.2. In het vroegere artikel 1 van hetzelfde besluit, dat vernummerd wordt tot artikel 1/1, wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt :
  "2° de asielzoeker : de vreemdeling die een aanvraag tot erkenning van de vluchtelingenstatus of tot toekenning van de subsidiaire beschermingsstatus heeft ingediend;"

Art.3. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden "ter beschikking gesteld op het moment waarop hij zich vluchteling verklaart of zijn aanvraag tot erkenning van de hoedanigheid van vluchteling indient overeenkomstig artikel 50, 50bis of 51 van de wet" vervangen door de woorden ", opgesteld in een taal die hij redelijkerwijze geacht kan worden te begrijpen, ter beschikking gesteld op het moment waarop hij een asielaanvraag indient overeenkomstig artikel 50, 50bis, 50ter of 51 van de wet".

Art.4. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  a) de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt :
  "2° de toepassing van de Verordening (EG) Nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij één van de lidstaten wordt ingediend en de gevolgen die daaruit kunnen voortvloeien met inbegrip van de beroepsmogelijkheden";
  b) de bepaling onder 3° wordt aangevuld met de woorden "alsook de criteria die aanleiding kunnen geven tot het toekennen van de subsidiaire beschermingsstatus zoals voorzien in artikel 48/4 van de wet";
  c) in de bepaling onder 5° worden de woorden "de volgens zijn nationale wet minderjarige asielzoeker om," vervangen door de woorden "de minderjarige asielzoeker, jonger dan achttien jaar, om, in voorkomend geval,"
  d) na de bepaling onder 7° wordt een nieuwe bepaling ingevoegd, luidende :
  "8° de verplichting van de asielzoeker om zo spoedig mogelijk alle documenten voor te leggen waarover hij beschikt en die relevant zijn voor de behandeling van zijn asielaanvraag, met name alle documenten over zijn leeftijd, achtergrond, ook die van relevante familieleden, identiteit, nationaliteit(en), land(en) en plaats(en) van eerder verblijf, eerdere asielaanvragen, reisroutes, identiteits- en reisdocumenten, alsook elk ander stuk ter ondersteuning van zijn asielaanvraag;";
  e) de vroegere bepaling onder 8° wordt de bepaling onder 9° en wordt aangevuld met de woorden "en inlichtingen over de mogelijkheden tot vasthouding tijdens de asielprocedure";
  f) de vroegere bepaling onder 9° wordt de bepaling onder 10°;
  g) de vroegere bepaling onder 10° wordt de bepaling onder 11° en wordt aangevuld met de woorden "alsook de contactgegevens van de vertegenwoordiger in België van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen".

Art.5. In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid aangevuld met de woorden "met name alle documenten over zijn leeftijd, achtergrond, ook die van relevante familieleden, identiteit, nationaliteit(en), land(en) en plaats(en) van eerder verblijf, eerdere asielaanvragen, reisroutes, identiteits- en reisdocumenten, alsook elk ander stuk ter ondersteuning van zijn asielaanvraag".

Art.6. In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden "op het ogenblik van het nemen van de beslissing" worden vervangen door de woorden "samen met de verklaring en, desgevallend, de tijdens het gehoor ingevulde vragenlijst";
  2° dit artikel wordt aangevuld met een lid, luidende :
  "Indien een beslissing in de zin van artikel 51/8, eerste lid, of artikel 51/5, § 3, tweede lid, van de wet aan de asielzoeker wordt betekend, worden de originele exemplaren van de neergelegde documenten aan hem teruggegeven. De teruggave wordt genoteerd op het door de asielzoeker eerder ontvangen ontvangstbewijs."

Art.7. In artikel 6, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden "de hiervoor vastgestelde datum aangeduid op het document overeenkomstig het model van de bijlage 26 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, dat wordt afgeleverd aan de asielzoeker overeenkomstig artikel 71/4, 73, 78 of 79 van hetzelfde besluit" vervangen door de woorden "een nieuwe datum vastgesteld en ter kennis gebracht aan de asielzoeker overeenkomstig artikel 51/2, zesde lid, van de wet".

Art.8. Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt opgeheven

Art.9. In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 1 wordt aangevuld met twee leden, luidende :
  "De ambtenaar verduidelijkt de asielzoeker zijn rol en, in voorkomend geval, die van de aanwezige tolk. Hij legt het verloop van het gehoor en het verdere verloop van de asielprocedure uit en verifieert of de asielzoeker en de tolk elkaar voldoende begrijpen.
  Het gehoor vindt plaats in omstandigheden die een passende geheimhouding waarborgen."
  2° In paragraaf 2 worden de woorden "de vervolging verband houdt met" vervangen door de woorden "de asielmotieven verband houden met".

Art.10. Artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° In het eerste lid worden de woorden "kan de volgens zijn nationale wet minderjarige asielzoeker, worden bijgestaan" vervangen door de woorden "zal de minderjarige asielzoeker, jonger dan achttien jaar, in voorkomend geval, worden bijgestaan";
  2° Dit artikel wordt aangevuld met een lid, luidende :
  "De ambtenaar van de bevoegde dienst belast met het gehoor van een minderjarige asielzoeker moet over de nodige kennis van de bijzondere behoeften van minderjarigen beschikken."

Art.11. In het opschrift van hoofdstuk V van hetzelfde besluit worden de woorden "het onderzoek van de asielaanvraag en de beslissing voorzien in artikel 52, § 5, van de wet" vervangen door de woorden "met het onderzoek van de asielaanvragen en de beslissingen voorzien in de artikelen 51/8 of 51/5 van de wet".

Art.12. Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  "Art. 10. § 1. De ambtenaren van de bevoegde dienst belast met het gehoor delen aan de asielzoeker mee dat hij de vragen op een zo correct mogelijke wijze moet beantwoorden en informeren hem over de risico's die hij loopt in het kader van het onderzoek van zijn aanvraag indien deze raadgevingen niet worden opgevolgd.
  § 2. De ambtenaren van de bevoegde dienst belast met het onderzoek van de asielaanvraag en de beslissing voorzien in de artikelen 51/8 of 51/5 van de wet, nemen alle inlichtingen waarover ze beschikken met betrekking tot de situatie van de asielzoeker in overweging. Zij nemen een beslissing op individuele, objectieve en onpartijdige wijze.
  § 3. De ambtenaren van de bevoegde dienst belast met het gehoor en de ambtenaren van de bevoegde dienst belast met het onderzoek van de asielaanvraag en de beslissing voorzien in de artikelen 51/8 of 51/5 van de wet, delen de informatie betreffende individuele asielaanvragen of het feit dat een asielaanvraag is ingediend, niet mee aan de vermeende actoren van vervolging of van ernstige schade van de asielzoeker.
  Zij winnen bij de vermeende actoren van vervolging of van ernstige schade van de asielzoeker geen informatie in op een wijze die ertoe leidt dat deze actoren te weten komen dat de betrokken asielzoeker om asiel heeft verzocht, en er gevaar zou ontstaan voor de fysieke integriteit van de asielzoeker en voor de personen te zijnen laste, of voor de vrijheid en veiligheid van zijn familieleden die nog in het land van herkomst verblijven."

Art.13. In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de woorden "een agent van niveau 1" vervangen door de woorden "een ambtenaar van niveau A" en worden de woorden "artikel 52, § 5," vervangen door de woorden " de artikelen 51/8 of 51/5".

Art.14. In artikel 13, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "artikel 52, § 5," vervangen door de woorden "de artikelen 51/8 of 51/5" en worden de woorden "de wettelijke bepalingen die betrekking hebben op de subsidiaire beschermingsstatus," ingevoegd tussen de woorden "Verdrag van Genève van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen" en de woorden "de mensenrechtenverdragen".

Art.15. In artikel 14, § 2, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "en, naargelang het geval, worden aangeduid op het document bedoeld in artikel 6, § 2, of verzonden naar de gekozen woonplaats van de asielzoeker overeenkomstig artikel 51/2, lid 6, van de wet" vervangen door de woorden "en ter kennis worden gebracht aan de asielzoeker overeenkomstig artikel 51/2, zesde lid, van de wet".

Art.16. In het opschrift van hoofdstuk VIII wordt het woord "Gehoorverslag" vervangen door de woorden "Verklaring en vragenlijst".

Art.17. In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° In het eerste lid worden de woorden "onmiddellijk na het gehoor een verslag" vervangen door de woorden "tijdens het gehoor een verklaring" en worden de woorden "Het gehoorverslag" vervangen door de woorden "De verklaring";
  2° in het eerste lid, vierde streepje, worden de woorden "met vermelding van zijn identificatienummer" ingevoegd tussen de woorden "de eventuele aanwezigheid van een tolk" en de woorden "evenals de eventuele door de asielzoeker gevraagde verandering van tolk";
  3° in het eerste lid, zesde streepje, wordt het woord "de identiteit" vervangen door het woord "de initialen";
  4° het tweede lid wordt vervangen door twee nieuwe leden, luidende :
  "Indien de asielaanvraag behandeld wordt in het kader van artikel 51/10 van de wet, verstrekt de ambtenaar van de bevoegde dienst ook een vragenlijst. Deze vragenlijst kan tijdens het gehoor samen met de asielzoeker en, in voorkomend geval, met behulp van een tolk door de ambtenaar worden overlopen en ingevuld. De asielzoeker ontvangt een kopie van de tijdens het gehoor ingevulde vragenlijst en een ontvangstbewijs.
  De verklaring en, desgevallend, de tijdens het gehoor ingevulde vragenlijst geven getrouw de vragen weer die aan de asielzoeker zijn gesteld, alsook diens antwoorden. De verklaring en, desgevallend, de tijdens het gehoor ingevulde vragenlijst vermelden ook de toevoegingen en opmerkingen die tijdens het gehoor werden gemaakt door de asielzoeker of, in voorkomend geval, door de persoon die over hem het ouderlijk gezag, de voogdij op basis van de nationale wet van de minderjarige of de bijzondere voogdij, voorzien door de Belgische wet, uitoefent."

Art.18. Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  "Art. 17. De verklaring en, desgevallend, de tijdens het gehoor ingevulde vragenlijst worden voorgelezen, in voorkomend geval, met behulp van een tolk en, indien nodig, verbeterd.
  Ze worden gedateerd en ondertekend door de ambtenaar van de bevoegde dienst, de asielzoeker, de, in voorkomend geval, aanwezige tolk en de, in voorkomend geval, aanwezige persoon die het ouderlijk gezag of de voogdij uitoefent op basis van de nationale wet van de minderjarige of die de bijzondere voogdij, voorzien door de Belgische wet, uitoefent.
  Indien de asielzoeker of, in voorkomend geval, de aanwezige persoon die het ouderlijk gezag of de voogdij uitoefent op basis van de nationale wet van de minderjarige of die de bijzondere voogdij, voorzien door de Belgische wet, uitoefent, weigert de verklaring en, desgevallend, de tijdens het gehoor ingevulde vragenlijst te ondertekenen, wordt hiervan melding gemaakt op deze documenten evenals van de redenen waarom hij weigert om ze te ondertekenen."

Art.19. Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  "Art. 18. Indien de asielaanvraag in het kader van de artikelen 51/8 of 51/5 van de wet wordt onderzocht en op de dag van het gehoor nog geen beslissing werd ter kennis gebracht aan de asielzoeker, kan hij aanvullende opmerkingen of stukken overmaken aan de bevoegde dienst belast met het onderzoek van de asielaanvraag via aangetekend schrijven of door afgifte tegen ontvangstbewijs. De bevoegde dienst zal rekening houden met de opmerkingen en stukken die aan haar op een ter zake nuttig tijdstip werden overgemaakt."

Art.20. In het opschrift van hoofdstuk IX worden de woorden "artikel 52, § 5," vervangen door de woorden "artikel 51/8, eerste lid of artikel 51/5, § 3, tweede lid,".

Art.21. In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de woorden "artikel 52, § 5," vervangen door de woorden "artikel 51/8, eerste lid, of artikel 51/5, § 3, tweede lid,".

Art.22. Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.23. Dit besluit treedt in werking de tiende dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 24. De minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.

  Gegeven te Brussel, op 18 augustus 2010.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Migratie- en asielbeleid,
  Mevr. J. MILQUET
  De Staatssecretaris voor Migratie- en asielbeleid,
  M. WATHELET