12 AUGUSTUS 2010. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten
Art. 1-3
BIJLAGEN.
Art. N1-N4
Artikel 1. In het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten worden de bijlagen 15, 16, 17 en 19 respectievelijk vervangen door de bijlagen 1, 2, 3 en 4 gevoegd bij dit besluit.
Art.2. Het koninklijk besluit van 20 december 2007 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 20 november 2001 betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten en houdende diverse overgangsbepalingen, heeft, wat de modaliteiten van de opleidingsmodules en de opleidingsstages bedoeld in artikel 47, 2°, van het koninklijk besluit van 20 november 2001 betreft, uitwerking met ingang van 1 februari 2008 voor alle basisopleidingen van het officierskader die aanvangen na die datum.
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 februari 2008 voor alle basisopleidingen van het officierskader die aanvangen na die datum.
Brussel, 12 augustus 2010.
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Mevr. A. TURTELBOOM
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 15 bij het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten
Competentieprofiel voor de commissaris van politie op het einde van de basisopleiding
1. Kennis (Weten)
De aspirant-commissaris :
- kent de pijlers van EPZ;
- heeft een goed inzicht in problem solving technieken;
- heeft een goed inzicht in situationeel leiderschap;
- heeft een goede kennis van de arbeidstijdorganisatie;
- kent, begrijpt en interpreteert het politioneel wettelijk en reglementair referentiekader, zowel op nationaal als op internationaal niveau;
- heeft een goed inzicht in de middelen (intern en extern de politie) en kan deze in werking stellen, evenwel steeds met het principe van de economie der middelen voor ogen;
- begrijpt een aantal competenties, zodat hij, onder begeleiding van een meerdere, kan bijdragen tot de oplossing van meer complexe problemen van bestuurlijke en gerechtelijke politie (globale operatie, gerechtelijk onderzoek, noodplanning, crisissituatie,...);
- heeft een duidelijk inzicht in het informatiebeheer binnen de politiediensten en in de filosofie van de " informatiegestuurde politiezorg " en kan deze overbrengen op zijn medewerkers.
2. Vaardigheden (Kunnen)
De aspirant-commissaris :
- schenkt bij de benadering van elk probleem voldoende aandacht aan de menselijke waarden en vrijheden, aan de waarden van een democratische rechtsstaat en aan de politionele ethiek en deontologie;
- kan de pijlers van EPZ toelichten en illustreren met voorbeelden en toepassingen binnen de eigen omgeving;
- kan de prioriteiten en aandachtspunten van een eigen veiligheidsplan goed verwoorden naar de uitvoerders toe;
- kan de technieken in problem solving toepassen;
- kan capaciteitsberekeningen maken;
- kan de budgettaire aspecten (s.l.) van actieplannen en operaties berekenen/evalueren;
- kan een beperkt team coachen;
- kan het evaluatiesysteem toepassen, met een bijzondere aandacht voor het functioneringsgesprek;
- beschikt over de passende communicatievaardigheden inzake het omgaan met personen en de voorstelling van de eigen opdrachten;
- kan, voor een lokaal probleem van middelmatige complexiteit (overlast, verkeer, storend probleem, evenement, gerechtelijk onderzoek, verstoring van de openbare orde...) :
- de actuele situatie beschrijven, deze documenteren en inschatten;
- het situeren binnen de externe omgeving (partners) en het eigen veiligheidsplan (zich daarbij inspirerend op de strategie, het beleid, de prioriteiten en aandachtspunten);
- zo nodig alternatieve oplossingen aanbieden met bijzondere aandacht voor de graad van autonomie en de in te zetten capaciteit en middelen;
- deze alternatieven schriftelijk en bondig voorstellen;
- de weerhouden oplossing uitwerken in een actieplan;
- hiervoor een operatieorder opstellen;
- kan de basisdocumenten, opgesteld door het personeel (processen-verbaal, bestuurlijke verslagen, informatieverslagen,...), evalueren en verbeteren;
- kan de basisdocumenten zelf opstellen en indien nodig de noodzakelijke verbanden leggen.
3. Attitudes (Willen)
De aspirant-commissaris :
- heeft verantwoordelijkheidszin;
- is beschikbaar voor de dienst;
- beschikt over een professioneel bewustzijn;
- toont en neemt initiatief;
- geeft blijk van creativiteit;
- is autonoom;
- heeft respect voor de rechten van de mens en de grondwettelijke rechten en vrijheden;
- handelt met respect voor de deontologische code.
4. Potentieel (Worden)
De aspirant-commissaris :
- toont een wil tot verbeteren - volharding;
- beschikt over bereidheid tot veranderen - aanpassingsvermogen;
- ontwikkelt een leiderschapsstijl die hem/haar in staat stelt op een effectieve wijze zijn/haar functie als commissaris uit te voeren;
- houdt zich op de hoogte van de evoluties in het politionele landschap.
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 12 augustus 2010 tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten.
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Mevr. A. TURTELBOOM
Art. N2. Bijlage 16 bij het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten
Basisopleiding commissaris van politie
(Programma niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 24-08-2010, p. 54712-54761)
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 12 augustus 2010 tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten.
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Mevr. A. TURTELBOOM
Art. N3. Bijlage 17 bij het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten
Basisopleiding commissaris - cijfers " dagelijks werk "
(Model niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 24-08-2010, p. 54762)
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 12 augustus 2010 tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten.
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Mevr. A. TURTELBOOM
Art. N4. Bijlage 19 bij het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten
Basisopleiding commissaris - eindresultaat
(Model niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 24-08-2010, p. 54763)
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 12 augustus 2010 tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten.
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Mevr. A. TURTELBOOM