29 MEI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van [de ambten], de bekwaamheidsbewijzen en de salarisschalen in de Centra voor Basiseducatie <Opschrift gewijzigd door BVR2017-10-27/05, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2018>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 17-08-2009 en tekstbijwerking tot 14-10-2021)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Art. 1
HOOFDSTUK II. - De functies
Art. 2
HOOFDSTUK III. - De bekwaamheidsbewijzen
Art. 3-6
HOOFDSTUK IV. - De salarisschalen
Art. 7
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 8-9
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.[1 Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden vermeld in artikel 3 van het decreet van 7 juli 2017 betreffende de rechtspositie van de personeelsleden in de basiseducatie.]1
----------
(1)<BVR 2017-10-27/05, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
HOOFDSTUK II. - De functies
Art.2.[1 In de centra voor basiseducatie kunnen de personeelsleden worden aangesteld in de volgende ambten :
1° bevorderingsambt van directeur
2° selectieambt van adjunct-directeur
3° wervingsambten
a) stafmedewerker;
b) leraar basiseducatie;
c) beleidsondersteunend administratief medewerker;
d) uitvoerend administratief medewerker;
e) ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting.]1
[2 f) ICT-coördinator.]2
----------
(1)<BVR 2017-10-27/05, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
(2)<BVR 2021-09-03/19, art. 28, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
HOOFDSTUK III. - De bekwaamheidsbewijzen
Art.3.[1 § 1. De personeelsleden, vermeld in artikel 2, moeten houder zijn van een van de volgende bekwaamheidsbewijzen :
1° voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen :
a) de directeur : een bekwaamheidsbewijs van ten minste bachelor + bewijs van pedagogische bekwaamheid (BPB);
b) de adjunct-directeur : een bekwaamheidsbewijs van ten minste bachelor + bewijs van pedagogische bekwaamheid (BPB);
c) de stafmedewerker : een bekwaamheidsbewijs van ten minste bachelor;
d) de leraar basiseducatie : een bekwaamheidsbewijs van ten minste bachelor + BPB;
e) de beleidsondersteunend administratief medewerker : een bekwaamheidsbewijs van ten minste hoger secundair onderwijs (HSO);
f) de ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting : het certificaat of het getuigschrift van de opleiding van ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting.
[2 g) de ICT-coördinator: een bekwaamheidsbewijs van ten minste bachelor;]2
2° andere bekwaamheidsbewijzen
a) de directeur : een bekwaamheidsbewijs van ten minste bachelor;
b) de adjunct-directeur : een bekwaamheidsbewijs van ten minste bachelor;
c) de leraar basiseducatie : een bekwaamheidsbewijs van ten minste bachelor.".
§ 2. Voor de personeelsleden die aangesteld zijn in het ambt van uitvoerend administratief medewerker, is geen studiebewijs vereist.]1
----------
(1)<BVR 2017-10-27/05, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
(2)<BVR 2021-09-03/19, art. 29, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
Art.4.Voor de bepalingen van dit hoofdstuk zijn artikel 3, § 1 en § 2, artikel 4, § 1 en § 2, [1 artikel 6, 7, [2 en 8]2]1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 1989 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs van toepassing.
----------
(1)<BVR 2013-09-06/26, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
(2)<BVR 2017-10-27/05, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.5. Naast de studiebewijzen, vermeld in artikel 3, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 1989 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs, worden de studiebewijzen die behaald werden vóór 1 september 2008 in het kader van de verplichte bijscholing, vermeld in artikel 15 van het decreet van 12 juli 1990 houdende de regeling van de basiseducatie voor laaggeschoolde volwassenen, in de Centra voor Basiseducatie eveneens beschouwd als een bewijs van pedagogische bekwaamheid.
Art.6.[1 De personeelsleden vermeld in artikel 2, kunnen enkel een salaris verkrijgen als ze voldoen aan artikel 3.]1
----------
(1)<BVR 2017-10-27/05, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
HOOFDSTUK IV. - De salarisschalen
Art.7.§ 1. [2 De personeelsleden die beantwoorden aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3, worden betaald overeenkomstig de volgende salarisschalen :
1° de directeur :
a) salarisschaal 511 : de houders van een bekwaamheidsbewijs van ten minste bachelor + BPB;
b) salarisschaal 502 : de houders van een bekwaamheidsbewijs van ten minste bachelor.
2° de adjunct-directeur :
a) salarisschaal 502 : de houders van een bekwaamheidsbewijs van ten minste bachelor+ BPB;
b) salarisschaal 501 : de houders van een bekwaamheidsbewijs van ten minste bachelor
3° de stafmedewerker : salarisschaal 501;
4° de leraar basiseducatie :
a) salarisschaal 346 : de houders van een bekwaamheidsbewijs van ten minste bachelor+ BPB;
b) salarisschaal 301 : de houders van een bekwaamheidsbewijs van ten minste bachelor;
5° de beleidsondersteunend administratief medewerker : salarisschaal 106;
6° de uitvoerend administratief medewerker : salarisschaal 122;
7° de ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting : salarisschaal 122.]2
[4 8° de ICT-coördinator: salarisschaal 501]4
§ 2. De salarisschalen vermeld in § 1, zijn vastgesteld bij [3 het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2018]3 houdende de salarisschalen van bepaalde personeelsleden van het onderwijs.
----------
(1)<BVR 2013-09-06/26, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
(2)<BVR 2017-10-27/05, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
(3)<BVR 2019-03-29/47, art. 17, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2018>
(4)<BVR 2021-09-03/19, art. 30, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art.8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2008.
Art. 9. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.