20 FEBRUARI 2009. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 1 oktober 2007 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2007 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2007 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest
Art. 1-7
Artikel 1. In artikel 1, 11°, en 12°, en artikelen 8 en 17 van het ministerieel besluit van 1 oktober 2007 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2007 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest worden de woorden "Agentschap Economie" telkens vervangen door de woorden "Agentschap Ondernemen".
Art.2. In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° aan punt 2° worden de volgende woorden toegevoegd : "en de latere wijzigingen";
2° punt 3° wordt opgeheven.
Art.3. In hetzelfde besluit worden een artikel 2/1, 2/2 en 2/3 ingevoegd, die luiden als volgt :
" Art. 2/1. Ter uitvoering van artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering wordt verstaan onder hoofdactiviteit : de activiteit die is opgenomen als activiteit in de Kruispuntbank van Ondernemingen en die het grootste gedeelte van de omzet vertegenwoordigt.
Art. 2/2. De in aanmerking komende investering ten behoeve van elektriciteit opgewekt door zonne-energie, vermeld in artikel 12, § 2, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering, wordt bepaald door de opwekkingscapaciteit van de investering te vergelijken met de voor eigen gebruik aangekochte elektriciteit. Er wordt enkel steun verleend voor de opwekkingscapaciteit van de investering die overeenstemt met de voor eigen gebruik aangekochte elektriciteit.
De in aanmerking komende opwekkingscapaciteit van de investering wordt bekomen door volgende formule : JEV : 800 en wordt uitgedrukt in kilowattpiek, waarbij :
JEV = gemiddeld jaarverbruik, vermeld in artikel 12, § 2, derde en vierde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering, of het geraamde elektriciteitsverbruik, vermeld in artikel 12, § 2, vijfde en zesde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering, uitgedrukt in kilowattuur;
800 = een installatie met een vermogen van 1 kilowattpiek produceert jaarlijks ongeveer 800 kilowattuur."
Art. 2/3. Ter uitvoering van artikel 12, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering wordt verstaan onder :
1° geraamde elektriciteitsverbruik : het realistisch geraamde elektriciteitsverbruik van het eerste jaar na de beëindiging van de investeringen;
2° substantiële capaciteitsuitbreiding : er is een vermoeden van een substantiële capaciteitsuitbreiding als door een toename van de productiecapaciteit het elektriciteitsverbruik met minstens 50 % is toegenomen.
Het Agentschap Ondernemen kan dit vermoeden weerleggen als zij vaststelt dat de toename van het elektriciteitsverbruik niet het gevolg is van de toename van de productiecapaciteit.
Art.4. Aan artikel 8 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
"Als er stavingsstukken vereist zijn voor het onderzoek, vermeld in het eerste lid, wordt de onderneming daarvan via de website op de hoogte gebracht. De onderneming moet binnen dertig kalenderdagen na de beëindiging van de periode waarin de subsidieaanvraag ingediend moet worden, vermeld in artikel 4, 1°, de gevraagde stavingsstukken per post of per mail opsturen of bij het Agentschap Ondernemen indienen tegen ontvangstbewijs. De postdatum geldt als ontvangstdatum."
Art.5. In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt :
"De subsidieaanvraag is ontvankelijk als de gevraagde stavingsstukken, vermeld in artikel 8, tweede lid, tijdig zijn ontvangen en als de subsidieaanvraag op de indieningsdatum voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 8, eerste lid."
Art.6. Ter uitvoering van artikel 13, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2007 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest wordt aan artikel 13, § 2, 2°, c), van dat besluit een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
"De investeringen kunnen wel uitgevoerd worden door een patrimoniumvennootschap die behoort tot dezelfde groep als de steunaanvragende onderneming. Beide vennootschappen behoren tot dezelfde groep in een van de volgende gevallen :
1) de patrimoniumvennootschap participeert voor ten minste 25 % in de steunaanvragende onderneming;
2) de steunaanvragende onderneming participeert voor ten minste 25 % in de patrimoniumvennootschap;
3) een natuurlijke persoon of rechtspersoon participeert voor ten minste 25 % in beide vennootschappen.
De toepassing van de termijn van vijf jaar, vermeld in artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering, wordt verstaan als het gedurende vijf jaar ter beschikking stellen aan de steunaanvragende onderneming."
Art. 7. Dit besluit en het besluit van de Vlaamse Regering van 16 januari 2009 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2007 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest treden in werking op 20 februari 2009.