Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

1 OKTOBER 2007. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2007 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-10-2007 en tekstbijwerking tot 31-01-2014)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Aanvullende voorwaarden.
Art. 2, 2/1, 2/2, 2/3, 2/4
HOOFDSTUK III. - Oproep- en aanvraagprocedure.
Art. 3-7
HOOFDSTUK IV. - Beslissingsprocedure.
Art. 8-15
HOOFDSTUK V. - Uitbetaling, verjaring en terugvordering.
Art. 16
HOOFDSTUK VI. - Controle.
Art. 17
HOOFDSTUK VII. - Wijzigingsbepaling.
Art. 18
HOOFDSTUK VIII. - Inwerkingtreding.
Art. 19



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2007035957 





Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° decreet : het decreet van 31 januari 2003 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid;
  2° besluit van de Vlaamse Regering : het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2007 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest [2 en de latere wijzigingen]2;
  3° [2 ...]2;
  4° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het economisch beleid;
  5° onderneming : een onderneming als vermeld in artikel 3, 1°, van het decreet;
  6° ecologie-investeringen : milieu-investeringen en investeringen op energiegebied;
  7° milieu-investeringen : de investeringen, gericht op de milieubescherming, vermeld in artikel 12, 2°, van het decreet;
  8° investeringen op energiegebied : de investeringen, vermeld in artikel 15, § 1, 3°, van het decreet;
  9° start van de ecologie-investeringen : de vroegste datum, hetzij van de eerste factuur, hetzij van de akte bij verwerving van een onroerend goed, hetzij van de leasingovereenkomst;
  10° limitatieve technologieënlijst : een lijst met een limitatieve opsomming van technologieën die beschouwd worden als ecologie-investeringen en die voor ecologiesteun in aanmerking kunnen komen.
  Per technologie vermeldt de lijst de volgende gegevens :
  a) een technologiecode;
  b) een bondige omschrijving van de technologie;
  c) de in aanmerking komende investeringscomponenten;
  d) de extra investeringen;
  e) de performantiefactor;
  11° indieningsdatum van de subsidieaanvraag : de datum waarop het [1 Agentschap Ondernemen]1 de subsidieaanvraag ontvangt;
  12° website : de website van het [1 Agentschap Ondernemen]1;
  13° oproep : de oproep tot indiening van de subsidieaanvraag;
  14° bedrijvencentrum : het bedrijvencentrum, vermeld in artikel 1, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 2007 houdende subsidiëring van bedrijvencentra en doorgangsgebouwen;
  15° doorgangsgebouw : het doorgangsgebouw, vermeld in artikel 1, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 2007 houdende subsidiëring van bedrijvencentra en doorgangsgebouwen.
  ----------
  (1)<MB 2009-02-20/38, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 20-02-2009>
  (2)<MB 2009-02-20/38, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 20-02-2009>

HOOFDSTUK II. - Aanvullende voorwaarden.
Art.2.Ter uitvoering van artikel 5, tweede lid, en artikel 22, 3°, c), van het besluit van de Vlaamse Regering wordt verstaan onder achterstallige schulden bij de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid : achterstallige schulden van [1 3000]1 euro of meer bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, ongeacht of er een bezwaar of beroep tegen een vordering van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid werd aangetekend. Schulden waarvoor de onderneming een afbetalingsplan heeft dat ze respecteert, worden niet als achterstallig beschouwd.
  ----------
  (1)<MB 2013-12-24/06, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art. 2/1.[1 Ter uitvoering van artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering wordt verstaan onder hoofdactiviteit : de activiteit die is opgenomen als activiteit in de Kruispuntbank van Ondernemingen en die het grootste gedeelte van de omzet vertegenwoordigt.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij MB 2009-02-20/38, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 20-02-2009>


Art. 2/2. [1 De in aanmerking komende investering ten behoeve van elektriciteit opgewekt door zonne-energie, vermeld in artikel 12, § 2, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering, wordt bepaald door de opwekkingscapaciteit van de investering te vergelijken met de voor eigen gebruik aangekochte elektriciteit. Er wordt enkel steun verleend voor de opwekkingscapaciteit van de investering die overeenstemt met de voor eigen gebruik aangekochte elektriciteit.
   De in aanmerking komende opwekkingscapaciteit van de investering wordt bekomen door volgende formule : JEV : 800 en wordt uitgedrukt in kilowattpiek, waarbij :
   JEV = gemiddeld jaarverbruik, vermeld in artikel 12, § 2, derde en vierde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering, of het geraamde elektriciteitsverbruik, vermeld in artikel 12, § 2, vijfde en zesde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering, uitgedrukt in kilowattuur;
   800 = een installatie met een vermogen van 1 kilowattpiek produceert jaarlijks ongeveer 800 kilowattuur.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij MB 2009-02-20/38, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 20-02-2009>

Art. 2/3. [1 Ter uitvoering van artikel 12, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering wordt verstaan onder :
   1° geraamde elektriciteitsverbruik : het realistisch geraamde elektriciteitsverbruik van het eerste jaar na de beëindiging van de investeringen;
   2° substantiële capaciteitsuitbreiding : er is een vermoeden van een substantiële capaciteitsuitbreiding als door een toename van de productiecapaciteit het elektriciteitsverbruik met minstens 50 % is toegenomen.
   Het Agentschap Ondernemen kan dit vermoeden weerleggen als zij vaststelt dat de toename van het elektriciteitsverbruik niet het gevolg is van de toename van de productiecapaciteit.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij MB 2009-02-20/38, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 20-02-2009>

Art. 2/4. [1 Ter uitvoering van artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering moeten de investeringen starten na de indieningsdatum van de subsidieaanvraag.
   Dit betekent dat als er investeringen gestart zijn tussen twee niet-aaneensluitende oproeptermijnen, die investeringen alleen in aanmerking komen als de subsidieaanvraag ingediend wordt binnen veertien kalenderdagen na de start van de volgende oproeptermijn overeenkomstig de voorwaarden en de procedure, vermeld op de website.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij MB 2010-04-30/12, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 30-04-2010>

HOOFDSTUK III. - Oproep- en aanvraagprocedure.
Art.3. De subsidie wordt aan de onderneming toegekend volgens een wedstrijdformule met een oproepprocedure.

Art.4. De procedure van de oproep wordt bepaald door de minister in een ministerieel besluit. Dat ministerieel besluit bevat minstens de volgende gegevens :
  1° de periode waarbinnen de subsidieaanvraag ingediend moet worden;
  2° de criteria die voor de betreffende oproep van toepassing zijn;
  3° de inhoud van de criteria en het gewicht dat aan elk van deze criteria wordt gegeven;
  4° de subsidie-enveloppe;
  5° het subsidiepercentage of de subsidiepercentages;
  6° het maximale subsidiebedrag per subsidieaanvraag;
  7° de limitatieve technologieënlijst.

Art.5. Elke oproep wordt bekendgemaakt via de website.

Art.6. De subsidieaanvraag wordt door de onderneming ingediend via de website voor de start van de ecologie-investeringen.
  De onderneming krijgt enkel toegang tot de website via het federaal token of de elektronische identiteitskaart.

Art.7. Er kan per oproep slechts één subsidieaanvraag per onderneming worden ingediend.

HOOFDSTUK IV. - Beslissingsprocedure.
Art.8.Het [1 Agentschap Ondernemen]1 onderzoekt of de subsidieaanvraag op de indieningsdatum voldoet aan de voorwaarden, vermeld in het decreet, het besluit van de Vlaamse Regering en dit besluit.
  [2 Als er stavingsstukken vereist zijn voor het onderzoek, vermeld in het eerste lid, wordt de onderneming daarvan via de website op de hoogte gebracht. De onderneming moet binnen dertig kalenderdagen na de beëindiging van de periode waarin de subsidieaanvraag ingediend moet worden, vermeld in artikel 4, 1°, de gevraagde stavingsstukken per post of per mail opsturen of bij het Agentschap Ondernemen indienen tegen ontvangstbewijs. De postdatum geldt als ontvangstdatum.]2
  ----------
  (1)<MB 2009-02-20/38, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 20-02-2009>
  (2)<MB 2009-02-20/38, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 20-02-2009>

Art.9.[1 De subsidieaanvraag is ontvankelijk als de gevraagde stavingsstukken, vermeld in artikel 8, tweede lid, tijdig zijn ontvangen en als de subsidieaanvraag op de indieningsdatum voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 8, eerste lid.]1
  De onderneming wordt daarvan via de website op de hoogte gebracht.
  ----------
  (1)<MB 2009-02-20/38, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 20-02-2009>

Art.10. De onderneming die een onontvankelijke subsidieaanvraag heeft ingediend, wordt daarvan via de post op de hoogte gebracht.

Art.11. De ontvankelijke subsidieaanvraag wordt getoetst aan de criteria, vermeld in de oproep, met toepassing van de normalisatieprocedure en de toekenning van een gewicht via een wegingscoëfficiënt als vermeld in artikel 19 en 20 van het besluit van de Vlaamse Regering.
  Bij een subsidieaanvraag met meerdere technologieën als vermeld in artikel 1, 10°, zal de technologie, waarvan het investeringsbedrag meer dan 50 % van het totale investeringsproject vertegenwoordigt, in aanmerking worden genomen voor de vaststelling van de score voor het criterium, vermeld in artikel 20, § 1, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering. Als er geen technologie met een investeringsbedrag van meer dan 50 % van het totale investeringsbedrag is opgenomen in het investeringsproject, dan wordt het gewogen gemiddelde, op basis van het investeringsbedrag, genomen van de scores die behaald zijn op het criterium, vermeld in artikel 20, § 1, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering.

Art.12. Aan elke oproep is een vooraf bepaalde subsidie-enveloppe verbonden.
  Die subsidie-enveloppe wordt verdeeld over de best gerangschikte subsidieaanvragen, in afnemende volgorde tot de subsidie-enveloppe is opgebruikt. De betreffende ondernemingen zijn in dit geval gunstig gerangschikt.
  Als het saldo niet voldoende is om de volgende subsidieaanvraag of subsidieaanvragen volledig te subsidiëren, wordt met het saldo geen subsidie meer toegekend. De betreffende ondernemingen zijn in dat geval niet gunstig gerangschikt.

Art.13. De rangschikking van alle subsidieaanvragen wordt vastgesteld door de minister in een ministerieel besluit. Dat ministerieel besluit wordt op de website gepubliceerd binnen vier maanden na de uiterste indieningsdatum van de subsidieaanvraag en bevat de lijst van de gerangschikte ondernemingen met de volgende gegevens per onderneming :
  1° de naam;
  2° het projectnummer;
  3° gunstig of niet gunstig gerangschikt;
  4° de behaalde plaats in de rangschikking;
  5° de behaalde totaalscore.

Art.14. De beslissing tot toekenning van de subsidie, met vermelding van de uitbetalingsvoorwaarden en de na te leven voorwaarden, wordt via de post betekend aan de gunstig gerangschikte onderneming.

Art.15. De niet gunstig gerangschikte onderneming wordt daarvan via de post op de hoogte gebracht.

HOOFDSTUK V. - Uitbetaling, verjaring en terugvordering.
Art.16. De subsidie wordt uitbetaald en teruggevorderd overeenkomstig artikelen 22, 23, 24 en 25 van het besluit van de Vlaamse Regering.
  De uitbetaling wordt door de onderneming via de website aangevraagd.

HOOFDSTUK VI. - Controle.
Art.17.Het [1 Agentschap Ondernemen]1 kan vanaf de indiening van de aanvraag via de website controleren of het decreet, het besluit van de Vlaamse Regering en de uitvoeringsbesluiten ervan worden nageleefd.
  Die controle kan, afhankelijk van het feit of de steun al dan niet werd toegekend, het volgende tot gevolg hebben :
  1° onontvankelijkheid of ongunstige rangschikking van de steunaanvraag;
  2° niet-uitbetaling of terugvordering van de toegekende steun.
  ----------
  (1)<MB 2009-02-20/38, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 20-02-2009>

HOOFDSTUK VII. - Wijzigingsbepaling.
Art.18. Aan artikel 13, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2007 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest worden een punt 6° en een punt 7° toegevoegd, die luiden als volgt :
  " 6° de investeringen met betrekking tot de exploitatie van een bedrijvencentrum of een doorgangsgebouw;
  7° de investeringen die op een periode van minder dan drie jaar worden afgeschreven. "

HOOFDSTUK VIII. - Inwerkingtreding.
Art. 19. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2007.