Details





Titel:

16 JULI 2009. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de lijst van niet voor productiedoeleinden gehouden zoogdieren die gehouden mogen worden (NOTA : opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG2018-07-24/06, art. 10, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2019)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-08-2009 en tekstbijwerking tot 27-02-2023)



Inhoudstafel:


Art. 1
Art. 1/1 Vlaams Gewest
Art. 2
Art. 2 Vlaams Gewest
Art. 3-4
Art. 4 Vlaams Gewest
Art. 5
Art. 5 Vlaams Gewest
Art. 5 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 6
Art. 6 Vlaams Gewest
Art. 7-8
BIJLAGEN.
Art. N1
Art. N1 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. N1 Vlaams Gewest
Art. N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

Artikel 1. Artikel 3bis van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren treedt, voor wat de niet voor productiedoeleinden gehouden zoogdieren betreft, in werking op de datum van inwerkingtreding van dit besluit. Onder "gehouden voor productiedoeleinden" wordt begrepen "gehouden voor de productie van vlees, melk, wol, huiden of andere consumptieproducten".

Art. 1/1_VLAAMS_GEWEST.   [1 In dit besluit wordt verstaan onder de minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn.]1  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2018-07-13/11, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 14-09-2018>

Art.2. § 1. De diersoorten of diercategorieën bedoeld in artikel 3bis, § 1, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, zijn, voor wat de niet voor productiedoeleinden gehouden zoogdieren betreft, vermeld in de lijst opgenomen in bijlage I. Deze lijst kan gewijzigd worden door de Minister bevoegd voor Dierenwelzijn die hierbij rekening houdt met de volgende criteria :
  1° het feit of de dieren van de betrokken soort al dan niet gemakkelijk te houden en te huisvesten zijn met inachtname van hun essentiële fysiologische, ethologische en ecologische behoeften;
  2° de mate waarin de dieren van de betrokken soort van nature agressief en/of gevaarlijk zijn of een ander bijzonder gevaar voor de gezondheid van de mens inhouden;
  3° het al dan niet bestaan van duidelijke aanwijzingen dat de soort zich in de natuur kan handhaven bij ontsnapping van specimens uit gevangenschap en bijgevolg een ecologische bedreiging vormt;
  4° de beschikbaarheid van bibliografische gegevens over het houden van de soort;
  5° in geval van tegenstrijdige gegevens of informatie over de houdbaarheid van een soort wordt beschouwd dat niet voldaan is aan een of meerdere van de voorgaande criteria.
  § 2. Bij de beoordeling van de criteria opgesomd in § 1 baseert de Minister zich op een uitgebreid onderzoek dat berust op de meest betrouwbare wetenschappelijke gegevens die beschikbaar zijn en op de meest recente resultaten van het internationale onderzoek. De Minister wijzigt de lijst uitsluitend wanneer uit het onderzoek blijkt dat het houden van specimens van de betrokken soort geen reëel gevaar oplevert voor de bescherming van het dierenwelzijn, van de gezondheid en het leven van personen en dieren of van het milieu tegen een ecologische bedreiging zoals bedoeld in § 1, 3°.

Art. 2_VLAAMS_GEWEST.    § 1. De diersoorten of diercategorieën bedoeld in artikel 3bis, § 1, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, zijn, voor wat de niet voor productiedoeleinden gehouden zoogdieren betreft, vermeld in de lijst opgenomen in bijlage I. Deze lijst kan gewijzigd worden door de [1 minister]1 die hierbij rekening houdt met de volgende criteria :  1° het feit of de dieren van de betrokken soort al dan niet gemakkelijk te houden en te huisvesten zijn met inachtname van hun essentiële fysiologische, ethologische en ecologische behoeften;  2° de mate waarin de dieren van de betrokken soort van nature agressief en/of gevaarlijk zijn of een ander bijzonder gevaar voor de gezondheid van de mens inhouden;  3° het al dan niet bestaan van duidelijke aanwijzingen dat de soort zich in de natuur kan handhaven bij ontsnapping van specimens uit gevangenschap en bijgevolg een ecologische bedreiging vormt;  4° de beschikbaarheid van bibliografische gegevens over het houden van de soort;  5° in geval van tegenstrijdige gegevens of informatie over de houdbaarheid van een soort wordt beschouwd dat niet voldaan is aan een of meerdere van de voorgaande criteria.  § 2. Bij de beoordeling van de criteria opgesomd in § 1 baseert de [1 minister]1 zich op een uitgebreid onderzoek dat berust op de meest betrouwbare wetenschappelijke gegevens die beschikbaar zijn en op de meest recente resultaten van het internationale onderzoek. De [1 minister]1 wijzigt de lijst uitsluitend wanneer uit het onderzoek blijkt dat het houden van specimens van de betrokken soort geen reëel gevaar oplevert voor de bescherming van het dierenwelzijn, van de gezondheid en het leven van personen en dieren of van het milieu tegen een ecologische bedreiging zoals bedoeld in § 1, 3°.
  ----------
  (1)<BVR 2018-07-13/11, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 14-09-2018>


Art.3. Ieder particulier als bedoeld in artikel 3bis , § 2, 3°, eerste lid, a), van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, die op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit besluit één of meer levende zoogdieren van soorten die niet vermeld zijn in de lijst bedoeld in artikel 2 houdt voor andere dan productiedoeleinden moet het houden ervan vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit kunnen aantonen en dit aan de hand van één van volgende bewijsstukken :
  1° een originele factuur of ander bewijs van aankoop van het betrokken dier of de betrokken dieren voor zover dit :
  a) een aankoopdatum vermeldt van vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit;
  b) de correcte soortnaam van het dier of de dieren vermeldt;
  c) het aantal dieren weergeeft;
  2° een schriftelijke verklaring van een erkend dierenarts of van een vertegenwoordiger van de overheid waarin deze bevestigt dat het betrokken dier of de dieren in diens bezit is of zijn van vóór de inwerkingtreding van dit besluit.

Art.4.§ 1. Een particulier als bedoeld in artikel 3bis, § 2, 3°, eerste lid, b), van dezelfde wet, die na de inwerkingtreding van dit besluit één of meerdere zoogdieren die niet vermeld zijn in de lijst bepaald in bijlage I wil houden voor andere dan productiedoeleinden, dient hiervoor vooraf per aangetekend schrijven bij de Minister bevoegd voor Dierenwelzijn een gemotiveerd aanvraagdossier in. Uit dit dossier blijkt dat hij zich goed gedocumenteerd heeft over de levensgewoonten en fysiologische noden van deze soort. Het dossier moet tevens een beschrijving omvatten van de huisvesting en verzorging die de particulier het dier kan verschaffen.
  [1 Voor elk ingediend dossier wordt een retributie betaald van 60 euro per soort. Deze betaling gebeurt door overschrijving op een door de Minister aangewezen rekening.]1
  § 2. De Minister beslist over de erkenning van deze particulier binnen de zes maanden na ontvangst van het aanvraagdossier op advies van de Dierentuinencommissie. Het dossier wordt beoordeeld op basis van een uitgebreid onderzoek dat berust op de meest betrouwbare wetenschappelijke gegevens die beschikbaar zijn en op de meest recente resultaten van het internationale onderzoek. De beslissing van de Minister is positief indien uit het ingediende dossier duidelijk blijkt dat de voorziene huisvesting en verzorging en de kennis van de aanvrager voldoende garanties bieden om het welzijn van de dieren te verzekeren.
  § 3. De erkenning heeft een onbeperkte geldigheidsduur. De Minister kan een erkenning schorsen of intrekken indien niet langer aan de erkenningsvoorwaarden voldaan wordt of de bepalingen van de wet van 14 augustus 1986 inzake de bescherming en het welzijn der dieren overtreden worden.
  ----------
  (1)<KB 2009-11-24/18, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 30-01-2010>

Art. 4_VLAAMS_GEWEST.   § 1. Een particulier als bedoeld in artikel 3bis, § 2, 3°, eerste lid, b), van dezelfde wet, die na de inwerkingtreding van dit besluit één of meerdere zoogdieren die niet vermeld zijn in de lijst bepaald in bijlage I wil houden voor andere dan productiedoeleinden, dient hiervoor vooraf per aangetekend schrijven bij de [2 minister]2 een gemotiveerd aanvraagdossier in. Uit dit dossier blijkt dat hij zich goed gedocumenteerd heeft over de levensgewoonten en fysiologische noden van deze soort. Het dossier moet tevens een beschrijving omvatten van de huisvesting en verzorging die de particulier het dier kan verschaffen.  [1 Voor elk ingediend dossier wordt een retributie betaald van 60 euro per soort. Deze betaling gebeurt door overschrijving op een door de [2 minister]2 aangewezen rekening.]1  § 2. [3 Na advies van de Vlaamse Dierentuinencommissie beslist de minister over de erkenning van de particulier, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, binnen zes maanden nadat de minister het aanvraagdossier conform paragraaf 1 heeft ontvangen. De minister beslist op basis van al de volgende criteria:   1° het feit of de dieren van de soort in kwestie al dan niet gemakkelijk te houden en te huisvesten zijn met inachtname van hun essentiële fysiologische, ethologische en ecologische behoeften;   2° de mate waarin de dieren van de soort in kwestie van nature agressief of gevaarlijk zijn of een ander bijzonder gevaar voor de gezondheid van de mens inhouden;   3° het al dan niet bestaan van duidelijke aanwijzingen dat de soort zich in de natuur kan handhaven bij ontsnapping van specimens uit gevangenschap en bijgevolg een ecologische bedreiging vormt;   4° de beschikbaarheid van bibliografische gegevens over het houden van de soort;   5° de voorziene huisvesting biedt voldoende garanties om het welzijn van de dieren te verzekeren en is zo ontworpen en onderhouden dat de dieren niet kunnen ontsnappen en dat de veiligheid van de dieren, de omwonenden en de omgeving gewaarborgd is;   6° de voorziene verzorging en de kennis van de aanvrager bieden voldoende garanties om het welzijn van de dieren te verzekeren, inclusief de intenties van de particulier om met de aangevraagde diersoort te kweken of nieuwe individuen te verwerven.   In het eerste lid wordt verstaan onder Vlaamse Dierentuinencommissie: het comité van deskundigen, vermeld in artikel 5, § 2, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren.   In geval van tegenstrijdige gegevens of informatie over de houdbaarheid van een soort wordt beschouwd dat niet voldaan is aan een of meerdere van de criteria, vermeld in het eerste lid.   Het aanvraagdossier, vermeld in paragraaf 1, wordt beoordeeld op basis van al de volgende elementen:   1° een uitgebreid onderzoek dat berust op de meest betrouwbare wetenschappelijke gegevens die beschikbaar zijn;   2° de meest recente resultaten van het internationale onderzoek ter zake;   3° de minimumnormen, vermeld in het ministerieel besluit van 3 mei 1999 tot vaststelling van minimumnormen voor het houden van zoogdieren in dierentuinen.]3  § 3. De erkenning heeft een onbeperkte geldigheidsduur. [3 In de erkenning wordt bepaald of kweken met de aangevraagde diersoort toegelaten wordt en of er een beperking opgelegd wordt voor het maximale aantal individuen van de soort in kwestie dat gehouden mag worden.]3 De [2 minister]2 kan een erkenning schorsen of intrekken indien niet langer aan de erkenningsvoorwaarden voldaan wordt of de bepalingen van de wet van 14 augustus 1986 inzake de bescherming en het welzijn der dieren overtreden worden.  ----------
  (1)<KB 2009-11-24/18, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 30-01-2010>
  (2)<BVR 2018-07-13/11, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 14-09-2018>
  (3)<BVR 2023-01-27/02, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 09-03-2023>

Art.5.De particulier die een erkenning bezit als bedoeld in artikel 4 deelt jaarlijks voor het einde van het kalenderjaar aan de dienst bevoegd voor dierenwelzijn mee hoeveel dieren van de betrokken soort hij houdt en welke wijzigingen er eventueel werden aangebracht aan de huisvesting of verzorging ervan.

Art.5_VLAAMS_GEWEST.    De particulier die een erkenning bezit als bedoeld in artikel 4 deelt jaarlijks voor het einde van het kalenderjaar aan de dienst bevoegd voor dierenwelzijn mee hoeveel dieren van de betrokken soort hij houdt en welke wijzigingen er eventueel werden aangebracht aan de huisvesting of verzorging ervan. [1 De particulier zorgt ervoor dat de dieren niet kunnen ontsnappen.]1
  ----------
  (1)<BVR 2023-01-27/02, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 09-03-2023>


Art. 5_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.    De particulier die een erkenning bezit als bedoeld in artikel 4 deelt jaarlijks voor het einde van het kalenderjaar [1 aan het Brussels Instituut voor Milieubeheer ]1 mee hoeveel dieren van de betrokken soort hij houdt en welke wijzigingen er eventueel werden aangebracht aan de huisvesting of verzorging ervan.  ----------
  (1)<BESL 2017-12-07/17, art. 26, 003; Inwerkingtreding : 22-12-2017>

Art.6. § 1. Ieder persoon die een soort wil laten toevoegen aan de lijst in bijlage I toont zijn belang aan en dient per aangetekend schrijven een dossier in bij de Minister bevoegd voor dierenwelzijn. Uit dit dossier blijkt dat voldoende objectieve wetenschappelijke gegevens beschikbaar zijn die aantonen dat de betrokken soort door ieder persoon zonder enige specifieke voorkennis gehouden kan worden zonder dat dit een risico oplevert voor het welzijn van de dieren. Dit dossier beantwoordt aan het model in bijlage II.
  § 2. De Minister beslist binnen de zes maanden na ontvangst van het dossier over de toevoeging van de betrokken soort aan de lijst in bijlage I. Bij de evaluatie van het dossier neemt hij de criteria vermeld in artikel 2, § 1, in acht en beoordeelt hij de gegevens zoals beschreven in artikel 2, § 2.

Art. 6_VLAAMS_GEWEST.    § 1. Ieder persoon die een soort wil laten toevoegen aan de lijst in bijlage I toont zijn belang aan en dient per aangetekend schrijven een dossier in bij de [1 minister]1 bevoegd voor dierenwelzijn. Uit dit dossier blijkt dat voldoende objectieve wetenschappelijke gegevens beschikbaar zijn die aantonen dat de betrokken soort door ieder persoon zonder enige specifieke voorkennis gehouden kan worden zonder dat dit een risico oplevert voor het welzijn van de dieren. Dit dossier beantwoordt aan het model in bijlage II.  § 2. De [1 minister]1 beslist binnen de zes maanden na ontvangst van het dossier over de toevoeging van de betrokken soort aan de lijst in bijlage I. Bij de evaluatie van het dossier neemt hij de criteria vermeld in artikel 2, § 1, in acht en beoordeelt hij de gegevens zoals beschreven in artikel 2, § 2.
  ----------
  (1)<BVR 2018-07-13/11, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 14-09-2018>


Art.7. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art.8. De Minister bevoegd voor dierenwelzijn is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage I. - Lijst van soorten of categorieën van niet voor productiedoeleinden gehouden zoogdieren die gehouden mogen worden



  
  
Nom scientifique - Wetenschappelijke naam Nom néerlandais - Nederlandstalige naam Nom français - Franstalige naam
  
Macropus rufogriseusBennett's wallabieWallaby de bennett
  
Canis familiarisHondChien
  
Felis catusKatChat
  
Mustela furioFretFuret
  
Equus asinusEzel (gedomesticeerd)Ane (domestique)
  
Equus asinus x E. caballusMuildierMulet
  
Equus caballusPaardCheval
  
Equus caballus x E. asinusMuilezelBardot
  
Sus scrofaVarkenCochon
  
Lama glama Lama (gedomesticeerd)Lama (domestique)
  
Lama guanicoeGuanacoGuanaco
  
Lama pacosAlpaca (gedomesticeerd)Alpaga (domestique)
  
Axis axisAxishertAxis
  
Cervus elaphusEdelhertCerf rouge
  
Cervus nipponSikahertSika
  
Dama damaDamhertDaim
  
Bos taurusHuisrundBoeuf
  
Bubalus bubalisAziatische buffel (gedomesticeerd)Buffle d'asie (domestique)
  
Capra hircusGeit (gedomesticeerd)Chèvre (domestique)
  
Capra ibexSteenbokBouquetin
  
Ovis ammonWild schaapMouflon
  
Ovis ariesSchaap (gedomesticeerd)Mouton (domestique)
  
Cynomys ludovicianusZwartstaartprairiehondChien de prairie
  
Tamias sibiricusAziatische gestreepte grondeekhoornEcureuil rayé de corée
  
Tamias striatusOostelijke wangzakeekhoornTamia strié
  
Cricetulus barbarensisChinese dwerghamsterHamster nain de Chine
  
Mesocricetus auratusGoudhamsterHamster doré
  
Phodopus campbelliCampbells dwerghamsterHamster nain de Campbell
  
Phodopus roborovskiiRoborovski dwerghamsterHamster nain de Roborowsky
  
Phodopus sungorusDzjoengaarse dwerghamsterHamster nain de Djoungarie
  
Gerbillus spec.Echte renmuizenGerbilles
  
Meriones spec.WoestijnmuizenMeriones
  
Acomys spec.StekelmuisSouris épineuses
  
Micromys minutusDwergmuisRat des moissons
  
Mus minutoidesAfrikaanse dwergmuisSouris naine d'Afrique
  
Mus musculusHuismuis (kweekvormen)Souris domestique (forme d'élevage)
  
Rattus norvegicusBruine rat (kweekvormen)Rat surmulot (forme d'élevage)
  
Chinchilla lanigeraChinchilla (kweekvormen)Chinchilla (forme d'élevage)
  
Cavia porcellusCaviaCobaye
  
Dolichotis patagonumMaraMara
  
Octodon degusDegoeDègue du Chili
  
Oryctolagus cuniculus KonijnLapin


Art. N1_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.    Bijlage I. - Lijst van soorten of categorieën van niet voor productiedoeleinden gehouden zoogdieren die gehouden mogen worden    Nom scientifique - Wetenschappelijke naamNom néerlandais - Nederlandstalige naamNom français - Franstalige naam   Macropus rufogriseusBennett's wallabieWallaby de bennett  Canis familiarisHondChien  Felis catusKatChat  [1 Felis catus x Prionailurus bengalensis bengalensis (vanaf F5)]1[1 Bengali à partir de F5 (1)]1  Mustela furioFretFuret  Equus asinusEzel (gedomesticeerd)Ane (domestique)  Equus asinus x E. caballusMuildierMulet  Equus caballusPaardCheval  Equus caballus x E. asinusMuilezelBardot  Sus scrofaVarkenCochon  Lama glamaLama (gedomesticeerd)Lama (domestique)  Lama guanicoeGuanacoGuanaco  Lama pacosAlpaca (gedomesticeerd)Alpaga (domestique)  Cervus elaphusEdelhertCerf rouge  Cervus nipponSikahertSika  Dama damaDamhertDaim  Bos taurusHuisrundBoeuf  Bubalus bubalisAziatische buffel (gedomesticeerd)Buffle d'asie (domestique)  Capra hircusGeit (gedomesticeerd)Chèvre (domestique)  Capra ibexSteenbokBouquetin  [1 Ovis aries musimon]1Wild schaapMouflon  [1 Ovis aries aries ]1Schaap (gedomesticeerd)Mouton (domestique)  Cynomys ludovicianusZwartstaartprairiehondChien de prairie  [1 ...]1  Tamias striatusOostelijke wangzakeekhoornTamia strié  Cricetulus barbarensisChinese dwerghamsterHamster nain de Chine  Mesocricetus auratusGoudhamsterHamster doré  Phodopus campbelliCampbells dwerghamsterHamster nain de Campbell  Phodopus roborovskiiRoborovski dwerghamsterHamster nain de Roborowsky  Phodopus sungorusDzjoengaarse dwerghamsterHamster nain de Djoungarie  Gerbillus spec.Echte renmuizenGerbilles  Meriones spec.WoestijnmuizenMeriones  Acomys spec.StekelmuisSouris épineuses  Micromys minutusDwergmuisRat des moissons  Mus minutoidesAfrikaanse dwergmuisSouris naine d'Afrique  Mus musculusHuismuis (kweekvormen)Souris domestique (forme d'élevage)  Rattus norvegicusBruine rat (kweekvormen)Rat surmulot (forme d'élevage)  Chinchilla lanigeraChinchilla (kweekvormen)Chinchilla (forme d'élevage)  Cavia porcellusCaviaCobaye  Dolichotis patagonumMaraMara  Octodon degusDegoeDègue du Chili  Oryctolagus cuniculusKonijnLapin(1)<MB 2022-12-31/01, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 19-01-2023>

  ----------
  (1)<BESL 2020-06-25/04, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 11-07-2020>

Art. N1_VLAAMS_GEWEST.    Bijlage I. - Lijst van soorten of categorieën van niet voor productiedoeleinden gehouden zoogdieren die gehouden mogen worden    Nom scientifique - Wetenschappelijke naamNom néerlandais - Nederlandstalige naamNom français - Franstalige naam   Macropus rufogriseusBennett's wallabieWallaby de bennett  Canis familiarisHondChien  Felis catusKatChat  [1 Felis catus x Prionailurus bengalensis bengalensis (vanaf F5)]1[1 Bengali à partir de F5 (1)]1 [1 Mustela furo]1FretFuret  Equus asinusEzel (gedomesticeerd)Ane (domestique)  Equus asinus x E. caballusMuildierMulet  Equus caballusPaardCheval  Equus caballus x E. asinusMuilezelBardot  Sus scrofaVarkenCochon  Lama glamaLama (gedomesticeerd)Lama (domestique)  Lama guanicoeGuanacoGuanaco  Lama pacosAlpaca (gedomesticeerd)Alpaga (domestique)  Axis axisAxishertAxis  Cervus elaphusEdelhertCerf rouge  Cervus nipponSikahertSika  Dama damaDamhertDaim  Bos taurusHuisrundBoeuf  Bubalus bubalisAziatische buffel (gedomesticeerd)Buffle d'asie (domestique)  Capra hircusGeit (gedomesticeerd)Chèvre (domestique)  Capra ibexSteenbokBouquetin  [1 Ovis aries musimon]1Wild schaapMouflon  [1 Ovis aries aries ]1Schaap (gedomesticeerd)Mouton (domestique)  Cynomys ludovicianusZwartstaartprairiehondChien de prairie  [2...]2[2....]2[2....]2Tamias striatusOostelijke wangzakeekhoornTamia strié  Cricetulus barbarensisChinese dwerghamsterHamster nain de Chine  Mesocricetus auratusGoudhamsterHamster doré  Phodopus campbelliCampbells dwerghamsterHamster nain de Campbell  Phodopus roborovskiiRoborovski dwerghamsterHamster nain de Roborowsky  Phodopus sungorusDzjoengaarse dwerghamsterHamster nain de Djoungarie  Gerbillus spec.Echte renmuizenGerbilles  Meriones spec.WoestijnmuizenMeriones  Acomys spec.StekelmuisSouris épineuses  Micromys minutusDwergmuisRat des moissons  Mus minutoidesAfrikaanse dwergmuisSouris naine d'Afrique  Mus musculusHuismuis (kweekvormen)Souris domestique (forme d'élevage)  Rattus norvegicusBruine rat (kweekvormen)Rat surmulot (forme d'élevage)  Chinchilla lanigeraChinchilla (kweekvormen)Chinchilla (forme d'élevage)  Cavia porcellusCaviaCobaye  Dolichotis patagonumMaraMara  Octodon degusDegoeDègue du Chili  Oryctolagus cuniculusKonijnLapinMet Bengaal vanaf F5 wordt bedoeld een hybride kat die het resultaat is van de kruising tussen Felis catus en Prionailurus bengalensis bengalensis en die ten minste vier generaties verwijderd is van de wilde soort Prionailurus bengalensis bengalensis.(1)<BVR 2018-07-13/11, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 14-09-2018>(2)<BVR 2018-07-13/11, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 01-03-2019>


Art. N2. Bijlage II. - Aanvraagformulier voor het toevoegen van een soort aan de positieve lijst van niet voor productiedoeleinden gehouden zoogdieren
  Een bibliografie van de gebruikte literatuur met vermelding van de volledige referenties wordt bij de aanvraag gevoegd. Eén soort per formulier.
  I. Aanvrager
  Naam en voornaam :
  Adres :
  Telefoonnummer :
  E-mailadres :
  II. Identificatie van de soort
  Wetenschappelijke naam :
  Nederlandse naam :
  Franse naam :
  Beschermingsstatuut van de soort op regionaal, nationaal of internationaal vlak :
  III. Fysiologische, ethologische en ecologische behoeften (gedetailleerde beschrijving van de soort in het wild)
  a) Het natuurlijk leefmilieu, rekening houdend met eventuele migratie
  * natuurlijk biotoop :
  * temperatuur :
  * luchtvochtigheid :
  * grootte van het territorium :
  * andere soorten die in hetzelfde milieu leven
  o concurrerende of vijandige soorten :
  o andere soorten :
  b) Het natuurlijke voedingspatroon, rekening houdend met eventuele seizoensgebonden variatie
  * soort voeder :
  * frequentie van voeden :
  c) Sociale structuur
  * groepsgrootte en -structuur :
  * hiërarchie :
  d) Natuurlijk gedrag
  * gedrag tegenover soortgenoten, zowel volwassen dieren als jongen :
  * gedrag tijdens de paartijd :
  * gedrag tegenover andere soorten :
  * foerageergedrag :
  * gemiddelde dagelijks afgelegde afstand :
  * eventuele migratie :
  * noodzakelijke gedragingen die jongen leren van het moederdier of de groep met vermelding van de benaderende leeftijd :
  * tijdsbesteding van de dieren :
  e) Voortplanting
  * paarseizoen :
  * drachtduur :
  * gemiddeld aantal jongen per dracht :
  * aantal drachten per jaar :
  * tijd dat de jongen bij de moeder blijven :
  * rol van het vaderdier bij het opgroeien van de jongen :
  f) Gezondheid
  * veel voorkomende ziekten (viraal, bacterieel, parasitair,...) en mortaliteit :
  * aandoeningen eigen aan de soort :
  * mortaliteit tijdens de eventuele migratie :
  * gemiddelde levensduur :
  IV. Houdbaarheid en huisvesting (gedetailleerde beschrijving van de soort in gevangenschap)
  a) Huisvesting
  * vereiste minimale afmetingen van een verblijf dat het dier toelaat zo veel mogelijk zijn natuurlijk gedrag te vertonen :
  * vereiste minimale en/of maximale temperatuur en luchtvochtigheid :
  * de manier waarop de vereiste temperatuur en/of luchtvochtigheid bereikt kunnen worden :
  * te gebruiken materialen voor de constructie van het verblijf :
  * materialen die niet gebruikt mogen worden voor de constructie van het verblijf :
  * maatregelen om ontsnappen van de dieren te voorkomen :
  * beschikbaarheid van correcte, voor iedereen begrijpelijke en vlot toegankelijke informatie
  o referentie(s) :
  o taal :
  o beschikbaarheid :
  o kostprijs :
  b) Verzorging
  * soort voeder :
  * hoeveelheid voeder :
  * voederfrequentie :
  * verkrijgbaarheid van het voeder :
  * beschikbaarheid van correcte, voor iedereen begrijpelijke en vlot toegankelijke informatie
  o referentie(s) :
  o taal :
  o beschikbaarheid :
  o kostprijs :
  c) Welzijn
  * minimaal/maximaal aantal dieren dat samen gehouden moet/mag worden :
  * groepssamenstelling :
  * samenhouden met andere soorten
  o soorten die goed samen gehouden kunnen worden :
  o soorten die niet samen gehouden kunnen worden :
  * inrichting van het verblijf :
  * verrijking :
  * tijdsbesteding van de dieren :
  * manipulatie
  o voorwaarden en voorzorgsmaatregelen voor het manipuleren van de dieren :
  o risico's bij manipulatie :
  * beschikbaarheid van correcte, voor iedereen begrijpelijke en vlot toegankelijke informatie
  o referentie(s) :
  o taal :
  o beschikbaarheid :
  o kostprijs :
  d) Voortplanting
  * kweekresultaten :
  * bijzondere voorwaarden voor huisvesting en verzorging
  o tijdens de drachtperiode :
  o tijdens de eerste periode na de geboorte :
  o tijdens de verdere periode dat de jongen bij het moederdier blijven :
  * speenleeftijd :
  * manieren om voortplanting te voorkomen en de invloed ervan op het welzijn van de dieren :
  * beschikbaarheid van correcte, voor iedereen begrijpelijke en vlot toegankelijke informatie
  o referentie(s) :
  o taal :
  o beschikbaarheid :
  o kostprijs :
  e) Gezondheid
  * al dan niet infectieuze aandoeningen waaraan bijzondere aandacht besteed moet worden :
  * ziektepreventie :
  * andere diersoorten die een risico betekenen ivm ziekteoverdracht :
  * gemiddelde levensduur :
  * beschikbaarheid van correcte, voor iedereen begrijpelijke en vlot toegankelijke informatie
  o referentie(s) :
  o taal :
  o beschikbaarheid :
  o kostprijs :