18 JUNI 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 juli 2008 tot regeling van de toekenning van een terugkeervergoeding voor bepaalde ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Art. 1-5
Artikel 1. In artikel 1, 1°, van het koninklijk besluit van 22 juli 2008 tot regeling van de toekenning van een terugkeervergoeding voor bepaalde ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, worden de woorden " na gedurende minstens één jaar bij een post in het buitenland te zijn tewerkgesteld " vervangen door de woorden " na tenminste één jaar bij een diplomatieke zending of consulaire post, te zijn tewerkgesteld ".
Art.2. In artikel 1, 2°, van hetzelfde besluit, worden de woorden " tijdelijk uitoefenen van functies in een post in het buitenland gedurende minstens twee jaar " vervangen door de woorden " tijdelijk uitoefenen van functies in een diplomatieke zending of consulaire post in het buitenland gedurende minstens één jaar "
Art.3. In hetzelfde besluit, wordt onder " Hoofdstuk II - Overgangsbepalingen " een artikel 5/1 ingevoegd, luidende :
" Art. 5/1. Voor ambtenaren van de eerste en tweede administratieve klasse van de carrière Buitenlandse Dienst, die op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit besluit, reeds vier jaar opnieuw toegevoegd waren aan het Hoofdbestuur en voor dewelke de Minister van Buitenlandse Zaken de toekenning van de vergoedingen, voorzien door de koninklijke besluiten van 21 april 1970 houdende reglementering van de overplaatsings- en verblijfsvergoedingen, zoals gewijzigd door de koninklijke besluiten van 28 mei 1973, minstens eenmaal voor een nieuwe periode van één jaar verlengd had, kan de Minister van Buitenlandse Zaken, op een met redenen omkleed voorstel van het Directiecomité, de toekenning van de terugkeervergoeding voorzien in dit koninklijk besluit uitzonderlijk verder verlengen, tot voorbij de totale duur voorzien in artikel 3, derde lid.
Zulke verlenging kan enkel toegekend worden aan ambtenaren die functies met grote verantwoordelijkheid uitoefenen waarvan de aard zelf rechtvaardigt dat ze aan één en dezelfde ambtenaar gedurende een tijdspanne van meer dan drie jaar zouden toevertrouwd worden.
De totale duur van de aldus verlengde toekenning van de terugkeervergoeding kan nooit hoger zijn dan deze voorzien in de respectievelijke artikelen 3 van genoemde koninklijke besluiten van 21 april 1970, bedoeld in het eerste lid, zoals dat van kracht was op 30 september 2008.
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang met 1 oktober 2008.
Art. 5. De Minister bevoegd voor Buitenlandse Zaken en de Minister bevoegd voor Ontwikkelingssamenwerking zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 juni 2009.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken,
K. DE GUCHT
De Minister van Ontwikkelingssamenwerking,
C. MICHEL