10 AUGUSTUS 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het artikel 8 van het koninklijk besluit van 10 juni 2006 betreffende de tarieven, de wijze van betaling en inning bedoeld bij artikel 12, § 3, tweede lid, van de wet van 3 december 2005 betreffende de uitkering van een inkomenscompensatievergoeding aan zelfstandigen die het slachtoffer zijn van hinder ten gevolge van werken op het openbaar domein
Art. 1-3
Artikel 1. Het artikel 8 van het koninklijk besluit van 10 juni 2006 betreffende de tarieven, de wijze van betaling en inning bedoeld bij artikel 12, § 3, tweede lid, van de wet van 3 december 2005 betreffende de uitkering van een inkomenscompensatievergoeding aan zelfstandigen die het slachtoffer zijn van hinder ten gevolge van werken op het openbaar domein, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 1. In geval van vaststelling van inbreuk door de zelfstandige op de wet of op haar uitvoeringsbesluiten kunnen de commissarissen aan de overtreder de betaling voorstellen van een in het artikel 12, § 3, van de wet bedoeld bedrag van 250 euro tot 10.000 euro en van 500 euro tot 20.000 euro in geval van herhaling binnen drie jaar na een in kracht van gewijsde getreden vonnis van veroordeling wegens een inbreuk op de wet of haar uitvoeringsbesluiten.
§ 2. Het in artikel 12, § 3, van de wet, bedoelde bedrag wordt berekend door het bedrag van 35 euro te vermenigvuldigen met het aantal dagen dat door het Participatiefonds wordt aanvaard met toepassing van artikel 7bis, § 2, van de wet.
In geval van herhaling, zoals omschreven in § 1, wordt het in artikel 12, § 3, van de wet, bedoelde bedrag berekend door het bedrag van 75 euro te vermenigvuldigen met het aantal dagen dat door het Participatiefonds wordt aanvaard met toepassing van artikel 7bis, § 2, van de wet.
Bij de berekening van het bedrag, bedoeld in het eerste en het tweede lid, mag niet worden afgeweken van de in § 1 bepaalde onder- en bovengrenzen.
In geval van cumulatie van inbreuken voegen de commissarissen, vanaf de tweede begane inbreuk en voor elke bijkomende begane inbreuk, een bedrag van 500 euro toe aan de som zoals berekend overeenkomstig het eerste en tweede lid. Deze cumulatieregeling dient met eerbiediging van de onder- en bovengrenzen, bedoeld in de eerste paragraaf te gebeuren. "
Art.2. Dit besluit treedt in werking, de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3. Onze Minister van Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Pisa, 10 augustus 2009.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van K.M.O.'s en Zelfstandigen,
Mevr. S. LARUELLE