31 MEI 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het RPPol inzake de wervingsreserve in het raam van de mobiliteit
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel VI.II.15, § 1, eerste lid, RPPol, vervangen bij het koninklijk besluit van 20 december 2005 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 maart 2007, wordt de bepaling onder 4° vervangen als volgt :
" 4° om, naar aanleiding van de selectie, geen wervingsreserve bedoeld in artikel VI.II.27bis aan te leggen; ".
Art.2. In het RPPol wordt een artikel VI.II.27bis ingevoegd, luidende :
" Art. VI.II.27bis. Behoudens in geval van toepassing van artikel VI.II.15, § 1, eerste lid, 4°, worden de geschikt bevonden kandidaten, tot de datum van de oproep tot de kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus, opgenomen in een wervingsreserve die geldt voor een gelijkwaardige functionaliteit. "
Art.3. In artikel 17ter van het koninklijk besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 20 december 2005 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 maart 2007, worden de woorden " artikel VI.II.15, § 1, eerste lid, 4°, RPPol " vervangen door de woorden " artikel VI.II.27bis RPPol ".
Art. 4. De Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 31 mei 2009.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK
De Minister van Binnenlandse Zaken,
G. DE PADT