9 OKTOBER 2009. - Koninklijk besluit over het openbaar karakter van de werving van terugbetaalbare gelden(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-10-2009 en tekstbijwerking tot 05-10-2018)
HOOFDSTUK I. - Openbaar karakter van de werving van terugbetaalbare gelden
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Opheffings- en slotbepalingen
Art. 3-4
HOOFDSTUK I. - Openbaar karakter van de werving van terugbetaalbare gelden
Artikel 1.Voor de toepassing [1 van artikel 1, § 3, eerste lid, van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen en van artikel 27 van de wet van 11 juli 2018 op de aanbieding aan het publiek van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt]1 wordt een persoon geacht gelddeposito's of andere terugbetaalbare gelden in ontvangst te nemen van het publiek of een beroep te doen op het publiek voor de ontvangst van dergelijke deposito's of gelden, indien zich één of meer van de volgende omstandigheden voordoet :
1° door de persoon die deposito's of andere terugbetaalbare gelden beoogt te ontvangen, of in diens opdracht, worden reclamemiddelen aangewend, van welke aard ook, gericht tot meer dan 50 personen, om de werving van deposito's of andere terugbetaalbare gelden aan te kondigen of aan te bevelen;
2° de persoon die deposito's of andere terugbetaalbare gelden beoogt te ontvangen, doet rechtstreeks of onrechtstreeks een beroep op een of meer bemiddelaars;
3° door de persoon die deposito's of andere terugbetaalbare gelden beoogt te ontvangen, of voor diens rekening, worden meer dan 50 personen gesolliciteerd.
Voor de toepassing van deze bepaling wordt het gebruik van elke techniek die ertoe strekt de werving van deposito's ter kennis van het publiek te brengen, als reclamemiddel beschouwd, en met name :
a) het verspreiden van informatie in de schrijvende pers of in al dan niet periodieke publicaties, of via radio, televisie of andere audiovisuele middelen, of via internet;
b) het verspreiden van circulaires of van andere gestandaardiseerde stukken met betrekking tot de depositowerving, ook al worden ze persoonlijk aan de geadresseerde toegezonden;
c) het verspreiden van informatie via telefonisch informatieverkeer, via elektronische post of via enig ander digitaal communicatiemiddel.
Voor de toepassing van deze bepaling wordt onder "bemiddelaar" elke natuurlijke of rechtspersoon verstaan die, zelfs als bijkomstige of tijdelijke werkzaamheid, in welke hoedanigheid ook, tegen vergoeding of voordeel van welke aard ook, rechtstreeks of onrechtstreeks deposito's of andere terugbetaalbare gelden werft of in ontvangst neemt voor rekening van de ontvanger, met uitzondering van de kredietinstelling die optreedt in het kader van het betalingsverkeer.
----------
(1)<KB 2018-09-23/04, art. 39, 002; Inwerkingtreding : 21-07-2019>
Art.2.Voor de toepassing [1 van artikel 1, § 3, eerste lid, van voornoemde wet van 25 april 2014 en van artikel 27 van voornoemde wet van 11 juli 2018]1 wordt een onderneming niet geacht van het publiek gelddeposito's of andere terugbetaalbare gelden in ontvangst te nemen of wordt zij niet geacht een beroep te doen op het publiek voor de ontvangst van dergelijke deposito's of gelden, indien zij zich ertoe beperkt de liquide middelen van met haar verbonden ondernemingen in ontvangst te nemen om de belegging ervan te centraliseren, of om eigen verrichtingen dan wel verrichtingen van met haar verbonden ondernemingen te financieren.
----------
(1)<KB 2018-09-23/04, art. 40, 002; Inwerkingtreding : 21-07-2019>
HOOFDSTUK II. - Opheffings- en slotbepalingen
Art.3. Het koninklijk besluit van 7 juli 1999 over het openbaar karakter van financiële verrichtingen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 juli 2000 en 30 januari 2001, wordt opgeheven.
Art. 4. De Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.