14 MEI 2009. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van het regime en de werkingsmaatregelen, toepasbaar op de woonunits, als bedoeld in artikel 74/8, § 1, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-05-2009 en tekstbijwerking tot 28-06-2024)
HOOFDSTUK I. - Definities en algemene bepalingen.
Art. 1-6
HOOFDSTUK II. - Rol van de ondersteunende ambtenaar
Art. 7-9
HOOFDSTUK III. - Inrichting en uitrusting van de woonunits
Art. 10-12
HOOFDSTUK IV. - Leefregels die van toepassing zijn bij de aankomst in de woonunit
Art. 13-18
HOOFDSTUK V. - Regels gedurende het verblijf
Deel 1. - Gebruik van de woonunit
Art. 19-23
Deel 2. - Telefoongebruik en briefwisseling
Art. 24-25
Deel 3. - De bezoeken
Art. 26-32
Deel 4. - De behoeften op het gebied van voeding op het gebied van voeding, hygiëne en kledij
Art. 33-35
Deel 5. - De medische, psychologische en juridische bijstand
Art. 36-43
HOOFDSTUK VI. - Begeleiding door de ondersteunende ambtenaar
Art. 44-46
HOOFDSTUK VII. - [1 Vertrek van de familie uit de woonunit]1 of overbrenging naar een gesloten centrum
Art. 47-48
HOOFDSTUK VIII Wijziging van het koninklijk besluit van 2 augustus 2002
Art. 49
HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen
Art. 50-51
2009000354 2009000460 2011000777 2012000358 2013000629 2015000558 2024004934
HOOFDSTUK I. - Definities en algemene bepalingen.
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° de wet : de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
2° familie : leden van een familie van vreemdelingen die verklaren dat ze de ouders zijn of de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen, evenals de minderjarigen die tot deze familie behoren en de familieleden tot en met de tweede graad die vallen onder de toepassing van artikel 74/8, § 1, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
3° [1 woonunit : plaatsen bedoeld in het artikel 74/8, §§ 1 en 2 van de voornoemde wet, die beheerd worden door de Dienst Vreemdelingenzaken en bestemd zijn voor de huisvesting van families in afwachting van, al naargelang het geval, hun toegang tot het grondgebied, hun machtiging tot het verblijf, hun terugname conform Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en de instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend, hun terugdrijving, hun vrijwillige terugkeer, hun verwijdering.
De woonunit wordt gelijkgesteld met een welbepaalde plaats gesitueerd aan de grens;]1
4° ondersteunende ambtenaar :medewerker die door de Directeur-generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken wordt aangeduid en de contacten tussen de vreemdelingen en de verschillende bevoegde instanties, tot aan de organisatie [2 van hun toegang tot het grondgebied, hun machtiging tot het verblijf, hun terugdrijving, hun terugname conform Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en de instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend, hun vrijwillige terugkeer of hun verwijdering]2, beheert.
De opdrachten van de ondersteunende ambtenaar kunnen zowel door hemzelf als door zijn vervanger uitgevoerd worden.
5° familieverantwoordelijke : familielid die als referentiepersoon wordt aangeduid om in naam van de familie alle administratieve taken te vervullen.
6° de Minister : de Minister die de Toegang tot het Grondgebied, het Verblijf, de Vestiging en de Verwijdering van Vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft.
----------
(1)<KB 2010-04-22/06, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 10-05-2010>
(2)<KB 2010-04-22/06, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 10-05-2010>
Art.2. Dit besluit is van toepassing op de woonunits.
De Minister duidt de woonunits aan.
Het huishoudelijk reglement regelt de uitvoeringsmodaliteiten van de bepalingen van dit besluit die betrekking hebben op de dagelijkse werking van de woonunits. Dit reglement mag geen bepalingen bevatten die de draagwijdte van onderhalve besluit beperken. Het huishoudelijk reglement wordt door de Minister goedgekeurd.
Art.3.De woonunit bestaat op zijn minst uit een badkamer, een toilet, een woonkamer, een keuken en een slaapkamer.
De familie stelt alles in het werk opdat de ondersteunende ambtenaar de nodige administratieve formaliteiten kan vervullen in elke woonunit tussen 7 uur en 20 uur.
Indien dit noodzakelijk is, indien de organisatie [1 van de terugdrijving of van de terugname, of van de verwijdering]1 dit vereist, of op verzoek van de familie, beschikt de ondersteunende ambtenaar ook buiten deze uren over een recht van toegang. In deze gevallen wordt de familie hiervan vooraf verwittigd.
----------
(1)<KB 2010-04-22/06, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 10-05-2010>
Art.4. Elk familielid wordt door de ondersteunende ambtenaar op gelijke, correcte en respectvolle wijze behandeld, en het privé-leven van het familielid wordt gerespecteerd.
De ondersteunende ambtenaar respecteert de mening en de eigenheid van elk familielid, op religieus, moreel, filosofisch, cultureel en politiek gebied.
Art.5. Elk familielid mag de erediensten van zijn religie bijwonen en mag zijn filosofische en religieuze overtuigingen vrij uiten. Op verzoek van de familie geeft de ondersteunende ambtenaar de lijst van de religieuze instellingen in de buurt van de woonunit door.
Art.6. Elk familielid kan van individuele, medische, psychologische,sociale en juridische bijstand genieten.
HOOFDSTUK II. - Rol van de ondersteunende ambtenaar
Art.7.De ondersteunende ambtenaar vervult de volgende opdrachten :
- aan de familie haar rechten en plichten uitleggen;
- alle noodzakelijke stappen voor het bekomen van de identiteitsdocumenten van de familieleden bij hun nationale overheden en/of de voorbereiding [1 van hun terugdrijving of van hun terugname of van hun verwijdering]1 ondernemen;
- de vreemdelingen informeren over de stand van zaken van de procedure die in toepassing van de wet van 15 december 1980 werd ingediend;
- de rol van tussenpersoon tussen de Belgische overheden en de privé-partners en openbare partners, die betrokken zijn in het kader van de huisvesting van de familieleden en de organisatie van hun terugkeer, vervullen;
- de familieleden psychologisch en sociaal begeleiden [1 ...]1 ;
[ 1 - de familieleden voorbereiden op hun toegang tot het grondgebied, hun machtiging tot het verblijf, hun terugdrijving, hun terugname conform Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en de instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend, hun vrijwillige terugkeer of hun verwijdering.]1
----------
(1)<KB 2010-04-22/06, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 10-05-2010>
Art.8. De ondersteunende ambtenaar communiceert in een taal die de familieleden begrijpen. In voorkomend geval doet hij een beroep op een tolk.
Art.9. De ondersteunende ambtenaar onderhoudt met de familie enkel het contact dat gewettigd is door de dienstopdracht. Een professionele houding is ten allen tijde vereist.
Indien de ondersteunende ambtenaar vaststelt dat ten opzichte van de familie ernstige elementen zijn die de stopzetting van de vasthoudingsmaatregel verantwoorden moet hij die elementen voorleggen aan de Directeur-generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken of diens gemachtigde.
HOOFDSTUK III. - Inrichting en uitrusting van de woonunits
Art.10. De woonunit is voorzien van het nodige meubilair en de nodige nutsvoorzieningen, teneinde de families op waardige wijze te huisvesten.
Art.11. De familie mag geen werken uitvoeren in de woonunit. Indien de verwarmingsinstallatie, de elektriciteitsinstallatie of het sanitair niet naar behoren functioneert of indien het materieel of het meubilair een defect vertonen, moet de familie contact opnemen met de ondersteunende ambtenaar, zodat deze de vereiste maatregelen voor de nodige herstellingen kan nemen.
Art.12. De familie verbindt zich ertoe om ervoor te zorgen dat de woonunit in goede staat en proper blijft en om de plaats als een goede huisvader te gebruiken, zonder de aard of de bestemming ervan te wijzigen.
Schoonmaakproducten en hygiënische producten worden ter beschikking van de familie gesteld.
HOOFDSTUK IV. - Leefregels die van toepassing zijn bij de aankomst in de woonunit
Art.13. Bij de aankomst van de familieleden wordt een inventaris van het meubilair en de uitrusting opgemaakt. De inventaris wordt door de familieverantwoordelijke en door de ondersteunende ambtenaar ondertekend. Een kopie van de inventaris wordt aan de familieverantwoordelijke overhandigd.
Art.14. Bij de aankomst in de woonunit wordt een register overhandigd aan de familieverantwoordelijke. In dit register worden vermeld :
- de identiteit van de bezoekers;
- de datum van het volgend bezoek van de ondersteunende ambtenaar;
- de afwezigheden die voorzien worden door de familie.
Art.15. Een medisch onderzoek van elk familielid door de arts die aangeduid wordt door de Dienst Vreemdelingenzaken, of door een arts van de familie vindt plaats binnen de twee werkdagen.
Art.16. De familieleden moeten hun medewerking verlenen aan de administratieve procedures die op hen van toepassing zijn. Indien ze niet over identiteitsdocumenten beschikken, werken ze samen met hun ondersteunende ambtenaar om hun identificatie te vergemakkelijken.
Art.17. Bij de aankomst op de woonunit heeft de familie recht op een gratis nationaal telefoongesprek van minimum 10 minuten.
Art.18. Een exemplaar van dit besluit en van het huishoudelijk reglement wordt ter beschikking gesteld van de familie.
HOOFDSTUK V. - Regels gedurende het verblijf
Deel 1. - Gebruik van de woonunit
Art.19. Elk familielid mag de woonunit dagelijks, zonder voorafgaande toestemming, verlaten. Het is evenwel vereist dat een volwassen familielid aanwezig is.
Indien de familie deze regel om de een of andere reden niet kan respecteren moet de familie vooraf de toestemming aan de ondersteunende ambtenaar vragen.
Art.20.De ondersteunende ambtenaar heeft toegang tot de woonunit tussen 7 uur en 20 uur.
Op verzoek van de familie of indien dit noodzakelijk is of indien de organisatie [1 van de terugdrijving of van de terugname of van de verwijdering]1 dit vereist heeft de ondersteunende ambtenaar toegang buiten deze uren. In deze gevallen wordt de familie vooraf verwittigd.
----------
(1)<KB 2010-04-22/06, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 10-05-2010>
Art.21. De familie mag de woonunit, die haar door de Dienst Vreemdelingenzaken ter beschikking werd gesteld, niet verhuren of onderverhuren aan derde personen.
Art.22. De familie respecteert de gemeentelijke reglementen, het milieu, de openbare orde en de openbare rust.
Art.23. De familie verbindt zich ertoe om geen enkele hinder te veroorzaken voor de buurt.
Deel 2. - Telefoongebruik en briefwisseling
Art.24. Tijdens zijn verblijf kan de familie één keer per werkdag, met zijn advocaat en met zijn diplomatieke overheden, met behulp van de GSM van de ondersteunende ambtenaar gratis telefoneren.
Art.25. De familie heeft het recht om dagelijks en zonder enige beperking briefwisseling te voeren. Zij kan zich door de ondersteunende ambtenaar laten bijstaan bij het opstellen van een brief of het lezen van de briefwisseling.
De familie kan, binnen de grenzen van een redelijk bedrag, aan de ondersteunende ambtenaar briefpapier en postzegels vragen, als zij niet over financiële middelen beschikt.
Deel 3. - De bezoeken
Art.26. De familie mag privé-bezoek ontvangen van familieleden en kennissen.
Voor de andere bezoeken is de voorafgaande toestemming van de verantwoordelijke voor de woonunits of zijn vervanger, met respect voor de bepalingen die voorzien worden in artikel 14, vereist.
Art.27. De familie mag geen onderdak verschaffen aan bezoekers.
Art.28. Het bezoek wordt beperkt tot 5 personen op het zelfde ogenblik, minderjarige kinderen niet meegerekend.
Art.29. Het bezoek van derde personen en organisaties wordt enkel toegelaten mits bewijs van rechtmatig belang, indien er geen aanwijzingen zijn dat het bezoek de veiligheid en de goede werking in gevaar kan brengen, en indien er geen aanwijzingen zijn dat de morele integriteit van de familie of van een familielid gevaar loopt.
Het bezoek van derde personen en organisaties gaat door in aanwezigheid van de ondersteunende ambtenaar.
Art.30. De bezoeken van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat en van de leden van de uitvoerende en rechterlijke macht vinden steeds plaats tussen acht uur en negentien uur nadat zij zich als zodanig duidelijk kenbaar hebben gemaakt bij de Directeur-generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken of diens gemachtigde.
De andere officiële instanties die over een bezoekrecht willen beschikken, kunnen een gemotiveerd verzoek indienen bij de Directeur-generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken of zijn gemachtigde.
Art.31. De familie mag niet aan publieke belangstelling onderworpen worden, noch zonder haar instemming onderworpen worden aan vragen van journalisten of derden, noch gefotografeerd of gefilmd worden.
Art.32. Indien er ernstige aanwijzingen bestaan dat het bezoek van de woonunit een gevaar vormt voor de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of de openbare orde of indien het nemen van preventiemaatregelen tegen strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, de bescherming van de rechten en de vrijheid van de anderen of de bescherming van de veiligheid van de woonunit noodzakelijk is, kan de ondersteunende ambtenaar ten opzichte van de bezoeker één van de volgende maatregelen nemen :
- 1° een mondeling waarschuwing geven;
- 2° een einde maken aan het bezoek;
- 3° de toegang tot de woonunit weigeren.
Indien sancties die bedoeld worden in de punten 2° en 3° genomen worden, brengt de ondersteunende ambtenaar de Directeur-generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken hiervan op de hoogte.
Deel 4. - De behoeften op het gebied van voeding op het gebied van voeding, hygiëne en kledij
Art.33. De familie heeft het recht om haar eigen maaltijden te bereiden. Een keuken en elementair keukengerei worden haar ter beschikking gesteld.
Het voedsel dat noodzakelijk is voor 3 maaltijden per dag kan ter beschikking worden gesteld aan de familie of kan, met de toestemming van de ondersteunende ambtenaar, gekocht worden door de familie.
Art.34. De familie kan haar eigen kleren behouden. Indien dat nodig is worden bijkomende kleren ter beschikking gesteld van de familie. De familie kan, op eigen kosten, de kleren die ze wil kopen, aanschaffen.
Art.35. Op verzoek van de familieverantwoordelijke worden de producten die voor het persoonlijk gebruik bestemd zijn door de ondersteunende ambtenaar ter beschikking gesteld.
Deel 5. - De medische, psychologische en juridische bijstand
Art.36. Een lijst met de gegevens van de artsen in de buurt wordt door de ondersteunende ambtenaar aan de familie gegeven, zodat zij, indien medische bijstand noodzakelijk is, hiervan gebruik kan maken.
Een telefoon wordt ter beschikking gesteld van de familie voor dringende gevallen.
Art.37. De familie kan, op eigen kosten, een beroep doen op een door haar gekozen arts. In dit geval moet de familie de kosten van de geneesmiddelen zelf betalen. De familie moet de ondersteunende ambtenaar hiervan op de hoogte brengen.
Art.38. Op verzoek van de familie, of indien zij de medische kosten niet kan betalen, verstrekt een door de Dienst Vreemdelingenzaken aangeduide arts de noodzakelijke zorgen. In dit geval worden de medische kosten door de Dienst Vreemdelingenzaken betaald.
Wanneer de arts vaststelt dat het familielid niet behoorlijk verzorgd kan worden in de woonunit, wordt het familielid naar een gespecialiseerd medisch centrum overgebracht.
Art.39. Een medisch onderzoek kan opgelegd worden met het oog op de voorbereiding van het vertrek of indien de ondersteunende ambtenaar van oordeel is dat er zich een medisch probleem stelt.
Art.40. In geval van een ernstige aandoening, een besmettelijke ziekte of een epidemie, brengt de arts de bevoegde overheden daarvan op de hoogte teneinde de noodzakelijke maatregelen te kunnen nemen.
Art.41. De familie kan psychologische steun en sociale bijstand krijgen. In dit geval moet dit van tevoren aan de ondersteunende ambtenaar gevraagd worden. In functie van de specifieke situatie van de familie doet de laatstgenoemde persoon een voorstel. In dringende gevallen kan een psycholoog door Dienst Vreemdelingenzaken worden aangeduid.
De familie kan, op eigen kosten, een beroep doen op een psychologische expert die door de familie zelf gekozen wordt.
Art.42. De familie heeft recht op juridische bijstand. De ondersteunende ambtenaar waakt erover dat de familie een beroep kan doen op het bureau voor juridische bijstand, overeenkomstig de artikelen 508/1 en volgende van het gerechtelijk wetboek.
Art.43. De ondersteunende ambtenaar kan de familieleden helpen bij het vervullen van de administratieve formaliteiten, inzonderheid deze die betrekking hebben op de burgerlijke stand.
HOOFDSTUK VI. - Begeleiding door de ondersteunende ambtenaar
Art.44. Tijdens het verblijf op de woonunit, wordt de familie regelmatig bezocht door de ondersteunende ambtenaar. De ondersteunende ambtenaar is aanwezig wanneer de familie aankomt en wanneer zij vertrekt.
Op het einde van elk bezoek maken de ondersteunende ambtenaar en de familie telkens een afspraak voor een volgend bezoek, en noteren dit in het register.
De familieverantwoordelijke en de andere volwassenen moeten tijdens elk voorzien bezoek door de ondersteunende ambtenaar aanwezig zijn in de woonunit. Tussen 7 en 20 uur kan de laatstgenoemde persoon de familie onverwachts bezoeken.
Art.45. Tijdens het verblijf op de plaats die haar ter beschikking werd gesteld, kan de ondersteunende ambtenaar de familie helpen met betrekking tot de volgende punten :
- de problemen waarmee ze tijdens hun verblijf op de woonunit geconfronteerd worden;
- de inschrijving van de kinderen in een school;
- de rechten van de familie, die in het intern reglement worden opgesomd.
Art.46.De ondersteunende ambtenaar deelt alle nuttige informatie mee aan de familie, met het oog op het vergemakkelijken van [1 de toegang tot het grondgebied, de machtiging tot het verblijf, de terugdrijving, de vrijwillige terugkeer, de verwijdering of de terugname]1 naar de Staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van haar asielaanvraag.
----------
(1)<KB 2010-04-22/06, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 10-05-2010>
HOOFDSTUK VII. - [1 Vertrek van de familie uit de woonunit]1 of overbrenging naar een gesloten centrum
----------
(1)
Art.47. Wanneer de familie de woonunit verlaat, maakt zij samen met de ondersteunende ambtenaar een inventaris op van het meubilair en de uitrusting. Deze inventaris wordt door de familieverantwoordelijke en door de ondersteunende ambtenaar ondertekend.
De eventuele schade is voor rekening van de familie.
Art.48.
<Opgeheven bij KB 2024-05-12/27, art. 18, 003; Inwerkingtreding : 08-07-2024>
HOOFDSTUK VIII Wijziging van het koninklijk besluit van 2 augustus 2002
Art.49. In artikel 130 van het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 wordt een nieuw tweede lid, als volgt opgesteld, ingevoegd :
" De Commissie en het permanent secretariaat worden eveneens belast met de individuele behandeling van de klachten van de bewoners van de woonunits. "
HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen
Art.50. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 51. Onze Minister die de Toegang tot het Grondgebied, het Verblijf, de Vestiging en de Verwijdering van Vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 mei 2009.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Migratie- en Asielbeleid,
Mevr. A TURTELBOOM