7 JUNI 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositie van het personeel van de politiediensten
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (" RPPol ")
Art. 1-64
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 20 november 2001 betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten en houdende diverse overgangsbepalingen
Art. 65-69
HOOFDSTUK 3. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 70-72
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (" RPPol ")
Artikel 1. In artikel II.I.2, § 2, derde lid, RPPol worden de woorden " V.III.19, eerste lid, 2° " vervangen door de woorden " V.III.19, eerste lid, 1° ".
Art.2. In artikel IV.I.13 RPPol worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden " in het Belgisch Staatsblad " vervangen door de woorden " op de website van de directie van de rekrutering en van de selectie ";
2° in het eerste lid worden de woorden " alsmede de wijze van inschrijven en de uiterste inschrijvingsdatum " vervangen door de woorden " , de wijze van inschrijven en de uiterste inschrijvingsdatum alsmede het selectiereglement, opgesteld door de directeur van de directie van de rekrutering en van de selectie ";
3° in het tweede lid worden de woorden " hulpen " opgeheven.
Art.3. Artikel IV.I.14 RPPol wordt opgeheven.
Art.4. In artikel IV.I.15, eerste lid, RPPol wordt de bepaling onder 4° vervangen als volgt :
" 4° een selectiegesprek met de betrokken selectiecommissie. De selectiecommissie meet de competenties die door de directeur van de directie van de rekrutering en van de selectie in het selectiereglement worden aangewezen uit een door de minister vastgestelde lijst. "
Art.5. Artikel IV.I.17 RPPol wordt vervangen als volgt :
" Art. IV.I.17. § 1. De deliberatiecommissie beslist of de kandidaat, met uitzondering van de kandidaat-commissaris van politie, al dan niet geschikt wordt bevonden op grond van artikel IV.I.15, eerste lid, 1° tot 4°.
§ 2. De selectie van de kandidaten-commissaris van politie geschiedt onder de vorm van een vergelijkend examen.
De proef inzake de cognitieve vaardigheden bedoeld in artikel IV.I.15, eerste lid, 1°, mondt uit in een rangschikking van de kandidaten op grond waarvan deze voor de volgende selectieproeven worden opgeroepen, en dit tot de deliberatiecommissie het vergelijkend examen afsluit overeenkomstig artikel IV.I.24, tweede lid.
Bij gelijke resultaten wordt voorrang verleend aan de oudste kandidaat.
De kandidaten, houders van een diploma of getuigschrift bedoeld in artikel IV.I.11, worden zowel ingeschreven op de rangschikking van de overeenstemmende voorbehouden vacatures als op die van de niet-voorbehouden vacatures.
De deliberatiecommissie verdeelt de kandidaten op grond van artikel IV.I.15, eerste lid, 1° tot 4° in drie groepen : " zeer geschikt ", " geschikt " of " ongeschikt ".
De geschiktheid van de in het vierde lid bedoelde kandidaten, wordt door de deliberatiecommissie, in volgorde, getoetst ten aanzien van de voorbehouden vacatures en van de niet-voorbehouden vacatures. "
Art.6. In artikel IV.I.18, eerste lid, RPPol worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de Nederlandse tekst wordt het woord " recrutering " vervangen door het woord " rekrutering ";
2° de woorden " en na de betrokkene te hebben gehoord, " worden opgeheven.
Art.7. Artikel IV.I.20 RPPol wordt aangevuld met twee leden, luidende :
" De paritaire commissie kan slechts rechtsgeldig zitting houden, beraadslagen en stemmen indien ten minste twee derden van haar leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
De voorzitter beschikt over één stem. Elke groep van bijzitters bedoeld in het eerste lid, 2° en 3° beschikt over een overeenkomstig 2° vastgesteld aantal stemmen, ongeacht het aantal aanwezige bijzitters in elke groep. Deze stemmen worden onder de leden van die groep gelijk verdeeld. ".
Art.8. In artikel IV.I.23 RPPol worden de woorden " de kandidaat en de in artikel IV.I.18 bedoelde directeur " vervangen door de woorden " de kandidaat, de in artikel IV.I.18 bedoelde directeur en de in artikel IV.I.20 bedoelde paritaire commissie ".
Art.9. In artikel IV.I.24 RPPol worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het enig lid wordt het woord " selectiecommissie " vervangen door het woord " deliberatiecommissie ";
2° in het enig lid worden de woorden " of, in voorkomend geval, zeer geschikt " ingevoegd tussen het woord " geschikt " en de woorden " wordt bevonden ";
3° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende :
" Indien het aantal kandidaten-commissaris van politie die op grond van artikel IV.I.17, § 2, vijfde lid, door de deliberatiecommissie " zeer geschikt " worden bevonden en beantwoorden aan de in artikel IV.I.4, 3°, bedoelde vereiste gelijk is aan het in artikel IV.I.3 bedoelde aantal, sluit de deliberatiecommissie het vergelijkend examen af. ".
Art.10. In artikel IV.I.26 RPPol wordt de zin " Het slagen in de selectieproeven voor toelating tot een bepaald kader kan niet worden ingeroepen voor de toelating tot een ander kader. " opgeheven.
Art.11. Artikel IV.I.27 RPPol wordt aangevuld met een bepaling onder 6°, luidende :
" 6° de samenstelling en de werkwijze van de in artikel IV.I.17 bedoelde deliberatiecommissie. "
Art.12. In deel IV, titel I, hoofdstuk I, afdeling 3, RPPol wordt een onderafdeling 2bis ingevoegd, luidende :
" Onderafdeling 2bis. - De afwezigheden
Art. IV.I.28bis. De kandidaat die zonder aanvaardbare reden afwezig is op het ogenblik dat een selectieproef of het geheel van de selectieproeven plaatsvindt, kan door de directeur van de directie van de rekrutering en van de selectie worden uitgesloten van verdere deelname.
De in het eerste lid bedoelde aanvaardbare reden wordt nader toegelicht in het selectiereglement.
De uitsluiting van verdere deelname wordt gelijkgesteld met het niet slagen in de selectieprocedure. "
Art.13. In artikel IV.I.29 RPPol worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden " de in artikel IV.I.15, eerste lid, 4°, bedoelde selectiecommissie " vervangen door de woorden " de in artikel IV.I.17 bedoelde deliberatiecommissie ";
2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende :
" De kandidaat-hoofdinspecteur van politie met bijzondere specialisatie of met specialiteit politieassistent die niet de minimumdrempel heeft behaald voor een selectieproef en die opnieuw aflegt binnen de twee jaar te rekenen vanaf de kennisgeving van zijn mislukking, is vrijgesteld van de selectieproeven bedoeld in artikel IV.I.15, eerste lid, 2°, 3° en 4°, waarvoor hij de minimumdrempel heeft behaald. Zo daar evenwel aanwijzingen toe zijn, verzoekt de in artikel IV.I.17 bedoelde deliberatiecommissie, vooraleer zich uit te spreken over de geschiktheid van de kandidaat, om een bijkomend onderzoek met betrekking tot de in artikel IV.I.15, eerste lid, 2°, 3° of 4° bepaalde vereisten. ";
3° het artikel wordt aangevuld met vijf leden, luidende :
" De kandidaat-agent van politie die houder is van een diploma dat ten minste evenwaardig is met die welke in aanmerking worden genomen voor de indienstneming in de betrekkingen van niveau C bij de federale Rijksbesturen, zoals opgenomen in de bijlage I van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, is vrijgesteld van de proef inzake de cognitieve vaardigheden bedoeld in artikel IV.I.15, eerste lid, 1°.
De kandidaat-inspecteur van politie die houder is van een diploma dat ten minste evenwaardig is met die welke in aanmerking worden genomen voor de indienstneming in de betrekkingen van niveau B bij de federale Rijksbesturen, zoals opgenomen in de bijlage I van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, is vrijgesteld van de proef inzake de cognitieve vaardigheden bedoeld in artikel IV.I.15, eerste lid, 1°.
De kandidaat-agent van politie en de kandidaat-inspecteur van politie zijn vrijgesteld van de proef inzake de cognitieve vaardigheden bedoeld in artikel IV.I.15, eerste lid, 1° indien zij geslaagd zijn voor de proef inzake de cognitieve vaardigheden van een hoger kader.
De agenten van politie die extern in een hoger kader worden aangeworven overeenkomstig artikel IV.I.1, zijn vrijgesteld van het onderzoek van de omgeving en de antecedenten.
De personeelsleden van het basiskader en van het middenkader die extern in een hoger kader worden aangeworven overeenkomstig artikel IV.I.1, zijn vrijgesteld van de in artikel IV.I.15, eerste lid, 3°, bedoelde selectieproef en van het onderzoek van de omgeving en de antecedenten. "
Art.14. Artikel IV.I.30 RPPol wordt vervangen als volgt :
" Art. IV.I.30. § 1. De laureaten van de selectieproeven voor agent van politie en hoofdinspecteur van politie met bijzondere specialisatie of met specialiteit politie-assistent worden opgenomen in een wervingsreserve.
De directeur van de directie van de rekrutering en van de selectie stelt de lijst van de kandidaten-agent van politie en de lijst van de kandidaten-hoofdinspecteur van politie met bijzondere specialisatie of met specialiteit politie-assistent die opgenomen worden in de in het eerste lid bedoelde wervingsreserves vast.
De directeur van de directie van de rekrutering en van de selectie verzendt de desbetreffende lijst van geschikt bevonden kandidaten aan de korpschef, indien het een betrekking bij een korps van de lokale politie betreft, of aan de betrokken directeur, indien het een betrekking bij de federale politie betreft.
De kandidaten worden vervolgens aan de door de benoemende overheid georganiseerde selectieproeven onderworpen.
De benoemende overheid vergelijkt de respectieve aanspraken en verdiensten van de verschillende kandidaten, waarna zij de voor de vacante betrekking meest geschikte kandidaat selecteert die vervolgens tot de basisopleiding wordt toegelaten.
§ 2. De laureaten van de selectieproeven voor inspecteur van politie worden opgenomen in een wervingsreserve in volgorde van de datum van hun inschrijving voor de selectieproeven.
Bij gelijke datum wordt voorrang verleend aan de oudste kandidaat. "
Art.15. In artikel IV.I.31 RPPol worden de woorden " drie jaar " vervangen door de woorden " twee jaar "
Art.16. In artikel IV.I.32 RPPol worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in § 1, worden de woorden " van de kandidaten-hoofdinspecteur van politie met bijzondere specialisatie of met specialisatie politie-assistent, " opgeheven;
b) paragraaf 2 wordt vervangen als volgt :
" § 2. Voor de toelating tot de basisopleiding worden de kandidaten-commissaris van politie als volgt gerangschikt :
1° de kandidaten in de groep " zeer geschikt " hebben, in voorkomend geval, voorrang op de kandidaten in de groep " geschikt ";
2° binnen iedere groep worden de kandidaten gerangschikt in volgorde van de resultaten van de proef inzake de cognitieve vaardigheden bedoeld in artikel IV.I.15, eerste lid, 1°;
3° bij gelijke resultaten wordt voorrang verleend aan de oudste kandidaat. ";
c) in § 3, tweede lid, worden de woorden " de in § 2, derde lid, bedoelde kandidaten " vervangen door de woorden " de in artikel IV.I.17, § 2, vierde lid, bedoelde kandidaten ".
Art.17. In artikel IV.I.33 RPPol worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden " overeenkomstig de artikelen IV.I.30 en IV.I.32 " vervangen door de woorden " overeenkomstig de artikelen IV.I.30, § 2 en IV.I.32 ";
2° in het tweede lid worden de woorden " of de directeur van de directie van de rekrutering en van de selectie, voor de duur die hij of zij bepaalt en bij bericht bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, omwille van de opleidingscapaciteit van de politiescholen " ingevoegd tussen de woorden " operationele dienstnoodwendigheden " en de woorden " afwijken van de in het eerste lid bepaalde regel ".
Art.18. In het RPPol wordt een artikel IV.I.33bis ingevoegd, luidende :
" Art. IV.I.33bis. De kandidaat die wordt toegelaten tot de basisopleiding en die om gezondheidsredenen, wegens zwangerschap of omwille van een lopende arbeidsovereenkomst verhinderd is om daaraan deel te nemen, kan de directeur van de directie van de rekrutering en van de selectie verzoeken om deel te nemen aan de basisopleiding die na het einde van de verhindering wordt georganiseerd.
Het verzoek tot uitstel om gezondheidsredenen of zwangerschap moet met een medisch getuigschrift worden gestaafd. "
Art.19. In artikel IV.I.37 RPPol, vervangen bij het koninklijk besluit van 20 december 2005 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 maart 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het enig lid worden de woorden " achtereenvolgens het beroep op een reserve van statutaire aanwervingen en, in voorkomend geval, op de contractuele aanwerving " vervangen door de woorden " het beroep op de statutaire aanwerving ";
2° het artikel wordt aangevuld met twee leden, luidende :
" Onverminderd de aanwervingen bedoeld in artikel 26 van de wet van 26 april 2002, kan een betrekking, voorafgaand aan de regeling inzake mobiliteit bedoeld in deel VI, titel II, hoofdstuk II, om dringende redenen worden ingevuld door een personeelslid in dienst genomen bij een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur van maximum twaalf maanden.
Een betrekking die bij wijze van de in het tweede lid bedoelde contractuele aanwerving wordt ingevuld, wordt in een onmiddellijk navolgende mobiliteitscyclus vacant verklaard overeenkomstig artikel VI.II.15, § 1. "
Art.20. In artikel IV.I.39 RPPol worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden " aan de burgemeester of het politiecollege, indien het een vacante betrekking bij een lokale politie betreft, of aan de commissaris-generaal, indien het een vacante betrekking bij de federale politie betreft " worden telkens vervangen door de woorden " aan de korpschef, indien het een vacante betrekking bij een korps van de lokale politie betreft, of aan de betrokken directeur, indien het een vacante betrekking bij de federale politie betreft ";
2° in het tweede lid worden de woorden " of indien een beroep wordt gedaan op de contractuele aanwerving zoals bedoeld in artikel IV.I.37, tweede lid, met uitzondering van de aanwervingen bedoeld in artikel 26 van de wet van 26 april 2002 " ingevoegd tussen de woorden " een vacante betrekking, bestaat " en de woorden " , wordt een selectie georganiseerd ".
Art.21. Artikel IV.I.48 RPPol wordt opgeheven.
Art.22. In artikel IV.I.50 RPPol, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het enig lid worden de woorden " in het Belgisch Staatsblad " vervangen door de woorden " op de website van de directie van de rekrutering en van de selectie ";
2° in het enig lid worden de woorden " alsmede de wijze van inschrijven en de uiterste inschrijvingsdatum " vervangen door de woorden " , de wijze van inschrijven en de uiterste inschrijvingsdatum alsmede het selectiereglement, opgesteld door de directeur van de directie van de rekrutering en van de selectie ".
Art.23. In artikel IV.I.52, tweede lid, RPPol wordt de bepaling onder 4° vervangen als volgt :
" 4° een selectiegesprek met de betrokken selectiecommissie, die de specifieke competenties van de kandidaten evalueert, waarna een eindevaluatie wordt uitgebracht. De specifieke competenties worden nader toegelicht in het functieprofiel. "
Art.24. In deel IV, titel I, hoofdstuk II, afdeling 3, RPPol wordt tussen artikel IV.I.53 en artikel IV.I.54 een opschrift ingevoegd, luidende :
" Onderafdeling 2bis - De vrijstellingen ".
Art.25. Artikel IV.I.54 RPPol wordt aangevuld met drie leden, luidende :
" De kandidaat voor een betrekking van het niveau D die houder is van een diploma dat ten minste evenwaardig is met die welke in aanmerking worden genomen voor de indienstneming in de betrekkingen van niveau C bij de federale Rijksbesturen, zoals opgenomen in de bijlage I van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, wordt vrijgesteld van de proef inzake de cognitieve vaardigheden bedoeld in artikel IV.I.52, tweede lid, 1°.
De kandidaat voor een betrekking van het niveau C die houder is van een diploma dat ten minste evenwaardig is met die welke in aanmerking worden genomen voor de indienstneming in de betrekkingen van niveau B bij de federale Rijksbesturen, zoals opgenomen in de bijlage I van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, wordt vrijgesteld van de proef inzake de cognitieve vaardigheden bedoeld in artikel IV.I.52, tweede lid, 1°.
De kandidaat die slaagt voor de proef inzake de cognitieve vaardigheden van een welbepaald niveau wordt vrijgesteld voor de proef inzake de cognitieve vaardigheden van een lager niveau. "
Art.26. In deel IV, titel I, hoofdstuk II, afdeling 3, RPPol wordt tussen artikel IV.I.54 en artikel IV.I.55 een opschrift ingevoegd, luidende :
" Onderafdeling 2ter. - De afwezigheden ".
Art.27. Artikel IV.I.55 RPPol wordt vervangen als volgt :
" Art. IV.I.55. De kandidaat die zonder aanvaardbare reden afwezig is op het ogenblik dat een selectieproef of het geheel van de selectieproeven plaatsvindt, kan door de directeur van de directie van de rekrutering en van de selectie worden uitgesloten van verdere deelname.
De in het eerste lid bedoelde aanvaardbare reden wordt nader toegelicht in het selectiereglement. "
Art.28.In artikel IV.I.56 RPPol wordt het enig lid aangevuld met de woorden " op grond van artikel IV.I.52, tweede lid, 1° tot 4° ".
Art.29.In artikel IV.I.57 RPPol worden de woorden " op grond van artikel IV.I.52, tweede lid, 1° tot 4° " ingevoegd tussen de woorden " is bevonden " en de woorden " en stelt de lijst ".
Art.30.In het RPPol wordt een artikel IV.I.57bis ingevoegd, luidende :
" Art. IV.I.57bis. De directeur van de directie van de rekrutering en van de selectie of, indien het een betrekking van het administratief en logistiek kader van een korps van de lokale politie waarvoor geen bijzondere eisen inzake integriteit worden opgelegd op grond van artikel 25, 2° van de wet van 26 april 2002 betreft, de korpschef van het korps voor hetwelk de kandidaat wordt aangeworven, beslist, overeenkomstig de richtlijnen van de minister, of de kandidaat al dan niet beantwoordt aan de vereiste bepaald bij artikel IV.I.41, 3°.
De directeur of de betrokken korpschef licht de kandidaat schriftelijk in van zijn gemotiveerde beslissing. Deze kennisgeving omvat eveneens, in voorkomend geval, de bewoordingen van artikel IV.I.19.
De kandidaat van wie wordt geoordeeld dat hij niet beantwoordt aan de vereiste bepaald bij artikel IV.I.41, 3°, kan daartegen een beroep aantekenen bij de minister, overeenkomstig de procedure zoals bedoeld in de artikelen IV.I.19 tot IV.I.23. "
Art.31. In artikel IV.I.58, tweede lid, RPPol worden de woorden " in het algemeen programma van de selectieproeven " vervangen door de woorden " in het selectiereglement ".
Art.32. In deel IV, titel I, hoofdstuk 2, RPPol wordt een afdeling 4 ingevoegd, luidende :
" Afdeling 4. - De benoeming van contractuele personeelsleden van het administratief en logistiek kader
Art. IV.I.60. Met uitzondering van de aanwervingen bedoeld in artikel 26 van de wet van 26 april 2002, wordt een personeelslid van het administratief en logistiek kader dat bij een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur van maximum twaalf maanden in dienst wordt genomen om dringende redenen zoals bedoeld in artikel IV.I.37, tweede lid, benoemd wanneer het overeenkomstig artikel VI.II.8 wordt aangewezen voor een statutaire betrekking.
De in het eerste lid bedoelde personeelsleden worden geselecteerd overeenkomstig één van de selectiemodaliteiten zoals bedoeld in de artikelen VI.II.21 en volgende. ".
Art.33. In artikel IV.II.19 RPPol worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden " hulpagenten van politie " worden vervangen door de woorden " agenten van politie ";
2° in de Franse tekst worden de woorden " la Région de Bruxelles Capitale " vervangen door de woorden " la Région de Bruxelles-Capitale ".
Art.34. In artikel IV.II.46 RPPol worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden " nakende toelating tot " vervangen door de woorden " aanvang van ";
2° het eerste lid wordt aangevuld met de woorden : " alsmede om een bijkomend onderzoek van de omgeving en de antecedenten ".
3° in het tweede lid worden de woorden " tot en met IV.I.17 " vervangen door de woorden " tot en met IV.I.23 ".
Art.35. In artikel IV.II.47 RPPol worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° tussen het tweede en het derde lid worden twee leden ingevoegd, luidende :
" De aspirant-inspecteur van politie aangeworven bij toepassing van artikel VI.II.15, § 3, maakt tijdens zijn basisopleiding deel uit van de politiedienst voor dewelke hij werd aangeworven.
De aspirant-hoofdinspecteur van politie met bijzondere specialisatie of met specialiteit politie-assistent maakt tijdens zijn basisopleiding deel uit van de politiedienst voor dewelke hij werd aangeworven. ";
2° het vroegere derde lid dat het vijfde lid wordt, wordt vervangen als volgt :
" De aspiranten die een basisopleiding volgen in het raam van de bevorderingsprocedure door overgang naar een hoger kader blijven tijdens die basisopleiding deel uitmaken van het operationeel kader van de politiedienst waartoe zij voor hun toelating tot de basisopleiding behoorden. ";
3° in het vroegere vierde lid dat het zesde lid wordt, worden de woorden " De aspiranten-inspecteur van politie alsmede de andere dan in het derde lid bedoelde aspiranten-hoofdinspecteurs van politie en aspiranten-commissaris van politie, " vervangen door de woorden " De andere aspiranten ".
Art.36. In artikel V.II.3 RPPol worden de woorden " , indien het personeelslid bij toepassing van artikel VI.II.15, § 3, werd aangeworven of indien het personeelslid een agent van politie of een hoofdinspecteur van politie met bijzondere specialisatie of met specialiteit politie-assistent betreft die voor een korps van de lokale politie werd aangeworven " ingevoegd tussen de woorden " de lokale politie " en de woorden " . In het andere geval ".
Art.37. Artikel V.III.4 RPPol wordt vervangen als volgt :
" Art. V.III.4. De benoeming gebeurt door de benoemende overheid in een gemeente of meergemeentenzone of door de benoemende overheid voor de personeelsleden van de federale politie indien het personeelslid overeenkomstig de regels inzake de inplaatsstelling bij mobiliteit bedoeld in deel VI, titel II, of overeenkomstig de regels inzake de externe aanwerving bedoeld in artikel IV.I.34 een betrekking heeft verkregen in respectievelijk een korps van de lokale politie of de federale politie. ".
Art.38. Artikel V.III.5 RPPol wordt vervangen als volgt :
" Art. V.III.5. De kandidaten worden aan de door de benoemende overheid georganiseerde selectieproeven onderworpen met inachtneming van de door de directie van de rekrutering en van de selectie uitgebrachte rangorde. "
Art.39. In artikel V.III.6 RPPol worden de woorden " de respectieve adviezen ingevolge het in artikel V.III.5 bedoelde interview " vervangen door de woorden " de resultaten van de in artikel V.III.5 bedoelde selectieproeven ".
Art.40. In artikel V.III.8, derde lid, RPPol wordt in de Franse tekst het woord " barré " vervangen door het woord " rayé ".
Art.41. In artikel V.III.13 RPPol worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :
" Art. V.III.13. De duur van de stage bedraagt :
1° zes maanden voor de stagiairs van de niveaus D en C;
2° twaalf maanden voor de stagiairs van de niveaus B en A. ";
2° in het tweede lid worden de woorden " artikel V.III.19, eerste lid, 2° " vervangen door de woorden " artikel V.III.19, eerste lid, 1° ".
Art.42. De artikelen V.III.16 tot V.III.18 RPPol worden opgeheven.
Art.43. In artikel V.III.19 RPPol worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) het eerste lid wordt vervangen als volgt :
" Art. V.III.19. In de loop van de stage kan de stageleider, op basis van een gemotiveerd, door de mentor opgesteld evaluatieverslag en na de stagiair daaromtrent te hebben gehoord, naar gelang van het geval, beslissen :
1° dat de stage, binnen de perken van artikel V.III.13, tweede lid, wordt verlengd;
2° om, aan de burgemeester of het politiecollege voor de stagiairs van de lokale politie of aan de benoemende overheid voor de stagiairs van de federale politie een gemotiveerd voorstel voor te leggen dat er toe strekt, naar gelang van het geval, de stagiair te ontslaan wegens beroepsongeschiktheid of, indien het een personeelslid betreft dat bevorderd werd door verhoging van niveau, te herplaatsen in zijn oorspronkelijk niveau wegens beroepsongeschiktheid. "
b) het tweede lid wordt opgeheven;
c) het vroegere derde lid dat het tweede lid wordt, wordt vervangen als volgt :
" De stagiair die wordt gehoord, kan zich naar eigen keuze laten bijstaan door een advocaat, een lid van een erkende vakorganisatie of een personeelslid. "
Art.44. Artikel V.III.20 RPPol wordt vervangen als volgt :
" Art. V.III.20. Na ontvangst van het in artikel V.III.19, eerste lid, 2°, bedoelde voorstel, beslist de burgemeester of het politiecollege voor de stagiairs van de lokale politie of de benoemende overheid voor de stagiairs van de federale politie over het voorstel tot ontslag of tot herplaatsing wegens beroepsongeschiktheid. "
Art.45. Artikel V.III.23 RPPol wordt vervangen als volgt :
" Art. V.III.23. De stage neemt van rechtswege een einde, hetzij door het verstrijken van de in artikel V.III.13 bedoelde termijn, eventueel verlengd overeenkomstig artikel V.III.19, eerste lid, 1°, hetzij op de dag waarop beslist wordt de stagiair wegens beroepsongeschiktheid te ontslaan of te herplaatsen wegens beroepsongeschiktheid. "
Art.46. In artikel V.III.24 RPPol wordt het eerste lid vervangen als volgt :
" Art. V.III.24. Het stagedossier bevat ten minste :
1° een inventaris van de stukken;
2° in voorkomend geval, het evaluatieverslag bedoeld in artikel V.III.19, eerste lid;
3° in voorkomend geval, de opmerkingen van de stagiair bij het in 2° bedoelde verslag;
4° in voorkomend geval, de beslissing van de stageleider bedoeld in artikel V.III.19 en, in voorkomend geval, de beslissing bedoeld in artikel V.III.20 alsmede alle stavingsstukken. ".
Art.47. In artikel VI.II.10, eerste lid, 1°, RPPol, vervangen bij het koninklijk besluit van 2 maart 2007, worden de woorden " artikel VI.II.26 " vervangen door de woorden " artikel VI.II.26, eerste lid ".
Art.48. Artikel VI.II.21, eerste lid, RPPol, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 maart 2007, wordt aangevuld met de bepaling onder 7°, luidende :
" 7° het uitvoeren van een veiligheidsverificatie bedoeld in artikel 22quinquies van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen, indien het een in de directie van de speciale eenheden te begeven betrekking betreft. ".
Art.49. In artikel VI.II.25, tweede lid, RPPol, vervangen bij het koninklijk besluit van 20 december 2005, worden de woorden " artikel VI.II.26 " vervangen door de woorden " artikel VI.II.26, eerste lid ".
Art.50. Artikel VI.II.26 RPPol, vervangen bij het koninklijk besluit van 20 december 2005, wordt aangevuld met een lid, luidende :
" Het overeenkomstig deze bepaling gedane uitstel, heeft evenwel geen invloed op de eventuele bevordering die verbonden is met de betrekking waarvoor men is aangewezen. ".
Art.51. In artikel VII.I.9, eerste lid, RPPol, vervangen bij het koninklijk besluit van 20 december 2007, worden de woorden " twee jaar na de datum van de in artikel V.III.19, eerste lid, 1°, bepaalde beslissing " vervangen door de woorden " twee jaar na het verstrijken van de in artikel V.III.13 bedoelde termijn, eventueel verlengd overeenkomstig artikel V.III.19, eerste lid, 1° ".
Art.52. In artikel VII.II.11, eerste lid, RPPol, worden de woorden " niveau 2 " vervangen door de woorden " niveau C ".
Art.53. In artikel VII.II.12, eerste lid, RPPol, worden de woorden " niveau 1 " vervangen door de woorden " niveau A ".
Art.54. In artikel VII.II.14, tweede lid, RPPol worden de woorden " alsmede de wijze van inschrijving en de uiterste inschrijvingsdatum " vervangen door de woorden " , de wijze van inschrijven en de uiterste inschrijvingsdatum alsmede het selectiereglement, opgesteld door de directeur van de directie van de rekrutering en van de selectie ".
Art.55. Artikel VII.II.15 RPPol wordt opgeheven
Art.56. In de artikelen VII.II.17, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 april 2004, VII.II.18 en VII.II.19 RPPol worden telkens de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het enig lid worden de woorden " IV.I.17, " opgeheven;
2° in het enig lid worden de woorden " IV.I.27, 1° en 3° tot en met 5° " telkens vervangen door de woorden " IV.I.27, 1° en 3° tot 6° ";
3° de artikelen worden telkens aangevuld met een lid, luidende :
" Voor wat betreft de in artikel IV.I.15, eerste lid, 2° bedoelde persoonlijkheidsproef, wordt respectievelijk het advies van de korpschef, voor wat betreft de leden van de lokale politie of het advies van de betrokken directeur, voor wat betreft de leden van de federale politie, in aanmerking genomen. De kandidaten die een negatief advies verkregen en die een negatief resultaat behaalden op die proef, worden niet toegelaten tot de volgende proef. ".
Art.57. Artikel VII.II.20 RPPol wordt vervangen als volgt :
" Art. VII.II.20. De in artikel IV.I.17 bedoelde deliberatiecommissie verdeelt de kandidaten op basis van het vergelijkend examen in drie groepen : " zeer geschikt ", " geschikt " en " ongeschikt ".
Indien het in artikel VII.II.7 bedoelde aantal kandidaten in de groep " zeer geschikt " bereikt is, sluit de deliberatiecommissie het vergelijkend examen af.
De deliberatiecommissie stelt de lijst van de personeelsleden die geslaagd en batig gerangschikt zijn in alfabetische volgorde vast. De deliberatiecommissie zendt deze lijst vervolgens aan de directeur van de directie van de rekrutering en van de selectie, die de betrokken kandidaten hiervan inlicht. "
Art.58. In artikel VII.IV.13, eerste lid, RPPol, worden de woorden " niveau 2 " vervangen door de woorden " niveau C ".
Art.59. In artikel VII.IV.14, eerste lid, RPPol, worden de woorden " niveau 2+ " vervangen door de woorden " niveau B ".
Art.60. In artikel VII.IV.15, eerste lid, RPPol, worden de woorden " niveau 1 " vervangen door de woorden " niveau A ".
Art.61. In artikel VII.IV.19 RPPol worden de woorden " alsmede de wijze van inschrijven en de uiterste inschrijvingsdatum " vervangen door de woorden " , de wijze van inschrijven en de uiterste inschrijvingsdatum alsmede het selectiereglement, opgesteld door de directeur van de directie van de rekrutering en van de selectie ".
Art.62. Artikel VII.IV.20 RPPol wordt opgeheven.
Art.63.Artikel IX.III.4 RPPol, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 december 2007, wordt aangevuld met de bepaling onder 7°, luidende :
" 7° op het ogenblik van de heropneming van onberispelijk gedrag zijn. "
Art.64.In deel IX, titel III, hoofdstuk II, RPPol wordt een afdeling 2bis ingevoegd, luidende :
" Afdeling 2bis. - Een onderzoek van de omgeving en de antecedenten
Art. IX.III.9bis. De kandidaat voor heropneming maakt het voorwerp uit van een onderzoek met het oog op het nagaan of de vereiste bepaald bij artikel IX.III.4, 7°, vervuld is.
De kandidaat voor heropneming van wie wordt geoordeeld dat hij niet van onberispelijk gedrag is, kan daartegen een beroep aantekenen bij de minister, overeenkomstig de procedure bedoeld in de artikelen IV.I.19 tot IV.I.23. ".
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 20 november 2001 betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten en houdende diverse overgangsbepalingen
Art.65. In artikel 5, tweede lid, van het koninklijk besluit van 20 november 2001 betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten en houdende diverse overgangsbepalingen, vervangen bij het koninklijk besluit van 20 december 2007, worden de woorden " schriftelijke maturiteitsproef " vervangen door de woorden " schriftelijke of geïnformatiseerde maturiteitsproef ".
Art.66. In artikel 7 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 20 december 2007, worden de woorden " de algemene directie " telkens vervangen door de woorden " de directie van de rekrutering en van de selectie ".
Art.67. Artikel 8 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 20 december 2007, wordt aangevuld met een lid, luidende :
" De directeur van de directie van de rekrutering en van de selectie beslist over het al dan niet slagen. "
Art.68. In artikel 9 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 20 december 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden " de algemene directie " vervangen door de woorden " de directie van de rekrutering en van de selectie. ";
2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art.69. In artikel 47 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 20 december 2007, wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt :
" 2° de beoordeling van het professioneel functioneren, de opleidingsmodules en de opleidingsstages. De directeur van de directie van de opleiding bepaalt, bij de aanvang van elk jaar, het aantal lesuren per opleidingsmodule; ".
HOOFDSTUK 3. - Overgangs- en slotbepalingen
Art.70. Voor de toepassing van de vrijstellingen, bedoeld in de artikelen IV.I.29, tweede en zesde lid, en IV.I.54, vierde lid, RPPol, wordt geen rekening gehouden met de selectieproeven afgelegd vóór 1 april 2009.
Tot de door Ons bepaalde datum zijn de artikelen 14 en 16 niet van toepassing op de aanwerving van de hoofdinspecteurs van politie met bijzondere specialisatie of met specialiteit politie-assistent en blijven die aanwervingen onderworpen aan de artikelen IV.I.30 en IV.I.32 RPPol, zoals zij van kracht waren voor de inwerkingtreding van dit besluit.
Artikel IV.I.60 RPPol is niet van toepassing op de contractuele personeelsleden van het administratief en logistiek kader die zijn aangeworven in het raam van een externe aanwervingsprocedure geïnitieerd vóór de dag waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
(NOTA : bepaalde datum voorzien in artikel 70, L2 vastgesteld op 10-01-2014 door KB 2016-07-10/06, art. 7)
Art.71. De artikelen 13, 2° en 3°, 18 en 25 hebben uitwerking met ingang van 1 april 2009.
De artikelen 19 en 20 treden in werking de dag waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt.
De artikelen 28, 29, 30, 63 en 64 treden in werking op de door Ons bepaalde datum.
Art. 72.De Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
(NOTA : Inwerkingtreding van artikelen 28, 29, 30, 63 en 64 vastgesteld op 10-01-2014 door DWG 2016-07-10/06, art. 8)