17 DECEMBER 2008. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten. (Dit besluit vervangt datgene verschenen in het Belgisch Staatsblad van 14 januari 2009, eerste uitgave, blz. 1086).
Art. 1-11
BIJLAGEN.
Art. N1-N18
Artikel 1. In artikel 10 van het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten wordt het tweede lid opgeheven.
Art.2. In artikel 20 van hetzelfde besluit vervallen de woorden " 8 ", " 13 " en " 18 ".
Art.3. In artikel 29 van hetzelfde besluit worden de woorden " in artikel 15 " vervangen door de woorden " in de artikelen 15 en 29undecies ".
Art.4. In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk VIbis ingevoegd, die de artikelen 29bis tot 29ter omvat, luidende :
" HOOFDSTUK VIbis. - DE EDUCATIEVE SCHOOLMAATREGELEN
Art. 29bis. Onverminderd de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de tucht en demaatregelen van inwendige orde die van toepassing zijn op de personeelsleden van de politiediensten, wordt er een specifiek stelsel van educatieve schoolmaatregelen ingesteld dat van toepassing is op de aspiranten in de basisopleiding.
De educatieve schoolmaatregel kan geen aanleiding geven tot de toekenning van een cijfer dat het studieresultaat beïnvloedt.
Art. 29ter. § 1. De educatieve schoolmaatregelen die de schooldirecteur of de persoon die hij aanwijst, kan toepassen ten aanzien van een aspirant zijn de volgende :
een bijkomende schriftelijke opleidingsactiviteit;
een bijkomende praktische opleidingsactiviteit;
een bijzondere taak in verband met de vastgestelde tekortkoming;
één of meerdere uren verplichte inhaalcursussen, tijdens de gewone cursusdagen, tussen 7 uur en 20 uur, met een maximum van 5 uur per week;
één of meerdere verplichte aanvullende testen, tijdens de gewone cursusdagen, tussen 7 uur en 20 uur, met een maximum van 5 uur per week;
6° uitsluiting van de lopende opleidingsactiviteit;
7° de betekening van een in het schooldossier op te nemen opmerkingsnota;
8° de tijdelijke uitsluiting van de betrokken aspirant van één of meerdere opleidingscursussen of - activiteiten, voor een maximum van 5 opeenvolgende werkdagen, om gedurende die periode in de politieschool of in een dienst van de federale politie of de lokale politie een schriftelijke en/of praktische opleidingsactiviteit en/of een bijzondere taak in verband met de vastgestelde tekortkoming te verrichten;
9° de tijdelijke uitsluiting van de betrokken aspirant van het geheel van de opleidingsactiviteiten of van de politieschool, voor een maximum van 5 opeenvolgende werkdagen, om gedurende die periode in de politieschool of in een dienst van de federale politie of de lokale politie een schriftelijke en/of praktische opleidingsactiviteit en/of een bijzondere taak in verband met de vastgestelde tekortkoming te verrichten.
§ 2. Na afloop van de uitsluiting bedoeld in § 1, 6°, 8° en 9°, is de aspirant verantwoordelijk voor het inhalen van de cursussen. "
Art.5. In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk VIter ingevoegd, dat de artikelen 29quater tot 29duodecies omvat, luidende :
" HOOFDSTUK VIter. - DE PROCEDURES
Afdeling 1. - Algemeenheden.
Art. 29quater. Alle documenten met betrekking tot de procedure bedoeld in dit hoofdstuk worden geklasseerd in het schooldossier van de betrokken aspirant en kunnen in aanmerking worden genomen voor de evaluatie van de morele kwaliteiten van de aspirant.
In geen enkel geval, kan er melding van worden gemaakt in het persoonlijk dossier van de betrokkene.
Art. 29quinquies. Elke klacht met betrekking tot het gedrag van een aspirant maakt het voorwerp uit van een educatief opvolgingsrapport, waarvan het model is vastgelegd in bijlage 25. Dat verslag vat de feiten beknopt samen en wordt neergelegd bij de schooldirecteur of bij de persoon die hij aanwijst.
Dat verslag bevat, in voorkomend geval, een vermelding van de eventueel reeds genomen maatregelen alsook elk voorstel van te nemen maatregelen.
Art. 29sexies. De schooldirecteur of de persoon die hij aanwijst, neemt zo spoedig mogelijk een beslissing. Hij brengt die beslissing ter kennis van de aspirant.
Art. 29septies. De beslissing van de schooldirecteur of de persoon die hij aanwijst, kan één van de volgende zijn :
1° de klassering zonder gevolg;
2° het nemen van één of meerdere educatieve schoolmaatregelen, bedoeld in artikel 29ter, § 1, 1° tot 9°;
3° het voorstel tot definitieve afwijzing;
4° het voorstel aan de gewone tuchtoverheid om een tuchtprocedure op te starten.
Afdeling 2. - Over de opmerkingsnota.
Art. 29octies. De opmerkingsnota bedoeld in artikel 29ter, § 1, 7°, wordt, door de schooldirecteur of de persoon die hij aanwijst, schriftelijk aan de aspirant gericht, om hem uit te nodigen zijn gedrag, zijn werk- of studiemethode aan te passen, voorzover deze op negatieve wijze zijn studieresultaten of evaluatie van zijn persoonlijke kwaliteiten kunnen beïnvloeden.
De opmerkingsnota gaat vergezeld van een aantal precieze aanbevelingen tot verbetering van het gedrag en de studie; zij voorziet een voldoende termijn alvorens het nemen van andere maatregelen opdat de student de tijd zou hebben om zich te verbeteren.
De opmerkingsnota wordt betekend aan de aspirant alvorens die, met de eventuele opmerkingen van de aspirant, te klasseren in zijn schooldossier waarvan de stukken worden geïnventariseerd.
Afdeling 3. - Over de tijdelijke uitsluiting.
Art. 29nonies. Wanneer de schooldirecteur of de persoon die hij aanwijst overweegt één van de maatregelen bedoeld in artikel 29ter, § 1, 8° en 9°, te nemen, moet hij de aspirant voorafgaandelijk horen.
Afdeling 4. - Over het voorstel tot definitieve afwijzing.
Art. 29decies. Het voorstel tot definitieve afwijzing van een aspirant wordt door de schooldirecteur ter kennis gebracht van de betrokken aspirant.
Dit voorstel wordt vergezeld van het schooldossier van de aspirant. Dit dossier bevat minstens een verslag van ten minste een functionerings -en evaluatiegesprek, zoals bedoeld in de artikelen 12 tot en met 15.
Art. 29undecies. Binnen de 7 werkdagen die de kennisgeving bedoeld in artikel 29decies volgen, kan de aspirant een memorie van antwoord richten aan de directeur-generaal.
Art. 29duodecies. De directeur-generaal beslist, in principe, op stukken.
Hij kan zich, door de betrokkenen, alle bijkomende informatie laten bezorgen en/of de betrokkenen bij zich roepen.
De aspirant kan vragen om voorafgaandelijk door de directeur-generaal of zijn vertegenwoordiger gehoord te worden. "
Art.6. In artikel 30 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden " hulpagent " worden vervangen door de woorden " agent van politie ";
2° de punten 8, 13 en 18 worden opgeheven;
3° een punt 25 wordt ingevoegd, luidende :
" 25. Model van educatief opvolgingsrapport. "
Art.7. De bijlagen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 9, 10, 11, 12, 14, 20, 21, 22, 23 en 24 van hetzelfde besluit worden vervangen door de bijlagen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16 en 17 van dit besluit.
Art.8. De bijlagen 8, 13 en 18 van hetzelfde besluit worden opgeheven.
Art.9. Een bijlage 25, waarvan het model wordt bepaald in de bijlage 18 van dit besluit, wordt ingevoegd in hetzelfde besluit.
Art.10. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3, 7, 8 en 9 die uitwerking hebben met ingang van 1 februari 2007 voor alle basisopleidingen die aanvangen na die datum.
Art.11. Voor wat de basisopleiding van het officierskader betreft, heeft het koninklijk besluit van 20 december 2007 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 20 november 2001 betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten en houdende diverse overgangsbepalingen, uitwerking met ingang van 1 februari 2007 voor alle basisopleidingen die aanvangen na die datum, met uitzondering van de modaliteiten betreffende de opleidingsmodules en de opleidingsstages bedoeld in artikel 47, 2°, van het koninklijk besluit van 20 november 2001.
Brussel, 17 december 2008.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie,
J. VANDEURZEN
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. Competentieprofiel voor de agent van politie op het einde van de basisopleiding (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 29-01-2009, p. 6485-6487).
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 17 december 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie,
J. VANDEURZEN
Art. N2. Bijlage 2. Basisopleiding agent van politie : programma (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 29-01-2009, p. 6491-6521).
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 17 december 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie,
J. VANDEURZEN
Art. N3. Bijlage 3. Basisopleiding politieagent - cijfers "dagelijks werk" (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 29-01-2009, p. 6553).
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 17 december 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie,
J. VANDEURZEN
Art. N4. Bijlage 4. Basisopleiding politiagent - Eindresultaat (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 29-01-2009, p. 6555).
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 17 december 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie,
J. VANDEURZEN
Art. N5. Bijlage 5. Competentieprofiel voor de inspecteur van politie op het einde van de basisopleiding (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 29-01-2009, p. 6557-6559).
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 17 december 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie,
J. VANDEURZEN
Art. N6. Bijlage 6. Basisopleiding inspecteur van politie - Tweede deel : programma (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 29-01-2009, p. 6563).
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 17 december 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie,
J. VANDEURZEN
Art. N7. Bijlage 7. Basisopleiding indpecteur - cijfers "dagelijks werk" (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 29-01-2009, p. 6635).
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 17 december 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie,
J. VANDEURZEN
Art. N8. Bijlage 8. Basisopleiding inspecteur - Eindresultaat (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 29-01-2009, p. 6637).
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 17 december 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie,
J. VANDEURZEN
Art. N9. Bijlage 9. Competentieprofiel voor de hoofdinspecteur van politie op het einde van de basisopleiding (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 29-01-2009, p. 6639).
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 17 december 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie,
J. VANDEURZEN
Art. N10. Bijlage 10. Basisopleiding van het middenkader : programma (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 29-01-2009, p. 6646).
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 17 december 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie,
J. VANDEURZEN
Art. N11. Bijlage 11. Basisopleiding hoofdinspecteur - cijfers "dagelijks werk" (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 29-01-2009, p. 6714).
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 17 december 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie,
J. VANDEURZEN
Art. N12. Bijlage 12. Basisopleiding hoofdinspecteur - Eindresultaat (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 29-01-2009, p. 6716).
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 17 december 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie,
J. VANDEURZEN
Art. N13. Bijlage 13. Voorbereidende opleiding voor het middenkader en het officierenkader (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 29-01-2009, p. 6718).
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 17 december 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie,
J. VANDEURZEN
Art. N14. Bijlage 14. Voorbereindende opleiding middenkader - officierskader - cijfers "dagelijks werk" (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 29-01-2009, p. 6822).
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 17 december 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie,
J. VANDEURZEN
Art. N15. Bijlage 15. Voorbereidende opleiding middenkader - Eindresultaat (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 29-01-2009, p. 6824).
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 17 december 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie,
J. VANDEURZEN
Art. N16. Bijlage 16. Functioneringsfiche Bijlage 23 bij het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 29-01-2009, p. 6826).
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 17 december 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie,
J. VANDEURZEN
Art. N17. Bijlage 17. Professioneel functioneren (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 29-01-2009, p. 6830).
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 17 december 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie,
J. VANDEURZEN
Art. N18. Bijlage 18. Model van educatief opvolgingsrapport (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 29-01-2009, p. 6834).
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 17 december 2008 tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemeen studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie,
J. VANDEURZEN.