Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

24 OKTOBER 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 tot vaststelling van de bekwaamheidsbewijzen en de salarisschalen van de personeelsleden van de centra voor leerlingenbegeleiding



Inhoudstafel:


Art. 1-6
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2004035829 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1bis van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 tot vaststelling van de bekwaamheidsbewijzen en de salarisschalen van de personeelsleden van de centra voor leerlingenbegeleiding, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2007, wordt een punt 1°bis ingevoegd, dat luidt als volgt :
  " 1°bis basisdiploma : een diploma, vermeld in artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 1989 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs; ".

Art.2. In hetzelfde besluit wordt een artikel 5bis ingevoegd, dat luidt als volgt :
  " Art. 5bis. Een personeelslid dat in het schooljaar 2007-2008 als ervaringsdeskundige aangesteld was en niet beschikte over een vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs, wordt met ingang van 1 september 2008 bij overgangsmaatregel geacht over een bekwaamheidsbewijs van de categorie " andere bekwaamheidsbewijzen " te beschikken, met salarisschaal 084, voor het ambt van ervaringsdeskundige.
  Het personeelslid behoudt de overgangsmaatregel vermeld in dit artikel, zolang hij ononderbroken in dienst blijft in een door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierd of gesubsidieerd centrum voor leerlingenbegeleiding. Voor de toepassing van deze bepaling worden de volgende perioden niet als een onderbreking beschouwd :
  1° de vakantieperioden;
  2° de loopbaanonderbreking;
  3° de militaire dienst;
  4° de perioden van wederoproeping;
  5° de ziekte- en bevallingsverloven;
  6° de borstvoedingsverloven;
  7° de perioden van verwijdering uit een risico in het kader van bedreiging door een beroepsziekte of moederschapsbescherming;
  8° de verloven van korte duur met behoud van salaris(toelage) ter gelegenheid van sommige gebeurtenissen van familiale of sociale aard;
  9° de verloven zonder behoud van salaris(toelage) voor een maximumduur van zes werkdagen per schooljaar;
  10° een onderbreking van een doorlopende periode van maximum twee kalenderjaren. "

Art.3. Aan artikel 6bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2007, wordt een punt 9 en een punt 10 toegevoegd, die luiden als volgt :
  " 9 : met ingang van 1 september 2008;
  10 : met ingang van 1 september 2006 tot en met 31 augustus 2008. "

Art.4. In hetzelfde besluit wordt bijlage I, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2007, vervangen door de bijlage die bij dit besluit gevoegd is.

Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2008.

Art.6. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 24 oktober 2008.
  De minister-president van de Vlaamse Regering,
  K. PEETERS
  De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming,
  F. VANDENBROUCKE

BIJLAGE.
Art. N. AMBTEN, BEKWAAMHEIDSBEWIJZEN EN SALARISSCHALEN IN DE CENTRA VOOR LEERLINGENBEGELEIDING.
  1. AFKORTINGEN.

SSC :salarisschalen
Code 1met ingang van 1 september 2000
Code 2met ingang van 1 september 2002
Code 3met ingang van 1 september 2006
Code 4met ingang van 1 september 2007
Code 5met ingang van 1 september 2000 tot en met
 31 augustus 2007
Code 6met ingang van 1 september 2002 tot en met
 31 augustus 2007
Code 7met ingang van 1 september 2006 tot en met
 31 augustus 2007
Code 8met ingang van 1 september 2002, met de beperking
 evenwel dat hieruit voor de periode van
 1 september 2002 tot en met 31 augustus 2007 geen
 gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden
 en de inrichtende machten met betrekking tot
 bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens
 ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
 wedertewerkstelling
Code 9met ingang van 1 september 2008
Code 10met ingang van 1 september 2006 tot en met
 31 augustus 2008
VEde vereiste bekwaamheidsbewijzen
VOde voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen
ANde andere bekwaamheidsbewijzen
HOKTVLhoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan
HOKTSPhoger onderwijs van het korte type voor sociale promotie
Bachelor (PBA)professioneel gerichte bachelor

  2. OVERZICHT.
  2.1. DIRECTEUR.

 SSCCodeBEKWAAMHEIDSBEWIJZEN
   Basisdiploma :
VE5115- ten minste HOLT;
VE5114- ten minste master, als vermeld in artikel 7 van het
   besluit van 14 juni 1989;
   Aangevuld met :
   - en de specifieke vorming inzake leidinggeven als
   vermeld in artikel 4 van het besluit van de Vlaamse
   regering van 12 december 2003; met uitzondering van
   de volgende gevallen :
   1) Overgangsregeling inzake specifieke vorming inzake
   leidinggeven :
   De volgende personeelsleden die na 31 augustus 2000
   belast worden met het mandaat van directeur in een
   centrum, worden geacht de erkende specifieke
   vorming inzake leidinggeven te hebben beeindigd
   1° de op 31 augustus 2000 vastbenoemde
   directeurs in een PMS-centrum of in een
   vormingscentrum;
   2° de coordinerende artsen van een
   gesubsidieerde MST-equipe, die op
   31 augustus 2000 minstens 5 dienstjaren
   coordinerend arts waren.
   2) Tijdelijke afwijking :
   Personeelsleden, die tijdelijk belast worden met de
   vervanging van het personeelslid dat het mandaat
   van directeur uitoefent, moeten niet aantonen dat
   zij de erkende vorming inzake leidinggeven hebben
   voltooid op voorwaarde dat de duur van de
   vervanging in het ambt van directeur minder
   bedraagt dan twee jaren.
   - en een bijkomende vorming inzake leidinggeven en
   leerlingenbegeleiding van ten minste drie dagen of
   20 uur per schooljaar.

  2.2. ARTS.

 SSCCodeBEKWAAMHEIDSBEWIJZEN
   Basisdiploma :
VE5111- diploma van arts of van doctor in de genees-, heel- en
   verloskunde
  9- diploma van master in de geneeskunde;
   Aangevuld met een bijkomend diploma :
  1- de academische graad van gediplomeerde in de
   gespecialiseerde studies van jeugdgezondheidszorg.
  9- de graad van master in de jeugdgezondheidszorg (master
   na masteropleiding)
   Gelijkstellingen inzake bijkomende diploma's :
   1) Worden gelijkgesteld met de graad van gediplomeerde
   in de gespecialiseerde studie van
   jeugdgezondheidszorg :
   1° het diploma van geneesheer-hygienist,
   richting schoolhygiene
   2° het certificaat van geneesheer-hygienist in
   de jeugdgezondheidszorg
   2) Tijdelijke afwijkingen inzake bijkomend diploma :
   Een personeelslid, in het bezit van een diploma
   van arts of van doctor in de genees-, heel- en
   verloskunde, kan het ambt van arts gedurende
   een periode van maximum 60 maanden tijdelijk
   uitoefenen zonder in het bezit te zijn van de
   graad van gediplomeerde in de gespecialiseerde
   studies van jeugdgezondheidszorg, op
   voorwaarde dat betrokkene zich inschrijft voor
   de voortgezette opleiding uiterlijk het
   academiejaar volgend op zijn eerste
   aanstelling als arts. De periode van maximum
   60 maanden start op 1 september van het
   schooljaar van de eerste aanstelling.
   3) Overgangsbepalingen inzake het vereist
   bekwaamheidsbewijs :
   De bekwaamheidsbewijzen van de volgende
   personeelsleden worden eveneens
   gelijkgesteld met de graad van gediplomeerde
   in de gespecialiseerde studies van
   jeugdgezondheidszorg :
   a) de personeelsleden die ten persoonlijke
   titel houder zijn van een
   specialisatietitel die voor
   1 september 1985 door de minister die
   de volksgezondheid onder zijn
   bevoegdheid had, overeenkomstig het
   koninklijk besluit van 3 september 1975
   houdende wijziging van het
   koninklijk besluit van 4 augustus 1969
   met betrekking tot het verlenen
   van subsidies aan de erkende equipes
   voor medisch schooltoezicht als
   gelijkwaardig erkend is met het
   post-universitair diploma van
   schoolhygienist;
   b) de personeelsleden die op
   31 augustus 2000 werkzaam zijn als arts
   in een PMS- of MST-centrum, ongeacht
   de aard van hun overeenkomst, en die
   op 1 september 2000 worden
   tewerkgesteld in een gefinancierd of
   gesubsidieerd ambt in een centrum voor
   leerlingenbegeleiding, op voorwaarde
   dat zij sedert 1 september 1985
   ten minste gedurende vijf dienstjaren
   prestaties hebben verricht als arts
   in een PMS- of MST-centrum.
 2761Overgangsbepalingen inzake bijkomend diploma
   artsen die op 31 augustus 2000 werkzaam waren
   in een PMS-centrum of in een gesubsidieerde
   equipe voor medisch schooltoezicht en die
   niet in het bezit zijn van de graad van
   gediplomeerde in de gespecialiseerde studies
   van jeugdgezondheidszorg of een hiermee
   gelijkgesteld bekwaamheidsbewijs
   Basisdiploma
VO5112- diploma van arts of van doctor in de genees-, heel- en
   verloskunde;
  9- diploma van master in de geneeskunde.
   Aangevuld met een bijkomend diploma :
  2- de academische graad van gediplomeerde in de
   gespecialiseerde studies geneesheer-hygienist;
  9- het certificaat van geneesheer-hygienist;
  9- de graad van master in de arbeidsgeneeskunde (master
   na masteropleiding);
  9- de bijzondere beroepstitel van geneesheer-specialist
   in de arbeidsgeneeskunde;
  9- de bijzondere beroepstitel van geneesheer-specialist
   in de kindergeneeskunde;
  9- de bijzondere beroepstitel van geneesheer-specialist
   in de pediatrie;
   Basisdiploma
AN5012- diploma van arts of van doctor in de genees-, heel- en
   verloskunde;
  9- diploma van master in de geneeskunde.

  2.3. CONSULENT.

 SSCCodeBEKWAAMHEIDSBEWIJZEN
   Basisdiploma :
VE5015- ten minste HOLT;
VE5014- ten minste master, als vermeld in artikel 7 van het
   besluit van 14 juni 1989.
   Basisdiploma
VO3332- ten minste HOKTVL;
VO3333- het diploma van professioneel gerichte bachelor, als
   vermeld in artikel 6, punt 34bis van, het besluit van
   14 juni 1989;
VO3333- het diploma van bachelor in het onderwijs :
   kleuteronderwijs;
VO3333- het diploma van bachelor in het onderwijs :
   lager onderwijs;
VO3333- het diploma van bachelor in het onderwijs :
   secundair onderwijs
   Basisdiploma :
AN3005- ten minste HOKT;
AN3004- ten minste PBA, als vermeld in artikel 7 van het
   besluit van 14 juni 1989.

  2.4. PSYCHOPEDAGOGISCH CONSULENT.

 SSCCodeBEKWAAMHEIDSBEWIJZEN
   Basisdiploma :
VE5011- licentiaat in de beroepsorientering en selectie;
VE5011- licentiaat in de klinische psychologie;
VE5011- licentiaat in de opvoedingswetenschappen;
VE5011- licentiaat in de opvoedkundige wetenschappen;
VE5011- licentiaat in de pedagogische wetenschappen;
VE5011- licentiaat in de psychologie;
VE5011- licentiaat in de psychologische wetenschappen;
VE5011- licentiaat in de psychologische en pedagogische
   wetenschappen;
VE5011- licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen;
VE5011- licentiaat in de sociale en culturele agogiek;
VE5011- licentiaat in de toegepaste psychologie;
VE5011- licentiaat in de bedrijfs- en experimentele
   psychologie;
VE5019- master in de psychologie;
VE5019- master in de pedagogische wetenschappen;
VE5019- master in de agogische wetenschappen;
VE5019- master in de onderwijskunde.
   Basisdiploma :
VO3332- HOKTVL assistent in de psychologie;
VO3333- bachelor (PBA) toegepaste psychologie.
   Basisdiploma :
AN3006- ten minste HOLT;
AN3004- ten minste master, als vermeld in artikel 7 van het
   besluit van 14 juni 1989.

  2.5. MAATSCHAPPELIJK WERKER.

 SSCCodeBEKWAAMHEIDSBEWIJZEN
   Basisdiploma
VE3331- HOKTVL maatschappelijk assistent;
VE3331- HOKTVL maatschappelijk adviseur;
VE3331- HOKTVL sociaal adviseur;
VE3331- HOKTVL sociaal werk;
VE3333- bachelor (PBA) maatschappelijke veiligheid;
VE3333- bachelor (PBA) sociaal werk.
   Basisdiploma :
VO3332- HOKTSP maatschappelijk werk;
VO3339- HOKTSP sociaal-cultureel werk;
VO3339- gegradueerde maatschappelijk werk van het hoger
   beroepsonderwijs;
VO3339- gegradueerde sociaal-cultureel werk van het hoger
   beroepsonderwijs;
VO3332- licentiaat sociologie;
VO3332- licentiaat criminologie;
VO3332- licentiaat in de criminologische wetenschappen;
VO3334- master in het sociaal werk;
VO3339- master in de criminologische wetenschappen;
VO3339- master of Criminology;
VO3339- master in de sociologie;
VO3339- master in de sociale en culturele antropologie;
VO3339- master of Social and Cultural Anthropology.
   Basisdiploma :
AN3006- ten minste HOKT;
AN3004- ten minste PBA, als vermeld in artikel 7 van het
   besluit van 14 juni 1989.

  2.6. PSYCHOPEDAGOGISCH WERKER.

 SSCCodeBEKWAAMHEIDSBEWIJZEN
   Basisdiploma :
VE3331- HOKTVL assistent in de psychologie;
VE3331- HOKTVL orthopedagogie;
VE3331- het diploma van onderwijzer(es);
VE3331- het diploma van kleuteronderwijzer(es);
VE3331- het diploma van geaggregeerde voor het lager secundair
   onderwijs of het diploma van regent(es);
VE3331- het diploma van geaggregeerde voor het middelbaar en
   technisch onderwijs van de lagere graad;
VE3331- het diploma van een basisopleiding in een cyclus van
   het studiegebied onderwijs;
VE3331- het diploma van geaggregeerde voor het secundair
   onderwijs-groep 1;
VE3333- bachelor (PBA) orthopedagogie;
VE3333- bachelor (PBA) toegepaste psychologie;
VE3333- bachelor in het onderwijs : kleuteronderwijs;
VE3333- bachelor in het onderwijs : lager onderwijs;
VE3333- bachelor in het onderwijs : secundair onderwijs.
   Basisdiploma :
VO3332- HOKTSP orthopedagogie;
VO3332- HOKTSP gezinswetenschappen;
VO3332- HOKTSP sociale readaptatiewetenschappen;
VO3332- HOKTSP assistent in de psychologie;
VO3339- HOKTSP assistent inzake beroepskeuze;
VO3339- Gegradueerde orthopedagogie van het hoger
   beroepsonderwijs;
VO3339- Gegradueerde gezinswetenschappen van het hoger
   beroepsonderwijs;
VO3339- Gegradueerde sociale readaptatiewetenschappen van het
   hoger beroepsonderwijs;
VO3339- Gegradueerde assistent in de psychologie van het hoger
   beroepsonderwijs;
VO3332- een van de vereiste bekwaamheidsbewijzen voor
   psychopedagogisch consulent;
VO3338- ten minste HOKTVL, als vermeld in artikel 7 van het
   besluit van 14 juni 1989, en de daarmee in dat besluit
   gelijkgestelde diploma's, + BPB;
VO3333- het diploma van master, als bepaald in artikel 6,
   punt 2bis van het besluit van 14 juni 1989 + BPB;
VO3333- het diploma van professioneel gerichte bachelor, als
   bepaald in artikel 6, punt 34bis van het besluit van
   14 juni 1989 + BPB.
   Basisdiploma :
AN3006- ten minste HOKT;
AN3004- ten minste PBA, als vermeld in artikel 7 van het
   besluit van 14 juni 1989.

  2.7. PARAMEDISCH WERKER.

 SSCCodeBEKWAAMHEIDSBEWIJZEN
   Basisdiploma :
VE3331- een diploma van een basisopleiding van het hoger
   onderwijs van een cyclus van het
   studiegebied gezondheidszorg;
VE3331- een diploma van het paramedisch hoger onderwijs van
   het korte type met volledig leerplan of een
   paramedische opleiding of afdeling van een hogere
   technische school van de eerste graad;
VE3333- bachelor (PBA) biomedische laboratoriumtechnologie;
VE3333- bachelor (PBA) ergotherapie;
VE3333- bachelor (PBA) logopedie en audiologie;
VE3333- bachelor (PBA) medische beeldvorming;
VE3333- bachelor (PBA) optiek en optometrie;
VE3333- bachelor (PBA) orthopedie;
VE3333- bachelor (PBA) podologie;
VE3333- bachelor (PBA) verpleegkunde;
VE3333- bachelor (PBA) voedings- en dieetkunde;
VE3333- bachelor (PBA) vroedkunde.
   Overgangsbepaling inzake basisdiploma :
VE2771- paramedisch werker in dienst na 1 april 1965 bij een
   gesubsidieerde equipe voor medisch schooltoezicht en
   op 1 september 2000 overgedragen naar een centrum voor
   leerlingenbegeleiding, niet in het bezit van een
   diploma van een opleiding van het hoger onderwijs van
   een cyclus van het studiegebied gezondheidszorg of een
   hiermee gelijkgesteld bekwaamheidsbewijs.
   Basisdiploma :
VO3332- licentiaat in de medisch-sociale wetenschappen;
VO3332- licentiaat in de logopedie en audiologie;
VO3332- licentiaat in de voedings- en dieetleer;
VO3332- licentiaat in de familiale en seksuologische
   wetenschappen;
VO3332- licentiaat in de motorische revalidatie en
   kinesitherapie;
VO3332- licentiaat in de revalidatiewetenschappen en de
   kinesitherapie;
VO3332- licentiaat in de kinesitherapie;
VO3332- licentiaat in de arbeidsorganisatie en gezondheid;
VO3334- master in de logopedische en audiologische
   wetenschappen;
VO3334- master in de seksuologie;
VO3334- master in de revalidatiewetenchappen en kinesitherapie;
VO3334- master in de kinesitherapie;
VO3339- master of Human Sexuality Studies;
VO3339- master in het management en het beleid van de
   gezondheidszorg;
VO3339- master in de gezondheidsvoorlichting en -bevordering;
VO3339- master in de verpleegkunde en de vroedkunde.
   Basisdiploma :
AN3002- een diploma van het paramedisch hoger onderwijs van
   het korte type voor sociale promotie;
AN3008- gebrevetteerde verpleegster (aanvullend secundair
   beroepsonderwijs) of brevet van psychiatrische
   verpleegster of brevet van ziekenhuisverpleegster of
   diploma in de psychiatrische verpleegkunde (secundair
   onderwijs) of diploma in de ziekenhuisverpleegkunde
   (secundair onderwijs), met zes jaar nuttige ervaring.
   Die nuttige ervaring wordt bij de aanwerving
   beoordeeld door de directeur van het centrum. Een
   kopie van de attesten wordt bij de indiensttreding
   bezorgd aan het werkstation;
AN3004- diploma in de verpleegkunde, uitgereikt na de vierde
   graad van het beroepssecundair onderwijs, met zes jaar
   nuttige ervaring. Die nuttige ervaring wordt bij de
   aanwerving beoordeeld door de directeur van het
   centrum. Een kopie van de attesten wordt bij de
   indiensttreding bezorgd aan het werkstation.

  2.8. ADMINISTRATIEF WERKER.

 SSCCodeBEKWAAMHEIDSBEWIJZEN
   Basisdiploma :
VE3335- het diploma van technisch ingenieur;
VE3335- het universitair diploma van burgerlijk conducteur;
VE3335- het diploma van een hogere technische school van de
   tweede graad;
VE3335- het diploma van het hoger kunstonderwijs van de tweede
   graad met volledig leerplan;
VE3335- het diploma van het hoger kunstonderwijs met volledig
   leerplan, uitgereikt na een cyclus van ten minste
   vier studiejaren;
VE3335- het diploma van het hoger kunstonderwijs met volledig
   leerplan voor 1 september 1969 uitgereikt na een
   cyclus van ten minste drie studiejaren door een
   instelling voor de beeldende kunsten;
VE3335- het laureaatsdiploma, uitgereikt door het
   Lemmensinstituut te Leuven;
VE3335- het diploma van de tweede cyclus, uitgereikt door een
   Koninklijk Muziekconservatorium;
VE3335- het diploma van binnenhuisontwerper, uitgereikt na een
   cyclus van ten minste drie studiejaren door het
   Provinciaal Hoger Instituut voor Architectuur en
   Toegepaste Kunsten in Hasselt, het Provinciaal Hoger
   Architectuurinstituut in Hasselt-Diepenbeek en het
   Stedelijk Hoger Architectuurinstituut '' De Bijloke ''
   te Gent;
VE3335- het diploma van binnenhuisontwerper, behaald voor het
   academiejaar 1964-1965 en uitgereikt na een cyclus
   van ten minste drie studiejaren door het Nationaal
   Hoger Instituut voor Bouwkunst en Stedebouw in
   Antwerpen;
VE3335- het diploma van aspirant-officier ter lange omvaart;
VE3335- het diploma van officier-werktuigkundige eerste klasse;
VE3335- het diploma van het hoger kunstonderwijs van de
   eerste graad met volledig leerplan;
VE3335- het diploma van het hoger kunstonderwijs met volledig
   leerplan, uitgereikt na een cyclus van ten minste
   twee studiejaren;
VE3335- het diploma van de eerste cyclus, uitgereikt door een
   Koninklijk Muziekconservatorium;
VE3335- het diploma van het hoger onderwijs van het korte type
   met volledig leerplan;
VE3335- het diploma van een hogere technische school van de
   eerste graad;
VE3335- het diploma van onderwijzer(es);
VE3335- het diploma van kleuteronderwijzer(es);
VE3335- het diploma van geaggregeerde voor het lager secundair
   onderwijs of het diploma van regent(es);
VE3335- het diploma van geaggregeerde voor het middelbaar en
   technisch onderwijs van de lagere graad;
VE3335- het diploma van een basisopleiding in een cyclus;
VE3335- het diploma van gegradueerde in de
   godsdienstwetenschappen;
VE3335- het diploma van geaggregeerde voor het secundair
   onderwijs-groep 1;
VE3335- het diploma van geaggregeerde voor het secundair
   onderwijs-groep 1 samen met het diploma van de
   voortgezette lerarenopleiding voor de bijkomende
   uitdieping van een opleidingseenheid;
VE3335- het diploma van virtuositeit en het hoger diploma,
   uitgereikt door een instelling voor hoger
   muziekonderwijs;
VE3335- het diploma van een hogere technische leergang van de
   tweede graad;
VE3335- het diploma van het hoger onderwijs van het korte type
   voor sociale promotie of van een hogere technische
   leergang van de eerste graad;
VE3331- het diploma van eerste prijs, uitgereikt door een
   instelling voor hoger muziekonderwijs;
VE3331- het diploma van kandidaat, uitgereikt krachtens de wet
   op het toekennen van de academische graden;
VE3331- de andere diploma's van kandidaat, uitgereikt door een
   Belgische universiteit of een daarmee gelijkgestelde
   instelling, door een door de wet of door het decreet
   daartoe gemachtigde instelling of door een door de
   Staat of de Gemeenschap opgerichte examencommissie;
VE3331- het getuigschrift uitgereikt door de Hogere
   Rijksleergangen voor dans en danspedagogiek;
VE3334- een bekwaamheidsbewijs van het niveau PBA.
   Basisdiploma :
VO3336- ten minste HOLT;
VO3334- ten minste master, als vermeld in artikel 7 van het
   besluit van 14 juni 1989.
AN2022Basisdiploma : ten minste HSO, als vermeld in artikel 7
   van het besluit van 14 juni 1989 en de daarmee in dat
   besluit gelijkgestelde diploma's.

  2.9. MEDEWERKER.

 SSCCodeBEKWAAMHEIDSBEWIJZEN
   Basisdiploma :
VE2025- het brevet van een aanvullende secundaire beroepsschool
   of leergang;
VE2021- het studiegetuigschrift van het eerste leerjaar van de
   vierde graad van het secundair onderwijs;
VE2025- het diploma in de psychiatrische verpleegkunde;
VE2025- het diploma in de ziekenhuisverpleegkunde;
VE2025- het finaliteitdiploma van het kunstonderwijs, ingericht
   volgens beperkt leerplan;
VE2025- het gehomologeerd getuigschrift van hoger secundair
   onderwijs;
VE2025- het gehomologeerd getuigschrift van het middelbaar
   onderwijs van de hogere graad;
VE2025- het gehomologeerd diploma van secundair onderwijs;
VE2025- het diploma van secundair onderwijs;
VE2025- een studiebewijs van het niveau hoger technisch
   secundair onderwijs;
VE2025- een studiebewijs van het niveau van de derde graad van
   het technisch secundair onderwijs;
VE2025- een studiebewijs van het niveau van hoger
   kunstsecundair onderwijs;
VE2025- een studiebewijs van het niveau van de derde graad van
   het kunstsecundair onderwijs;
VE2025- een studiebewijs van het niveau van hoger
   beroepssecundair onderwijs;
VE2025- een studiebewijs van het niveau van de derde graad van
   het beroepssecundair onderwijs;
VE2024- een bekwaamheidsbewijs van het niveau secundair
   onderwijs.
   Gelijkstellingen inzake basisdiploma :
VE2021De bekwaamheidsbewijzen van de personeelsleden die op
   31 augustus 2000 werkzaam zijn als vastbenoemde klerk
   in een PMS-centrum, en die op 1 september 2000 worden
   geconcordeerd naar het ambt van medewerker, worden
   eveneens gelijkgesteld met een bekwaamheidsbewijs
   vereist voor het ambt van medewerker.
   Overgangsbepaling inzake basisdiploma :
VE2781Voor personeelsleden die op 31 augustus 2000 werkzaam
 of waren in een gesubsidieerde equipe voor medisch
 279 schooltoezicht als administratief bediende en die
   overeenkomstig artikel 182 van het decreet CLB
   geconcordeerd werden naar het ambt van medewerker,
   behouden bij wijze van overgang met toepassing van
   artikel 191 van hetzelfde decreet de salarisschaal
   die zij hadden op 31 augustus 2000.
   Basisdiploma :
VO2026- ten minste HOKT;
VO2024- ten minste PBA, als vermeld in artikel 7 van het
   besluit van 14 juni 1989.
   Basisdiploma :
AN2002- ten minste LSTO, als vermeld in artikel 7 van het
   besluit van 14 juni 1989, en de daarmee in dat
   besluit gelijkgestelde diploma's, met zes jaar
   nuttige ervaring. Die nuttige ervaring wordt bij
   de aanwerving beoordeeld door de directeur van het
   centrum. Een kopie van de attesten wordt bij de
   indiensttreding bezorgd aan het werkstation.

  2.10. INTERCULTUREEL BEMIDDELAAR.

 SSCCodeBEKWAAMHEIDSBEWIJZEN
   Basisdiploma :
VE2027- het brevet van een aanvullende secundaire
   beroepsschool of leergang;
VE2023- het studiegetuigschrift van het eerste leerjaar van de
   vierde graad van het secundair onderwijs;
VE2027- het diploma in de psychiatrische verpleegkunde;
VE2027- het diploma in de ziekenhuisverpleegkunde;
VE2027- het finaliteitdiploma van het kunstonderwijs, ingericht
   volgens beperkt leerplan;
VE2027- het gehomologeerd getuigschrift van hoger secundair
   onderwijs;
VE2027- het gehomologeerd getuigschrift van het middelbaar
   onderwijs van de hogere graad;
VE2027- het gehomologeerd diploma van secundair onderwijs;
VE2027- het diploma van secundair onderwijs;
VE2027- een studiebewijs van het niveau hoger technisch
   secundair onderwijs;
VE2027- een studiebewijs van het niveau van de derde graad van
   het technisch secundair onderwijs;
VE2027- een studiebewijs van het niveau van hoger
   kunstsecundair onderwijs;
VE2027- een studiebewijs van het niveau van de derde graad
   van het kunstsecundair onderwijs;
VE2027- een studiebewijs van het niveau van hoger
   beroepssecundair onderwijs;
VE2027- een studiebewijs van het niveau van de derde graad
   van het beroepssecundair onderwijs;
VE2024- een bekwaamheidsbewijs van het niveau secundair
   onderwijs.
   Overgangsbepaling inzake basisdiploma :
   - Personeelsleden die op 31 augustus 2000 als
   interculturele medewerker in een PMS-centrum en/of
   als intercultureel bemiddelaar werkzaam waren in een
   gesubsidieerde equipe voor medisch schooltoezicht en
   die overeenkomstig artikel 182 van het decreet
   van 1 december 1998 betreffende de centra voor
   leerlingenbegeleiding, geconcordeerd werden naar het
   ambt van medewerker behouden in uitvoering van
   artikel 191 van hetzelfde decreet, de salarisschaal
   die zij hadden op 31 augustus 2000.
   Basisdiploma :
VO2027- ten minste HOKT;
VO2024- ten minste PBA, als vermeld in artikel 7 van het
   besluit van 14 juni 1989.
   Basisdiploma :
AN2003- ten minste LSTO, als vermeld in artikel 7 van het
   besluit van 14 juni 1989, en de daarmee in dat
   besluit gelijkgestelde diploma's, met 6 jaar nuttige
   ervaring. Deze nuttige ervaring wordt bij de
   aanwerving beoordeeld door de directeur van het
   centrum. Een kopie van de attesten wordt bij de
   indiensttreding bezorgd aan het werkstation.

  2.11. ERVARINGSDESKUNDIGE.

 SSCCodeBEKWAAMHEIDSBEWIJZEN
   Basisdiploma :
VE2007- het certificaat van de opleiding tot
   ervaringsdeskundige in armoede en sociale
   uitsluiting van het studiegebied personenzorg van
   het onderwijs voor sociale promotie (technisch
   secundair onderwijs van de derde graad met beperkt
   leerplan);
VE2004- het getuigschrift of het certificaat van de opleiding
   tot ervaringsdeskundige in armoede en sociale
   uitsluiting.
   Basisdiploma :
VO2004- het getuigschrift of het certificaat van de opleiding
   jeugd- en gehandicaptenzorg.
   Basisdiploma :
AN08410- een studiebewijs dat niet behoort tot de
   studiebewijzen, vermeld in artikel 6, punt 1 tot
   en met 46, van het besluit van 14 juni 1989.

  Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 tot vaststelling van de bekwaamheidsbewijzen en de salarisschalen van de personeelsleden van de centra voor leerlingenbegeleiding.
  Brussel, 24 oktober 2008.
  De minister-president van de Vlaamse Regering,
  K. PEETERS
  De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming,
  F. VANDENBROUCKE.