Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

11 APRIL 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen.(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-08-2008 en tekstbijwerking tot 25-04-2018)



Inhoudstafel:


Art. 1-5
BIJLAGE
Art. N1-N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2018030812 



Artikels:

Artikel 1.Bij de opmaak van gewestelijke, provinciale of gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen worden volgende categorieën van gebiedsaanduidingen als uitgangspunt gehanteerd :
  1° wonen;
  2° bedrijvigheid;
  3° recreatie;
  4° landbouw;
  5° bos;
  6° reservaat en natuur;
  7° overig groen;
  8° lijninfrastructuur;
  9° gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen;
  10° ontginning en waterwinning.
  In elk stedenbouwkundig voorschrift van een ruimtelijk uitvoeringsplan wordt aangegeven onder welke categorie van de voormelde gebiedsaanduidingen het valt.
  De minister bevoegd voor ruimtelijke ordening kan richtlijnen uitvaardigen voor het toewijzen van gebiedsaanduidingen aan categorieën van [1 een ruimteboekhouding]1.
  ----------
  (1)<BVR 2018-03-30/27, art. 76, 004; Inwerkingtreding : 05-05-2018>

Art.2. Bij de redactie van een stedenbouwkundig voorschrift voor een gewestelijk, provinciaal of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor een bepaald gebied wordt zoveel als mogelijk de volgende opbouw gehanteerd :
  1° opgave van hoofd-, neven en/of ondergeschikte bestemming(en) van het gebied, waarbij bepaald wordt welke activiteiten of maatschappelijke functies in een gebied zijn toegelaten; daar kan aan toegevoegd worden dat bepaalde activiteiten niet zijn toegelaten;
  2° desgevallend, bepalingen over de inrichting van een gebied waaronder voorschriften over de beeldwaarde, de ontsluiting, het verzekeren van duurzaam ruimtegebruik, het garanderen van goed nabuurschap met naastliggende gebieden;
  3° desgevallend, bepalingen over het beheer in het gebied;
  4° desgevallend, overgangsbepalingen voor aanwezige activiteiten of functies die niet meer in overeenstemming zijn met de bestemming(en) van het gebied;
  5° desgevallend, bepalingen over de vestiging van een voorkooprecht.

Art.3. Bij dit besluit is een niet-normatieve bijlage gevoegd die typebepalingen bevat die kunnen worden gebruikt bij de redactie van stedenbouwkundige voorschriften van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Art.4. Dit besluit is van toepassing op de gewestelijke, provinciale of gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen waarvoor de uitnodiging voor de eerste plenaire vergadering wordt verstuurd na de inwerkingtreding van dit besluit.

Art.5. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Ruimtelijke Ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE
Art. N1.Typevoorschriften voor gewestelijke RUP's.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 01-08-2008, p. 40494).
  Gewijzigd bij :
  <DVR 2009-03-27/62, art. 7.2.34, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  <BVR 2017-02-24/16, art. 127, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2017>

Art. N2. (Om technische redenen heeft Justel hier een tabel geplaatst die voorkomt in de preambule.)


Categorieen van gebiedsaanduidingen voor RUPsDe categorieen van de ruimteboekhouding - RSV (1997) :
--
WonenWonen
BedrijvigheidIndustrie
RecreatieRecreatie
LandbouwLandbouw
BosBosbouw
Reservaat en natuurReservaat en natuur
Overig groenOverig groen
Lijninfrastructuur
  Gemeenschapsvoorzieningen - nutsvoorzieningen/2
  Ontginning en waterwinning

  Overige bestemmingen