Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

18 JULI 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 107 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen.



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1967122203 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 107 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 maart 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° § 2. A, laatste lid, wordt vervangen als volgt :
  " De in deze paragraaf, A, bedoelde bedragen van 13.556,68 euro en 10.845,34 euro, worden respectievelijk gebracht :
  1° voor het jaar 2006, op 15.590,18 euro en 12.472,14 euro;
  2° voor het jaar 2007, op 17.149,20 euro en 13.719,35 euro;
  3° vanaf het jaar 2008, op 21.436,50 euro en 17 149,19 euro. "
  2° In § 2. C., worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in 1°, wordt het bedrag " 16.000 euro " vervangen door het bedrag " 17.280 euro ";
  2° in 2°, wordt het bedrag " 12.800 euro " vervangen door het bedrag " 13.824 euro ";
  3° in 3°, wordt het bedrag " 16.000 euro " vervangen door het bedrag " 17.280 euro ".
  3° In § 3. A., worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° In het eerste en tweede lid, wordt het bedrag " 12.800 euro " vervangen door het bedrag " 13.824 euro ".
  2° Het laatste lid wordt vervangen als volgt :
  " Het in deze paragraaf, A, bedoelde bedrag van 10.845,34 euro wordt gebracht :
  1° voor het jaar 2006, op 12.472,14 euro;
  2° voor het jaar 2007, op 13.719,35 euro;
  3° vanaf het jaar 2008, op 17.149,19 euro. "
  4° § 3. B., wordt vervangen als volgt :
  " B. Het in § 2, B., 1° en 3° beoogde bedrag wordt met 3.710,80 euro verhoogd wanneer de gerechtigde, die een in de § 2, A., 1° of 3° beoogde bezigheid uitoefent, de hoofdzakelijke last heeft van ten minste één kind in de voorwaarden die, overeenkomstig artikel 8, vereist zijn voor de langstlevende echtgenoten die uit dien hoofde de toekenning van een overlevingspensioen aanvragen alvorens de leeftijd van 45 jaar te hebben bereikt.
  Wanneer die gerechtigde een in § 2, A., 2° of een in deze paragraaf, A., beoogde bezigheid uitoefent, wordt het in § 2, B., 2° en het in deze paragraaf, A., beoogde bedrag verhoogd met 2.968,63 euro.
  Voor de gerechtigde bedoeld in § 2, A., worden de bedragen " 3.710,80 euro " en " 2.968,63 euro " verhoogd tot respectievelijk " 4.638,50 euro " en " 3.710,79 euro ".
  Voor de gerechtigde bedoeld in § 2, C., worden de bedragen " 3.710,80 euro " en " 2.968,63 euro " verhoogd tot respectievelijk " 4.320 euro " en " 3.456 euro ".
  Voor de toepassing van het eerste tot het vierde lid moet op 1 januari van het beschouwde jaar aan de vermelde voorwaarde worden voldaan.

Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008.

Art. 3. Onze Minister bevoegd voor de Pensioenen en Onze Minister bevoegd voor de Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belas met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 18 juli 2008.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Pensioenen,
  Mevr. M. ARENA
  De Minister van Zelfstandigen,
  Mevr. S. LARUELLE.