Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

25 FEBRUARI 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het statuut der wetenschappelijke instellingen van de Staat(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-03-2008 en tekstbijwerking tot 22-06-2012)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Organieke bepalingen.
Art. 1-17
HOOFDSTUK II. - Bijzondere, overgangs- en slotbepalingen.
Art. 18-21, 21bis, 22



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1965042006 



Uitvoeringsbesluit(en):

2012021090  2015021058 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Organieke bepalingen.
Artikel 1. Het opschrift van het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het statuut der wetenschappelijke instellingen van de Staat wordt vervangen als volgt :
  " Koninklijk besluit tot vaststelling van het organiek statuut van de federale wetenschappelijke instellingen. "

Art.2. Artikel 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  " Artikel 1. De federale wetenschappelijke instellingen vervullen in hun geheel of gedeeltelijk opdrachten inzake wetenschappelijk onderzoek, wetenschappelijke expertise, experimentele ontwikkeling, bewaring en valorisatie van hun patrimonium of dienstverlening aan derden en dat meer in het bijzonder ten bate van de Belgische onderzoeksgemeenschap in haar geheel.
  Zij vervullen ook dienstverlenende taken die aan die opdrachten zijn verbonden. "

Art.3. In artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 augustus 1981 en 26 mei 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het tweede lid wordt vervangen als volgt :
  " Hun opdrachten en hun categorie worden door Ons vastgelegd onder dezelfde voorwaarden, onverminderd de bepalingen van de administratieve en begrotingscontrole. ";
  2° het vierde lid wordt vervangen als volgt :
  " In de zin van dit besluit, moet worden verstaan onder :
  - " bevoegd minister ", de Minister(s) of Staatssecretaris(sen), onder wiens (wier) gezag de instelling is geplaatst;
  - " betrokken voorzitter ", de voorzitter van het directiecomité van de federale overheidsdienst of de voorzitter van de programmatorische federale overheidsdienst of de algemeen directeur die het beheer van het burgerpersoneel van het Ministerie van Defensie in zijn bevoegdheden heeft, waaronder de betrokkene instelling ressorteert;
  - " federale overheidsdienst ", de federale overheidsdienst of de programmatorische federale overheidsdienst of het Ministerie van Defensie waaraan de instelling verbonden is;
  - " instelling ", een van de federale wetenschappelijke instellingen als bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 30 oktober 1996 tot aanwijzing van de federale wetenschappelijke instellingen ";
  3° een vijfde lid wordt ingevoegd, luidende :
  " Voor de instellingen die onder het gezag staan van de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort alsmede voor die welke onder het gezag staan van de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, wordt ieder document als bedoeld in dit besluit dat aan de betrokken Minister moet worden voorgelegd aan deze laatste meegedeeld via de Voorzitter. "

Art.4. In artikel 3, eerste lid van hetzelfde besluit, worden de woorden " drie niveaus " vervangen door de woorden " twee categorieën ".

Art.5. Artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 mei 1999, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 4. § 1. Iedere instelling omvat ten minste de volgende organen :
  - een wetenschappelijke raad;
  - een directieraad;
  - een jury.
  § 2. De jury wordt samengesteld conform de door Ons vastgelegde voorwaarden, teneinde te zorgen voor de selectie, de bevordering en de evaluatie van de leden van het wetenschappelijk personeel. "

Art.6. In hetzelfde besluit wordt een artikel 4bis ingevoegd, luidende :
  " Art. 4bis. § 1. De instellingen van eerste categorie omvatten een algemene directie, een ondersteunende dienst en operationele directies die in voorkomend geval ingedeeld zijn in wetenschappelijke, administratieve of technische diensten.
  Het organigram van de instelling wordt vastgelegd door de bevoegde Minister op voorstel van de algemeen directeur dat wordt voorgelegd na een met redenen omkleed advies van de wetenschappelijke raad.
  § 2. De instellingen van tweede categorie omvatten een algemene directie, een ondersteunende dienst en wetenschappelijke diensten.
  Naargelang hun behoeften kunnen zij ook technische en administratieve diensten omvatten.
  Het organogram van de instelling wordt vastgelegd door de bevoegde Minister op voorstel van de algemeen directeur dat wordt voorgelegd na een met redenen omkleed advies van de wetenschappelijke raad. "

Art.7. In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 mei 1995, 26 mei 1999 en 5 juni 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt :
  " Art. 5. § 1. Iedere instelling kan omvatten :
  1° personeel belast met een managementfunctie;
  2° personeel belast met een staffunctie;
  3° personeel belast met een leidinggevende functie;
  4° wetenschappelijk personeel;
  5° administratief en technisch personeel. ";
  2° in paragraaf 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  - in het eerste lid worden de vermeldingen " 1° en 2° " vervangen door de vermeldingen " 3° en 4° ";
  - het derde lid wordt opgeheven;
  3° in paragraaf 3 wordt vermelding " 3° " vervangen door de vermeldingen " 1°, 2° en 5° ".

Art.8. In hetzelfde besluit wordt een artikel 5bis ingevoegd, luidende :
  " Art. 5bis. In iedere instelling is er een managementfunctie -1 voor de functie van algemeen directeur van de instelling.
  Die functie wordt toegekend, gewogen en bezoldigd volgens de door Ons vastgestelde bepalingen. "

Art.9. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  " Art. 6. § 1. De algemeen directeur verzorgt de wetenschappelijke en administratieve leiding van de instelling.
  § 2. In het licht van de toepassing van § 1, verricht de algemeen directeur in het bijzonder de volgende taken :
  1° de ontwikkeling van een strategische visie, de uitvoering van zijn managementplan en de operationele plannen voor wat betreft de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie van de aan zijn instelling toegekende opdrachten;
  2° de organisatie van de instelling en de coördinatie van haar activiteiten;
  3° de naleving van de professionele en wetenschappelijke deontologie van alle personeelsleden;
  4° de uitvoering van de beslissingen van, naargelang het geval, de Regering, de bevoegde Minister of de betrokken Voorzitter.
  § 3. De algemeen directeur wijst het lid van de directieraad aan dat hem vervangt ingeval hij afwezig of verhinderd is. "

Art.10. In hetzelfde besluit wordt een artikel 6bis ingevoegd, luidende :
  " Art. 6bis. § 1. De volgende functies worden gecreëerd :
  - de leidinggevende functie van operationeel directeur;
  - de staffunctie van directeur van de ondersteunende dienst.
  § 2. Deze functies worden toegekend en bezoldigd volgens de door Ons vastgestelde bepalingen.
  § 3. In iedere instelling van eerste categorie is er ten minste een operationeel directeur. "

Art.11. In hetzelfde besluit wordt een artikel 6ter ingevoegd, luidende :
  " Art. 6ter. § 1. De operationeel directeur is binnen de instelling belast,
  - hetzij met een themagebonden leiding of een groep van activiteiten met betrekking tot het geheel of een gedeelte van de opdrachten van de instelling;
  - hetzij, in voorkomend geval, met de leiding van een of meerdere geografische vestiging(en) die zich bevindt op een andere plaats dan de centrale zetel van de instelling.
  § 2. De directeur van de ondersteunende dienst steunt binnen de instelling de algemeen directeur bij het beheer van :
  1° de human resources;
  2° de begroting en de boekhouding;
  3° de informatie- en communicatietechnologieën;
  4° de logistiek en de veiligheid;
  5° de juridische aangelegenheden.
  De directeur van de ondersteunende dienst oefent zijn bevoegdheden onder het hiërarchische gezag van de algemeen directeur. "

Art.12. Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  " Art. 7. § 1. De leden van de wetenschappelijke raad van iedere instelling, hierna te noemen " de Raad ", worden door Ons aangewezen op voorstel van de bevoegde Minister voor een mandaat van zes jaar dat vernieuwbaar is.
  De Minister formuleert zijn voorstel op basis van een dubbeltal opgesteld door de algemeen directeur. Die lijst omvat een aantal kandidaten dat gelijk is aan het dubbel van het aantal toe te kennen mandaten in beide categorieën van leden als bedoeld in § 2.
  De Raad omvat minstens vier leden, evenveel Nederlandstaligen als Franstaligen.
  § 2. Voor de ene helft is de Raad samengesteld uit de algemeen directeur en houders van een functie van operationeel directeur en, voor de andere helft, uit wetenschappelijke prominenten van buiten de instelling gekozen om hun kundigheid in de activiteiten voor wetenschappelijk onderzoek of in die welke verband houden met het wetenschappelijke, historische, artistieke of documentaire patrimonium of, in voorkomend geval, met de activiteiten op het gebied van de kennisverspreiding.
  In afwijking van het eerste lid, in de wetenschappelijke instellingen van tweede categorie, worden de interne leden van de Raad gekozen onder de leden van het wetenschappelijk personeel die met de leiding van een dienst van de instelling zijn belast.
  § 3. In geval van definitieve verhindering of overlijden van een lid van de Raad, wordt in zijn vervanging voorzien volgens de procedure als bedoeld in vorige paragraaf. Het in dat geval aangewezen lid van de Raad voltooit het mandaat van het lid dat hij vervangt.
  § 4. De algemeen directeur is van rechtswege vice-voorzitter van de Raad. In afwijking van § 1, is hij lid van de Raad voor de duur van zijn mandaat van algemeen directeur.
  De voorzitter wordt gekozen door de Raad onder de wetenschappelijke prominenten van buiten de instelling. De voorzitter en de vice-voorzitter behoren tot een verschillende taalrol.
  § 5. De Raad geeft richting aan de wetenschappelijke activiteit van de instelling.
  Hij legt zijn adviezen voor aan de bevoegde Minister over de uitvoering van de opdrachten van de instelling, met inbegrip van de dienstverlenende taken die verband houden met de wetenschappelijke onderzoeksactiviteiten.
  Ten minste één vergadering per jaar moet worden besteed aan de goedkeuring van het jaarverslag van de instelling.
  Het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten is van toepassing op de externe leden van de Raad, die daartoe gelijkgesteld worden met Rijksambtenaren behorende tot klasse A4.
  § 6. De Raad legt zijn huishoudelijk reglement vast. Het wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
  § 7. Elke Raad kan zich omringen met een of meer comités gespecialiseerd in een van de opdrachten van de instelling. In geval van oprichting, geeft het comité voorafgaand advies aan de Raad in de wetenschappelijke aangelegenheden waarvoor hij bevoegd is. Het comité kan geen enkele bevoegdheid krijgen inzake benoeming, aanstelling of beheer van het personeel van de instelling. De voorzitter van het comité wordt uitgenodigd op de vergaderingen van de Raad wanneer een agendapunt betrekking heeft op de bevoegdheden van zijn comité : in dat geval neemt hij deel aan de beraadslagingen van de Raad met raadgevende stem.
  De leden van het comité worden gekozen voor een mandaat van maximum zes jaar door de bevoegde Minister uit een dubbeltal opgesteld door de algemeen directeur die permanent lid is. Het mandaat van het comité loopt in elk geval ten einde na afloop van het mandaat van de leden van de Raad.
  In geval van definitieve verhindering of overlijden van een lid van een comité, wordt voorzien in zijn vervanging volgens bovenvermelde procedure. Het in dat geval aangewezen lid van het comité voltooit het mandaat van het lid dat hij vervangt. "

Art.13. Artikel 7bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 26 mei 1999, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 7bis. § 1. In de wetenschappelijke instellingen van eerste categorie omvat de directieraad de algemeen directeur, de operationeel directeurs en de ondersteunende directeurs.
  In de wetenschappelijke instellingen van tweede categorie omvat de directieraad de algemeen directeur en de leden van het wetenschappelijk personeel die met de leiding van een dienst zijn belast.
  § 2. De directieraad omvat ten minste drie leden. Hij wordt voorgezeten door de algemeen directeur of bij ontstentenis door het lid van de directieraad aangewezen door de bevoegde Minister op voorstel van de betrokken Voorzitter.
  § 3. De directieraad staat de algemeen directeur bij in het dagelijkse beheer van de instelling. Binnen de instelling oefent hij de opdrachten uit die zijn toegewezen aan het directiecomité van een federale overheidsdienst krachtens artikel 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst en, in voorkomend geval, zonder een inbreuk te vormen op die welke werden toegewezen aan het directiecomité van de federale overheidsdienst waaronder hij ressorteert en in het bijzonder voor de opstelling van het ontwerp van begroting en het ontwerp van personeelsplan.
  Hij oefent de andere bevoegdheden uit die hem worden toegekend bij specifieke besluiten genomen ter uitvoering van dit organieke statuut.
  § 4. Iedere directieraad legt zijn huishoudelijk reglement vast.
  Hij wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. "

Art.14. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.15. Artikel 8bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 juni 1975, wordt opgeheven.

Art.16. Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.17. In artikel 10, tweede lid van hetzelfde besluit, wordt het woord " instellingshoofd " vervangen door de woorden " algemeen directeur ".

HOOFDSTUK II. - Bijzondere, overgangs- en slotbepalingen.
Art.18. § 1. In ieder besluit of reglement waar er melding van wordt gemaakt, worden de woorden " wetenschappelijke instelling(en) van de Staat " vervangen door de woorden " federale wetenschappelijke instelling(en). "
  § 2. In ieder besluit of reglement waar er melding van wordt gemaakt, worden de woorden " instellingshoofd " of " instellingshoofden " respectievelijk vervangen door de woorden " algemeen directeur van de instelling " of " algemeen directeurs van de instellingen ".

Art.19. § 1. De wetenschappelijke instellingen van de Staat die werden ingedeeld als instellingen van het eerste niveau worden beschouwd als federale wetenschappelijke instellingen van eerste categorie in de zin van dit besluit.
  § 2. De wetenschappelijke instellingen van de Staat die werden ingedeeld als instellingen van tweede niveau worden beschouwd als federale wetenschappelijke instellingen van tweede categorie in de zin van dit besluit.

Art.20. Iedere federale wetenschappelijke instelling van eerste categorie behoudt haar structurele organisatie in departementen en afdelingen tot de datum van publicatie van het organogram dat de opsplitsing vastlegt van de instelling in operationele directies.

Art.21.§ 1. In de federale wetenschappelijke instellingen van eerste categorie is de directieraad, tot de aanwijzing van de titularissen van de management- en staffuncties en van de operationeel directeurs, samengesteld uit [1 de titularis van de leidinggevende functie van trap I]1 en de [1 titularissen van een leidinggevende functie van trap II ]1.
  De bevoegde Minister kan bij deze laatsten een of meerdere [1 titularissen van een leidinggevende functie van trap III]1 toevoegen waarvan het mandaat, dat over twee jaar loopt, vernieuwbaar is.
  § 2. In de federale wetenschappelijke instellingen van tweede categorie is de directieraad, tot de aanwijzing van de titularissen van de management- en staffuncties, samengesteld uit [1 de titularis van de leidinggevende functie van trap I]1 en de diensthoofden die op voorstel van het instellingshoofd door de Minister zijn aangewezen.
  ----------
  (1)<KB 2012-06-12/12, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 30-03-2008>

Art. 21bis.[1 § 1. In de federale wetenschappelijke instellingen van eerste categorie, wordt het mandaat van de leden van de wetenschappelijke raad verlengd tot de eerste dag van de maand die volgt op de aanwijzing van de titularissen van de management- en staffuncties en van de functies van operationeel directeur.
   § 2. In de federale wetenschappelijke instellingen van tweede categorie, wordt het mandaat van de leden van de wetenschappelijke raad verlengd tot de eerste dag van de maand die volgt op de aanwijzing van de titularissen van de management- en staffuncties.
   § 3. In geval van overlijden, verhindering of ontslag van een lid van een van de bovengenoemde wetenschappelijke raden, wordt hij/zij vervangen overeenkomstig de bij artikel 7 van het koninklijk besluit van 20 april 1965 vastgestelde voorwaarden, zoals opgesteld in de lezing van vóór de inwerkingtreding van dit besluit. Het nieuwe door Ons aangewezen lid voltooit het mandaat van het lid dat hij/zij vervangt.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2012-06-12/12, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 22-06-2012>

Art. 22. Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.