18 FEBRUARI 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober 1963 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht en van het koninklijk besluit van 21 december 2005 betreffende het statuut van de militaire muzikanten
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober 1963 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 2005 betreffende het statuut van de militaire muzikanten
Art. 3-5
HOOFDSTUK 3. - Overgangs- en eindbepalingen
Art. 6-8
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober 1963 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht
Artikel 1. In artikel 15, § 2ter, van het koninklijk besluit van 25 oktober 1963 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 februari 1988 en vervangen bij het koninklijk besluit van 20 augustus 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :
" De onderofficier die om gezondheidsredenen, zwangerschap, ernstige of uitzonderlijke redenen in de onmogelijkheid verkeert deel te nemen aan het examen voor overgang naar de graad van eerste sergeant-majoor of aan het kwalificatie-examen voor de graad van adjudant-chef, kan uitstel van deelname vragen. De aanvraag tot uitstel wordt ingediend zodra de verhindering gekend is of zich voordoet. Na het advies van de hiërarchische meerderen te hebben ingewonnen, neemt de Minister van Landsverdediging of de door hem aangewezen overheid een beslissing omtrent de aanvraag tot uitstel rekening houdende met de aangevoerde redenen. Het uitstel op vraag van een onderofficier om redenen van zwangerschap of omdat hij werd overgeplaatst sedert ten hoogste twee jaar met toepassing van de artikelen 5 of 7 van de wet van 27 december 1961, wordt steeds verleend. ";
2° tussen het tweede en het derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende :
" De uitstellen om gezondheidsredenen, ernstige of uitzonderlijke redenen bedoeld in het eerste lid kunnen worden verleend voor zover de onderofficier, naargelang het geval, het examen voor overgang naar de graad van eerste sergeant-majoor kan afleggen voor het bereiken van de minimumanciënniteit in de graad bedoeld in artikel 14, § 1, eerste lid, 2°, of voor zover hij het kwalificatie-examen voor de graad van adjudant-chef kan afleggen vooraleer zijn kandidatuur voor de eerste maal aan het bevorderingscomité zal worden voorgelegd. Deze beperking is niet van toepassing op de onderofficieren die uitstel hebben gekregen met toepassing van § 2bis voor de twee bijkomende uitstellen bedoeld in het tweede lid. "
Art.2. In artikel 17, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 20 augustus 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :
" Er worden examencommissies voor het examen bedoeld in § 1 opgericht. De directeur-generaal human resources wijst een algemeen voorzitter van de examencommissies aan. De algemeen voorzitter van de examencommissies is een hoofdofficier bekleed met een hogere graad dan de hoogste graad of in geval van gelijke graad, de hoofdofficier met de meeste anciënniteit in de hoogste graad van de voorzitters van de examencommissies. Hij superviseert de goede werking van de examencommissies, het opstellen van de vragen, het regelmatige verloop van de examens en de verrichtingen in verband met de beoordeling van de kandidaten. Hij is in het bijzonder belast erover te waken dat alle kandidaten voor eenzelfde examengedeelte van een examenzittijd volgens uniforme criteria ondervraagd en beoordeeld worden.
De kandidaat legt het kwalificatie-examen voor de benoeming in de graad van adjudant-chef af voor een door de algemeen voorzitter aangewezen examencommissie samengesteld uit een voorzitter van de examencommissie en twee andere leden aangewezen door de directeur-generaal human resources. ";
2° in het vroegere tweede lid, dat het derde lid wordt, wordt het woord "voorzitter" vervangen door de woorden "voorzitter van een examencommissie";
3° in het vroegere vierde lid, dat het vijfde lid wordt, worden de woorden "ten minste drie leden van de examencommissie" vervangen door de woorden "de examencommissie".
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 2005 betreffende het statuut van de militaire muzikanten
Art.3. In artikel 13, § 6, van het koninklijk besluit van 21 december 2005 betreffende het statuut van de militaire muzikanten worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "gezondheidsredenen, zwangerschap of andere ernstige" vervangen door de woorden "gezondheidsredenen, zwangerschap, ernstige of uitzonderlijke";
2° het tweede lid wordt aangevuld met de volgende zin :
" Zoniet wordt hij beschouwd als mislukt voor dit examen. "
Art.4. In artikel 20, § 4, van hetzelfde besluit worden de woorden "gezondheidsredenen, zwangerschap of andere ernstige" vervangen door de woorden "gezondheidsredenen, zwangerschap, ernstige of uitzonderlijke".
Art.5. In artikel 23, § 4, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden "gezondheidsredenen, zwangerschap of andere ernstige" worden vervangen door de woorden "gezondheidsredenen, zwangerschap, ernstige of uitzonderlijke";
2° het woord "jury" wordt vervangen door het woord "examencommissie".
HOOFDSTUK 3. - Overgangs- en eindbepalingen
Art.6. De onderofficier die, op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, een voorbereidende cursus of stage volgt of reeds, naar gelang het geval, een gedeelte van het examen voor overgang naar de graad van eerste sergeant-majoor of van het kwalificatie-examen voor de graad van adjudant-chef heeft afgelegd, zet de voorbereidende cursus of stage of, naar gelang het geval, het examen voor overgang naar de graad van eerste sergeant-majoor of het kwalificatie-examen voor de graad van adjudant-chef verder volgens de bepalingen van kracht de dag vóór deze datum.
Art.7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2009.
Art. 8. De Minister bevoegd voor Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 18 februari 2009.
ALBERT
Van Koningswege :
Voor de Minister van Landsverdediging, afwezig,
S. VANACKERE
Vice-Eerste Minister en Minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven en Institutionele Hervormingen