18 JANUARI 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 maart 2003 houdende overgangsmaatregelen in verband met de elektronische identiteitskaart.
Art. 1-2
Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 25 maart 2003 houdende overgangsmaatregelen in verband met de elektronische identiteitskaart worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° Het tweede lid, 1°, wordt aangevuld als volgt :
" Indien de houder zich niet bij de bevolkingsdienst heeft gemeld ten laatste drie maanden na de datum vermeld op de oproepingsbrief van het gemeentebestuur waarbij hij uitgenodigd wordt om zijn basisdocument in te vullen voor het bekomen van een nieuwe elektronische identiteitskaart, wordt zijn huidige identiteitskaart geannuleerd in het register van de identiteitskaarten; op de oproepingsbrief wordt hiervan melding gemaakt. De termijn wordt op maximum één jaar gebracht voor de personen die in één van de gevallen van tijdelijke afwezigheid verkeren, zoals bedoeld in artikel 18 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister ".
2° Er wordt een derde lid toegevoegd luidende :
" In de gevallen bedoeld in het tweede lid wordt, indien de houder zijn nieuwe kaart niet afgehaald heeft binnen drie maanden na de eerste aanmaning door het gemeentebestuur, deze kaart geannuleerd in het register van de identiteitskaarten en vernietigd. De termijn wordt op maximum één jaar gebracht voor de personen die in één van de gevallen van tijdelijke afwezigheid verkeren, zoals bedoeld in artikel 18 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister ".
Art. 2. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 18 januari 2008.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL