Artikels:
TITEL I. - Begripsomschrijving.
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° Code : de Waalse Huisvestingscode;
2° Minister : de Minister van Huisvesting,
3° administratie : het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium van het Ministerie van het Waalse Gewest;
4° "Société wallonne" : de "Société wallonne du Logement" (Waalse Huisvestingsmaatschappij);
5° maatschappij : openbare huisvestingsmaatschappij;
6° gezin : alleenstaande persoon of verscheidene al dan niet aanverwante personen die doorgaans samenwonen in de zin van artikel 3 van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, overeenkomstig artikel 1, 28°, van de Code;
7° [1 huurder : de leden van het gezin die ondertekenaar van de huurovereenkomst zijn;]1
8° inkomens : de door het Wetboek van de inkomstenbelastingen bepaalde netto-inkomens van de leden van het gezin die de woning gebruiken, in de loop van het voorlaatste jaar dat voorafgaat aan het jaar van de berekening of herziening van de huurprijs, na aftrek van de aftrekbare uitgaven bedoeld in artikel 104, 1° en 2°, van de Code, rekening houdend met de volgende gegevens :
a) [1 de inkomens van de leden van het gezin die hieronder opgesomd worden]1, komen slechts ten belope van 50 % in aanmerking :
- het ongehuwde kind dat ouder dan 18 jaar en jonger dan 25 jaar is;
- de gepensioneerde bloedverwante in de opgaande lijn;
- de bloedverwante in de opgaande lijn, in de nederdalende lijn en de in de zijlijn, gehandicapt in de zin van artikel 1, 33°, du Code;
b) de inkomens van een ongehuwd kind van minder dan 18 jaar worden niet in aanmerking genomen;
c) de minimuminkomens in aanmerking genomen door de maatschappij bij de berekening of de herziening van de huurprijs mogen niet lager zijn dan het leefloon;
[1 Als deze inkomens evenwel met tenminste 15 % verschillen vergeleken met die van het lopende jaar, worden deze inkomens in aanmerking genomen.]1
[10 8° bis middelen: de inkomsten bedoeld in artikel 1, 8°, vermeerderd met de door de minister bepaalde geldelijke ontvangsten en equivalenten in natura;]10
9° garage : overdekt, gesloten en privaat gedeelte van de woning waar een autovoertuig ondergebracht kan worden;
10° binnenplaats en tuin : buitenruimte voorbehouden aan het private gebruik van de huurder;
11° slaapkamer : nachtruimte waarvan de minimumoppervlakte voldoet aan de voorwaarden opgelegd bij het besluit van de Waalse Regering van 30 augustus 2007 tot vaststelling van de minimale gezondheidsnormen, de overbevolkingsnormen en houdende de definities bedoeld in artikel 1, 19° tot 22bis van de Waalse Huisvestingscode.
12° kostprijs : het totaalbedrag van de uitgaven die de maatschappij als dusdanig geboekt heeft voor vastgoedoperaties inzake de aanwerving, bouw, sloping, instandhouding, sanering, verbetering, herstructurering of aanpassing van de woning, of het bedrag bepaald door de "Société wallonne";
13° geactualiseerde kostprijs : de geactualiseerde kostprijs van de woning is gelijk aan de kostprijs van de woning, vermenigvuldigd met de gepaste actualiseringscoëfficiënt opgenomen in de tabel van bijlage 2 bij dit besluit. Deze coëfficiënten worden gekoppeld aan de algemene index van de huurprijzen van mei 2007. Zij veranderen jaarlijks op 1 januari naar gelang van de algemene index van de huurprijzen van de maand mei vóór de aanpassing en voor het eerst op 1 januari 2008;
14° basishuurprijs : de basishuurprijs is gelijk aan de geactualiseerde kostprijs van de woning, vermenigvuldigd met een coëfficiënt die tussen 2 en 10 % schommelt. Deze coëfficiënt wordt door de maatschappij bepaald overeenkomstig de regels vastgelegd door de Minister, na advies van de "Société wallonne".
De basishuurprijs wordt jaarlijks aangepast naar gelang van de geactualiseerde kostprijs van de woningen.
Wanneer met het oog op energiebesparing werken worden uitgevoerd die de Minister bepaalt na advies van de "Société wallonne", wordt de basishuurprijs, zoals bepaald in het vorige lid, gedurende een periode van tien jaar, die ingaat op 1 januari van het jaar dat volgt op de voorlopige oplevering van die werken, verhoogd met een bedrag gelijk aan 5 % van de kostprijs van de investering.
Het totaalbedrag van de basishuurprijzen moet gelijk zijn aan 6 % van de geactualiseerde kostprijs van alle woningen van de maatschappij;
[10 14° bis genormaliseerde huurwaarde: het bedrag dat overeenstemt met vijfennegentig procent van de bodemhuur afgeleid uit de indicatieve huurschaal bedoeld in artikel 89 van het decreet van 15 maart 2018 betreffende de huurovereenkomsten voor woningen;]10
15° [geproportioneerde woning : woning die bestaat uit een aantal kamers dat overeenstemt met de gezinssamenstelling, met name :
a) één slaapkamer per alleenstaande persoon;
b) één slaapkamer per echtpaar of per paar samengesteld uit personen die ongehuwd samenwonen;
c) [3 [8 één bijkomende slaapkamer wanneer de huurder, diens echtgenote (-genoot) of de persoon met wie hij doorgaans samenleeft ouder is dan 65 jaar is;]8]3
[8 De bijkomende kamers bedoeld in (c) en (d) mogen niet bij elkaar geteld worden.]8
d) [1 een bijkomende slaapkamer]1 voor het echtpaar of het paar samengesteld uit personen die ongehuwd samenwonen, indien één van de leden gehandicapt is [10 of, in gelijksoortige specifieke gevallen]10 of, in gelijksoortige specifieke gevallen, na gemotiveerde beslissing van de maatschappij;
e) [3 voor de kinderen :
- één slaapkamer voor een enig kind;
- twee slaapkamers voor kinderen van hetzelfde geslacht indien ze ouder dan tien zijn en die een leeftijdverschil van minstens 5 jaar hebben;
- twee slaapkamers voor twee kinderen van verschillend geslacht indien één onder hen ouder is dan 10 jaar;
- één slaapkamer per gehandicapt kind.]3
[3 Bij de toewijzing van de woning ten gevolge van een nieuwe kandidatuur of een mutatie en bij de toepassing van artikel 35 houdt de maatschappij voor de toepassing van het eerste lid rekening met het kind dat in aanmerking komt/de kinderen die in aanmerking komen voor modaliteiten tot huisvesting bij het één of andere lid van het gezin, geacteerd in een vonnis, in een overeenkomst die voor notaris is verleden of een akkoord dat door een erkende gezinsbemiddelaar verkregen is.]3
[3 De maatschappij wijkt van het eerste lid af op basis van een gemotiveerde beslissing van het toewijzingscomité :
a) wanneer de samenstelling van het gezin een woning van vijf slaapkamers of meer vereist en wanneer het gezin, kandidaat-huurder, om bij de indiening van zijn kandidatuur een afwijking heeft verzocht.
Die afwijking wordt beperkt tot een verschil van één slaapkamer en verbiedt de indiening van een mutatieaanvraag om een niet-geproportioneerde woning, tijdens de eerste drie jaar waarin de woning betrokken wordt, te verlaten;
b) wanneer het gezin, kandidaat-huurder, bij de indiening van zijn kandidatuur aangenomen heeft dat twee kinderen van hetzelfde geslacht die ouder zijn dan tien jaar en met een leeftijdverschil van 5 jaar of meer, in dezelfde slaapkamer slapen. Die afwijking verbiedt de indiening van een mutatieaanvraag om een niet-geproportioneerde woning, tijdens de eerste drie jaar waarin de woning betrokken wordt, te verlaten.
c) in buitengewone gevallen op eensluidend advies van de Commissaris van de " Société wallonne ";
d) voor een geheel van gemeenschappelijke woningen met gemeenschappelijke ruimten op eensluidend advies van de Commissaris van de " Société wallonne ".]3
[4 15°bis onderbewoonde woning : de woning die minstens één overtollige slaapkamer omvat gezien de in 15° bepaalde normen.]4
[5 15°ter [9 ter mutatie : de overdracht binnen eenzelfde maatschappij :
a) van een niet-geproportioneerde woning naar een geproportioneerde woning;
b) van een woning die specifiek ontworpen is voor personen ouder dan 65 jaar, voor studenten of voor gehandicapte personen [10 of voor gehandicapte personen]10, of omgekeerd;
c) van een woning naar een andere woning wegens de inkomens van het gezin;
c) van een woning naar een andere woning wegens persoonlijke redenen.
In het geval bedoeld in d) mag de mutatie niet tijdens de eerste drie jaar waarin de toegekende woning betrokken wordt behalve als de mutatieaanvraag ingediend wordt :
a) wegens sociale urgentie of sociale cohesie aanvaard bij een gemotiveerde beslissing van het toewijzingscomité genomen na eensluidend advies van de commissaris van de "Société wallonne";
b) om een woning te verkrijgen met toegangsmogelijkheden wat betreft haar structuur of haar ligging voor personen met gezondheidsproblemen bevestigd door een geneesheer [10 specialist]10 en aanvaard bij een gemotiveerde beslissing van het toewijzingscomité genomen na eensluidend advies van de commissaris van de "Société wallonne".]9 ]5
16° student : persoon ingeschreven in een instelling van het secundair of hoger onderwijs waar hij de lessen volgt als hoofdactiviteit.
[6 16°bis sociale woning voor studenten : de gemeenschappelijke sociale woning bestaande uit minstens vijf wooneenheden, een gemeenschappelijke keuken en gemeenschappelijke sanitaire ruimten, bestemd voor studenten, zoals bedoeld in 16°.]6
[1 17° [7 dakloos gezin :
a) het gezin dat gedurende dertig dagen vóór de indiening van zijn kandidatuur of de hernieuwing ervan en gedurende dertig dagen vóór de toewijzing van de woning geen enkel zakelijk of persoonlijk recht geniet om een woning te betrekken, hetzij dat, uitzonderlijkerwijs of tijdelijk, wordt gehuisvest door personen of instellingen of;
- het gezin dat bij de indiening van zijn kandidatuur of de hernieuwing ervan en bij de toewijzing van de woning geen enkel zakelijk of persoonlijk recht geniet om een woning te betrekken en dat om psychische, medische of sociale redenen wordt gehuisvest door een instelling.]7 ]1
[2 18° gezin dat slachtoffer is van de ramp die in Luik plaatsvond op 27 januari 2010 : het gezin dat geëvacueerd moest worden uit het pand vermeld in de lijst vastgesteld in het ministerieel besluit.]2
----------
(1)<BWG 2008-12-19/82, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2009>
(2)<BWG 2010-01-29/06, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-02-2010>
(3)<BWG 2012-07-19/49, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(4)<BWG 2012-07-19/49, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(5)<BWG 2012-07-19/49, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(6)<BWG 2012-07-19/49, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(7)<BWG 2012-07-19/49, art. 5, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(8)<BWG 2014-05-08/42, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 23-06-2014>
(9)<BWG 2014-05-08/42, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 23-06-2014>
(10)<BWG 2024-02-08/17, art. 1, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art. 1_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° [10 Code of Wetboek: het Wetboek van duurzaam wonen]10 2° Minister : de Minister van Huisvesting, 3° administratie : [10 het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd voor Huisvesting]10 4° [10 ...]10 5° maatschappij : [10 de in het Duitse taalgebied actieve openbare huisvestingsmaatschappij]10 6° gezin : alleenstaande persoon of verscheidene al dan niet aanverwante personen die doorgaans samenwonen in de zin van artikel 3 van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, overeenkomstig artikel 1, 28°, van de Code; 7° [1 huurder : de leden van het gezin die ondertekenaar van de huurovereenkomst zijn;]1 8° inkomens : de door het Wetboek van de inkomstenbelastingen bepaalde netto-inkomens van de leden van het gezin die de woning gebruiken, in de loop van het voorlaatste jaar dat voorafgaat aan het jaar van de berekening of herziening van de huurprijs, na aftrek van de aftrekbare uitgaven bedoeld in artikel 104, 1° en 2°, van de Code, rekening houdend met de volgende gegevens : a) [1 de inkomens van de leden van het gezin die hieronder opgesomd worden]1, komen slechts ten belope van 50 % in aanmerking : - het ongehuwde kind dat ouder dan 18 jaar en jonger dan 25 jaar is; - de gepensioneerde bloedverwante in de opgaande lijn; - de bloedverwante in de opgaande lijn, in de nederdalende lijn en de in de zijlijn, gehandicapt in de zin van artikel 1, 33°, du Code; b) de inkomens van een ongehuwd kind van minder dan 18 jaar worden niet in aanmerking genomen; c) de minimuminkomens in aanmerking genomen door de maatschappij bij de berekening of de herziening van de huurprijs mogen niet lager zijn dan het leefloon; [1 Als deze inkomens evenwel met tenminste 15 % verschillen vergeleken met die van het lopende jaar, worden deze inkomens in aanmerking genomen.]1 9° garage : overdekt, gesloten en privaat gedeelte van de woning waar een autovoertuig ondergebracht kan worden; 10° binnenplaats en tuin : buitenruimte voorbehouden aan het private gebruik van de huurder; 11° slaapkamer : nachtruimte waarvan de minimumoppervlakte voldoet aan de voorwaarden opgelegd bij het besluit van de Waalse Regering van 30 augustus 2007 tot vaststelling van de minimale gezondheidsnormen, de overbevolkingsnormen en houdende de definities bedoeld in artikel 1, 19° tot 22bis van de Waalse Huisvestingscode. 12° kostprijs : het totaalbedrag van de uitgaven die de maatschappij als dusdanig geboekt heeft voor vastgoedoperaties inzake de aanwerving, bouw, sloping, instandhouding, sanering, verbetering, herstructurering of aanpassing van de woning, [10 ...]10; 13° geactualiseerde kostprijs : de geactualiseerde kostprijs van de woning is gelijk aan de kostprijs van de woning, vermenigvuldigd met de gepaste actualiseringscoëfficiënt opgenomen in de tabel van bijlage 2 bij dit besluit. Deze coëfficiënten worden gekoppeld aan de algemene index van de huurprijzen van mei 2007. Zij veranderen jaarlijks op 1 januari naar gelang van de algemene index van de huurprijzen van de maand mei vóór de aanpassing en voor het eerst op 1 januari 2008; 14° basishuurprijs : de basishuurprijs is gelijk aan de geactualiseerde kostprijs van de woning, vermenigvuldigd met een coëfficiënt die tussen 2 en 10 % schommelt. Deze coëfficiënt wordt door de maatschappij bepaald overeenkomstig de regels vastgelegd door de Minister[10 ...]10. De basishuurprijs wordt jaarlijks aangepast naar gelang van de geactualiseerde kostprijs van de woningen. Wanneer met het oog op energiebesparing werken worden uitgevoerd die de Minister bepaalt [10 ...]10, wordt de basishuurprijs, zoals bepaald in het vorige lid, gedurende een periode van tien jaar, die ingaat op 1 januari van het jaar dat volgt op de voorlopige oplevering van die werken, verhoogd met een bedrag gelijk aan 5 % van de kostprijs van de investering. Het totaalbedrag van de basishuurprijzen moet gelijk zijn aan 6 % van de geactualiseerde kostprijs van alle woningen van de maatschappij; 15° [geproportioneerde woning : woning die bestaat uit een aantal kamers dat overeenstemt met de gezinssamenstelling, met name : a) één slaapkamer per alleenstaande persoon; b) één slaapkamer per echtpaar of per paar samengesteld uit personen die ongehuwd samenwonen; c) [3 [8 één bijkomende slaapkamer wanneer de huurder, diens echtgenote (-genoot) of de persoon met wie hij doorgaans samenleeft ouder is dan 65 jaar is;]8]3 [8 De bijkomende kamers bedoeld in (c) en (d) mogen niet bij elkaar geteld worden.]8 d) [1 een bijkomende slaapkamer]1 voor het echtpaar of het paar samengesteld uit personen die ongehuwd samenwonen, indien één van de leden gehandicapt is of, in gelijksoortige specifieke gevallen, na gemotiveerde beslissing van de maatschappij; e) [3 voor de kinderen : - één slaapkamer voor een enig kind; - twee slaapkamers voor kinderen van hetzelfde geslacht indien ze ouder dan tien zijn en die een leeftijdverschil van minstens 5 jaar hebben; - twee slaapkamers voor twee kinderen van verschillend geslacht indien één onder hen ouder is dan 10 jaar; - één slaapkamer per gehandicapt kind.]3 [3 Bij de toewijzing van de woning ten gevolge van een nieuwe kandidatuur of een mutatie en bij de toepassing van artikel 35 houdt de maatschappij voor de toepassing van het eerste lid rekening met het kind dat in aanmerking komt/de kinderen die in aanmerking komen voor modaliteiten tot huisvesting bij het één of andere lid van het gezin, geacteerd in een vonnis, in een overeenkomst die voor notaris is verleden of een akkoord dat door een erkende gezinsbemiddelaar verkregen is.]3 [3 De maatschappij wijkt van het eerste lid af op basis van een gemotiveerde beslissing van het toewijzingscomité : a) wanneer de samenstelling van het gezin een woning van vijf slaapkamers of meer vereist en wanneer het gezin, kandidaat-huurder, om bij de indiening van zijn kandidatuur een afwijking heeft verzocht. Die afwijking wordt beperkt tot een verschil van één slaapkamer en verbiedt de indiening van een mutatieaanvraag om een niet-geproportioneerde woning, tijdens de eerste drie jaar waarin de woning betrokken wordt, te verlaten; b) wanneer het gezin, kandidaat-huurder, bij de indiening van zijn kandidatuur aangenomen heeft dat twee kinderen van hetzelfde geslacht die ouder zijn dan tien jaar en met een leeftijdverschil van 5 jaar of meer, in dezelfde slaapkamer slapen. Die afwijking verbiedt de indiening van een mutatieaanvraag om een niet-geproportioneerde woning, tijdens de eerste drie jaar waarin de woning betrokken wordt, te verlaten. c) in buitengewone gevallen [11 ...]11]10; d) voor een geheel van gemeenschappelijke woningen met gemeenschappelijke ruimten [11 ...]11]10.]3 [4 15°bis onderbewoonde woning : de woning die minstens één overtollige slaapkamer omvat gezien de in 15° bepaalde normen.]4 [5 15°ter [9 ter mutatie : de overdracht binnen eenzelfde maatschappij : a) van een niet-geproportioneerde woning naar een geproportioneerde woning; b) van een woning die specifiek ontworpen is voor personen ouder dan 65 jaar, voor studenten of voor gehandicapte personen, of omgekeerd; c) van een woning naar een andere woning wegens de inkomens van het gezin; c) van een woning naar een andere woning wegens persoonlijke redenen. In het geval bedoeld in d) mag de mutatie niet tijdens de eerste drie jaar waarin de toegekende woning betrokken wordt behalve als de mutatieaanvraag ingediend wordt : a) wegens sociale urgentie of sociale cohesie aanvaard bij een gemotiveerde beslissing van het toewijzingscomité genomen [11 ...]11]10; b) om een woning te verkrijgen met toegangsmogelijkheden wat betreft haar structuur of haar ligging voor personen met gezondheidsproblemen bevestigd door een geneesheer en aanvaard bij een gemotiveerde beslissing van het toewijzingscomité genomen [11 ...]11]10.]9 ]5 16° student : persoon ingeschreven in een instelling van het secundair of hoger onderwijs waar hij de lessen volgt als hoofdactiviteit. [6 16°bis sociale woning voor studenten : de gemeenschappelijke sociale woning bestaande uit minstens vijf wooneenheden, een gemeenschappelijke keuken en gemeenschappelijke sanitaire ruimten, bestemd voor studenten, zoals bedoeld in 16°.]6 [1 17° [7 dakloos gezin : a) het gezin dat gedurende dertig dagen vóór de indiening van zijn kandidatuur of de hernieuwing ervan en gedurende dertig dagen vóór de toewijzing van de woning geen enkel zakelijk of persoonlijk recht geniet om een woning te betrekken, hetzij dat, uitzonderlijkerwijs of tijdelijk, wordt gehuisvest door personen of instellingen of; - het gezin dat bij de indiening van zijn kandidatuur of de hernieuwing ervan en bij de toewijzing van de woning geen enkel zakelijk of persoonlijk recht geniet om een woning te betrekken en dat om psychische, medische of sociale redenen wordt gehuisvest door een instelling.]7 ]1 [2 18° gezin dat slachtoffer is van de ramp die in Luik plaatsvond op 27 januari 2010 : het gezin dat geëvacueerd moest worden uit het pand vermeld in de lijst vastgesteld in het ministerieel besluit.]2 ----------
(1)<BWG 2008-12-19/82, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2009>
(2)<BWG 2010-01-29/06, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-02-2010>
(3)<BWG 2012-07-19/49, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(4)<BWG 2012-07-19/49, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(5)<BWG 2012-07-19/49, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(6)<BWG 2012-07-19/49, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(7)<BWG 2012-07-19/49, art. 5, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(8)<BWG 2014-05-08/42, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 23-06-2014>
(9)<BWG 2014-05-08/42, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 23-06-2014>
(10)<BDG 2020-02-06/10, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
(11)<BDG 2020-12-03/42, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
TITEL II. - Sociale woning.
HOOFDSTUK I. - [1 Opvang van de huurders en handvest van de maatschappijen en huurders]1
----------
(1)
Art.2.[1 De maatschappij vangt de huurders voor het betrekken van de woning op. Ze geeft hun de nodige uitleg voor het goede begrip van het woonrecht en van de huurovereenkomst en licht hen in over de binnen de maatschappij bestaande diensten en over het bestaan en de rol van het adviescomité van de huurders en eigenaars.
Bij deze opvang ondertekenen de maatschappij en de huurders een handvest van de maatschappijen en huurders waarvan het model in bijlage 3 wordt vermeld.]1
----------
(1)<BWG 2012-07-19/49, art. 7, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied.
Art.3.§ 1. Deze titel is toepasselijk op de verhuur van sociale woningen beheerd door de "Société wallonne" of de maatschappijen.
Hij is niet toepasselijk op de verhuur van panden of delen van panden bestemd voor commercieel gebruik, een openbare dienst, doeleinden van maatschappelijk of gemeenschappelijk nut, de huisvesting van conciërges, de verhuur van garages en parkeerplaatsen.
§ 2. Het gezin voldoet aan de vermogens- en inkomensvoorwaarden bedoeld in [2 artikel 1, 29°, 30° of 31°, van de Code]2 :
1° bij de indiening van de kandidatuuraanvraag;
2° bij de bevestiging van de kandidatuur;
3° bij de toewijzing van de woning;
4° tijdens de looptijd van de huurovereenkomst.
[1 De inkomens bedoeld in het vorige lid worden overeenkomstig artikel 1, 8°, van dit besluit vastgesteld.
Voor de toepassing van dit besluit wordt de eigenaar van een caravan, een chalet of een schamel onderkomen als hoofdverblijf of woonachtig in een zone die in het plan "Habitat permanent" vastligt niet beschouwd als de houder van zakelijke rechten op een woning.]1
§ 3. Het gezin moet elk bijkomend gegeven dat nodig is om na te gaan of de voorwaarden om in aanmerking te komen vervuld zijn verstrekken binnen de maand waarin het daarom verzocht wordt.
Het moet bovendien de maatschappij schriftelijk toestemming geven om zich elk document te laten afgeven dat nodig is om na te gaan of de voorwaarden om in aanmerking te komen vervuld zijn.
----------
(1)<BWG 2008-12-19/82, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2009>
(2)<BWG 2012-07-19/49, art. 8, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
Art. 3_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. § 1. Deze titel is toepasselijk op de verhuur van sociale woningen beheerd door [3 ...]3 de maatschappijen. Hij is niet toepasselijk op de verhuur van panden of delen van panden bestemd voor commercieel gebruik, een openbare dienst, doeleinden van maatschappelijk of gemeenschappelijk nut, de huisvesting van conciërges, de verhuur van garages en parkeerplaatsen. § 2. Het gezin voldoet aan de vermogens- en inkomensvoorwaarden bedoeld in [2 artikel 1, 29°, 30° of 31°, van de Code]2 : 1° bij de indiening van de kandidatuuraanvraag; 2° bij de bevestiging van de kandidatuur; 3° bij de toewijzing van de woning; 4° tijdens de looptijd van de huurovereenkomst. [1 De inkomens bedoeld in het vorige lid worden overeenkomstig artikel 1, 8°, van dit besluit vastgesteld. Voor de toepassing van dit besluit wordt de eigenaar van een caravan, een chalet of een schamel onderkomen als hoofdverblijf of woonachtig in een zone die in het plan "Habitat permanent" vastligt niet beschouwd als de houder van zakelijke rechten op een woning.]1 § 3. Het gezin moet elk bijkomend gegeven dat nodig is om na te gaan of de voorwaarden om in aanmerking te komen vervuld zijn verstrekken binnen de maand waarin het daarom verzocht wordt. Het moet bovendien de maatschappij schriftelijk toestemming geven om zich elk document te laten afgeven dat nodig is om na te gaan of de voorwaarden om in aanmerking te komen vervuld zijn. ----------
(1)<BWG 2008-12-19/82, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2009>
(2)<BWG 2012-07-19/49, art. 8, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(3)<BDG 2020-02-06/10, art. 3, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
HOOFDSTUK III. - Informatieverstrekking, motivering en middelen van beroep.
Afdeling 1. - Informatieverstrekking.
Art.4. De maatschappij informeert :
- op individuele wijze de kandidaat-huurder en de huurder over de hen betreffende beslissingen, bij gewone post of tegen bericht van ontvangst, volgens de modaliteiten die de Minister bepaalt na advies van de "Société wallonne";
- op collectieve wijze over elke beslissing tot toewijzing van woningen, via het aankondigingenbord van de maatschappij of langs de elektronische weg, volgens de modaliteiten die de Minister bepaalt na advies van de "Société wallonne".
Art. 4_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. De maatschappij informeert : - op individuele wijze de kandidaat-huurder en de huurder over de hen betreffende beslissingen, bij gewone post of tegen bericht van ontvangst, volgens de modaliteiten die de Minister bepaalt [1 ...]1; - op collectieve wijze over elke beslissing tot toewijzing van woningen, via het aankondigingenbord van de maatschappij of langs de elektronische weg, volgens de modaliteiten die de Minister bepaalt na advies van de "Société wallonne".
----------
(1)<BDG 2020-02-06/10, art. 4, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.5. Elke beslissing waarvan de maatschappij kennis geeft aan een kandidaat-huurder of aan een huurder en elke beslissing die bekendgemaakt wordt via het aankondigingenbord van de maatschappij vermeldt de middelen van beroep bedoeld in de artikelen 7 en 8, het adres van de kamer van beroep, alsook de mogelijkheid om een individueel bezwaarschrift te richten aan de bemiddelaar van het Waalse Gewest, en diens adres.
Art. 5_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. Elke beslissing waarvan de maatschappij kennis geeft aan een kandidaat-huurder of aan een huurder en elke beslissing die bekendgemaakt wordt via het aankondigingenbord van de maatschappij vermeldt de middelen van beroep bedoeld in de artikelen 7 en 8, het adres van de kamer van beroep, alsook de mogelijkheid om een individueel bezwaarschrift te richten aan de [1 ombudsman van de Duitstalige Gemeenschap]1, en diens adres.
----------
(1)<BDG 2020-02-06/10, art. 5, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Afdeling 2. - Motivering.
Art.6. De beslissingen van de maatschappij worden op de door de "Société wallonne" bepaalde wijze gemotiveerd als ze betrekking hebben op :
- de aanneming, weigering, niet-hernieuwing of schrapping van een kandidatuur;
- de toewijzing van een woning;
- de vastlegging van het bedrag van de huurprijs;
- de opzegging gegeven aan de huurder tijdens de looptijd van de huurovereenkomst;
- de toeslag te betalen per overtollige kamer;
- de bezwaarschriften bedoeld in artikel 7 van dit besluit.
Deze gemotiveerde beslissingen worden aan betrokkenen betekend.
Art. 6_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. De beslissingen van de maatschappij worden op de [1 door de Minister]1 bepaalde wijze gemotiveerd als ze betrekking hebben op : - de aanneming, weigering, niet-hernieuwing of schrapping van een kandidatuur; - de toewijzing van een woning; - de vastlegging van het bedrag van de huurprijs; - de opzegging gegeven aan de huurder tijdens de looptijd van de huurovereenkomst; - de toeslag te betalen per overtollige kamer; - de bezwaarschriften bedoeld in artikel 7 van dit besluit. Deze gemotiveerde beslissingen worden aan betrokkenen betekend.
----------
(1)<BDG 2020-02-06/10, art. 6, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Afdeling 3. - Middelen van beroep.
Art.7. De kandidaat-huurder of de huurder die zich benadeeld acht door een beslissing van de maatschappij kan bij aangetekend schrijven een bezwaarschrift naar haar zetel sturen binnen dertig dagen na de kennisgeving van de beslissingen bedoeld in artikel 4 of de bekendmaking ervan via het aankondigingenbord.
De maatschappij moet over het bezwaarschrift beslissen binnen dertig dagen na de indiening ervan en haar beslissing bij aangetekend schrijven meedelen aan de kandidaat-huurder of aan de huurder.
Bij gebrek aan beslissing binnen de voorgeschreven termijn wordt de maatschappij geacht een voor de eiser ongunstige beslissing te hebben genomen.
Art.8.Er kan een beroep bij de binnen de "Société wallonne du Logement" opgerichte kamer van beroep ingesteld worden door :
- het gezin dat de weigering tot aanneming of bevestiging van zijn kandidatuur aanvecht [1 , of haar schrapping]1;
- het gezin waarvan de kandidatuur is aangenomen en dat acht dat de woning niet is toegewezen overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 18 tot 23;
- het huurgezin m.b.t. de vastlegging van het bedrag van de huurprijs;
- het huurgezin dat de beslissing aanvecht waarbij een woning bij mutatie toegewezen wordt.
[2 door het aldaar wonende gezin van wie de maatschappij de overeenkomst van onzekere bewoning heeft opgezegd in toepassing van artikel 41, § 3.]2
Dat beroep is pas ontvankelijk na indiening van een bezwaarschrift overeenkomstig artikel 7 van dit besluit.
Het beroep wordt ingediend volgens de modaliteiten omschreven in artikel 10 van dit besluit.
----------
(1)<BWG 2008-12-19/82, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2009>
(2)<BWG 2024-02-08/17, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art. 8_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. [2 Bij de kamer van beroep bedoeld in artikel 171bis van het Wetboek kan beroep ingesteld worden door:]2 - het gezin dat de weigering tot aanneming of bevestiging van zijn kandidatuur aanvecht [1 , of haar schrapping]1; - het gezin waarvan de kandidatuur is aangenomen en dat acht dat de woning niet is toegewezen overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 18 tot 23; - het huurgezin m.b.t. de vastlegging van het bedrag van de huurprijs; - het huurgezin dat de beslissing aanvecht waarbij een woning bij mutatie toegewezen wordt. Dat beroep is pas ontvankelijk na indiening van een bezwaarschrift overeenkomstig artikel 7 van dit besluit. Het beroep wordt ingediend volgens de modaliteiten omschreven in artikel 10 van dit besluit. ----------
(1)<BWG 2008-12-19/82, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2009>
(2)<BDG 2020-02-06/10, art. 7, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.9. § 1. De leden van de kamer van beroep bedoeld in artikel 171bis, § 2, van de Code worden voor een verlengbare duur van zes jaar door de Regering aangewezen uit een dubbeltal van twee gewone en twee plaatsvervangende leden, overgelegd aan de Minister door respectievelijk de Minister van Justitie, de "Association wallonne du Logement" (Waalse Vereniging voor Huisvesting), de "Association wallonne des comités consultatifs des locataires et des propriétaires" (Waalse vereniging van de adviescomités voor huurders en eigenaars, de "Société wallonne" en de administratie.
De zetel van de kamer van beroep is gevestigd bij de maatschappelijke zetel van de "Société wallonne".
Het secretariaat wordt door de "Société wallonne" waargenomen.
De regeringscommissarissen bij de "Société wallonne du Logement" kunnen de vergaderingen van de kamer van beroep met raadgevende stem bijwonen.
Het plaatsvervangende lid heeft slechts zitting in geval van verhindering van het gewone lid waarvan het de plaatsvervanger is.
Bij overlijden of ontslag van een lid voorziet de Regering in zijn vervanging om het mandaat te eindigen.
De kamer van beroep maakt haar huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan de Minister. Het huishoudelijk reglement voorziet met name in :
- de modaliteiten en de termijn voor de bijeenroeping van de kamer van beroep;
- de wijze van beraadslaging en stemming;
- het aantal vergaderingen per jaar.
De leden van de kamer van beroep genieten desgevallend de terugbetaling van hun verplaatsingskosten volgens de modaliteiten die in de Waalse ambtenarencode vastliggen.
[1 Ten laste van de "Société wallonne" krijgt de voorzitter of zijn plaatsvervanger een bezoldiging van 300 euro per terechtzitting van de kamer van beroep en de leden die de maatschappijen, de huurders en de "Société wallonne" vertegenwoordigen krijgen een presentiegeld van 100 euro. De bedragen van de bezoldiging en presentiegelden worden gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer, overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. Ze worden gekoppeld aan de spilindex 138,01 van 1 januari 1990.]1
§ 2. Als een lid van de kamer van beroep, individueel of als vertegenwoordiger van een instelling bedoeld in artikel 9, § 1, tweede lid, van dit besluit, een rechtsreeks of onrechtstreeks belang heeft bij het voorwerp van het beroep, verwittigt hij de voorzitter en ziet hij af van deelname aan de behandeling van het beroep.
De eiser heeft het recht om de herroeping van elk lid aan te vragen voorzover hij daartoe wettige redenen heeft. De voorzitter herroept het lid waarvan de onpartijdigheid in twijfel getrokken zou kunnen worden.
§ 3. De kamer van beroep beslist pas rechtsgeldig als minstens drie leden, waaronder de voorzitter, aanwezig zijn.
----------
(1)<BWG 2008-12-19/82, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2009>
Art. 9_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. § 1. De leden van de kamer van beroep bedoeld in artikel 171bis, § 2, van de Code worden voor een verlengbare duur van zes jaar door de Regering [2 ...]2. De zetel van de kamer van beroep is gevestigd [2 bij de administratie]2. Het secretariaat wordt door de [2 administratie]2 waargenomen. [2 Een vertegenwoordiger van de Regering kan]2 de vergaderingen van de kamer van beroep met raadgevende stem bijwonen. Het plaatsvervangende lid heeft slechts zitting in geval van verhindering van het gewone lid waarvan het de plaatsvervanger is. Bij overlijden of ontslag van een lid voorziet de Regering in zijn vervanging om het mandaat te eindigen. De kamer van beroep maakt haar huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan de Minister. Het huishoudelijk reglement voorziet met name in : - de modaliteiten en de termijn voor de bijeenroeping van de kamer van beroep; - de wijze van beraadslaging en stemming; - het aantal vergaderingen per jaar. [2 De leden van de kamer van beroep hebben recht op presentiegelden en terugbetaling van hun verplaatsingskosten overeenkomstig het besluit van de Regering van 12 juli 2001 tot harmonisatie van het presentiegeld en van de reisvergoedingen in instellingen en raden van beheer van de Duitstalige Gemeenschap.]2 [1 [2 ...]2]1 § 2. Als een lid van de kamer van beroep, individueel of als vertegenwoordiger van een instelling bedoeld in artikel 9, § 1, tweede lid, van dit besluit, een rechtsreeks of onrechtstreeks belang heeft bij het voorwerp van het beroep, verwittigt hij de voorzitter en ziet hij af van deelname aan de behandeling van het beroep. De eiser heeft het recht om de herroeping van elk lid aan te vragen voorzover hij daartoe wettige redenen heeft. De voorzitter herroept het lid waarvan de onpartijdigheid in twijfel getrokken zou kunnen worden. § 3. De kamer van beroep beslist pas rechtsgeldig als minstens drie leden, waaronder de voorzitter, aanwezig zijn. ----------
(1)<BWG 2008-12-19/82, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2009>
(2)<BDG 2020-02-06/10, art. 8, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.10.Het beroep bedoeld in artikel 8 wordt bij aangetekend schrijven aan de kamer van beroep gericht binnen dertig dagen na kennisgeving van de beslissing van de maatschappij.
In het geval bedoeld in artikel 7, laatste lid, wordt het in artikel 8 bedoelde beroep bij aangetekend schrijven aan de kamer van beroep gericht binnen zestig dagen na kennisgeving van de aanvankelijke beslissing van de maatschappij of na bekendmaking ervan via haar aankondigingenbord.
Het beroep schort de aangevochten beslissing niet op.
De Kamer van beroep bericht ontvangst van het beroep binnen tien dagen na verzending ervan.
Alvorens te beslissen hoort ze de eiser en betrokken maatschappij.
Ze beslist en geeft de maatschappij en de eiser kennis van haar beslissing binnen [1 negentig dagen]1 na verzending van het beroep.
Als er geen beslissing wordt genomen en betekend binnen de voorgeschreven termijn, wordt de kamer van beroep geacht een voor de eiser gunstige beslissing te hebben genomen.
----------
(1)<BWG 2012-07-19/49, art. 10, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
Art.11. § 1. Als de kamer van beroep de kandidatuur van een gezin ontvankelijk verklaart of als ze haar beslissing niet neemt of betekent binnen de termijn bedoeld in artikel 10, wordt het verzoek van het gezin in het kandidaturenregister opgenomen aan de hand van een kanttekening op de datum van de indiening ervan.
§ 2. Als de kamer van beroep beslist dat het gezin persoonlijk aanspraak mag maken op de toewijzing van een woning of als ze haar beslissing niet neemt of betekent binnen de termijn bedoeld in artikel 10, wordt de eerste leegstaande woning die met de samenstelling van het gezin overeenstemt hem toegewezen.
§ 3. Het bedrag van de huurprijs vastgelegd door de kamer van beroep is toepasselijk op de datum waarop het aangevochten bedrag van toepassing is geworden.
HOOFDSTUK IV. - Aanvraag en toewijzing van een woning.
Afdeling 1. - Kandidaturen.
Art.12.§ 1. De aanvrager richt zijn huurkandidatuur aan de zetel van de maatschappij van zijn keuze aan de hand van het eenmalige kandidatuurformulier, overeenkomstig bijlage 4 bij dit besluit, samen met alle stukken die nodig zijn om de mogelijkheid in aanmerking te komen vast te stellen en, in voorkomend geval, zijn prioriteiten.
[3 De in lid 1 bedoelde documenten worden in voorkomend geval aangevuld met de documenten die de maatschappij rechtstreeks van de authentieke bron kan verkrijgen. De aanvrager stelt het bedrijf op de hoogte van wijzigingen in zijn aanvraagdossier en deze documenten bijwerken]3
[3 De aanvrager moet de gemeenten aanwijzen waarin hij kandidaat is voor de toewijzing van een woning met een maximum van vijf gemeenten die hij volgens zijn voorkeur indeelt. Hij kan zijn kandidatuur beperken tot de toewijzing van een woning in maximum vijf deelgemeenten of wijken van sociale woningen binnen het geheel van de gekozen gemeenten. De aanvrager is van rechtswege kandidaat voor de toewijzing van een woning bij alle huisvestingsmaatschappijen die het grondgebied van de aangewezen gemeenten, deelgemeenten of wijken bedienen. De maatschappij die het eenmalige kandidatuurformulier in ontvangst heeft genomen, wordt belast met de procedure bedoeld in de artikelen 13 tot 15.
Aanvragers kunnen aangeven of hun aanvraag voor een huis en/of een flat is. De maatschappij is verplicht om, als eerste keuze, aan de kandidaat die deze voorkeur heeft uitgesproken, een evenredige woning aan te bieden die overeenkomt met zijn of haar verzoek. Als de toe te wijzen woning niet voldoet aan de keuzes van de kandidaat-huurders, wordt deze aangeboden aan het gezin dat als eerste op de lijst staat.
Als de woning wordt geweigerd, wordt deze tijdens dezelfde vergadering van de toewijzingscommissie aangeboden aan de volgende kandidaat-huurders op de lijst van aanvragers]3.
Bij de indiening van zijn kandidatuur moet de aanvrager bepalen of zijn aanvraag op een aangepaste woning betrekking heeft en de aanpassingen die hij nodig heeft vermelden.]2
§ 2. De maatschappij die de woning toewijst baseert zich op de analyse van de stukken die is uitgevoerd door de maatschappij die het eenmalige kandidatuurformulier in ontvangst heeft genomen. [1 Ze kan aan deze maatschappij vragen om het dossier aan te vullen.]1
§ 3. De maatschappij die de woning toewijst draagt de beheerskosten van de maatschappij waaraan de huurkandidatuur is gericht, overeenkomstig de modaliteiten die de "Société wallonne" bepaalt.
§ 4. De maatschappij houdt op de zetel van de maatschappij een kandidaturenregister die volgens door de "Société wallonne" bepaalde modaliteiten is opgesteld.
De "Société wallonne" kan op gewoon schriftelijk verzoek een afschrift van het kandidaturenregister verkrijgen naar gelang van de standaarden die ze meedeelt.
De ingediende kandidaturen worden op de datum ervan in het register opgenomen in de volgorde van de indiening.
[1 Het kandidaturenregister wordt door de Commissaris van de "Société wallonne" nagezien.]1
Als de Commissaris van de "Société wallonne" constateert dat de bepalingen van dit artikel niet nageleefd worden, wijst hij haar daarop.
----------
(1)<BWG 2008-12-19/82, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2009>
(2)<BWG 2012-07-19/49, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(3)<BWG 2024-02-08/17, art. 3, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art. 12_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. § 1. De aanvrager richt zijn huurkandidatuur [5 aan één van de zetels van de maatschappij]5 aan de hand van het eenmalige kandidatuurformulier, overeenkomstig bijlage 4 bij dit besluit, samen met alle stukken die nodig zijn om de mogelijkheid in aanmerking te komen vast te stellen en, in voorkomend geval, zijn prioriteiten. [2 [5 De aanvrager geeft in volgorde van voorkeur aan in welke gemeenten van het Duitse taalgebied hij de toewijzing van een woning aanvraagt]5. [5 ...]5 Bij de indiening van zijn kandidatuur moet de aanvrager bepalen of zijn aanvraag op een aangepaste woning betrekking heeft en de aanpassingen die hij nodig heeft vermelden.]2 § 2.[5 ...]5 § 3. [5 ...]5 § 4. De maatschappij houdt op de zetel van de maatschappij een kandidaturenregister die volgens door de [3 Minister]3 bepaalde modaliteiten is opgesteld. De [3 Minister]3 kan op gewoon schriftelijk verzoek een afschrift van het kandidaturenregister verkrijgen naar gelang van de standaarden die ze meedeelt. De ingediende kandidaturen worden op de datum ervan in het register opgenomen in de volgorde van de indiening. [4 ...]41 [4 ...]4 ----------
(1)<BWG 2008-12-19/82, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2009>
(2)<BWG 2012-07-19/49, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(3)<BDG 2020-02-06/10, art. 9, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
(4)<BDG 2020-12-03/42, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
(5)<BDG 2022-04-14/05, art. 1, 010; Inwerkingtreding : 01-05-2022>
Art.13. § 1. De maatschappij geeft de aanvrager binnen acht dagen na de indiening of verzending van het eenmalige formulier desgevallend kennis van de vastgestelde nalatigheden.
De maatschappij geeft de aanvrager binnen dertig dagen na de indiening of verzending van het eenmalige formulier kennis van de ontvankelijkheid van de aanvraag of van de weigering ervan wegens niet-naleving van de voorwaarden om in aanmerking te komen.
§ 2. De aanvaarde kandidatuur wordt op de indienings- of verzenddatum in het door de "Société wallonne" gecoördineerde elektronische kandidaturenregister opgenomen volgens de modaliteiten die de Minister bepaalt op haar voorstel.
Art. 13_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. § 1. De maatschappij geeft de aanvrager binnen [2 vijftien dagen]2 na de indiening of verzending van het eenmalige formulier desgevallend kennis van de vastgestelde nalatigheden. De maatschappij geeft de aanvrager binnen dertig dagen na de indiening of verzending van het eenmalige formulier kennis van de ontvankelijkheid van de aanvraag of van de weigering ervan wegens niet-naleving van de voorwaarden om in aanmerking te komen. § 2. De aanvaarde kandidatuur wordt op de indienings- of verzenddatum in het [1 ...]1 elektronische kandidaturenregister opgenomen volgens de modaliteiten die de Minister bepaalt [1 ...]1.
----------
(1)<BDG 2020-02-06/10, art. 10, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
(2)<BDG 2022-04-14/05, art. 2, 010; Inwerkingtreding : 01-05-2022>
Art.14. § 1. Alle kandidaten-huurders die vóór 1 juli in aanmerking komen worden tussen 15 december en 15 januari per gewone post of per e-mail door de maatschappij verzocht hun kandidatuur te hernieuwen.
De brief of de e-mail gaat vergezeld van alle stukken en gegevens die nodig zijn voor de hernieuwing van de kandidatuur.
§ 2. (De kandidaat bevestigt tussen 1 januari en 15 februari de aanvraag die toegelaten werd op een datum voor 1 juli, volgens de nadere regels bepaald in artikel 12, § 1.) <Erratum, B.S. 31.12.2007, p. 65990>
§ 3. De maatschappij bericht ontvangst van de bevestiging en geeft binnen zestig dagen hierna kennis van de ontvankelijkheid van de aanvraag of van de weigering ervan wegens niet-naleving van de voorwaarden om in aanmerking te komen.
In dat bericht van ontvangst en in die kennisgeving, alsook in die bedoeld in artikel 13, § 1, tweede lid, wordt gewezen op de schrapping van elke kandidatuur die niet elk jaar bevestigd wordt.
Art.15.[1 De kandidatuur van een gezin dat een woning twee keer heeft geweigerd, wordt geschrapt.
In afwijking van het eerste lid kan de raad van bestuur op verzoek van de kandidaat-huurder beslissen om zijn kandidatuur bij de tweede weigering niet te schrappen indien de voorkeur of de wens uitgebracht overeenkomstig artikel 12, § 1, niet is nageleefd [2 of wanneer een beperking bevestigd door een geneesheer [3 heeft en dat bij dezelfde maatschappij" ]3 de tweede weigering rechtvaardigt]2 .
Een derde weigering heeft de schrapping van de kandidatuur zonder mogelijkheid van afwijking als gevolg.
Na de schrapping kan de kandidatuur slechts na een termijn van zes maanden te rekenen van de dag van kennisgeving van de toewijzing van de woning opnieuw ingediend worden.]1
----------
(1)<BWG 2012-07-19/49, art. 12, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(2)<BWG 2014-05-08/42, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 23-06-2014>
(3)<BWG 2024-02-08/17, art. 4, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art. 15_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. [1 De kandidatuur van een gezin dat een woning twee keer heeft geweigerd, wordt geschrapt. In afwijking van het eerste lid kan [3 het comité voor de toewijzing van woningen]3 op verzoek van de kandidaat-huurder beslissen om zijn kandidatuur bij de tweede weigering niet te schrappen [3 ...]3 wanneer een beperking bevestigd door een geneesheer de tweede weigering rechtvaardigt]2 . Een derde weigering heeft de schrapping van de kandidatuur zonder mogelijkheid van afwijking als gevolg. Na de schrapping kan de kandidatuur slechts na een termijn van zes maanden te rekenen van de dag van kennisgeving van de toewijzing van de woning opnieuw ingediend worden.]1 ----------
(1)<BWG 2012-07-19/49, art. 12, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(2)<BWG 2014-05-08/42, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 23-06-2014>
(3)<BDG 2022-04-14/05, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 01-05-2022>
Art.16. Bij elke weigering tot verlening van de toestemmingen bedoeld in artikel 3, § 3, alsmede bij elke onjuiste of onvolledige aangifte van een lid van het gezin, mag de maatschappij de kandidatuur van de betrokkenen schrappen.
Afdeling 2. - [1 Prioriteiten toegekend aan de kandidaat-huurders]1
----------
(1)
Art.17.§ 1. Er worden prioriteitspunten aan de kandidaten-huurders toegekend volgens de modaliteiten bedoeld in de §§ 2 en 3.
§ 2. [3
Algemene tabel van gewestelijke prioriteiten | Punten |
Toestanden van het gezin inzake woning | |
Het gezin dat een woning huurt of dat een [<font color="red">1</font> integratie- of transitwoning]<font color="red">1</font> bewoont binnen de laatste zes maanden van het huren of het betrekken ervan. | 5 |
Het gezin dat een caravan, een chalet of een schamel onderkomen als hoofdverblijf bewoont in een zone die in het plan Habitat permanent vastligt, indien het onder fase 1 van dit plan valt. | 5 |
Het gezin dat door het O.C.M.W. erkend wordt als : - slachtoffer van een rampzalig voorval; - dakloos. | 5 |
Het huurdersgezin dat een woning moet verlaten die onbewoonbaar of overbevolkt is verklaard, of die het voorwerp is geweest van een onbewoonbaarheids-, overbevolkings- of onteigeningsbesluit. | 4 |
Het huurdersgezin waarvan de huurovereenkomst door de verhuurder opgezegd wordt overeenkomstig artikel 3, §§ 2 en 3, [<font color="red">2</font> 55, §§ 2 en 3, van het decreet van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst]<font color="red">2</font>, gewijzigd bij de wet van 1 maart 1991. | 4 |
Het huurdersgezin dat een woning moet verlaten die in een gemeentelijke stadsvernieuwingsomtrek ligt die volgens het reglement bepaald wordt, waarvoor een koopovereenkomst is ondertekend ten bate van een publiekrechtelijke rechtspersoon. | 4 |
Het gezin dat een caravan, een chalet of een schamel onderkomen als hoofdverblijf bewoont in een zone die niet in het plan '' Habitat permanent '' vastligt, of in een zone die in het plan '' Habitat permanent '' vastligt indien het onder fase 2 van dit plan valt. | 3 |
Persoonlijke toestanden van het gezin | |
[<font color="red">2</font> De persoon die de woning verlaat of heeft verlaten ten gevolge van intrafamiliaal geweld dat met de nodige bewijsstukken wordt bevestigd, zoals het proces-verbaal, het attest van het opvangtehuis of attest van het O.C.M.W of instellingen die gespecialiseerd zijn in intrafamiliaal geweld]<font color="red"></font>-2 | 5 |
[<font color="red">1</font> Gezin waarvan het inkomen niet hoger is dan het bescheiden inkomen en minstens gedeeltelijk afkomstig is uit een werkactiviteit.]<font color="red">1</font> | 4 |
De autonome minderjarige begeleid door een dienst van Hulpverlening aan de Jeugd erkend door de Franse Gemeenschap of de Duitstalige Gemeenschap overeenkomstig de regelgeving ter zake. | 3 |
Het gezin waarvan één lid gehandicapt is [<font color="red">2</font> of lijdt aan een handicap of een degeneratieve ziekte die onvermijdelijk leidt tot een door een gespecialiseerde arts erkende motorische stoornis]<font color="red">2</font> | 3 |
Het gezin waarvan één lid ingevolge een erkende beroepsziekte of een arbeidsongeval geen beroepsactiviteit meer kan uitoefenen. | 3 |
Het gezin waarvan het enige lid dat werkt, zijn betrekking tijdens de twaalf laatste maanden heeft verloren. | 3 |
Het gezin in een precaire toestand dat overeenkomstig de regelgeving ter zake [<font color="red">1</font> ...]<font color="red">1</font> in aanmerking komt voor een wettelijke pensioenuitkering. | 3 |
De rechthebbende op een krijgsgevangenenpensioen en de oorlogsinvalide. | 2 |
De voormalige politieke gevangene en zijn rechthebbenden. | 2 |
De voormalige mijnwerker. | 2 |
(<font color="red">1</font>)<BWG <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2014050842" target="_blank">2014-05-08/42</a>, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 23-06-2014> |
(<font color="red">2</font>)<BWG <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2024020817" target="_blank">2024-02-08/17</a>, art. 5, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024> |
Het gezin dat in verschillende toestanden verkeert en dat punten voor gewestelijke prioriteiten geniet, kan de punten van één enige persoonlijke toestand cumuleren met de punten van één enige toestand beleefd in termen van woning. Het gezin mag daarentegen de punten van verschillende persoonlijke toestanden noch de punten van verschillende toestanden beleefd in termen van woning cumuleren.]3
§ 3. [3 Het gezin krijgt één punt per jaar anciënniteit met een maximum van zes punten.]3
§ 4. [3 Op de voordracht van de " Société wallonne " kan de Regering aanvaarden dat de maatschappij van de toewijzingsregels van dit besluit afwijkt :
1° voor de toewijzing van woningen in een wijk bedoeld in een gewestelijk herkwalificatieprogramma voorgesteld door een gemeente en goedgekeurd door de Regering. Dit programma heeft als doelstelling een sociale cohesie in een wijk opnieuw in te voeren, die wijk economisch op te waarderen en het stedenbouwkundige en architectonische aspect ervan te verbeteren en er de aanwezige functies af te wisselen;
2° in het kader van een specifiek project [4 bedoeld in hoofdstuk VI of een specifiek project]4 goedgekeurd door de Regering in het kader van een actieprogramma inzake huisvesting.]3
----------
(1)<BWG 2008-07-17/58, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 19-08-2008>
(2)<BWG 2008-12-19/82, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2009>
(3)<BWG 2012-07-19/49, art. 14, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(4)<BWG 2024-02-08/17, art. 5, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art. 17_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. § 1. Er worden prioriteitspunten aan de kandidaten-huurders toegekend volgens de modaliteiten bedoeld in de §§ 2 en 3. § 2. [3 Algemene tabel van gewestelijke prioriteitenPuntenToestanden van het gezin inzake woning Het gezin dat een woning huurt of dat een [1 integratie- of transitwoning]1 bewoont binnen de laatste zes maanden van het huren of het betrekken ervan.5Het gezin dat een caravan, een chalet of een schamel onderkomen als hoofdverblijf bewoont in een zone die in het plan Habitat permanent vastligt, indien het onder fase 1 van dit plan valt.5Het gezin dat door het O.C.M.W. erkend wordt als : - slachtoffer van een rampzalig voorval; - dakloos.5Het huurdersgezin dat een woning moet verlaten die onbewoonbaar of overbevolkt is verklaard, of die het voorwerp is geweest van een onbewoonbaarheids-, overbevolkings- of onteigeningsbesluit.4Het huurdersgezin waarvan de huurovereenkomst door de verhuurder opgezegd wordt overeenkomstig [2 artikel 55, § § 2 en 3, van het decreet van het Waals Gewest van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst]24Het huurdersgezin dat een woning moet verlaten die in een gemeentelijke stadsvernieuwingsomtrek ligt die volgens het reglement bepaald wordt, waarvoor een koopovereenkomst is ondertekend ten bate van een publiekrechtelijke rechtspersoon.4Het gezin dat een caravan, een chalet of een schamel onderkomen als hoofdverblijf bewoont in een zone die niet in het plan '' Habitat permanent '' vastligt, of in een zone die in het plan '' Habitat permanent '' vastligt indien het onder fase 2 van dit plan valt.3Persoonlijke toestanden van het gezin De [1 dakloze]1 persoon die een woning binnen drie maanden voor de indiening van zijn kandidatuur heeft verlaten wegens echtelijk geweld bewezen door bewijsstukken (proces-verbaal, haardattest of attest van het O.C.M.W.).5[1 Gezin waarvan het inkomen niet hoger is dan het bescheiden inkomen en minstens gedeeltelijk afkomstig is uit een werkactiviteit.]14De autonome minderjarige begeleid door een dienst van Hulpverlening aan de Jeugd erkend door de Franse Gemeenschap of de Duitstalige Gemeenschap overeenkomstig de regelgeving ter zake.3Het gezin waarvan één lid gehandicapt is.3Het gezin waarvan één lid ingevolge een erkende beroepsziekte of een arbeidsongeval geen beroepsactiviteit meer kan uitoefenen.3Het gezin waarvan het enige lid dat werkt, zijn betrekking tijdens de twaalf laatste maanden heeft verloren.3Het gezin in een precaire toestand dat overeenkomstig de regelgeving ter zake [1 ...]1 in aanmerking komt voor een wettelijke pensioenuitkering.3De rechthebbende op een krijgsgevangenenpensioen en de oorlogsinvalide.2De voormalige politieke gevangene en zijn rechthebbenden.2De voormalige mijnwerker.2(1)<BWG 2014-05-08/42, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 23-06-2014>(2)<BDG 2020-12-03/42, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2021> Het gezin dat in verschillende toestanden verkeert en dat punten [5 ...]5 geniet, kan de punten van één enige persoonlijke toestand cumuleren met de punten van één enige toestand beleefd in termen van woning. Het gezin mag daarentegen de punten van verschillende persoonlijke toestanden noch de punten van verschillende toestanden beleefd in termen van woning cumuleren.]3
§ 3. [3 Het gezin krijgt één punt per jaar anciënniteit met een maximum van zes punten.]3
§ 4. [3 [4 De Regering kan aanvaarden dat de maatschappij van de toewijzingsregels van dit besluit afwijkt:]4
1° voor de toewijzing van woningen in een wijk bedoeld in een gewestelijk herkwalificatieprogramma voorgesteld door een gemeente en goedgekeurd door de Regering. Dit programma heeft als doelstelling een sociale cohesie in een wijk opnieuw in te voeren, die wijk economisch op te waarderen en het stedenbouwkundige en architectonische aspect ervan te verbeteren en er de aanwezige functies af te wisselen;
2° in het kader van een specifiek project goedgekeurd door de Regering in het kader van een actieprogramma inzake huisvesting.]3
----------
(1)<BWG 2008-07-17/58, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 19-08-2008>
(2)<BWG 2008-12-19/82, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2009>
(3)<BWG 2012-07-19/49, art. 14, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(4)<BDG 2020-02-06/10, art. 11, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
(5)<BDG 2022-04-14/05, art. 4, 010; Inwerkingtreding : 01-05-2022>
Afdeling 2bis. [1 - Mutaties]1
----------
(1)
Art. 17bis.[1 § 1. De aanvrager dient zijn mutatieaanvraag bij de zetel van de maatschappij in aan de hand van het met bijlage 7 overeenstemmende formulier vergezeld van alle elementen die de mutatie bewijzen.
[2 De mutatieaanvraag ingediend binnen een bevoegde maatschappij op het grondgebied van maximum vijf gemeenten is geldig voor het geheel van het grondgebied van de maatschappij.
De mutatieaanvraag ingediend binnen een bevoegde maatschappij op het grondgebied van meer dan vijf gemeenten is geldig voor minstens vijf gemeenten bepaald door de aanvrager.
De aanvrager kan evenwel zijn mutatieaanvraag beperken tot één of meer gemeenteafdelingen. In dit geval is de in artikel 35, eerste lid, bedoelde bijkomende huur verschuldigd tot de intrek in de nieuwe woning.]2
§ 2. [2 De maatschappij houdt op haar zetel een register van de mutatieaanvragen die volgens de door de " Société wallonne " bepaalde modaliteiten vastgesteld worden. De "Société wallonne" kan op gewoon schriftelijk verzoek een afschrift van het register krijgen volgens de standaarden die ze mededeelt.
De ingediende mutatieaanvragen worden in het register op hun datum, in de volgorde van hun indiening opgenomen. Het register van de mutatieaanvragen wordt door de commissaris van de "Société wallonne" nagekeken. Wanneer de commissaris van de "Société wallonne" vaststelt dat de bepalingen van dit artikel niet nageleefd worden, licht hij er laatstgenoemde over in.
Binnen dertig dagen na de indiening of de verzending van het formulier betekent de maatschappij haar gemotiveerde beslissing, waaruit de ontvankelijkheid van de aanvraag of de weigering ervan blijkt.]2
§ 3. [2 Behalve gemotiveerde afwijking toegekend door de raad van bestuur van de maatschappij wordt de mutatieaanvraag van een gezin dat een woning heeft geweigerd, geschrapt.]2
Na de schrapping kan een mutatieaanvraag slechts na een termijn van zes maanden te rekenen van de dag van kennisgeving van de toewijzing van de woning opnieuw ingediend worden.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2012-07-19/49, art. 15, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(2)<BWG 2014-05-08/42, art. 5, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art. 17bis_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. [1 § 1. De aanvrager dient zijn mutatieaanvraag [5 bij één van de zetels]5 van de maatschappij in aan de hand van het met bijlage 7 overeenstemmende formulier vergezeld van alle elementen die de mutatie bewijzen. [2 [5 De aanvrager kan zijn mutatieaanvraag beperken tot één of meer gemeenten van de Duitse taalgebied]5. [5 ...]5. De aanvrager kan evenwel zijn mutatieaanvraag beperken tot één of meer [5 gemeenten]5. In dit geval is de in artikel 35, eerste lid, bedoelde bijkomende huur verschuldigd tot de intrek in de nieuwe woning.]2 § 2. [2 De maatschappij houdt op haar zetel een register van de mutatieaanvragen die volgens de door de [3 Minister]3 bepaalde modaliteiten vastgesteld worden. De [3 Minister]3 kan op gewoon schriftelijk verzoek een afschrift van het register krijgen volgens de standaarden die [3 hij]3 mededeelt. De ingediende mutatieaanvragen worden in het register op hun datum, in de volgorde van hun indiening opgenomen.[4 ...]4 [4 ...]4. Binnen dertig dagen na de indiening of de verzending van het formulier betekent de maatschappij haar gemotiveerde beslissing, waaruit de ontvankelijkheid van de aanvraag of de weigering ervan blijkt.]2 § 3. [2 Behalve gemotiveerde afwijking toegekend door de raad van bestuur van de maatschappij wordt de mutatieaanvraag van een gezin dat een woning heeft geweigerd, geschrapt.]2 Na de schrapping kan een mutatieaanvraag slechts na een termijn van zes maanden te rekenen van de dag van kennisgeving van de toewijzing van de woning opnieuw ingediend worden.]1 ----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2012-07-19/49, art. 15, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(2)<BWG 2014-05-08/42, art. 5, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
(3)<BDG 2020-02-06/10, art. 12, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
(4)<BDG 2020-12-03/42, art. 4, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
(5)<BDG 2022-04-14/05, art. 5, 010; Inwerkingtreding : 01-05-2022>
Afdeling 1. - Toewijzing van woningen.
Art.18. De woningen worden toegewezen door het toewijzingscomité dat overeenkomstig de statuten ingesteld wordt.
Art.19.[1 Onder voorbehoud van de artikelen 20 en 21 en met inachtneming van de in artikel 22 bepaalde verdeling wijst de maatschappij de woningen toe aan de kandidaten volgens het aantal samengetelde punten en overeenkomstig artikel 17, §§ 2 en 3. De datum van aanvaarding van de kandidatuur scheidt de kandidaturen met gelijke punten. "
Voor de toewijzing van de woning kan het toewijzingscomité de ondertekening van een aanzuiveringsplan en een proefperiode opleggen aan elke huurder of kandidaat-huurder die schulden tegenover een maatschappij heeft. Bij weigering van de huurder of kandidaat-huurder wordt de woning hem niet toegewezen.]1
----------
(1)<BWG 2012-07-19/49, art. 16, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
Art.20.[1 De leegstaande aangepaste woning wordt bij voorrang toegewezen aan het gezin waarvan minstens één lid [2 die de handicap heeft waaraan de woning is aangepast of die lijdt aan een degeneratieve ziekte die onvermijdelijk leidt tot een door een gespecialiseerde arts gecertificeerde motorische stoornis en waaraan de woning reeds is aangepast]2 , dat bij dezelfde maatschappij een mutatieaanvraag heeft ingediend om een onaangepaste woning zoals bepaald in artikel 1, 16°, van de Code te verlaten.
De leegstaande aangepaste woning wordt daarna bij voorrang toegewezen aan het gezin, kandidaat-huurder, waarvan minstens één lid [2 die de handicap heeft waaraan de woning is aangepast of die lijdt aan een degeneratieve ziekte die onvermijdelijk leidt tot een door een gespecialiseerde arts gecertificeerde motorische stoornis en waaraan de woning reeds is aangepast]2.]1
Een persoon die ouder is dan 65 jaar of een gezin met een persoon die ouder is dan 65 jaar hebben voorrang bij de toewijzing van een leegstaande woning die speciaal voor hen is ontworpen.
----------
(1)<BWG 2012-07-19/49, art. 17, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(2)<BWG 2024-02-08/17, art. 6, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art.21.[1 [2 Onverminderd de in artikel 20 bedoelde toewijzingsmodaliteiten en tijdens eenzelfde kalenderjaar]2 wijst het toewijzingscomité chronologisch volgens de volgende volgorde minstens 30 % van de leegstaande woningen toe aan :
1° de huurders wier mutatie beslist wordt door de maatschappij overeenkomstig artikel 24, § 4° ;
2° de huurders van een onderbewoonde woning die een mutatieaanvraag hebben ingediend [3 met het oog op het verkrijgen van een geproportioneerde woning als bedoeld in titel II of als bedoeld in titel IV"]3;
3° de huurders die een mutatieaanvraag hebben ingediend om een geproportioneerde woning te verkrijgen, met uitzondering van de in de punten 2°, 4° en 6° bedoelde toestanden;
4° de huurders die een mutatieaanvraag hebben ingediend om een niet-geproportioneerde woning te verlaten die op basis van een afwijzing toegekend overeenkomstig [2 artikel 1, 15°, vierde lid, a) of b)]2 is toegewezen en die sinds minstens drie jaar is bewoond;
5° de huurders wier mutatie wegens persoonlijke redenen of wegens de inkomens van hun gezin wordt aangevraagd;
6° de huurders van een woning met één slaapkamer die een mutatieaanvraag hebben ingediend om een woning met twee slaapkamers te verkrijgen overeenkomstig artikel 1, 5°, eerste lid, c).
Indien het aantal mutatieaanvragen tijdens het betrokken kalenderjaar de toewijzing van minstens 30 % van de leegstaande woningen niet mogelijk maakt, wordt het resterende percentage op basis van artikel 22 toegewezen aan de nieuwe kandidaturen.]1
----------
(1)<BWG 2012-07-19/49, art. 18, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(2)<BWG 2014-05-08/42, art. 6, 007; Inwerkingtreding : 23-06-2014>
(3)<BWG 2024-02-08/17, art. 8, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art.22.[1 Tijdens eenzelfde kalenderjaar worden de aan de kandidaat-huurders toegewezen leegstaande woningen op het grondgebied van elke gemeente toegewezen :
1° voor minimum 50 % aan de [2 gezinnen van categorie 1]2;
2° [2 indien de gemeente over minstens vijf procent sociale woningen beschikt, mag ze een maximaal percentage woningen gelijk aan het percentage sociale woningen op haar grondgebied toewijzen aan de categorie 3-gezinnen.
Het percentage waarmee rekening wordt gehouden is het percentage sociale woningen dat op 1 januari van het jaar N-3 is vastgesteld en door de administratie is bevestigd. Dit percentage wordt naar boven afgerond en wordt met vijf procent verhoogd als de gemeente meer dan 75.000 inwoners heeft. Het aantal inwoners wordt bepaald op basis van de cijfers van de werkelijke bevolking vastgesteld door de federale Minister van Economische Zaken. ]2
3° voor het resterende percentage waarvan het percentage van woningen toegewezen krachtens artikel 23 wordt afgetrokken, aan de gezinnen met bescheiden inkomens.
20 % van de toewijzingen worden voorbehouden aan de kandidaten die op 1 juli 2012 slechts over anciënniteitpunten genieten en die hun kandidatuur overeenkomstig artikel 14 in 2013 hebben hernieuwd. Die toewijzingen worden bij voorrang gegeven aan de kandidaten die over het grootste aantal punten beschikken.]1
----------
(1)<BWG 2012-07-19/49, art. 19, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(2)<BWG 2024-02-08/17, art. 8, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art.23.[2 § 1.]2 [1 Op basis van een gemotiveerde beslissing genomen na eensluidend advies van de commissaris van de " Société wallonne " kan het toewijzingscomité van de bepalingen van artikel 19 afwijken :
1° in geval van overmacht bevestigd door de burgemeester van de gemeente;
2° wegens redenen van sociale urgentie of sociale cohesie voor maximum 10 % van de toewijzingen uitgevoerd tijdens eenzelfde kalenderjaar in elke gemeente.
Dit percentage wordt gebracht op :
a) 15 % voor de gemeenten die over minder dan 5 % van sociale woningen op hun grondgebied beschikken;
b) 15 % voor de gemeenten die over minder dan 5 % van sociale woningen op hun grondgebied beschikken maar waarvan de verhouding van sociale woningen opgericht op hun grondgebied verhoogd is met 20 % gedurende vijf jaar voor het op twee na laatste jaar. De gemeente die deze voorwaarden naleeft, moet het bestuur daarover inlichten, dat de vereiste verhoging verifieert en bevestigt;
c) 20 % voor de gemeenten die over minder dan 15 % van sociale woningen op hun grondgebied beschikken.
De percentages van sociale woningen die in aanmerking worden genomen, zijn de percentages vastgesteld op 1 januari van het op twee na laatste jaar en bevestigd door het bestuur. Deze percentages worden naar boven afgerond.
Tijdens eenzelfde kalenderjaar moet het overwogen percentage voor twee derde bestemd worden voor de kandidaturen die een afwijking wegens sociale urgentie vereisen en voor een derde voor de kandidaturen die een afwijking wegens sociale cohesie vereisen.
Wanneer de gemeente over minstens 20 % van sociale woningen op haar grondgebied beschikt, wordt het percentage evenwel voor de helft bestemd voor de kandidaturen die een afwijking wegens sociale urgentie vereisen en voor de andere helft voor de kandidaturen die een afwijking wegens sociale cohesie vereisen.
[2 § 2. In afwijking van artikel 21 en op basis van een gemotiveerde beslissing genomen na eensluidend advies van de commissaris van de "Société wallonne" kan het toewijzingscomité vóór de toewijzing van een woning aan de huurders bedoeld in artikel 21, eerste lid, 3° :
1° een woning toekennen aan de huurders wier mutatie wegens persoonlijke redenen gevraagd wordt alleen wanneer ze door sociale urgentie of sociale cohesie gemotiveerd wordt;
2° een woning met toegangsmogelijkheden wat betreft haar structuur of haar ligging toekennen aan de huurders waar minstens één lid van het gezin gezondheidsproblemen bevestigd door een geneesheer [3 specialist]3 heeft en dat bij dezelfde maatschappij een mutatieaanvraag heeft ingediend om in aanmerking te komen voor dit soort woning.]2
[2 § 3.]2 Bij niet-overeenstemmend advies van de Commissaris kan de toewijzing uitgevoerd worden mits een gunstige stemming van het toewijzingscomité met minstens 80 % van de stemmen van de aanwezige leden.]1
----------
(1)<BWG 2012-07-19/49, art. 20, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(2)<BWG 2014-05-08/42, art. 7, 007; Inwerkingtreding : 23-06-2014>
(3)<BWG 2024-02-08/17, art. 9, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art. 23_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. [2 § 1.]2 [1 [4 Bij een gemotiveerde beslissing]4]3 kan het toewijzingscomité van de bepalingen van artikel 19 afwijken : 1° in geval van overmacht bevestigd door de burgemeester van de gemeente; 2° wegens redenen van sociale urgentie of sociale cohesie voor maximum 10 % van de toewijzingen uitgevoerd tijdens eenzelfde kalenderjaar in elke gemeente. Dit percentage wordt gebracht op : a) 15 % voor de gemeenten die over minder dan 5 % van sociale woningen op hun grondgebied beschikken; b) 15 % voor de gemeenten die over minder dan 5 % van sociale woningen op hun grondgebied beschikken maar waarvan de verhouding van sociale woningen opgericht op hun grondgebied verhoogd is met 20 % gedurende vijf jaar voor het op twee na laatste jaar. De gemeente die deze voorwaarden naleeft, moet het bestuur daarover inlichten, dat de vereiste verhoging verifieert en bevestigt; c) 20 % voor de gemeenten die over minder dan 15 % van sociale woningen op hun grondgebied beschikken. De percentages van sociale woningen die in aanmerking worden genomen, zijn de percentages vastgesteld op 1 januari van het op twee na laatste jaar en bevestigd door het bestuur. Deze percentages worden naar boven afgerond. Tijdens eenzelfde kalenderjaar moet het overwogen percentage voor twee derde bestemd worden voor de kandidaturen die een afwijking wegens sociale urgentie vereisen en voor een derde voor de kandidaturen die een afwijking wegens sociale cohesie vereisen. Wanneer de gemeente over minstens 20 % van sociale woningen op haar grondgebied beschikt, wordt het percentage evenwel voor de helft bestemd voor de kandidaturen die een afwijking wegens sociale urgentie vereisen en voor de andere helft voor de kandidaturen die een afwijking wegens sociale cohesie vereisen. [2 § 2. In afwijking van artikel 21 en [4 bij een gemotiveerde beslissing]4]3 kan het toewijzingscomité vóór de toewijzing van een woning aan de huurders bedoeld in artikel 21, eerste lid, 3° : 1° een woning toekennen aan de huurders wier mutatie wegens persoonlijke redenen gevraagd wordt alleen wanneer ze door sociale urgentie of sociale cohesie gemotiveerd wordt; 2° een woning met toegangsmogelijkheden wat betreft haar structuur of haar ligging toekennen aan de huurders waar minstens één lid van het gezin gezondheidsproblemen bevestigd door een geneesheer heeft en dat bij dezelfde maatschappij een mutatieaanvraag heeft ingediend om in aanmerking te komen voor dit soort woning.]2 [2 § 3.]2[4 ...]4 ----------
(1)<BWG 2012-07-19/49, art. 20, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(2)<BWG 2014-05-08/42, art. 7, 007; Inwerkingtreding : 23-06-2014>
(3)<BDG 2020-02-06/10, art. 13, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
(4)<BDG 2020-12-03/42, art. 5, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
HOOFDSTUK V. - Verhuur.
Afdeling 1. - [1 Woonrecht en huurovereenkomst]1
----------
(1)
Art.24.[1 § 1. Wanneer een gezin een woning verkrijgt, geniet het over een woonrecht gedurende negen jaar, waarbij dit gezin een sociale woning gedurende deze periode van negen jaar overeenkomstig één of verschillende huurovereenkomsten kan huren.
Dit woonrecht houdt op, wanneer de maatschappij de huurovereenkomst ontbindt in de volgende gevallen :
1° de inkomens- en vermogensvoorwaarden van de huurder leven artikel 3, § 2, niet meer na;
2° de huurder verstrekt onjuiste of onvolledige aangiften betreffende de samenstelling van het gezin of de voor de berekening van de huurprijs nodige inlichtingen;
3° in geval van opzegging van de dienstenovereenkomst gesloten tussen de huurder en de vereniging die de cel A.V.J. beheert indien de woning in een cel A.V.J. (hulpverlening in het dagelijkse leven) geïntegreerd is;
4° als de huurder de bepalingen van deze huurovereenkomst of van het huishoudelijk reglement niet naleeft,
of als de huurder de huurovereenkomst ontbindt.
In de andere gevallen wordt dit recht voor een nieuwe periode van negen jaar verlengd.
§ 2. De maatschappij verhuurt de toegewezen woning op basis van de type-huurovereenkomst opgenomen in bijlage 5. De huurovereenkomst wordt voor negen jaar of voor de resterende duur van het woonrecht gesloten.
§ 3. De maatschappij kan mits een opzegging betekend minstens drie maanden tevoren de huurovereenkomst elk ogenblik ontbinden in de volgende gevallen :
1° wanneer de huurder onjuiste of onvolledige aangiften verstrekt betreffende de samenstelling van het gezin of de voor de berekening van de huurprijs nodige inlichtingen;
2° wanneer het gezin de bepalingen van deze huurovereenkomst of van het huishoudelijk reglement niet naleeft,
3° in geval van opzegging van de dienstenovereenkomst gesloten tussen de huurder en de vereniging die de cel A.V.J. beheert indien de woning in een cel A.V.J. (hulpverlening in het dagelijkse leven) geïntegreerd is.
§ 4. De maatschappij kan op één januari na afloop van een triënnium of na afloop van de periode waarvoor de huurovereenkomst is gesloten, mits opzegging betekend zes maanden tevoren opzeg geven aan de huurovereenkomst in de volgende gevallen :
1° wanneer de vermogensvoorwaarden van de huurder artikel 3, § 2, niet meer naleven;
2° wanneer de woning minstens vier slaapkamers omvat en niet meer geproportioneerd is met uitzondering van de gezinnen waarvan één lid ouder is dan 70 jaar of [3 dat lijdt aan een handicap of een degeneratieve ziekte die onvermijdelijk leidt tot een door een gespecialiseerde arts erkende motorische stoornis]3 en in de gevallen bedoeld in [2 artikel 1, 15°, vierde lid]2;
3° wanneer de woning die specifiek ontworpen is voor personen ouder dan 65 jaar, voor studenten of voor [3 personen die lijden aan een handicap of een degeneratieve ziekte die onvermijdelijk leidt tot een door een gespecialiseerde arts erkende motorische stoornis]3, aan een persoon verhuurd is die niet tot deze categorieën behoort en van wie geen lid van het gezin niet onder deze categorieën valt en wanneer een persoon die aan de specificiteit van de woning voldoet en die zijn kandidatuur bij de maatschappij heeft ingediend, alle voorwaarden vervult om de woning te verkrijgen en voor zover geen andere woning aangepast aan die persoon of die specifiek voor die personen ontworpen is, leegstaande is.
In de twee laatste gevallen wordt een andere woning verhuurd door de maatschappij in dezelfde gemeente voor de resterende duur van het woonrecht of voor een nieuwe periode van negen jaar indien het woonrecht verlengd wordt met een nieuwe periode negen jaar.
De huurder kan één enig huisvestingsvoorstel gedaan door de maatschappij in het kader van de opgelegde mutatie weigeren.
§ 5. Na afloop van de periode waarvoor de huurovereenkomst is gesloten, kan de maatschappij mits opzegging van minstens zes maanden betekend voor het verstrijken van de termijn opzeg geven aan de huurovereenkomst wanneer de inkomensvoorwaarden artikel 3, § 2, niet meer naleven.
Als deze huurovereenkomst niet wordt opgezegd na afloop van de periode waarvoor ze is gesloten, wordt ze hernieuwd voor een nieuwe duur van negen jaar onder dezelfde voorwaarden.
§ 6. Mits een opzegging van drie maanden kan de huurder de huurovereenkomst elk ogenblik ontbinden.
§ 7. De type-huurovereenkomst bevat de modaliteiten voor de opzegging van de huur door de maatschappij.
De huurder vestigt zich in de woning die hij in huur neemt.
Elke clausule in strijd met de bepalingen van de type-huurovereenkomst kan niet tegengeworpen worden aan de huurder.]1
----------
(1)<BWG 2012-07-19/49, art. 22, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(2)<BWG 2014-05-08/42, art. 8, 007; Inwerkingtreding : 23-06-2014>
(3)<BWG 2024-02-08/17, art. 10, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art. 24_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. [1 § 1. Wanneer een gezin een woning verkrijgt, geniet het over een woonrecht gedurende negen jaar, waarbij dit gezin een sociale woning gedurende deze periode van negen jaar overeenkomstig één of verschillende huurovereenkomsten kan huren. Dit woonrecht houdt op, wanneer de maatschappij de huurovereenkomst ontbindt in de volgende gevallen : 1° de inkomens- en vermogensvoorwaarden van de huurder leven artikel 3, § 2, niet meer na; 2° de huurder verstrekt onjuiste of onvolledige aangiften betreffende de samenstelling van het gezin of de voor de berekening van de huurprijs nodige inlichtingen; 3° [3 ...]3 4° als de huurder de bepalingen van deze huurovereenkomst of van het huishoudelijk reglement niet naleeft, of als de huurder de huurovereenkomst ontbindt. In de andere gevallen wordt dit recht voor een nieuwe periode van negen jaar verlengd. § 2. De maatschappij verhuurt de toegewezen woning op basis van de type-huurovereenkomst opgenomen in bijlage 5. De huurovereenkomst wordt voor negen jaar of voor de resterende duur van het woonrecht gesloten. § 3. De maatschappij kan mits een opzegging betekend minstens drie maanden tevoren de huurovereenkomst elk ogenblik ontbinden in de volgende gevallen : 1° wanneer de huurder onjuiste of onvolledige aangiften verstrekt betreffende de samenstelling van het gezin of de voor de berekening van de huurprijs nodige inlichtingen; 2° wanneer het gezin de bepalingen van deze huurovereenkomst of van het huishoudelijk reglement niet naleeft, 3° [3 ...]3 § 4. De maatschappij kan op één januari na afloop van een triënnium of na afloop van de periode waarvoor de huurovereenkomst is gesloten, mits opzegging betekend zes maanden tevoren opzeg geven aan de huurovereenkomst in de volgende gevallen : 1° wanneer de vermogensvoorwaarden van de huurder artikel 3, § 2, niet meer naleven; 2° wanneer de woning minstens vier slaapkamers omvat en niet meer geproportioneerd is met uitzondering van de gezinnen waarvan één lid ouder is dan 70 jaar of gehandicapt is en in de gevallen bedoeld in [2 artikel 1, 15°, vierde lid]2; 3° wanneer de woning die specifiek ontworpen is voor personen ouder dan 65 jaar, voor studenten of voor gehandicapte personen, aan een persoon verhuurd is die niet tot deze categorieën behoort en van wie geen lid van het gezin niet onder deze categorieën valt en wanneer een persoon die aan de specificiteit van de woning voldoet en die zijn kandidatuur bij de maatschappij heeft ingediend, alle voorwaarden vervult om de woning te verkrijgen en voor zover geen andere woning aangepast aan die persoon of die specifiek voor die personen ontworpen is, leegstaande is. In de twee laatste gevallen wordt een andere woning verhuurd door de maatschappij in dezelfde gemeente voor de resterende duur van het woonrecht of voor een nieuwe periode van negen jaar indien het woonrecht verlengd wordt met een nieuwe periode negen jaar. De huurder kan één enig huisvestingsvoorstel gedaan door de maatschappij in het kader van de opgelegde mutatie weigeren. § 5. Na afloop van de periode waarvoor de huurovereenkomst is gesloten, kan de maatschappij mits opzegging van minstens zes maanden betekend voor het verstrijken van de termijn opzeg geven aan de huurovereenkomst wanneer de inkomensvoorwaarden artikel 3, § 2, niet meer naleven. Als deze huurovereenkomst niet wordt opgezegd na afloop van de periode waarvoor ze is gesloten, wordt ze hernieuwd voor een nieuwe duur van negen jaar onder dezelfde voorwaarden. § 6. Mits een opzegging van drie maanden kan de huurder de huurovereenkomst elk ogenblik ontbinden. § 7. De type-huurovereenkomst bevat de modaliteiten voor de opzegging van de huur door de maatschappij. De huurder vestigt zich in de woning die hij in huur neemt. Elke clausule in strijd met de bepalingen van de type-huurovereenkomst kan niet tegengeworpen worden aan de huurder.]1 ----------
(1)<BWG 2012-07-19/49, art. 22, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(2)<BWG 2014-05-08/42, art. 8, 007; Inwerkingtreding : 23-06-2014>
(3)<BDG 2020-12-03/42, art. 6, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
Art.25. § 1. Voor elke woning int de maatschappij een maandhuur die vanaf de inwerkingtreding van de overeenkomst verschuldigd is en vóór de tiende van elke maand betaald moet worden.
§ 2. Overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 25 februari 1999 tot regeling van de huurkosten van woningen beheerd door de "Société wallonne du Logement" (Waalse Huisvestingsmaatschappij) of door openbare huisvestingsmaatschappijen die zij erkend heeft, kan de maatschappij de huurders bovenop de huurprijs lasten aanrekenen, met name :
- in ruil voor de diensten die ze genieten;
- voor het gebruik van de voorzieningen van de woning;
- voor het gebruik van de gemeenschappelijke voorzieningen en delen.
§ 3. De huurder, of de vertegenwoordiger die hij aanwijst, kan op de zetel van de maatschappij één keer per jaar volgens de door de Minister bepaalde modaliteiten kennis nemen van alle gegevens betreffende de berekening van de lasten die hem aangerekend worden. Indien hij het wenst, mag hij zich laten bijstaan door een persoon van zijn keuze.
Art.26. § 1. Het gezin moet elk bijkomend gegeven dat nodig is voor de berekening van de huurprijs verstrekken binnen de maand waarin het daarom verzocht wordt.
Het moet bovendien de maatschappij schriftelijk toestemming geven om zich elk document te laten afgeven dat nodig is voor de berekening van de huurprijs.
§ 2. De huurder moet de maatschappij onverwijld kennis geven van elke wijziging van zijn gezin of van elke vermindering of verhoging met 15 % of meer van de inkomens van zijn gezin ten opzichte van de inkomens die in aanmerking werden genomen voor de berekening van de laatste huurprijs, die overeenkomstig de bepalingen van artikel 30 is vastgelegd.
Art. 26bis. [1 Onverminderd de toepassing van de artikelen 20 en 21, kan de maatschappij op verzoek van één van de gezinsleden die de ondertekenaar van het huurcontract niet is en die woonachtig is aan het adres van de woning een nieuw huurcontract sluiten met hem als medeondertekenaar, strekkende tot dezelfde woning.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2008-12-19/82, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2009>
Art.27. Een fiche met de berekening van de huurprijs, opgemaakt naar het model in bijlage 6, wordt door de maatschappij aan de huurder overgemaakt.
Art.28. De maatschappij kan de huurprijs verhogen tot het maximumbedrag bedoeld in artikel 34 of de huurovereenkomst ontbinden mits opzegging gegeven overeenkomstig de wetsbepalingen en onverminderd de verplichting tot betaling van de huurverschillen die de huurder onrechtmatig heeft genoten bij weigering tot verstrekking van de machtigingen bedoeld in artikel 26, § 1, of de gegevens die nodig zijn voor de vastlegging van de huurprijs, ingevolge een aangetekende herinnering gericht door de maatschappij aan een lid van het gezin, in geval van onjuiste of onvolledige aangifte van een lid van het gezin, alsook in geval van intrekking van de machtigingen bedoeld in artikel 26, § 1, of van verzuim van de kennisgeving bedoeld in artikel 26, § 2.
De beslissing tot toepassing van deze bepalingen wordt door de raad van bestuur van de maatschappij genomen na advies van de commissaris van de "Société wallonne".
Art. 28_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. De maatschappij kan de huurprijs verhogen tot het maximumbedrag bedoeld in artikel 34 of de huurovereenkomst ontbinden mits opzegging gegeven overeenkomstig de wetsbepalingen en onverminderd de verplichting tot betaling van de huurverschillen die de huurder onrechtmatig heeft genoten bij weigering tot verstrekking van de machtigingen bedoeld in artikel 26, § 1, of de gegevens die nodig zijn voor de vastlegging van de huurprijs, ingevolge een aangetekende herinnering gericht door de maatschappij aan een lid van het gezin, in geval van onjuiste of onvolledige aangifte van een lid van het gezin, alsook in geval van intrekking van de machtigingen bedoeld in artikel 26, § 1, of van verzuim van de kennisgeving bedoeld in artikel 26, § 2. [2 ...]2.
----------
(1)<BDG 2020-02-06/10, art. 14, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
(2)<BDG 2020-12-03/42, art. 7, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
Afdeling 2. - Vastlegging van de huurprijs.
Art.29. § 1. De huurprijs wordt jaarlijks overeenkomstig artikel 30 aangepast, rekening houdend met de inkomens van de leden van het gezin die de woning gebruiken, met de door de maatschappij bepaalde coëfficiënt x, alsook met de basishuurprijs.
De aldus gewijzigde huurprijs is toepasselijk op 1 januari.
§ 2. Een nieuwe huurprijs en een nieuwe huurovereenkomst worden opgemaakt als een andere woning van de maatschappij aan de huurder toegewezen wordt.
De nieuwe huurprijs is op de dag van de mutatie van toepassing.
§ 3. Een nieuwe huurprijs wordt overeenkomstig de bepalingen van artikel 30 vastgelegd als :
1° het gezin dat de woning gebruikt een wijziging ondergaat;
2° het totaal van de op jaarbasis berekende inkomens van het gezin dat de woning gebruikt met minimum 15 % verminderd of verhoogd is ten opzichte van de inkomens die in aanmerking werden genomen voor de berekening van de laatste huurprijs.
In geval van inkomensvermindering wordt de nieuwe huurprijs toegepast de eerste dag van de maand na de kennisgeving van de vermindering door de huurder. De huurder levert om de drie maanden het bewijs van de inkomensvermindering, op straffe van onmiddellijke herinvoering van de vroegere huurprijs.
In geval van inkomensverhoging is de nieuwe huurprijs toepasselijk de eerste dag van de maand na de inkomensverhoging.
Art.30. De maandelijkse huurprijs (L) is gelijk aan het resultaat van de toepassing van onderstaande formule :
L = 0,4 LB + x RA/12
waarbij :
LB : maandelijkse basishuurprijs;
RA : jaarinkomens van het gezin zoals bedoeld in artikel 31;
x : coëfficiënt, functie van de inkomens RA en jaarlijks voor de gezamenlijke huurders door de maatschappij vastgelegd overeenkomstig de methode omschreven in bijlage 1.
Art.31. Voor de toepassing van artikel 30 worden de in artikel 1, 8°, van dit besluit bedoelde inkomens van de huurder door de maatschappij opgeteld.
Art.32. § 1. Per kind ten laste wordt een bedrag van 6 euro afgetrokken van de huurprijs berekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 30.
Dat bedrag wordt gekoppeld aan het indexcijfer der consumptieprijzen van de maand mei 2007.
Het verandert jaarlijks op 1 januari naar gelang van het indexcijfer van de maand mei van het vorige jaar.
Het bedrag dat uit deze aanpassing resulteert wordt naar het tiental eurocent afgerond.
§ 2. Het gehandicapte kind of weeskind wordt gelijkgesteld met twee kinderen ten laste. De volwassen gehandicapte persoon wordt beschouwd als hebbende een kind ten laste.
§ 3. De Minister bepaalt de modaliteiten voor de tenlasteneming van die aftrek door het Gewest.
Art.33. De overeenkomstig de artikelen 30 tot 32 berekende huurprijs mag niet lager zijn dan 12 % van de minimuminkomens bedoeld in artikel 1, 8°.
Art.34.De maandelijkse huurprijs, exclusief de aftrekken bedoeld in artikel 32, berekend overeenkomstig de artikelen 30 tot 32, mag niet hoger zijn dan 20 % van de inkomens van het gezin of, na die aftrekken, dan de normale huurwaarde, voorzover de inkomens van dat gezin gedurende minstens één jaar die van een gezin met bescheiden inkomens niet overschrijden met meer dan 20 %.
Voor een gezin waarvan de inkomens sinds minstens een jaar [1 meer dan 20 %]1 hoger zijn dan die van een gezin met bescheiden inkomens wordt de maandelijkse huurprijs [2 niet beperkt tot 125 % van de normale huurwaarde]2.
[1 Het vorige lid is evenwel niet van toepassing als de huurder, of zijn samenwonende echtgenoot, of de persoon met wie hij ongehuwd samenwoont :
- de leeftijd van 50 jaar bereikt op 1 januari van het jaar waarin de huurprijs overeenkomstig dezelfde paragraaf aangepast zou moeten worden en indien hij op dezelfde datum sinds minstens tien jaar dezelfde woning gebruikt;
- of als hij een niet geproportioneerde woning in toepassing van artikel 21 verlaat.]1
----------
(1)<BWG 2008-12-19/82, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2009>
(2)<BWG 2012-07-19/49, art. 23, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
Art.35.[1 Als de huurder een niet-geproportioneerde woning en voor zover het gezin geen gehandicapt lid telt, betaalt hij bovenop de overeenkomstig de artikelen 29 tot 34 van dit besluit berekende huurprijs een toeslag van 25 euro wanneer de woning een overtollige slaapkamer omvat, van 60 euro wanneer de woning twee overtollige slaapkamers omvat, van 100 euro wanneer de woning drie overtollige slaapkamers omvat en 150 euro wanneer de woning vier overtollige slaapkamers of meer omvat.
[2 Wanneer de huurder een mutatie naar een geproportioneerde woning vraagt met inachtneming van de bepalingen van artikel 17bis, en als hij ze niet beperkt tot één of meer gemeentelijke afdelingen, is de in het eerste lid bedoelde bijkomende huur niet verschuldigd.
Na de schrapping van een mutatieaanvraag overeenkomstig artikel 17bis, § 3, is de in het eerste lid bedoelde bijkomende huur evenwel verschuldigd ondanks de indiening van een nieuwe mutatieaanvraag door de huurder overeenkomstig artikel 17bis.]2 ]1
----------
(1)<BWG 2012-07-19/49, art. 24, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(2)<BWG 2014-05-08/42, art. 9, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art. 35_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. [1 Als de huurder een niet-geproportioneerde woning en voor zover het gezin geen gehandicapt lid telt, betaalt hij bovenop de overeenkomstig de artikelen 29 tot 34 van dit besluit berekende huurprijs een toeslag van 25 euro wanneer de woning een overtollige slaapkamer omvat, van 60 euro wanneer de woning twee overtollige slaapkamers omvat, van 100 euro wanneer de woning drie overtollige slaapkamers omvat en 150 euro wanneer de woning vier overtollige slaapkamers of meer omvat. [2 Wanneer de huurder een mutatie naar een geproportioneerde woning vraagt met inachtneming van de bepalingen van artikel 17bis, en als hij ze niet beperkt tot één of meer [3 gemeenten]3, is de in het eerste lid bedoelde bijkomende huur niet verschuldigd. Na de schrapping van een mutatieaanvraag overeenkomstig artikel 17bis, § 3, is de in het eerste lid bedoelde bijkomende huur evenwel verschuldigd ondanks de indiening van een nieuwe mutatieaanvraag door de huurder overeenkomstig artikel 17bis.]2 ]1 ----------
(1)<BWG 2012-07-19/49, art. 24, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(2)<BWG 2014-05-08/42, art. 9, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
(3)<BDG 2022-04-14/05, art. 6, 010; Inwerkingtreding : 01-05-2022>
TITEL III.
HOOFDSTUK VI. [1 I Specifiek project Housing first ]1
----------
(1)
Art.36.[1 . In het kader van dit hoofdstuk wordt een specifiek Housing First-project gedefinieerd als elk project dat gericht is op het verstrekken van een individuele woning en multidisciplinaire begeleiding op lange termijn aan daklozen met een lange geschiedenis van straatslapen die lijden aan psychiatrische problemen of verslavingen ]1.
----------
(1)<BWG 2024-02-08/17, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art.37.[1 § 1. Met toestemming van de Waalse maatschappij mag de onderneming afwijken van de toewijzingscriteria in dit besluit, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
1° ten minste één van de bij het project betrokken partners wordt gesubsidieerd in het kader van artikel 61 van het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid of artikel 198, 3° van het Waalse Wetboek van Duurzaam Wonen;
2° de doelgroep bestaat uit personen die dakloos zijn of in sociale moeilijkheden verkeren en die zich in één of meer van de volgende situaties bevinden:
leeft in de openbare ruimte;
heeft geen woning, kan geen eigen woning krijgen en heeft daarom geen verblijfplaats;
heeft geen woning die bewoonbaar is of verbeterd kan worden op het gebied van gezondheids-, veiligheids- en bewoonbaarheidsnormen;
verblijft of is tijdelijk ondergebracht in een instelling ;
heeft een woning en heeft eerder in een van de onder a) tot en met d) genoemde situaties verkeerd;
bevindt zich in een precaire situatie of loopt het risico in een precaire situatie terecht te komen;
3° de toewijzingen maken het mogelijk om gezinnen te begeleiden waarvoor de onder 1° bedoelde subsidie wordt toegekend;
4° het doelpubliek wordt via de gepaste kanalen geïnformeerd over het project en de middelen van beroep;
5° de afwijkingscriteria voor aanneming en toewijzing voldoen aan de beginselen van gelijke behandeling, motivering, evenredigheid, objectiviteit en redelijke rechtvaardiging;
6° de toewijzingsprocedure voorziet in de motivering van de aanneming en de weigering van aanvragen, alsook in de toewijzingen
7° het toewijzingscomité is verantwoordelijk voor de toewijzing van woningen in het kader van het Housing First project.
§ 2. De in paragraaf 1 bedoelde toestemmingsaanvraag bevat:
1° de lokale context van dakloosheid en de eventuele ervaring van de maatschappij op dit vlak;
2° het aantal woningen waarvoor de afwijking wordt aangevraagd op legitieme en evenredige gronden;
3° de identificatie van de partner(s) die verantwoordelijk zijn voor de permanente sociale begeleiding en hun kwalificatie(s) om "Housing First" begeleiding te bieden;
4° de identificatie van het doelpubliek en de nagestreefde sociale doelstellingen;
5° de procedures en criteria voor de toewijzing van deze woningen;
6° het bewijs dat de sociale begeleiding multidisciplinair, geïndividualiseerd en niet beperkt in de tijd zal zijn;
7° de geplande samenwerking met de maatschappij, in het bijzonder via de sociale referent bedoeld in artikel 131bis van de CWHD (het Waalse Wetboek van Duurzame Wonen) ;
8° de samenstelling van het team dat instaat voor de analyse en selectie van het doelpubliek;
9° de procedures voor de bekendmaking van het "Housing First"-project;
10° De procedures voor de opening van de kandidaturen, de aanneming van de kandidaten, de analyse van de kandidaturen en de selectie van de kandidaten;
11° de procedures voor het meedelen van bestaande beroepsprocedures.
§ 3. Wanneer een maatschappij toestemming heeft gekregen van de "Société wallonne du Logement" (Waalse Huisvestingsmaatschappij om af te wijken van de toewijzingscriteria van dit besluit, blijven de overige bepalingen van dit besluit van toepassing ]1.
----------
(1)<BWG 2024-02-08/17, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art.38.[1 De in artikel 37 bedoelde afwijking wordt voor onbepaalde tijd toegestaan en eindigt aan het einde van de subsidieperiode van de partner(s) die verantwoordelijk is/zijn voor de lopende maatschappelijke begeleiding ]1.
----------
(1)<BWG 2024-02-08/17, art. 4, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
HOOFDSTUK IV.
Hoofdstuk VII. [1 Het overlijden van de huurder]1
----------
(1)
Art.39. <Opgeheven bij BWG 2012-07-19/49, art. 25, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
Art.39. [1 De huurovereenkomst wordt automatisch beëindigd bij overlijden van de huurder en de woning is vrij van bewoning.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2024-02-08/17, art. 12, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art.40. <Opgeheven bij BWG 2012-07-19/49, art. 25, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
Art.40. [1 Als de woning wordt bewoond door personen die er ten minste achttien maanden wonen, maar de wijziging in de gezinssamenstelling niet overeenkomstig artikel 4 van bijlage 5 aan de maatschappij is gemeld, of als de personen niet voldoen aan de in dit besluit gestelde aannemingsvoorwaarden, sluit de maatschappij met de bewoner(s) een overeenkomst voor precaire bewoning af voor een duur van maximaal zes maanden.
De Minister bepaalt de berekening van de vergoeding en de voorwaarden die van toepassing zijn op overeenkomsten voor precaire bewoning en stelt een modelovereenkomst op.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2024-02-08/17, art. 12, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art.41. [1 § 1. Als de woning wordt bewoond door personen die er ten minste achttien maanden wonen, dat de wijziging in de gezinssamenstelling niet overeenkomstig artikel 4 van bijlage 5 aan de maatschappij is overgemaakt en dat personen voldoen aan de in dit besluit gestelde aannemingsvoorwaarden:
a) als de bewoonde woning geschikt is en in verhouding staat tot de gezinssamenstelling, sluit het bedrijf een huurovereenkomst af met deze personen;
b) als de bewoonde woning niet geschikt is of in verhouding staat tot de gezinssamenstelling, zal de maatschappij deze personen een geproportioneerde woning aanbieden.
§ 2. Als er geen geproportioneerde woning beschikbaar is, sluit de maatschappij met de in paragraaf 1 bedoelde personen een overeenkomst voor precaire bewoning af, die afloopt zodra de maatschappij passende een geproportioneerde woning aanbiedt.
De Minister bepaalt de berekening van de vergoeding en de voorwaarden die van toepassing zijn op overeenkomsten voor precaire bewoning en stelt een modelovereenkomst op.
§ 3. In geval van weigering van de aangeboden woning zal het bedrijf de overeenkomst voor precaire bewoning beëindigen, behalve in het geval van een weigering die naar behoren is gemotiveerd om rechtvaardige motieven.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2024-02-08/17, art. 12, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art.41. [1 § 1. Als de woning wordt bewoond door personen die er ten minste achttien maanden wonen, dat de wijziging in de gezinssamenstelling niet overeenkomstig artikel 4 van bijlage 5 aan de maatschappij is overgemaakt en dat personen voldoen aan de in dit besluit gestelde aannemingsvoorwaarden:
a) als de bewoonde woning geschikt is en in verhouding staat tot de gezinssamenstelling, sluit het bedrijf een huurovereenkomst af met deze personen;
b) als de bewoonde woning niet geschikt is of in verhouding staat tot de gezinssamenstelling, zal de maatschappij deze personen een geproportioneerde woning aanbieden.
§ 2. Als er geen geproportioneerde woning beschikbaar is, sluit de maatschappij met de in paragraaf 1 bedoelde personen een overeenkomst voor precaire bewoning af, die afloopt zodra de maatschappij passende een geproportioneerde woning aanbiedt.
De Minister bepaalt de berekening van de vergoeding en de voorwaarden die van toepassing zijn op overeenkomsten voor precaire bewoning en stelt een modelovereenkomst op.
§ 3. In geval van weigering van de aangeboden woning zal het bedrijf de overeenkomst voor precaire bewoning beëindigen, behalve in het geval van een weigering die naar behoren is gemotiveerd om rechtvaardige motieven.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2024-02-08/17, art. 12, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
HOOFDSTUK V.
Art.41. <Opgeheven bij BWG 2012-07-19/49, art. 25, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
TITEL IV. - Woning met evenwichtige huurprijs.
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
Art.42.[1 Op basis van een gemotiveerde beslissing kan de maatschappij gemiddelde woningen en woningen waarvan de huur berekend wordt in toepassing van de bepalingen vervat in afdeling 2 van hoofdstuk 5 van dit besluit, die zij in eigendom en beheer heeft, verhuren volgens het evenwichtshuurstelsel.]1
----------
(1)<BWG 2024-02-08/17, art. 13, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art.43.[1 § 1. Het aantal woningen dat tegen een evenwichtshuur wordt verhuurd, mag niet hoger zijn dan het in de volgende tabel vastgestelde percentage, waarbij :
P staat voor de verhouding, uitgedrukt als percentage, tussen het aantal huishoudens in een gemeente dat een woning van openbaar nut bewoont die eigendom is van een maatschappij en het aantal huishoudens in dezelfde gemeente dat een woning bewoont die geen eigendom is van een maatschappij;
E staat voor het maximale percentage in een gemeente van gemiddelde woningen en woningen waarvoor de huur wordt berekend met toepassing van de bepalingen in afdeling 2 van hoofdstuk 5 van dit besluit die zij mag omzetten in woningen met een evenwichtshuur.
Percentage huishoudens dat een woning bewoont die eigendom is van een maatschappij | Maximumpercentage om te zetten of omgezette woningen naar woningen met een evenwichtshuur |
P < 5% | E = 7,5% |
5% ≤ P <10% | E = 10% |
P ≥ 10% | E = 20% |
Het in lid 1 bedoelde percentage wordt voor het eerst vastgesteld op 1 april 2024 en om de vijf jaar in januari opnieuw geëvalueerd.
§ 2. De raad van bestuur van de maatschappij bepaalt het maximale aantal en, indien van toepassing, de ligging en het type woning die de hij zal verhuren tegen een evenwichtshuur.
§ 3. De maatschappij informeert de "Société wallonne" over elke toewijzing van woningen met een evenwichtshuur volgens de modaliteiten bepaald door de "Société wallonne".
§ 4. De maatschappij waarvan het percentage lager is dan het eerder bepaalde percentage wanneer haar percentage wordt geherwaardeerd, moet haar situatie bij elke verandering van huurder aanpassen. Huurovereenkomsten met een evenwichtshuur die het percentage overschrijden kunnen niet worden verlengd.]1
----------
(1)<BWG 2024-02-08/17, art. 13, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art. 43_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. § 1. De maatschappij bezorgt de [1 administratie]1 jaarlijks uiterlijk 1 september de lijst van de woningen die ze voorstelt op te nemen in het register bedoeld in artikel 42. Die lijst gaat vergezeld van een nota met de motivering van de keuze van de woningen, het bedrag van de basishuurprijs die ze voorstelt op iedere geregistreerde woning toe te passen en van het gunstig advies van de vennootgemeente op het grondgebied waarvan de geregistreerde woningen gevestigd zijn. Het bedrag van de basishuurprijs wordt bepaald na vergelijking met de huurwaarde van een gelijkaardige woning in de gemeente. Het aantal voorgedragen woningen mag per jaar niet hoger zijn dan het aantal sociale woningen te koop geboden in dezelfde gemeente. § 2. De [1 administratie]1 inventariseert de woningen op basis van de overeenkomstig § 1 geformuleerde voorstellen en maakt een lijst op die ze ter goedkeuring aan de Minister voorlegt, alsook de jaarlijks uiterlijk 1 november toe te passen huurprijzen voor het volgende boekjaar. De goedgekeurde lijst wordt door de [1 administratie]1 aan elke betrokken maatschappij overgemaakt.
----------
(1)<BDG 2020-02-06/10, art. 15, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
HOOFDSTUK II. - Toewijzing van woningen.
Art.44.[1 § 1. Het huishouden dat een woning tegen een evenwichtshuur aanvraagt, moet voldoen aan de voorwaarden inzake inkomen en vermogen bedoeld in artikel 1, 29°, 30° of 31° van het Wetboek:
1° bij de indiening van de kandidaatstelling;
2° bij bevestiging van de kandidatuur;
3° bij de toewijzing van de woning;
4° tijdens de duur van de huurovereenkomst.
§ 2. De huurder mag geen eigenaar of vruchtgebruiker zijn van een woning, tenzij deze ongeschikt is voor bewoning, onbewoonbaar is of ongeschikt is voor bewoning.]1
----------
(1)<BWG 2024-02-08/17, art. 13, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art. 44_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. § 1. De maatschappij houdt een apart register van de kandidatuuraanvragen voor de woningen opgenomen op de lijst bedoeld in artikel 42 van dit besluit. Dat register wordt volgens de door de [1 Minister]1 bepaalde modaliteiten opgesteld. § 2. De woning wordt toegewezen aan het gezin dat zijn aanvraag het eerst heeft ingediend. § 3. De jaarlijkse huurprijs mag niet hoger zijn dan 25 % van de inkomens van het gezin. § 4. De huurder mag geen woning in volle eigendom of in vruchtgebruik hebben, behalve een onverbeterbare, onbewoonbare of onaangepaste woning.
----------
(1)<BDG 2020-02-06/10, art. 16, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
HOOFDSTUK III. - Huurstelsel.
Art.45.[1 De maatschappij houdt een register bij van de kandidaturen voor een woning tegen een evenwichtshuur, opgesteld in overeenstemming met de modaliteiten bepaald door de "Société wallonne".
Voorafgaand aan de toewijzing en bij gebrek aan kandidaten die voldoen aan de criteria vermeld in artikel 47, § 2, van dit besluit binnen het register, publiceert de maatschappij gedurende ten minste vijftien dagen een vacature voor de woning op de website van de "Société wallonne" en op ten minste twee andere kanalen.
De bekendmaking leeft de bepalingen van artikel 5 van het decreet van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst na.]1
----------
(1)<BWG 2024-02-08/17, art. 13, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art. 45_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. § 1. Onverminderd de artikelen 43 en 45, § 2, worden de betrekkingen tussen de maatschappij en haar huurders door het [1 decreet van het Waals Gewest van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst]1 geregeld. Onderverhuring is verboden. § 2. De heffingen, verbruiken en kosten ten laste van de huurder worden berekend overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 25 februari 1999 tot regeling van de huurkosten van woningen beheerd door de "Société wallonne du Logement" of door openbare huisvestingsmaatschappijen die zij erkend heeft.
----------
(1)<BDG 2020-12-03/42, art. 8, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
Art.46.[1 De aanvrager moet zijn kandidatuur indienen bij de zetel van de maatschappij van zijn keuze met behulp van het aanvraagformulier in bijlage 9 bij dit besluit, samen met de documenten die nodig zijn om vast te stellen of hij in aanmerking komt.
De in lid 1 bedoelde documenten zijn documenten die de maatschappij niet rechtstreeks van de authentieke bron kan verkrijgen.
De aanvrager moet de gemeenten aanwijzen waarin hij kandidaat is voor de toewijzing van een woning met een maximum van vijf gemeenten die hij bij voorkeur indeelt. Hij kan zijn kandidatuur beperken tot de toewijzing van een woning in maximum vijf deelgemeenten of wijken van sociale woningen binnen het geheel van de gekozen gemeenten. De aanvrager is van rechtswege kandidaat voor de toewijzing van een woning bij alle huisvestingsmaatschappijen die het grondgebied van de aangewezen gemeenten, deelgemeenten of wijken bedienen. De maatschappij die het eenmalige kandidatuurformulier in ontvangst heeft genomen, wordt belast met de procedure bedoeld in de artikelen 13 tot 15.
De aanvrager moet bepalen of zijn aanvraag op een huis of een appartement betrekking heeft en of hij een garage of een tuin aanvraagt. De maatschappij biedt de aanvrager een woning aan die strikt aan zijn eisen voldoet.
Bij de indiening van zijn kandidatuur moet de aanvrager bepalen of zijn aanvraag op een aangepaste woning betrekking heeft en de aanpassingen die hij nodig heeft vermelden.
De artikelen 12, § 2 en 3, en 13 tot 16 van dit besluit zijn van toepassing op aanvragen voor een woning tegen een evenwichtshuur.]1
----------
(1)<BWG 2024-02-08/17, art. 13, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art. 46_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. § 1. De maatschappij bezorgt de [1 administratie]1 uiterlijk 31 maart een verslag naar het model opgemaakt door de "Société wallonne". Dat verslag bevat een schatting van de financiële weerslag van de verrichting en heeft betrekking op o.a. : - het geheel van de huurprijzen geïnd per type woning - het verschil tussen het bedrag van de geïnde huurprijzen en de huurprijzen berekend overeenkomstig de huur van sociale of gemiddelde woningen. § 2. De [1 administratie]1 maakt jaarlijks een globale evaluatie van de toepassing van de evenwichtshuur aan de Minister over.
----------
(1)<BDG 2020-02-06/10, art. 17, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
HOOFDSTUK IV. - Informatieverstrekking, motivering en middelen van beroep.
Art.47.[1 § 1. Het toewijzingscomité heeft als hoofdzakelijke opdracht de woningen toe te wijzen.
§ 2. De woning wordt toegewezen aan een huishouden dat aan de volgende voorwaarden voldoet:
1° de middelen van het huishouden, na aftrek van de huur, zijn groter dan of gelijk aan tachtig procent van het leefloon:
a) tegen het tarief "alleenstaande" als het huishouden van de aanvrager uit één persoon bestaat;
b) tegen het tarief "huishouden" als het huishouden van de aanvrager bestaat uit een alleenstaande of een paar met ten minste één ongehuwd minderjarig kind ten laste, vermeerderd met één tarief voor samenwonenden voor elke extra volwassene;
c) tegen het tarief "samenwonende" vermenigvuldigd met het aantal volwassenen als het huishouden uit meerdere personen bestaat zonder afhankelijke ongehuwde minderjarige kinderen;
2° de toegewezen woning staat in verhouding tot de samenstelling van het huishouden van de aanvrager. Als er geen kandidaat is die aan dit criterium voldoet, wijst het comité een woning met een extra slaapkamer toe.
§ 3. De datum waarop de aanvraag wordt aangenomen, wordt gebruikt om een beslissing te nemen tussen aanvragers die voldoen aan zowel de inkomens- als de huisvestingsverhoudingsvoorwaarden zoals beschreven in paragraaf 1. Als de datum waarop de aanvraag wordt aangenomen, identiek is, wordt de leegstaande woning bij voorrang toegewezen aan het huishouden waarvan de ondertekenaar van de kandidatuur het oudst is. In afwijking van het vorige lid, en onverminderd de toewijzingsprioriteiten in dit artikel, wijst het toewijzingscomité leegstaande woningen bij voorrang toe aan huurders van onderbewoonde woningen met een evenwichtshuur die kandidaat zijn voor een woning met een evenredige evenwichtshuur, en vervolgens aan huishoudens die een sociale huurwoning huren als bedoeld in titel II.]1
----------
(1)<BWG 2024-02-08/17, art. 13, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art.47/1. [1 § 1. Onverminderd artikel 44, § 2, worden de verhoudingen tussen de maatschappij en haar huurders geregeld door de bepalingen die van toepassing zijn inzake hoofdverblijfplaats van het decreet van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst.
De onderverhuur is verboden.
§ 2. De initiële huur is gelijk aan de gestandaardiseerde huurwaarde.
De huur wordt jaarlijks aangepast aan de kosten van levensonderhoud volgens de modaliteiten van artikel 26, § 1, van het decreet van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst.
§ 3. De vergoedingen, consumpties en kosten die aan de huurder worden aangerekend, worden vastgesteld in overeenstemming met het besluit van de Waalse Regering van 25 februari 1999 tot regeling van de huurkosten van woningen beheerd door de "Société wallonne du Logement" (Waalse Huisvestingsmaatschappij) of de door haar erkende maatschappijen.
§ 4. De "Société wallonne" heeft een modelhuurovereenkomst opgesteld voor huurwoningen met een evenwichtshuur.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2024-02-08/17, art. 13, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art.47/2. [1 § 1. Uiterlijk op 31 maart van elk jaar dient de maatschappij bij de "Société wallonne" een verslag in volgens het door de laatstgenoemde opgestelde model, waarin de financiële gevolgen van de operatie worden geëvalueerd en waarin alle geïnde huurgelden per type woning worden vermeld.
§ 2. De "Société wallonne" dient jaarlijks een algemene evaluatie van de toepassing van de evenwichtshuur in bij de Minister.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2024-02-08/17, art. 13, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art.47/3. [1 Hoofdstuk III van titel II van dit besluit is van toepassing op de verhuur van woningen met een evenwichtshuur.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2024-02-08/17, art. 13, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
TITEL V. - [1 Sociale woning voor studenten]1
----------
(1)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
Art.48.Deze titel is toepasselijk op de verhuur van woningen waarvan de maatschappij eigenaar is ten gunste van studenten zoals bedoeld in artikel 1, 16°, van dit besluit.
De maatschappij kan het beheer van de aan studenten [1 verhuurde collectieve woningen]1 toevertrouwen aan de inrichtende macht van een inrichting van het secundair of hoger onderwijs of van een universiteit.
----------
(1)<BWG 2012-07-19/49, art. 27, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
HOOFDSTUK II. - [1 Toewijzing van de wooneenheden]1
----------
(1)
Art.49.De maatschappij houdt een apart register van de kandidatuuraanvragen voor [1 collectieve woningen]1 die ze voor verhuur aan studenten bestemt. Dat register wordt jaarlijks geactualiseerd en wordt opgemaakt volgens de door de "Société wallonne" bepaalde modaliteiten.
----------
(1)<BWG 2012-07-19/49, art. 29, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
Art. 49_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. De maatschappij houdt een apart register van de kandidatuuraanvragen voor [1 collectieve woningen]1 die ze voor verhuur aan studenten bestemt. Dat register wordt jaarlijks geactualiseerd en wordt opgemaakt volgens de door de [2 Minister]2 bepaalde modaliteiten. ----------
(1)<BWG 2012-07-19/49, art. 29, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(2)<BDG 2020-02-06/10, art. 18, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.50.[1 De wooneenheid wordt toegewezen]1 aan de student die zijn aanvraag het eerst heeft ingediend.
----------
(1)<BWG 2012-07-19/49, art. 30, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
HOOFDSTUK III. - Huurstelsel.
Art.51.[1 De maatschappij verhuurt haar wooneenheden op basis van de type-huurovereenkomst opgenomen in bijlage 8 bij dit besluit. De huurovereenkomst wordt voor een verlengbare periode van maximum 12 maanden gesloten.
Mits een opzegging van drie maanden kan de huurder de huurovereenkomst elk ogenblik ontbinden.
De type-huurovereenkomst bevat de modaliteiten voor de opzegging van de huur door de maatschappij.
Elke clausule in strijd met de bepalingen van de type-huurovereenkomst kan niet tegengeworpen worden aan de huurder.
De student is niet verplicht om zich in de woning die hij in huur neemt, te vestigen.
De maatschappij verhuurt een wooneenheid aan dezelfde student voor maximum zes jaar.]1
----------
(1)<BWG 2012-07-19/49, art. 31, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
Art.52. § 1. Als de student over inkomens beschikt, zijn de vermogens- en inkomensvoorwaarden bedoeld in artikel 1, 29° en 30°, van de Code van toepassing.
Als hij geen inkomens heeft, worden alleen de inkomensvoorwaarden van het gezin dat hem ten laste heeft in aanmerking genomen.
§ 2. Artikel 3, § 2 en § 3, van dit besluit is van toepassing.
Art.53.De artikelen [1 18 en 25]1 van dit besluit zijn van toepassing.
[1 De eerste huurprijs wordt forfaitair op 250 euro bepaald voor elke collectieve woning verhuurd aan een student. Deze huurprijs wordt geïndexeerd volgens de modaliteiten bepaald overeenkomstig artikel 203 van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen.]1
----------
(1)<BWG 2012-07-19/49, art. 32, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
Art. 53_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. De artikelen [1 18 en 25]1 van dit besluit zijn van toepassing. [1 De eerste huurprijs wordt forfaitair op 250 euro bepaald voor elke collectieve woning verhuurd aan een student. Deze huurprijs wordt geïndexeerd volgens de modaliteiten bepaald overeenkomstig artikel 203 [2 van het Wetboek]2.]1 ----------
(1)<BWG 2012-07-19/49, art. 32, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(2)<BDG 2020-02-06/10, art. 19, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
HOOFDSTUK IV. - Informatieverstrekking, motivering en middelen van beroep.
Art.54. Hoofdstuk III van Titel II van dit besluit is van toepassing op de verhuur van woningen die aan studenten verhuurd worden.
Titel 5bis. - [1 Woning verhuurd aan de gezinnen bedoeld in artikel 1, 18°]1
----------
(1)
HOOFDSTUK I. - [1 Toepassingsgebied.]1
----------
(1)
Art. 54bis. [2 Deze titel is van toepassing op de verhuur van woningen ten voordele van de personen bedoeld in artikel 1, 18°, die uiterlijk op 15 april 2010 een huisvestingsaanvraag ingediend hebben bij het Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn van de stad Luik.]2
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2010-01-29/06, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-02-2010>
(2)<BWG 2010-03-11/03, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 01-03-2010>
HOOFDSTUK II. - [1 Toewijzing van de woning]1
----------
(1)
Art. 54ter. [1 Elke tussen 1 februari en 30 april 2010 leegstaande woning wordt door de comités voor de toewijzing van de openbare huisvestingsmaatschappijen gevestigd op het grondgebied van de stad Luik en/of in de aangrenzende gemeenten bij voorrang toegewezen aan het gezin bedoeld in artikel 54bis waarvan de globaal belastbare inkomsten de zwakste zijn, afgerond naar het lagere tiental euro.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2010-01-29/06, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-02-2010>
HOOFDSTUK III. - [1 Huurregeling]1
----------
(1)
Art. 54quater. [1 Het gezin wordt ondergebracht voor een maximumperiode van zes maanden. Na verstrijken van die periode mag de maatschappij het gezin, als dat gezin ten gevolge van de ramp nog steeds zonder woning is, een nieuwe bewoningsperiode van maximum zes maanden toekennen.
De betrekking tussen de maatschappij en het gezin wordt geregeld bij een overeenkomst van voorlopige bewoning, omschreven in het ministerieel besluit.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2010-01-29/06, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-02-2010>
Art. 54quinquies. [1 Het bedrag van de maandelijkse bewoningsvergoeding mag niet hoger zijn dan 20 % van de inkomsten.
In dat bedrag zijn alle lasten vervat, behalve die met betrekking tot water, gas, elektriciteit, verwarming, teledistributie en telefoon.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2010-01-29/06, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-02-2010>
TITEL VI. - Opheffingsbepalingen.
Art.55. Opgeheven worden :
- het besluit van de Waalse Regering van 25 februari 1999 betreffende de verhuur van sociale woningen beheerd door de "Société wallonne du Logement" of de openbare huisvestingsmaatschappijen;
- het ministerieel besluit van 15 februari 1996 tot bepaling, wat betreft de woningen beheerd door de "Société wallonne du Logement" of de door haar erkende maatschappijen, van de modaliteiten voor de indiening van de kandidatuuraanvragen, de procedureregels voor onvolledige aanvragen, alsook de procedure en de modaliteiten waarbij wordt bevestigd dat een aanvraag in aanmerking wordt genomen;
- het ministerieel besluit van 21 april 1995 tot bepaling van de vorm van het register van de kandidaturen voor een woning van de "Société wallonne" en de door haar erkende maatschappijen;
- het ministerieel besluit van 15 april 1996 tot bepaling van de modaliteiten voor de indiening van een beroep door de gegadigde huurder van een woning van de "Société wallonne" of de door haar erkende maatschappijen;
- het ministerieel besluit van 15 juni 2001 tot vastlegging van de type-huurovereenkomst voor de regeling van de verhuur van sociale woningen beheerd door de openbare huisvestingsmaatschappijen;
- het ministerieel besluit van 20 oktober 1992 tot vastlegging van de algemene regels die de "Société wallonne du Logement" en de door haar erkende maatschappijen moeten naleven bij de bepaling van de coëfficiënt bedoeld in artikel 15, § 1, tweede lid, van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 13 juni 1991 betreffende de verhuur van woningen beheerd door de "Société wallonne du Logement" of de door haar erkende maatschappijen, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 23 juli 1992.
TITEL VII. - Overgangsbepalingen.
Art.56. De maatschappij die woningen ontvangt ingevolge verrichtingen tot samensmelting of herstructurering van de openbare huisvestingsmaatschappijen, zoals aangenomen door de Waalse Regering tijdens haar zitting van 18 oktober 2001 of zoals later aangenomen door de Waalse Regering, behoudt voor de duur van drie jaar ten gunste van de huurders die deze woningen gebruikten op de datum van overdracht van hun eigendom, het bedrag van de huurprijs zoals toegepast bij de laatste berekening van de huur vastgelegd door de overdragende maatschappij.
Art.57. De huurovereenkomsten gesloten na de inwerkingtreding van dit besluit vallen onder de bepalingen van dit besluit.
Art.58. De gezinnen die kandidaat-huurder zijn op de datum van inwerkingtreding van dit besluit behouden hun voorrangspunten.
Art.59. <Opgeheven bij BWG 2012-07-19/49, art. 47, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
Art.60.De maatschappij legt het ontwerp van specifieke regelgeving bedoeld in artikel 17, § 4, van dit besluit voor het eerst voor aan de "Société wallonne" uiterlijk 1 januari 2008.
De "Société wallonne" legt de lijst bedoeld in artikel 43, § 2, van dit besluit voor het eerst ter goedkeuring voor aan de Minister uiterlijk 1 januari 2008.
[1 De "Société wallonne" wordt toegelaten de berekening van de bezoldigingen en de presentiegelden te regulariseren tegen de voorwaarden bedoeld bij artikel 4 van dit besluit, sinds de eerste terechtzitting van de kamer van beroep.]1
----------
(1)<BWG 2008-12-19/82, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2009>
Art. 60_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. De maatschappij legt het ontwerp van specifieke regelgeving bedoeld in artikel 17, § 4, van dit besluit voor het eerst voor aan de "Société wallonne" uiterlijk 1 januari 2008. De "Société wallonne" legt de lijst bedoeld in artikel 43, § 2, van dit besluit voor het eerst ter goedkeuring voor aan de Minister uiterlijk 1 januari 2008. [1 De "Société wallonne" wordt toegelaten de berekening van de bezoldigingen en de presentiegelden te regulariseren tegen de voorwaarden bedoeld bij artikel 4 van dit besluit, sinds de eerste terechtzitting van de kamer van beroep.]1 [2 In afwijking van artikel 14, § 1, eerste lid, richt de maatschappij voor het jaar 2022, tussen 15 mei en 15 juni, een gewone brief of e-mail aan alle kandidaat-huurders die vóór 1 juli in aanmerking komen met het verzoek om hun kandidatuur te vernieuwen.]2 [2 In afwijking van artikel 14, § 2, bevestigt de kandidaat voor het jaar 2022 tussen 1 mei en 15 juli de aanvraag die toegelaten werd op een datum voor 1 juli, volgens de nadere regels bepaald in artikel 12, § 1.]2 ----------
(1)<BWG 2008-12-19/82, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2009>
(2)<BDG 2022-04-14/05, art. 7, 010; Inwerkingtreding : 01-05-2022>
TITEL VIII. - Inwerkingtreding.
Art.61. § 1. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2008.
§ 2. In afwijking van § 1 treedt artikel 13, § 2, van dit besluit in werking op de door de Regering vastgelegde datum.
(NOTA : Inwerkingtreding van artikel 13, § 2, vastgesteld op 01-01-2008 door BWG 2007-12-13/35, art. 1)
§ 3. De beroepsprocedure geregeld bij de artikelen 8 en volgende is van toepassing op de beslissingen die de maatschappij na 1 januari 2008 neemt.
Art.62. De Minister van Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - Vastlegging van de coëfficiënt x
Om de waarde van x naar gelang van RA vast te leggen, kiest de maatschappij jaarlijks twee waarden van x :
- de ene, x1, moet schommelen tussen twee waarden die ze kan bereiken : minimum 0,035 en maximum 0,060;
- de andere, x2, moet schommelen tussen twee waarden die ze kan bereiken : minimum 0,090 en maximum 0,120.
De waarde van x, naar gelang van RA, wordt vervolgens bepaald aan de hand van de volgende formules :
Indien RA gelijk is aan 7.500 euro of minder, x = x1.
Indien RA hoger is dan 7.500 euro en lager dan 15.000 euro, x = x1 + (x2 - x1)(RA - 7.500)/7.500.
Indien RA gelijk is aan 15.000 euro of meer, x = x2.
In geval van samensmelting kan de "Société wallonne du Logement" de uit die samensmelting voortkomende maatschappij ertoe machtigen bij wijze van overgangsmaatregel jaarlijks aparte waarden x1 en x2 vast te leggen voor het vermogen van elk van de gefuseerde maatschappijen.
De maatschappij die woningen ontvangt ingevolge verrichtingen tot samensmelting of herstructurering van de openbare huisvestingsmaatschappijen, zoals aangenomen door de Waalse Regering tijdens haar zitting van 18 oktober 2001, behoudt voor de duur van drie jaar ten gunste van de huurders die deze woningen gebruiken op de datum van overdracht van hun eigendom, de coëfficiënten X1 en X2 die toepasselijk zijn op de laatste berekening van de huurprijs vastgelegd door de overdragende maatschappij.
Als de overdragende maatschappij tijdens die periode van drie jaar de coëfficiënten X1 of X2 die toepasselijk zijn bij de berekening van de huurprijs voor de huurders van haar eerste woningen evenwel verhoogt, moeten de coëfficiënten X1 of X2 die toepasselijk zijn bij de berekening van de huurprijs voor de huurders van de ontvangen woningen bedoeld in het vorige lid verhoudingsgewijs verhoogd worden, zonder de maxima te overschrijden die voor deze coëfficiënten voorzien worden.
Art. N2. Bijlage 2. - Tabel van de actualiseringscoëfficiënten
<td colspan="4" valign="top">Tabel van de actualiseringscoëfficiënten voor de berekening van de kostprijzen geactualiseerd op 1.1.2008
Jaar | Coefficient | Jaar | Coefficient |
- | - | - | - |
1914 | 102,6891 | 1961 | 3,9156 |
1915 | 70,0146 | 1962 | 3,9419 |
1916 | 53,7435 | 1963 | 3,7922 |
1917 | 40,0944 | 1964 | 3,4720 |
1918 | 35,8928 | 1965 | 3,6020 |
1919 | 32,6584 | 1966 | 3,3785 |
1920 | 29,7403 | 1967 | 3,3198 |
1921 | 27,7014 | 1968 | 3,3498 |
1922 | 25,3028 | 1969 | 3,2026 |
1923 | 24,3728 | 1970 | 2,9929 |
1924 | 21,8250 | 1971 | 2,9118 |
1925 | 26,4120 | 1972 | 2,7653 |
1926 | 23,3678 | 1973 | 2,5454 |
1927 | 20,6306 | 1974 | 2,0041 |
1928 | 17,4033 | 1975 | 1,8534 |
1929 | 14,9346 | 1976 | 1,7407 |
1930 | 16,3834 | 1977 | 1,6191 |
1931 | 19,6971 | 1978 | 1,6057 |
1932 | 21,7550 | 1979 | 1,5817 |
1933 | 25,1762 | 1980 | 1,5214 |
1934 | 25,4151 | 1981 | 1,5562 |
1935 | 24,5055 | 1982 | 1,5913 |
1936 | 22,4848 | 1983 | 1,6282 |
1937 | 19,1545 | 1984 | 1,5866 |
1938 | 15,2300 | 1985 | 1,5306 |
1939 | 18,3851 | 1986 | 1,4908 |
1940 | 13,4047 | 1987 | 1,5242 |
1941 | 9,6268 | 1988 | 1,4839 |
1942 | 8,2872 | 1989 | 1,4404 |
1943 | 6,3133 | 1990 | 1,4029 |
1944 | 5,4435 | 1991 | 1,3539 |
1945 | 4,4982 | 1992 | 1,3189 |
1946 | 4,3320 | 1993 | 1,2884 |
1947 | 3,8121 | 1994 | 1,2736 |
1948 | 4,0484 | 1995 | 1,2572 |
1949 | 4,1916 | 1996 | 1,2350 |
1950 | 3,9709 | 1997 | 1,2139 |
1951 | 3,5496 | 1998 | 1,2000 |
1952 | 3,6535 | 1999 | 1,1824 |
1953 | 4,1160 | 2000 | 1,1664 |
1954 | 4,0310 | 2001 | 1,1450 |
1955 | 4,3233 | 2002 | 1,1169 |
1956 | 4,0742 | 2003 | 1,0927 |
1957 | 3,7855 | 2004 | 1,0711 |
1958 | 4,0832 | 2005 | 1,0528 |
1959 | 4,2080 | 2006 | 1,0187 |
1960 | 3,9483 | 2007 | 1,0000 |
Art. N3.Bijlage 3. - Handvest van de maatschappijen en de huurders
INLEIDING
Dit handvest heeft tot doel te wijzen op de beginselen van de wederzijdse rechten en verplichtingen van de maatschappij, die eigenaar is van de woning, en van de huurder, die een sociale woning gebruikt, waarbij beiden partij zijn bij de overeenkomst.
Dit handvest vervangt de huurovereenkomst noch het huishoudelijk reglement. Het creëert geen nieuwe verplichtingen of rechten.
Mijnheer, Mevrouw ...,
huurders van de woning gelegen te ...
In onze/mijn hoedanigheid van huurder,
En de Maatschappij ...
In de hoedanigheid van eigenaar van de woning,
Bij het betrekken van de woning verbindt de huurder zich ertoe kennis te nemen van de huurovereenkomst (en van de bijlagen), die hij ondertekent.
[1 ...]1
De maatschappij en de huurder verbinden er zich toe gezamenlijk een uitvoerige beschrijving van de woning te maken bij het betrekken ervan.
Tijdens de looptijd van de huurovereenkomst verbindt de huurder zich ertoe zijn woning persoonlijk te bewonen, als een goede huisvader, en de gemeenschappelijke en groene ruimtes (hall, liften, tuinen, speelruimte, ...) te respecteren die hem ter beschikking gesteld worden.
Meer algemeen zorgt de huurder ervoor een houding aan te nemen die de rust van de buren en de omgeving niet stoort.
De huurder verbindt zich ertoe de maatschappij kennis te geven van elke wijziging van zijn beroeps-, gezins- en vermogenstoestand en in te gaan op alle verzoeken om gegevens van de maatschappij.
Hij verbindt zich ertoe de maatschappij onverwijld kennis te geven van alle schade in zijn woning en maatregelen te nemen om de schade te beperken. De maatschappij verbindt zich ertoe de huurder binnen 10 dagen na ontvangst van zijn aanvraag kennis te geven van de behandeling ervan.
De huurder verbindt zich ertoe zijn huur de tiende van de maand te betalen.
In geval van financiële problemen verwittigt hij zo spoedig mogelijk de maatschappij. In samenspraak met de maatschappij verbindt de huurder zich tot de toepassing van het in onderlinge overeenstemming vastgelegde plan tot aanzuivering van zijn achterstallige huurgelden.
Bovenop zijn huur betaalt de huurder de lasten i.v.m. zijn woning op basis van een jaarlijkse aftrek die door de maatschappij wordt berekend. De maatschappij verbindt zich ertoe alle uitleg en bewijsstukken te verstrekken m.b.t. die lasten.
Elk ogenblik verbindt de maatschappij zich ertoe de huurder binnen 10 dagen na ontvangst van elke aanvraag of elke eventuele klacht kennis te geven van de behandeling ervan.
De maatschappij verbindt zich ertoe onthaal- en informatiediensten waar te nemen op uren en plaatsen die voor iedereen toegankelijk zijn.
De maatschappij verbindt zich ertoe de huurder kennis te geven van de maatregelen genomen inzake onthaal en sociale begeleiding.
De maatschappij verbindt zich ertoe haar huurders aan te zetten tot deelname aan de gemeenschappelijke activiteiten die tot stand gebracht worden om het verenigingsleven te bevorderen.
Ze zorgt ervoor een woning voor te stellen die beantwoordt aan de samenstelling van het gezin van de huurder.
Ze zorgt voor een vlot verloop van een eventuele verhuizing.
Ze verbindt zich ertoe de huurder kennis te geven van de gegevens van referentiepersonen met wie contact opgenomen kan worden in noodgevallen.
De maatschappij staat de huurder bij in zijn administratieve stappen betreffende de huur van zijn woning.
Voor de maatschappij, De huurder,
----------
(1)<BWG 2012-07-19/49, art. 33, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
Art. N4. Bijlage 4. - Eenmalig kandidatuurformulier
(Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. van 07-11-2007, p. 56525-56529.)
Gewijzigd bij :
<BWG 2008-07-17/58, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 19-08-2008; Zie B.St. van 19-08-2008, p. 43767-43770>
<BWG 2008-12-19/82, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2009; Zie B.St. van 26-01-2009, p. 4296-4299>
<BWG 2012-07-19/49, art. 34, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
<BWG 2014-05-08/42, art. 12, 007; Inwerkingtreding : 23-06-2014>
<BWG 2024-02-08/17, art. 15, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
<BWG 2024-02-08/17, art. 16, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024> Art. N4_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. Bijlage 4. - Eenmalig kandidatuurformulier (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. van 07-11-2007, p. 56525-56529.) Gewijzigd bij : <BWG 2008-07-17/58, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 19-08-2008; Zie B.St. van 19-08-2008, p. 43767-43770> <BWG 2008-12-19/82, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2009; Zie B.St. van 26-01-2009, p. 4296-4299> <BWG 2012-07-19/49, art. 34, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013> <BWG 2014-05-08/42, art. 12, 007; Inwerkingtreding : 23-06-2014> <BWG 2020-02-06/10, art. 20, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
<BDG 2020-12-03/42, art. 9, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
<BDG 2022-04-14/05, art. 8, 010; Inwerkingtreding : 01-05-2022> Art. N5.Bijlage 5. - Type-huurovereenkomst
TYPE-HUUROVEREENKOMST
1. De maatschappij ...
waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is op volgend adres :
openbare huisvestingsmaatschappij erkend door de "Société wallonne du Logement" en vertegenwoordigd door ...
hierna "DE MAATSCHAPPIJ" genoemd
en
2. Mijnheer ... en Mevrouw ...
woonachtig te :
verbinden zich hoofdelijk en ondeelbaar,
hierna "DE HUURDER" genoemd
ZIJN OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT :
Artikel één. Sociale aard van de woning.
De maatschappij geeft een sociale woning in huur dankzij de financiële tegemoetkoming van het Waalse Gewest.
Deze woning wordt toegewezen met inachtneming van o.a., de sociale, familiale en financiële toestand van de huurder.
De duur van de huurovereenkomst, de berekening van de huurprijs en van de lasten van de huurder, alsook de modaliteiten voor het stellen van de huurwaarborg vallen onder specifieke regels die door de Waalse Regering vastgelegd worden. Deze regels kunnen tijdens de looptijd van de huurovereenkomst desgevallend gewijzigd worden.
Deze huurovereenkomst is conform het model gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 6 september 2007 betreffende de verhuur van sociale woningen beheerd door de "Société wallonne du Logement" of de openbare huisvestingsmaatschappijen, dat de maatschappij in acht moet nemen.
Artikel 2. Beschrijving van de woning.
De maatschappij verhuurt de huurder :
- een huis;
- een appartement,
gelegen straat ..., nr..., bus ... te (postcode en gemeente) ...
De woning bestaat uit ... hall, ... keuken, ... living, ... veranda, ... badkamer, ... slaapkamer(s), ... WC, ... zolder, ... ketelhuis, ... kelder(s), ... garage.
De huurder bevestigt een woning in huur te hebben gekregen die speciaal ontworpen is voor :
- een persoon die ouder is dan 65 jaar;
- een gezin met een persoon die ouder is dan 65 jaar;
- een gehandicapte persoon;
- [4 ...]4.
Er wordt een plaatsbeschrijving van de woning opgemaakt vooraleer ze ter beschikking van de huurder gesteld wordt.
- in der minne, door de maatschappij en de huurder;
- door een in onderlinge overeenstemming aangewezen deskundige, waarbij de maatschappij en de huurder elk de helft van de kosten dragen.
De plaatsbeschrijving wordt bij deze huurovereenkomst gevoegd.
Artikel 3. Bestemming van de woning.
De huurder gebruikt de woning als privéwoning. Elke andere bestemming is verboden.
Artikel 4. Gebruik van de woning.
De huurder moet de woning persoonlijk gebruiken, er verblijven en er woonachtig zijn [5 ...]5.
Hij mag er het genot van in eender welke hoedanigheid niet overdragen, zelfs niet bij overlijden.
Elke overdracht of onderverhuring, zelfs gedeeltelijk, is verboden.
De woning als hoofdverblijf mag slechts gebruikt worden door personen die deel uitmaken van het gezin van de huurder, die er woonachtig zijn en als dusdanig bij de maatschappij zijn aangegeven.
Bij de inwerkingtreding van deze huurovereenkomst is de samenstelling van het gezin de volgende :
Naam en voornaam | Geboortedatum | Aanverwantschap, verwantschap |
| | huurder |
| | |
Elke wijziging in deze gezinssamenstelling tijdens de huurperiode wordt binnen acht dagen per brief aan de maatschappij meegedeeld.
Artikel 5. Eigendom van een andere woning.
Als de huurder of één van de leden van het gezin dat de woning gebruikt het volle genot van een woning in eigendom, vruchtgebruik of erfpacht krijgt, geeft hij de maatschappij binnen de maand kennis daarvan, onverminderd artikel 18, § 2, van deze huurovereenkomst.
Artikel 6. Duur van de huurovereenkomst.
De huurovereenkomst treedt in werking op ...
De woning wordt ter beschikking van de huurder gesteld onder de volgende voorwaarden :
- de ondertekening van de plaatsbeschrijving van de woning (zie artikel 2);
- het stellen van de huurwaarborg (zie artikel 10);
- de betaling van de eerste huurmaand (zie artikel 9).
Deze overeenkomst wordt gesloten voor een duur van negen jaar [6 of voor de resterende duur van het woonrecht]6. Als deze huurovereenkomst niet wordt opgezegd binnen de termijnen bedoeld in de artikelen 17 en 18, wordt ze hernieuwd voor een nieuwe duur van negen jaar [6 of voor de resterende duur van het woonrecht]6.
[6 ...]6
Artikel 7. Berekening van de huurprijs.
§ 1. Beginselen.
De huurprijs wordt berekend overeenkomstig de regelgeving betreffende de vastlegging van de huurprijs van sociale woningen gelegen op het grondgebied van het Waalse Gewest.
§ 2. Huurprijs bij de inwerkingtreding van de huurovereenkomst.
De maandelijkse huurprijs bij de inwerkingtreding van deze huurovereenkomst bedraagt ... euro.
Bij de ondertekening van de huurovereenkomst ontvangt de huurder een berekeningsfiche met uitleg over de wijze van berekening van de huurprijs.
§ 3. Herziening van de huurovereenkomst.
De huurder geeft de maatschappij kennis van elk gegeven dat de berekening van zijn huurprijs beïnvloedt, zoals o.a. de wijzigingen van zijn inkomens en van die van de leden van zijn gezin.
De maatschappij herziet de huurprijs jaarlijks op 1 januari en in de gevallen waarin de regelgeving voorziet.
Een berekeningsfiche met uitleg over de wijze van herziening van de huurprijs wordt uiterlijk 15 december vóór de jaarlijkse herziening van de huurprijs naar de huurder gestuurd.
Artikel 8. Huurlasten.
Bovenop de huurprijs betaalt de huurder huurlasten (onkosten en verbruiken).
De huurlasten worden betaald per maandelijkse voorschotten die aan het bedrag van de huurprijs toegevoegd worden.
Een jaarlijkse lastenaftrek wordt jaarlijks door de maatschappij uitgevoerd.
Op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst wordt het maandelijkse voorschot vastgelegd op ... euro.
De maandelijkse voorschotten worden jaarlijks herzien en minstens vijftien dagen vóór de inwerkingtreding ervan aan de huurder meegedeeld.
Artikel 9. Betaling van de huurprijs en de lasten.
§ 1. Wanneer dient men te betalen.
De eerste huurprijs en het eerste voorschot voor lasten worden vóór de terbeschikkingstelling van de woning betaald. De volgende huurprijzen, verhoogd met het voorschot voor lasten, worden uiterlijk de tiende van de lopende maand betaald.
De huurprijs voor een begonnen maand wordt integraal betaald.
§ 2. Hoe dient men te betalen.
De huurprijs wordt betaald op de financiële rekening nr..., waarbij de overmakings- of overschrijvingskosten door de huurder gedragen worden.
De huurprijs kan ook betaald worden op de zetel (kantoren) van de maatschappij of op elke andere plaats die zij bepaalt.
§ 3. Niet-betaling van de huurprijs of van de lasten
Als de huurprijs of de lasten 20 dagen na de voorgeschreven datum niet of slechts gedeeltelijk zijn betaald, produceren de verschuldigde sommen zonder ingebrekestelling interesten tegen de wettelijke voet, onverminderd het recht om een gerechtelijke procedure op te starten met het oog op de opzegging van de huurovereenkomst.
Deze verwijlinteresten worden berekend vanaf de eerste dag van de volgende maand tot de laatste dag van de maand in de loop waarvan de betaling wordt uitgevoerd.
De huurder draagt ook de herinneringskosten (postzegels en secretariaatkosten).
§ 4. Terugbetalingen.
De sommen die de huurder onrechtmatig betaald zou hebben, worden hem terugbetaald. Als de onrechtmatige betaling aan de maatschappij toe te schrijven is, produceren deze sommen interesten die overeenkomstig § 3 berekend worden.
Artikel 10. Huurwaarborg.
De huurwaarborg bedraagt ... euro.
De huurder :
- stort het totaalbedrag van de waarborg vooraleer de woning hem ter beschikking gesteld wordt;
- verricht op dat ogenblik een eerste storting van 50 percent van dat bedrag, waarbij het saldo in maandelijkse afbetalingen van euro gestort wordt;
- legt een verbintenis van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn over waarbij een gelijkwaardige waarborg aan de maatschappij gegeven wordt.
De maatschappij stort de door de huurder overgemaakte sommen op een individuele interestdragende rekening die op haar naam bij de "Société Wallonne du Logement" is geopend.
Artikel 11. Gebruik, onderhoud en herstellingen.
§ 1. Beginselen.
De huurder verbindt zich ertoe de verhuurde woning "als een goed huisvader" te bewonen en te gebruiken, overeenkomstig artikel 1728 van het Burgerlijk Wetboek.
De huurder voldoet aan de bepalingen van het huishoudelijk reglement, waarvan één exemplaar, ondertekend door de partijen, bij de huurovereenkomst gevoegd wordt.
Elke bepaling van het huishoudelijk reglement in strijd met de bepalingen van deze huurovereenkomst is waardeloos.
§ 2. Onderhoud en huurherstellingen.
De huurherstellingen en het lopende onderhoud zijn voor rekening van de huurder.
De door de huurder binnenshuis gewenste verf- en behangwerken zijn ook voor zijn rekening.
De gasapparatuur voor de productie van sanitair warmwater en de desbetreffende leidingen worden door de maatschappij onderhouden voorzover ze bij de inwerkingtreding van de huurovereenkomst in de woning aanwezig is of in de loop van de huurovereenkomst door de maatschappij geïnstalleerd wordt.
De herstellingen wegens normale slijtage, verouderde staat, overmacht en een fout in het gebouw zijn voor rekening van de verhuurder.
De huurder verbindt zich ertoe, voor zijn eigen veiligheid en die van de eventuele andere bewoners, de branddetectoren in perfecte staat van werking te houden.
§ 3. Technische voorschriften.
Voor het gebruik en het onderhoud van de technische installaties zoals branddetectoren, elektrische installaties, verwarmingsinstallaties, installaties voor warmwaterproductie, verluchtingsinstallaties en liften, verbindt de huurder zich ertoe de voorschriften van de fabrikanten en installateurs, alsook de richtlijnen van de maatschappij na te leven.
§ 4. De huurder verzuimt de onderhoudswerken uit te voeren.
Als de huurder de onderhouds- en herstelwerken die voor zijn rekening zijn niet bijtijds uitvoert of laat uitvoeren, heeft de maatschappij het recht om ze zelf te laten uitvoeren voor rekening van de huurder.
Ze stuurt vooraf een aangetekende ingebrekestelling waarbij ze een minimumtermijn van vijftien dagen toestaat om orde op zaken te stellen, behalve in bijzonder dringende gevallen.
De huurder moet de aldus uitgegeven sommen binnen de maand van de factuurdatum aan de maatschappij terugbetalen.
§ 5. Verplichting tot kennisgeving van schadegevallen aan de maatschappij - Herstel.
Voor elke schade moet de huurder de maatschappij wijzen op de nodige herstellingen die voor haar rekening zijn.
Als de huurder de maatschappij niet verwittigt, wordt hij persoonlijk verantwoordelijk gesteld voor elke verslechtering van de staat van de verhuurde goederen.
Bij inbraakpogingen of vandalistische daden draagt de eigenaar de kosten van het herstel van de aan het gebouw toegebrachte schade als geen fout aan de huurder toe te schrijven is.
De huurder geeft het diefstal en de schade onverwijld bij de politie aan. Hij gebruikt het aldus opgemaakte proces-verbaal als bewijsmiddel en maakt het aan zijn verzekeraar en aan de eigenaar over.
§ 6. Vrije toegang tot de woning.
De huurder verbindt zich ertoe vrije toegang te verlenen aan de afgevaardigden van de diensten van de maatschappijen die instaan voor het onderhoud, de opmeting en het wegnemen van de meters en andere toestellen, alsook voor elk onderhoud tijdens de hele duur van de huurovereenkomst.
Het verzoek om toegang tot de woning wordt minstens acht dagen vóór de datum van het bezoek van de afgevaardigde door de maatschappij aan de huurder gericht.
Artikel 12. Werken uitgevoerd door de maatschappij.
De huurder moet de uitvoering van alle werken die in de loop van de huurovereenkomst voor rekening van de maatschappij worden uitgevoerd zonder vergoeding dulden, ook al overschrijdt de uitvoeringstermijn veertig dagen.
De termijnen voor de uitvoering van de werken worden minstens dertig dagen vóór de uitvoering aan de huurder meegedeeld, behalve overmacht.
Als de werken van dien aard zijn dat ze de woning onbewoonbaar kunnen maken, stelt de maatschappij voor dat de huurder elders wordt gehuisvest tot ze uitgevoerd zijn.
Artikel 13. Ombouwwerken uitgevoerd door de huurder.
§ 1. Beginselen.
Elke ombouw van de woning mag slechts met de geschreven instemming van de maatschappij uitgevoerd worden.
Elk ombouw, zelfs toegelaten, wordt uitgevoerd volgens de regels van de kunst, met inachtneming van de wetten en regelgevingen (bv. inzake stedenbouw of veiligheid) en onder de volle verantwoordelijkheid van de huurder.
§ 2. Herstel van de woning.
Als de maatschappij met de ombouw instemt, kan de huurder aan het einde van de huurovereenkomst hetzij de woning in haar oorspronkelijke staat herstellen, hetzij de woning omgebouwd aan de maatschappij overlaten, zonder recht te hebben op een vergoeding.
Als de ombouw zonder de voorafgaande geschreven toestemming van de maatschappij is uitgevoerd, kan de maatschappij altijd eisen dat de huurder, zonder recht te hebben op een vergoeding, de woning in haar oorspronkelijke staat herstelt.
Artikel 14. Daken en gevels van de woning.
De huurder mag het dak van het gebouw, de gevel of elk ander buitengedeelte van het verhuurde goed niet gebruiken om er wat ook maar te installeren of aan te brengen, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de maatschappij.
Artikel 15. Beroepen en inbreuken.
De huurder geeft de maatschappij onverwijld kennis van elk beroep ingediend door de buren of de administratieve overheden, alsook van elke inbreuk die de woning betreft.
Bij gebreke daarvan behoudt de maatschappij zich het recht voor om een vergoeding voor de geleden schade te vragen.
Artikel 16. Brandverzekering.
§ 1. De huurder verbindt zich tot het sluiten van een brandverzekering van het type "integrale brand" waardoor zowel zijn meubels als zijn huuraansprakelijkheid voor de hele bewoningsduur gedekt worden.
De volgende risico's moeten gedekt worden :
- Brand en bijkomende risico's.
- Storm en hagel.
- Waterschade.
- Gebroken ruiten.
- Burgerlijke aansprakelijkheid gebouw.
De huurder moet een verzekering aangaan die volstaat om een volledige vergoeding te waarborgen in geval van schade (totale kostprijs van de heropbouw van het pand).
§ 2. Als de maatschappij hem schriftelijk meedeelt dat ze voor de woning een polis "integrale brand" heeft gesloten met afstand van beroep jegens de huurder, moet de verzekeringspolis "integrale brand" van de huurder slechts de risico's dekken die niet door de maatschappij gedragen worden, o.a. de meubels en het beroep ingediend door de buren.
§ 3. De maatschappij kan de huurder elk ogenblik verzoeken :
1. om haar een afschrift van zijn verzekeringspolis over te maken;
2. om haar het bewijs van de betaling van de verzekeringspremie over te leggen.
Artikel 17. Opzegging door de huurder.
De huurder kan altijd een einde maken aan deze huurovereenkomst, mits per post aangetekende opzegging van drie maanden die ingaat op de eerste dag van de maand die volgt op de maand in de loop waarvan de opzegging gegeven wordt.
Deze termijn kan in onderlinge overeenstemming gewijzigd worden na kennisgeving van de opzegging.
[1 ...]1
[2 Art. 17bis. Overlijden van de huurder
De huurovereenkomst houdt van ambtswege op bij het overlijden van de huurder.]2
Artikel 18. Opzegging door de maatschappij.
[7 § 1. De maatschappij kan mits een opzegging van drie maanden betekend bij aangetekende brief deze huurovereenkomst elk ogenblik ontbinden in de volgende gevallen :
1° wanneer de huurder onjuiste of onvolledige aangiften verstrekt betreffende de samenstelling van het gezin of de voor de berekening van de huurprijs nodige inlichtingen;
2° wanneer het gezin de bepalingen van deze huurovereenkomst of van het huishoudelijk reglement niet naleeft;
3° in geval van opzegging van de dienstenovereenkomst gesloten tussen de huurder en de vereniging die de cel A.V.J. beheert indien de woning in een cel A.V.J. (hulpverlening in het dagelijkse leven) geïntegreerd is.
§ 2. De maatschappij kan op één januari na afloop van een triënnium of na afloop van de periode waarvoor de huurovereenkomst is gesloten, mits opzegging van zes maanden betekend bij aangetekende brief opzeg geven aan de huurovereenkomst in de volgende gevallen :
1° wanneer de huurder een woning in volle eigendom of in vruchtgebruik heeft, behalve een onverbeterbare of onbewoonbare woning;
2° wanneer de woning minstens vier slaapkamers omvat en niet meer geproportioneerd is met uitzondering van de gezinnen waarvan één lid ouder is dan 70 jaar of gehandicapt is en in de gevallen bedoeld in [8 artikel 1, 15°, vierde lid]8, van het besluit van de Waalse Regering van 6 september 2007 tot organisatie van de verhuur van woningen beheerd door de " Société wallonne du Logement " of de openbare huisvestingsmaatschappijen;
3° wanneer de woning die specifiek is ontworpen voor personen ouder dan 65 jaar, voor studenten of voor gehandicapte personen, aan een persoon verhuurd is die niet tot deze categorieën behoort en van wie geen lid van het gezin niet onder deze categorieën valt en wanneer een persoon die aan de specificiteit van de woning voldoet en die zijn kandidatuur bij de maatschappij heeft ingediend, alle voorwaarden vervult om de woning te verkrijgen en voor zover geen andere woning aangepast aan die persoon of specifiek uitgedacht voor de personen leegstaande is.
§ 3. De maatschappij kan na afloop van de periode waarvoor de huurovereenkomst is gesloten, mits en opzegging van minstens zes maanden betekend bij aangetekende brief voor het verstrijken van de termijn opzeg geven aan de huurovereenkomst wanneer de inkomensvoorwaarden artikel 3, § 2, van het besluit van de Waalse Regering van 6 september 2007 tot organisatie van de verhuur van woningen beheerd door de " Société wallonne du Logement " of de openbare huisvestingsmaatschappijen niet meer naleven.
§ 4. De maatschappij moet de huurder horen indien hij het wenst.
De overeenkomstig de §§ 1, 2 en 3 gegeven opzegging is met redenen omkleed en begint te lopen de eerste dag van de maand volgend op degene waarin de opzegging wordt gegeven.]7
§ 5. De huurder kan de woning vroeger verlaten, mits per post aangetekende kennisgeving aan de maatschappij van een tegenopzegging van één maand die ingaat op de eerste dag van de maand die volgt op de maand in de loop waarvan ze is verzonden.
Artikel 19. Aanplakkingen en bezichtigingen.
Tijdens de hele duur van de vooropzegging heeft de maatschappij het recht om affiches op de gevel aan te plakken en om de woning en de aanhorigheden twee keer per week gedurende twee uur te laten bezichtigen.
De huurder en de maatschappij bepalen een datum voor één van de twee bezichtigingen.
Artikel 20. Inroepbaarheid van de opzegging van de huurovereenkomst.
Elke opzegging van deze huurovereenkomst is van rechtswege inroepbaar tegen de personen die met de huurder samenwonen, met uitzondering van zijn echtgeno(o)t(e) of van zijn wettelijke samenwonende in de zin van de artikelen 1475 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, op voorwaarde dat de maatschappij kennis heeft van dat huwelijk of van die wettelijke samenwoning.
Artikel 21. Plaatsbeschrijving bij het verlaten van de woning
§ 1. Voordat de huurder de woning aan de maatschappij afstaat, wordt een plaatsbeschrijving opgemaakt, hetzij in der minne, door de maatschappij en de huurder (of diens vertegenwoordiger, voorzien van een volgens de regels opgemaakte volmacht), hetzij door een in onderlinge overeenstemming aangewezen deskundige, waarbij de maatschappij en de huurder elk de helft van de kosten dragen.
§ 2. Als de huurder de sleutels van de gehuurde woning al aan de maatschappij teruggegeven heeft en als hij afwezig is op de datum voorzien voor de plaatsbeschrijving, geeft de maatschappij hem bij aangetekend schrijven aan het laatste adres dat hij meegedeeld heeft, kennis van een tweede datum voor de plaatsbeschrijving.
Bij een nieuwe afwezigheid van de huurder kan rechtsgeldig overgegaan worden tot de plaatsbeschrijving bij het verlaten van de woning. De plaatsbeschrijving heeft dezelfde waarde als een contradictoire plaatsbeschrijving indien ze door de maatschappij in aanwezigheid van een afgevaardigde van de "Société wallonne du Logement" opgemaakt wordt.
Artikel 22. Huurwaarborg aan het einde van de huurovereenkomst.
§ 1. Als de huurder zijn verplichtingen verzuimt na te komen (betaling van huurgeld, van de lasten, onderhoud van het gehuurde goed, ...) kan de maatschappij, zowel voor de hoofdsom als voor de interesten, over de waarborgrekening beschikken, mits overlegging aan de "Société wallonne du Logement" van :
- hetzij een schriftelijk akkoord, dat ten vroegste aan het einde van de huurovereenkomst opgesteld wordt;
- hetzij een afschrift van een uitvoerbare rechterlijke beslissing.
§ 2. De waarborg (hoofdsom en interest) wordt weer ter beschikking van de huurder gesteld als hij voldaan heeft aan alle verplichtingen die uit deze huurovereenkomst voortvloeien.
Artikel 23. Controle.
De afgevaardigden van de maatschappij en van de "Société wallonne du Logement" hebben het recht om de woning en de aanhorigheden ervan te bezichtigen ten einde toe te zien op de goede nakoming van de verplichtingen die uit deze huurovereenkomst voortvloeien, op de nakoming van de verplichtingen waarin de geldende regelgeving voorziet en op de uitvoering van de toegelaten werken en de staat van de verhuurde goederen.
De huurder wordt minstens 48 uur vóór de bezichtiging verwittigd.
Artikel 24. Geschillen tussen buren.
De "Société wallonne du Logement" en de maatschappij zijn niet bevoegd om geschillen tussen buren te beslechten.
Artikel 25. Fiscale bepalingen.
§ 1. Onroerende voorheffing.
De onroerende voorheffing is voor rekening van de maatschappij.
Als de huurder in aanmerking komt voor een vermindering van de onroerende voorheffing, vult hij een aanvraagformulier in dat hij aan de maatschappij overmaakt.
De maatschappij stuurt de aanvraag vervolgens naar het Ministerie van Financiën.
De door het Ministerie van Financiën teruggegeven som wordt door de maatschappij aan de huurder terugbetaald of van de eventueel verschuldigde sommen afgetrokken.
§ 2. Registratie van de huurovereenkomst.
De registratieformaliteiten zijn voor rekening van de maatschappij.
Artikel 26. Betwistingen.
Elke betwisting betreffende deze huurovereenkomst valt onder de bevoegdheid van de rechtbanken van de vestigingsplaats van de woning.
Gedaan ..., te ...
In drie originele exemplaren, waarbij elke partij bevestigt haar exemplaar te hebben ontvangen.
----------
(1)<BWG 2008-12-19/82, art. 13, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2009>
(2)<BWG 2008-12-19/82, art. 14, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2009>
(3)<BWG 2008-12-19/82, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2009>
(4)<BWG 2012-07-19/49, art. 35, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(5)<BWG 2012-07-19/49, art. 36, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(6)<BWG 2012-07-19/49, art. 37, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(7)<BWG 2012-07-19/49, art. 38, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(8)<BWG 2014-05-08/42, art. 13, 007; Inwerkingtreding : 23-06-2014>
Art. N5_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. Bijlage 5. - Type-huurovereenkomst TYPE-HUUROVEREENKOMST 1. De maatschappij ... waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is op volgend adres : openbare huisvestingsmaatschappij erkend door de "[9 Regering van de Duitstalige Gemeenschap ]9 en vertegenwoordigd door ... hierna "DE MAATSCHAPPIJ" genoemd en 2. Mijnheer ... en Mevrouw ... woonachtig te : verbinden zich hoofdelijk en ondeelbaar, hierna "DE HUURDER" genoemd ZIJN OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT : Artikel één. Sociale aard van de woning. De maatschappij geeft een sociale woning in huur dankzij de financiële tegemoetkoming van het [9 de Duitstalige Gemeenschap]9. Deze woning wordt toegewezen met inachtneming van o.a., de sociale, familiale en financiële toestand van de huurder. De duur van de huurovereenkomst, de berekening van de huurprijs en van de lasten van de huurder, alsook de modaliteiten voor het stellen van de huurwaarborg vallen onder specifieke regels die [9 ...]9 vastgelegd worden. Deze regels kunnen tijdens de looptijd van de huurovereenkomst desgevallend gewijzigd worden. Deze huurovereenkomst is conform het model gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 6 september 2007 betreffende de verhuur van sociale woningen beheerd door [9 ...]9 de openbare huisvestingsmaatschappijen, dat de maatschappij in acht moet nemen. Artikel 2. Beschrijving van de woning. De maatschappij verhuurt de huurder : - een huis; - een appartement, gelegen straat ..., nr..., bus ... te (postcode en gemeente) ... De woning bestaat uit ... hall, ... keuken, ... living, ... veranda, ... badkamer, ... slaapkamer(s), ... WC, ... zolder, ... ketelhuis, ... kelder(s), ... garage. De huurder bevestigt een woning in huur te hebben gekregen die speciaal ontworpen is voor : - een persoon die ouder is dan 65 jaar; - een gezin met een persoon die ouder is dan 65 jaar; - een gehandicapte persoon; - [4 ...]4. Er wordt een plaatsbeschrijving van de woning opgemaakt vooraleer ze ter beschikking van de huurder gesteld wordt. - in der minne, door de maatschappij en de huurder; - door een in onderlinge overeenstemming aangewezen deskundige, waarbij de maatschappij en de huurder elk de helft van de kosten dragen. De plaatsbeschrijving wordt bij deze huurovereenkomst gevoegd. Artikel 3. Bestemming van de woning. De huurder gebruikt de woning als privéwoning. Elke andere bestemming is verboden. Artikel 4. Gebruik van de woning. De huurder moet de woning persoonlijk gebruiken, er verblijven en er woonachtig zijn [5 ...]5. Hij mag er het genot van in eender welke hoedanigheid niet overdragen, zelfs niet bij overlijden. Elke overdracht of onderverhuring, zelfs gedeeltelijk, is verboden. De woning als hoofdverblijf mag slechts gebruikt worden door personen die deel uitmaken van het gezin van de huurder, die er woonachtig zijn en als dusdanig bij de maatschappij zijn aangegeven. Bij de inwerkingtreding van deze huurovereenkomst is de samenstelling van het gezin de volgende : Naam en voornaamGeboortedatumAanverwantschap, verwantschap huurder
Elke wijziging in deze gezinssamenstelling tijdens de huurperiode wordt binnen acht dagen per brief aan de maatschappij meegedeeld.
Artikel 5. Eigendom van een andere woning.
Als de huurder of één van de leden van het gezin dat de woning gebruikt het volle genot van een woning in eigendom, vruchtgebruik of erfpacht krijgt, geeft hij de maatschappij binnen de maand kennis daarvan, onverminderd artikel 18, § 2, van deze huurovereenkomst.
Artikel 6. Duur van de huurovereenkomst.
De huurovereenkomst treedt in werking op ...
De woning wordt ter beschikking van de huurder gesteld onder de volgende voorwaarden :
- de ondertekening van de plaatsbeschrijving van de woning (zie artikel 2);
- het stellen van de huurwaarborg (zie artikel 10);
- de betaling van de eerste huurmaand (zie artikel 9).
Deze overeenkomst wordt gesloten voor een duur van negen jaar [6 of voor de resterende duur van het woonrecht]6. Als deze huurovereenkomst niet wordt opgezegd binnen de termijnen bedoeld in de artikelen 17 en 18, wordt ze hernieuwd voor een nieuwe duur van negen jaar [6 of voor de resterende duur van het woonrecht]6.
[6 ...]6
Artikel 7. Berekening van de huurprijs.
§ 1. Beginselen.
De huurprijs wordt berekend overeenkomstig de regelgeving betreffende de vastlegging van de huurprijs van sociale woningen gelegen [9 "in het Duitse taalgebied]9.
§ 2. Huurprijs bij de inwerkingtreding van de huurovereenkomst.
De maandelijkse huurprijs bij de inwerkingtreding van deze huurovereenkomst bedraagt ... euro.
Bij de ondertekening van de huurovereenkomst ontvangt de huurder een berekeningsfiche met uitleg over de wijze van berekening van de huurprijs.
§ 3. Herziening van de huurovereenkomst.
De huurder geeft de maatschappij kennis van elk gegeven dat de berekening van zijn huurprijs beïnvloedt, zoals o.a. de wijzigingen van zijn inkomens en van die van de leden van zijn gezin.
De maatschappij herziet de huurprijs jaarlijks op 1 januari en in de gevallen waarin de regelgeving voorziet.
Een berekeningsfiche met uitleg over de wijze van herziening van de huurprijs wordt uiterlijk 15 december vóór de jaarlijkse herziening van de huurprijs naar de huurder gestuurd.
Artikel 8. Huurlasten.
Bovenop de huurprijs betaalt de huurder huurlasten (onkosten en verbruiken).
De huurlasten worden betaald per maandelijkse voorschotten die aan het bedrag van de huurprijs toegevoegd worden.
Een jaarlijkse lastenaftrek wordt jaarlijks door de maatschappij uitgevoerd.
Op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst wordt het maandelijkse voorschot vastgelegd op ... euro.
De maandelijkse voorschotten worden jaarlijks herzien en minstens vijftien dagen vóór de inwerkingtreding ervan aan de huurder meegedeeld.
Artikel 9. Betaling van de huurprijs en de lasten.
§ 1. Wanneer dient men te betalen.
De eerste huurprijs en het eerste voorschot voor lasten worden vóór de terbeschikkingstelling van de woning betaald. De volgende huurprijzen, verhoogd met het voorschot voor lasten, worden uiterlijk de tiende van de lopende maand betaald.
De huurprijs voor een begonnen maand wordt integraal betaald.
§ 2. Hoe dient men te betalen.
De huurprijs wordt betaald op de financiële rekening nr..., waarbij de overmakings- of overschrijvingskosten door de huurder gedragen worden.
De huurprijs kan ook betaald worden op de zetel (kantoren) van de maatschappij of op elke andere plaats die zij bepaalt.
§ 3. Niet-betaling van de huurprijs of van de lasten
Als de huurprijs of de lasten 20 dagen na de voorgeschreven datum niet of slechts gedeeltelijk zijn betaald, produceren de verschuldigde sommen zonder ingebrekestelling interesten tegen de wettelijke voet, onverminderd het recht om een gerechtelijke procedure op te starten met het oog op de opzegging van de huurovereenkomst.
Deze verwijlinteresten worden berekend vanaf de eerste dag van de volgende maand tot de laatste dag van de maand in de loop waarvan de betaling wordt uitgevoerd.
De huurder draagt ook de herinneringskosten (postzegels en secretariaatkosten).
§ 4. Terugbetalingen.
De sommen die de huurder onrechtmatig betaald zou hebben, worden hem terugbetaald. Als de onrechtmatige betaling aan de maatschappij toe te schrijven is, produceren deze sommen interesten die overeenkomstig § 3 berekend worden.
Artikel 10. Huurwaarborg.
De huurwaarborg bedraagt ... euro.
De huurder :
- stort het totaalbedrag van de waarborg vooraleer de woning hem ter beschikking gesteld wordt;
- [9 ...]9
- legt een verbintenis van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn over waarbij een gelijkwaardige waarborg aan de maatschappij gegeven wordt.
De maatschappij stort de door de huurder overgemaakte sommen op een individuele interestdragende rekening die op haar naam [9 bij het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap]9 is geopend.
Artikel 11. Gebruik, onderhoud en herstellingen.
§ 1. Beginselen.
De huurder verbindt zich ertoe de verhuurde woning "als een goed huisvader" te bewonen en te gebruiken, overeenkomstig [9 artikel 14 van het decreet van het Waals Gewest van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst]9.
De huurder voldoet aan de bepalingen van het huishoudelijk reglement, waarvan één exemplaar, ondertekend door de partijen, bij de huurovereenkomst gevoegd wordt.
Elke bepaling van het huishoudelijk reglement in strijd met de bepalingen van deze huurovereenkomst is waardeloos.
§ 2. Onderhoud en huurherstellingen.
De huurherstellingen en het lopende onderhoud zijn voor rekening van de huurder.
De door de huurder binnenshuis gewenste verf- en behangwerken zijn ook voor zijn rekening.
De gasapparatuur voor de productie van sanitair warmwater en de desbetreffende leidingen worden door de maatschappij onderhouden voorzover ze bij de inwerkingtreding van de huurovereenkomst in de woning aanwezig is of in de loop van de huurovereenkomst door de maatschappij geïnstalleerd wordt.
De herstellingen wegens normale slijtage, verouderde staat, overmacht en een fout in het gebouw zijn voor rekening van de verhuurder.
De huurder verbindt zich ertoe, voor zijn eigen veiligheid en die van de eventuele andere bewoners, de branddetectoren in perfecte staat van werking te houden.
§ 3. Technische voorschriften.
Voor het gebruik en het onderhoud van de technische installaties zoals branddetectoren, elektrische installaties, verwarmingsinstallaties, installaties voor warmwaterproductie, verluchtingsinstallaties en liften, verbindt de huurder zich ertoe de voorschriften van de fabrikanten en installateurs, alsook de richtlijnen van de maatschappij na te leven.
§ 4. De huurder verzuimt de onderhoudswerken uit te voeren.
Als de huurder de onderhouds- en herstelwerken die voor zijn rekening zijn niet bijtijds uitvoert of laat uitvoeren, heeft de maatschappij het recht om ze zelf te laten uitvoeren voor rekening van de huurder.
Ze stuurt vooraf een aangetekende ingebrekestelling waarbij ze een minimumtermijn van vijftien dagen toestaat om orde op zaken te stellen, behalve in bijzonder dringende gevallen.
De huurder moet de aldus uitgegeven sommen binnen de maand van de factuurdatum aan de maatschappij terugbetalen.
§ 5. Verplichting tot kennisgeving van schadegevallen aan de maatschappij - Herstel.
Voor elke schade moet de huurder de maatschappij wijzen op de nodige herstellingen die voor haar rekening zijn.
Als de huurder de maatschappij niet verwittigt, wordt hij persoonlijk verantwoordelijk gesteld voor elke verslechtering van de staat van de verhuurde goederen.
Bij inbraakpogingen of vandalistische daden draagt de eigenaar de kosten van het herstel van de aan het gebouw toegebrachte schade als geen fout aan de huurder toe te schrijven is.
De huurder geeft het diefstal en de schade onverwijld bij de politie aan. Hij gebruikt het aldus opgemaakte proces-verbaal als bewijsmiddel en maakt het aan zijn verzekeraar en aan de eigenaar over.
§ 6. Vrije toegang tot de woning.
De huurder verbindt zich ertoe vrije toegang te verlenen aan de afgevaardigden van de diensten van de maatschappijen die instaan voor het onderhoud, de opmeting en het wegnemen van de meters en andere toestellen, alsook voor elk onderhoud tijdens de hele duur van de huurovereenkomst.
Het verzoek om toegang tot de woning wordt minstens acht dagen vóór de datum van het bezoek van de afgevaardigde door de maatschappij aan de huurder gericht.
Artikel 12. Werken uitgevoerd door de maatschappij.
De huurder moet de uitvoering van alle werken die in de loop van de huurovereenkomst voor rekening van de maatschappij worden uitgevoerd zonder vergoeding dulden, ook al overschrijdt de uitvoeringstermijn veertig dagen.
De termijnen voor de uitvoering van de werken worden minstens dertig dagen vóór de uitvoering aan de huurder meegedeeld, behalve overmacht.
Als de werken van dien aard zijn dat ze de woning onbewoonbaar kunnen maken, stelt de maatschappij voor dat de huurder elders wordt gehuisvest tot ze uitgevoerd zijn.
Artikel 13. Ombouwwerken uitgevoerd door de huurder.
§ 1. Beginselen.
Elke ombouw van de woning mag slechts met de geschreven instemming van de maatschappij uitgevoerd worden.
Elk ombouw, zelfs toegelaten, wordt uitgevoerd volgens de regels van de kunst, met inachtneming van de wetten en regelgevingen (bv. inzake stedenbouw of veiligheid) en onder de volle verantwoordelijkheid van de huurder.
§ 2. Herstel van de woning.
Als de maatschappij met de ombouw instemt, kan de huurder aan het einde van de huurovereenkomst hetzij de woning in haar oorspronkelijke staat herstellen, hetzij de woning omgebouwd aan de maatschappij overlaten, zonder recht te hebben op een vergoeding.
Als de ombouw zonder de voorafgaande geschreven toestemming van de maatschappij is uitgevoerd, kan de maatschappij altijd eisen dat de huurder, zonder recht te hebben op een vergoeding, de woning in haar oorspronkelijke staat herstelt.
Artikel 14. Daken en gevels van de woning.
De huurder mag het dak van het gebouw, de gevel of elk ander buitengedeelte van het verhuurde goed niet gebruiken om er wat ook maar te installeren of aan te brengen, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de maatschappij.
Artikel 15. Beroepen en inbreuken.
De huurder geeft de maatschappij onverwijld kennis van elk beroep ingediend door de buren of de administratieve overheden, alsook van elke inbreuk die de woning betreft.
Bij gebreke daarvan behoudt de maatschappij zich het recht voor om een vergoeding voor de geleden schade te vragen.
Artikel 16. Brandverzekering.
§ 1. De huurder verbindt zich tot het sluiten van een brandverzekering van het type "integrale brand" waardoor zowel zijn meubels als zijn huuraansprakelijkheid voor de hele bewoningsduur gedekt worden.
De volgende risico's moeten gedekt worden :
- Brand en bijkomende risico's.
- Storm en hagel.
- Waterschade.
- Gebroken ruiten.
- Burgerlijke aansprakelijkheid gebouw.
De huurder moet een verzekering aangaan die volstaat om een volledige vergoeding te waarborgen in geval van schade (totale kostprijs van de heropbouw van het pand).
§ 2. Als de maatschappij hem schriftelijk meedeelt dat ze voor de woning een polis "integrale brand" heeft gesloten met afstand van beroep jegens de huurder, moet de verzekeringspolis "integrale brand" van de huurder slechts de risico's dekken die niet door de maatschappij gedragen worden, o.a. de meubels en het beroep ingediend door de buren.
§ 3. De maatschappij kan de huurder elk ogenblik verzoeken :
1. om haar een afschrift van zijn verzekeringspolis over te maken;
2. om haar het bewijs van de betaling van de verzekeringspremie over te leggen.
Artikel 17. Opzegging door de huurder.
De huurder kan altijd een einde maken aan deze huurovereenkomst, mits per post aangetekende opzegging van drie maanden die ingaat op de eerste dag van de maand die volgt op de maand in de loop waarvan de opzegging gegeven wordt.
Deze termijn kan in onderlinge overeenstemming gewijzigd worden na kennisgeving van de opzegging.
[1 ...]1
[2 Art. 17bis. Overlijden van de huurder
De huurovereenkomst houdt van ambtswege op bij het overlijden van de huurder.]2
Artikel 18. Opzegging door de maatschappij.
[7 § 1. De maatschappij kan mits een opzegging van drie maanden betekend bij aangetekende brief deze huurovereenkomst elk ogenblik ontbinden in de volgende gevallen :
1° wanneer de huurder onjuiste of onvolledige aangiften verstrekt betreffende de samenstelling van het gezin of de voor de berekening van de huurprijs nodige inlichtingen;
2° wanneer het gezin de bepalingen van deze huurovereenkomst of van het huishoudelijk reglement niet naleeft;
3° [9 ...]9
§ 2. De maatschappij kan op één januari na afloop van een triënnium of na afloop van de periode waarvoor de huurovereenkomst is gesloten, mits opzegging van zes maanden betekend bij aangetekende brief opzeg geven aan de huurovereenkomst in de volgende gevallen :
1° wanneer de huurder een woning in volle eigendom of in vruchtgebruik heeft, behalve een onverbeterbare of onbewoonbare woning;
2° wanneer de woning minstens vier slaapkamers omvat en niet meer geproportioneerd is met uitzondering van de gezinnen waarvan één lid ouder is dan 70 jaar of gehandicapt is en in de gevallen bedoeld in [8 artikel 1, 15°, vierde lid]8, van het besluit van de Waalse Regering van 6 september 2007 tot organisatie van de verhuur van woningen beheerd door[9 ...]9 " of de openbare huisvestingsmaatschappijen;
3° wanneer de woning die specifiek is ontworpen voor personen ouder dan 65 jaar, voor studenten of voor gehandicapte personen, aan een persoon verhuurd is die niet tot deze categorieën behoort en van wie geen lid van het gezin niet onder deze categorieën valt en wanneer een persoon die aan de specificiteit van de woning voldoet en die zijn kandidatuur bij de maatschappij heeft ingediend, alle voorwaarden vervult om de woning te verkrijgen en voor zover geen andere woning aangepast aan die persoon of specifiek uitgedacht voor de personen leegstaande is.
§ 3. De maatschappij kan na afloop van de periode waarvoor de huurovereenkomst is gesloten, mits en opzegging van minstens zes maanden betekend bij aangetekende brief voor het verstrijken van de termijn opzeg geven aan de huurovereenkomst wanneer de inkomensvoorwaarden artikel 3, § 2, van het besluit van de Waalse Regering van 6 september 2007 tot organisatie van de verhuur van woningen beheerd door[9 ...]9 of de openbare huisvestingsmaatschappijen niet meer naleven.
§ 4. De maatschappij moet de huurder horen indien hij het wenst.
De overeenkomstig de §§ 1, 2 en 3 gegeven opzegging is met redenen omkleed en begint te lopen de eerste dag van de maand volgend op degene waarin de opzegging wordt gegeven.]7
§ 5. De huurder kan de woning vroeger verlaten, mits per post aangetekende kennisgeving aan de maatschappij van een tegenopzegging van één maand die ingaat op de eerste dag van de maand die volgt op de maand in de loop waarvan ze is verzonden.
Artikel 19. Aanplakkingen en bezichtigingen.
Tijdens de hele duur van de vooropzegging heeft de maatschappij het recht om affiches op de gevel aan te plakken en om de woning en de aanhorigheden twee keer per week gedurende twee uur te laten bezichtigen.
De huurder en de maatschappij bepalen een datum voor één van de twee bezichtigingen.
Artikel 20. Inroepbaarheid van de opzegging van de huurovereenkomst.
Elke opzegging van deze huurovereenkomst is van rechtswege inroepbaar tegen de personen die met de huurder samenwonen, met uitzondering van zijn echtgeno(o)t(e) of van zijn wettelijke samenwonende in de zin van de artikelen 1475 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, op voorwaarde dat de maatschappij kennis heeft van dat huwelijk of van die wettelijke samenwoning.
Artikel 21. Plaatsbeschrijving bij het verlaten van de woning
§ 1. Voordat de huurder de woning aan de maatschappij afstaat, wordt een plaatsbeschrijving opgemaakt, hetzij in der minne, door de maatschappij en de huurder (of diens vertegenwoordiger, voorzien van een volgens de regels opgemaakte volmacht), hetzij door een in onderlinge overeenstemming aangewezen deskundige, waarbij de maatschappij en de huurder elk de helft van de kosten dragen.
§ 2. Als de huurder de sleutels van de gehuurde woning al aan de maatschappij teruggegeven heeft en als hij afwezig is op de datum voorzien voor de plaatsbeschrijving, geeft de maatschappij hem bij aangetekend schrijven aan het laatste adres dat hij meegedeeld heeft, kennis van een tweede datum voor de plaatsbeschrijving.
Bij een nieuwe afwezigheid van de huurder kan rechtsgeldig overgegaan worden tot de plaatsbeschrijving bij het verlaten van de woning. De plaatsbeschrijving heeft dezelfde waarde als een contradictoire plaatsbeschrijving indien ze door de maatschappij in aanwezigheid van een afgevaardigde van [9 het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap]9 opgemaakt wordt.
Artikel 22. Huurwaarborg aan het einde van de huurovereenkomst.
§ 1. Als de huurder zijn verplichtingen verzuimt na te komen (betaling van huurgeld, van de lasten, onderhoud van het gehuurde goed, ...) kan de maatschappij, zowel voor de hoofdsom als voor de interesten, over de waarborgrekening beschikken, mits overlegging aan [9 het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap]9 van :
- hetzij een schriftelijk akkoord, dat ten vroegste aan het einde van de huurovereenkomst opgesteld wordt;
- hetzij een afschrift van een uitvoerbare rechterlijke beslissing.
§ 2. De waarborg (hoofdsom en interest) wordt weer ter beschikking van de huurder gesteld als hij voldaan heeft aan alle verplichtingen die uit deze huurovereenkomst voortvloeien.
Artikel 23. Controle.
De afgevaardigden van de maatschappij en van [9 het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap]9 hebben het recht om de woning en de aanhorigheden ervan te bezichtigen ten einde toe te zien op de goede nakoming van de verplichtingen die uit deze huurovereenkomst voortvloeien, op de nakoming van de verplichtingen waarin de geldende regelgeving voorziet en op de uitvoering van de toegelaten werken en de staat van de verhuurde goederen.
De huurder wordt minstens 48 uur vóór de bezichtiging verwittigd.
Artikel 24. Geschillen tussen buren.
[9 Het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap]9 en de maatschappij zijn niet bevoegd om geschillen tussen buren te beslechten.
Artikel 25. Fiscale bepalingen.
§ 1. Onroerende voorheffing.
De onroerende voorheffing is voor rekening van de maatschappij.
Als de huurder in aanmerking komt voor een vermindering van de onroerende voorheffing, vult hij een aanvraagformulier in dat hij aan de maatschappij overmaakt.
De maatschappij stuurt de aanvraag vervolgens naar het Ministerie van Financiën.
De door het Ministerie van Financiën teruggegeven som wordt door de maatschappij aan de huurder terugbetaald of van de eventueel verschuldigde sommen afgetrokken.
§ 2. Registratie van de huurovereenkomst.
De registratieformaliteiten zijn voor rekening van de maatschappij.
Artikel 26. Betwistingen.
Elke betwisting betreffende deze huurovereenkomst valt onder de bevoegdheid van de rechtbanken van de vestigingsplaats van de woning.
Gedaan ..., te ...
In drie originele exemplaren, waarbij elke partij bevestigt haar exemplaar te hebben ontvangen.
----------
(1)<BWG 2008-12-19/82, art. 13, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2009>
(2)<BWG 2008-12-19/82, art. 14, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2009>
(3)<BWG 2008-12-19/82, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2009>
(4)<BWG 2012-07-19/49, art. 35, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(5)<BWG 2012-07-19/49, art. 36, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(6)<BWG 2012-07-19/49, art. 37, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(7)<BWG 2012-07-19/49, art. 38, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(8)<BWG 2014-05-08/42, art. 13, 007; Inwerkingtreding : 23-06-2014>
(9)<BDG 2020-12-03/42, art. 10, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
Art. N6. Bijlage 6. - Technische fiche voor de berekening van de huurprijs
Periode : van 1 januari tot 31 december 2...
Maatschappij :
Huurder
Adres :
I. HET GEZIN.
- Gezinsinkomens die in aanmerking komen :
voor 100 % (1) :
voor 50 % (2) :
Totaal : de inkomens van het gezin zijn : RA =
- Aantal kinderen ten laste :
In aanmerking te nemen minimuminkomen dat overeenstemt met de gezinstoestand (RM) =
II. DE WONING.
- Normale huurwaarde (VLN) =
- Basishuurprijs (LB) :
- Aanvankelijke basishuurprijs (LB) :
- Toeslag bij de aanvankelijke basishuurprijs (LB) :
- energiebesparende werken uitgevoerd in ... (jaar)
Basishuurprijs (LB) = Lb + cl =
III. PARAMETERS VAN DE MAATSCHAPPIJ.
x1 =
x2 =
Inkomenscoëfficiënt : x =
IV. BEREKENING VAN DE HUURPRIJS.
A. Aandeel van de woning (PL) : 0,40. LB =
Aandeel van de inkomens (PR) : x : RA/12 =
Theoretische maandelijkse huurprijs (Lt) : PL + PR =
B. Beperking van de maandelijkse huurprijs naar gelang van de inkomens.
(20 % RA) dan LT =
C. Vermindering indien kind(eren) ten laste.
Totaal =
D. Berekening van de maandelijkse huurprijs (LR).
LR = Lt - vermindering voor kind(eren) ten laste
LR =
- Beperking tot de normale huurwaarde.
LR =
- Toepassing van de minimale maandelijkse huurprijs.
LR = 12 % Rm =
- Afschaffing van het maximumbedrag van de maandelijkse huurprijs (artikel 33).
LR = % RA =
Maandelijkse huurprijs (LR) =
V. ANDERE ELEMENTEN VAN DE HUURPRIJS, LASTEN EN BIJDRAGEN.
1. Garage of parkeerplaats voor het voertuig =
Overige =
2. Bijdragen =
Huurlasten =
VI. TE BETALEN MAANDELIJKS TOTAALBEDRAG.
Totaal = Maandelijkse huurprijs + garage of parkeerplaats voor voertuig + overige + bijdragen + huurlasten.
Art. N7.[1 Bijlage 7. - Formulier voor de mutatieaanvraag
Inschrijvingsnr. : | FORMULIER VOOR DE MUTATIEAANVRAAG OP TE NEMEN IN HET REGISTER VAN DE PRIORITAIRE MUTATIEAANVRAGEN OF IN HET REGISTER VAN DE NIET-PRIORITAIRE MUTATIEAANVRAGEN |
Luik A (door de aanvrager in te vullen).
A.1. GEGEVENS EN SAMENSTELLING VAN HET GEZIN
AANVRAGER | ECHTGENO(O)T(E) OF SAMENWONENDE |
Naam : | | Naam : | |
Voornaam : | | Voornaam : | |
Geslacht | mannelijk - vrouwelijk | Geslacht : | mannelijk - vrouwelijk |
Geboortedatum : | | Geboortedatum : | |
Geboorteplaats : | | Geboorteplaats : | |
Burgerlijke stand (1) : | | Burgerlijke stand (1) : | |
Nationaliteit (2) : | | Nationaliteit (2) : | |
Nationaal register : | | Nationaal register : | |
Beroep (3) : | | Beroep (3) : | |
Gehandicapt : | ja - nee | Gehandicapt : | ja - nee |
Telefoon : | | Telefoon : | |
E-mail : | | E-mail : | |
Adres : Straat . . . . . . . . . . Nr. . . . . . . . . . . Code : ........ Plaats : . . . . . Land : . . . . . Vestigingsdatum : . . . . . | Adres : Straat . . . . . . . . . . Nr. . . . . . . . . . . Code : . . . . . Plaats : . . . . . . . . . . Land : . . . . . Vestigingsdatum : . . . . . |
LEDEN DIE DEEL UITMAKEN VAN HET GEZIN (de kandidaat en de echtgeno(o)t(e)/samenwonende niet meer vermelden)
1 | Naam en voornaam | Geboorte- datum | Geslacht | Verwantschap | Nationaalnr. | Gemeente van de woonplaats | Gehandicapt |
| | | M V | Kind ten laste Verblijvend kind Verwant in opklimmende lijn Andere | | | ja - nee |
| Beroep (3) | | | | | Vestigingsdatum |
2 | Naam en voornaam | Geboorte- datum | Geslacht | Verwantschap | Nationaalnr. | Gemeente van de woonplaats | Gehandicapt |
| | | M V | Kind ten laste Verblijvend kind Verwant in opklimmende lijn Andere | | | ja - nee |
| Beroep (3) | | | | | Vestigingsdatum |
3 | Naam en voornaam | Geboorte- datum | Geslacht | Verwantschap | Nationaalnr. | Gemeente van de woonplaats | Gehandicapt |
| | | M V | Kind ten laste Verblijvend kind Verwant in opklimmende lijn Andere | | | ja - nee |
| Beroep (3) | | | | | Vestigingsdatum |
4 | Naam en voornaam | Geboorte- datum | Geslacht | Verwantschap | Nationaalnr. | Gemeente van de woonplaats | Gehandicapt |
| | | M V | Kind ten laste Verblijvend kind Verwant in opklimmende lijn Andere | | | ja - nee |
| Beroep (3) | | | | | Vestigingsdatum |
5 | Naam en voornaam | Geboorte- datum | Geslacht | Verwantschap | Nationaalnr. | Gemeente van de woonplaats | Gehandicapt |
| | | M V | Kind ten laste Verblijvend kind Verwant in opklimmende lijn Andere | | | ja - nee |
| Beroep (3) | | | | | Vestigingsdatum |
6 | Naam en voornaam | Geboorte- datum | Geslacht | Verwantschap | Nationaalnr. | Gemeente van de woonplaats | Gehandicapt |
| | | M V | Kind ten laste Verblijvend kind Verwant in opklimmende lijn Andere | | | ja - nee |
| Beroep (3) | | | | | Vestigingsdatum |
Voor de zwangere vrouwen : | Voorziene datum voor de bevalling (maand/jaar) . . . . . . . . . . / . . . . . . . . . . |
A.2. REDENEN VAN DE AANVRAAG
1. mutatie ingediend voor onderbewoning van de woning;
2. mutatie ingediend om een geproportioneerde woning te verkrijgen, met uitzondering van de punten 1, 3 en 5;
3. mutatie ingediend om een ongeproportioneerde woning te verlaten die toegewezen is op grond van een afwijking toegekend overeenkomstig artikel 1, 15°, derde lid a) en b), en bewoond sinds minstens drie jaar;
4. mutatie ingediend om persoonlijke redenen of wegens de inkomsten van het gezin.
5. mutatie ingediend om een woning met twee kamers te verkrijgen overeenkomstig artikel 1, 15°, eerste lid, c).
Luik B (in te vullen door de maatschappij die de mutatieaanvraag in ontvangst neemt)
<td colspan="6" valign="top">B.1. DATA (4)
van indiening | van aanvaarding | van schrapping | van weigering | van bevestiging | van toekenning |
.../.../.... | .../.../.... | .../.../.... | .../.../.... | ../../.... | .../.../.... |
<td colspan="6" valign="top">B.2. DE REGLEMENTAIR GEPROPORTIONEERDE WONING TELT (5)
1 kamer | 2 kamers | 3 kamers | 4 kamers | 5 kamers | |
<td colspan="3" valign="top">MOET DE WONING AANGEPAST ZIJN (6)JA | NEE | |
<td colspan="6" valign="top">B.3. HUIDIGE TOEGEWEZEN WONING
1 kamer | 2 kamers | 3 kamers | 4 kamers | 5 kamers | |
Afwijkings- regeling : | Afwijkings- regeling : | Afwijkings- regeling : | Afwijkings- regeling : | Afwijkings- regeling : | |
<td colspan="3" valign="top">AANGEPASTE WONINGJA | NEE | |
<td colspan="6" valign="top">B.3. BEROEPSMIDDELEN (7)
<td colspan="6" valign="top">De kandidaat-huurder die zich benadeeld acht door een beslissing van de maatschappij kan bij aangetekend schrijven een bezwaarschrift naar haar zetel sturen binnen dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing.
Bij gebrek aan antwoord binnen dertig dagen na de indiening van het bezwaarschrift of in geval van verworpen bezwaarschrift, kan de kandidaat-huurder een aangetekend beroep indienen bij de kamer van beroep waarvan de zetel gevestigd is bij de "Société wallonne du Logement", rue de l'Ecluse 21, 6000 Charleroi.
De kandidaat-huurder kan ook een individueel bezwaarschrift aan de aan de "Médiateur de la Région wallonne" (Bemiddelaar van het Waalse Gewest) richten op volgend adres : rue Lucien Namêche, 54, te 5000 Namur.
Opgemaakt te . . . . ., op . . . . .
Handtekening(en) van de kandidaat (kandidaten), voorafgegaan door de melding " gelezen en goedgekeurd " :
Zoals bepaald bij de wet op bescherming van de privésfeer worden de persoonsgegevens die megedeeld worden in het kader van deze aanvraag en van de overeenkomst verwerkt om de bestanden van de kandidaten bij te werken. De kandidaat stemt ermee in dat deze gegevens worden meegedeeld aan de andere beheersmaatschappijen van de gemeenten waarvoor hij gekozen heeft.
De verantwoordelijke voor de verwerking is de SC. . . . . ., waarvan de zetel gevestigd is te . . . . .
U heeft het recht om de meegedeelde gegevens te raadplegen en aan te passen, zoals bepaald bij de wet van 8 december 1992 op de bescherming van de privésfeer. U dient ons elk gegeven mee te delen dat uw dossier van mutatieaanvraag zou kunnen wijzigen.
(4) gebruik :
C voor de ongehuwde persoon;
M voor de gehuwde of samenwonende persoon;
D voor de uit de echt gescheiden persoon;
S voor de gescheiden persoon.
V voor de weduwnaar/weduwe
(5) gebruik :
B voor de Belgische staatsburgers;
U voor de staatsburgers van de Europese Unie die niet Belgisch zijn;
A voor de overige staatsburgers.
(6) gebruik :
S voor een loontrekker;
I voor een zelfstandige;
C voor een persoon die werkloosheidsuitkeringen ontvangt;
P voor een gepensioneerde persoon;
MU voor een persoon die inkomens van haar ziekenkas of daarmee gelijkgestelde inkomens ontvangt;
MI voor een persoon die een leefloon ontvangt.
(7) Besluit van de Waalse Regering van 06 september 2007 tot organisatie van de verhuur van woningen beheerd door de " Société wallonne du Logement " of de openbare huisvestingsmaatschappijen, artikel 17bis
(8) Besluit van de Waalse Regering van 06 september 2007 tot organisatie van de verhuur van woningen beheerd door de " Société wallonne du Logement " of de openbare huisvestingsmaatschappijen, artikel 1, 15°.
(9) Waalse Huisvestingscode, artikel 1, 25 : woning waarin werken zijn uitgevoerd met het oog op een geschikt gebruik door een gezin waarvan één van de leden gehandicapt is.
(10) Besluit van de Waalse Regering van 6 september 2007 tot organisatie van de verhuur van woningen beheerd door de " Société wallonne du Logement " of de openbare huisvestingsmaatschappijen, artikelen 7 tot 11.
]1
GEWIJZIGD BIJ :
<BWG 2014-05-08/42, art. 14, 007; Inwerkingtreding : 23-06-2014; formulier niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 13-06-2014, p. 44945-44949>
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2012-07-19/49, art. 39, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
Art. N7_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. [1 Bijlage 7. - Formulier voor de mutatieaanvraag Inschrijvingsnr. : FORMULIER VOOR DE MUTATIEAANVRAAG OP TE NEMEN IN HET REGISTER VAN DE PRIORITAIRE MUTATIEAANVRAGEN OF IN HET REGISTER VAN DE NIET-PRIORITAIRE MUTATIEAANVRAGENLuik A (door de aanvrager in te vullen).
A.1. GEGEVENS EN SAMENSTELLING VAN HET GEZIN
AANVRAGER | ECHTGENO(O)T(E) OF SAMENWONENDE |
Naam : | | Naam : | |
Voornaam : | | Voornaam : | |
Geslacht | mannelijk - vrouwelijk | Geslacht : | mannelijk - vrouwelijk |
Geboortedatum : | | Geboortedatum : | |
Geboorteplaats : | | Geboorteplaats : | |
Burgerlijke stand (1) : | | Burgerlijke stand (1) : | |
Nationaliteit (2) : | | Nationaliteit (2) : | |
Nationaal register : | | Nationaal register : | |
Beroep (3) : | | Beroep (3) : | |
Gehandicapt : | ja - nee | Gehandicapt : | ja - nee |
Telefoon : | | Telefoon : | |
E-mail : | | E-mail : | |
Adres : Straat . . . . . . . . . . Nr. . . . . . . . . . . Code : ........ Plaats : . . . . . Land : . . . . . Vestigingsdatum : . . . . . | Adres : Straat . . . . . . . . . . Nr. . . . . . . . . . . Code : . . . . . Plaats : . . . . . . . . . . Land : . . . . . Vestigingsdatum : . . . . . |
LEDEN DIE DEEL UITMAKEN VAN HET GEZIN (de kandidaat en de echtgeno(o)t(e)/samenwonende niet meer vermelden)
1 | Naam en voornaam | Geboorte- datum | Geslacht | Verwantschap | Nationaalnr. | Gemeente van de woonplaats | Gehandicapt |
| | | M V | Kind ten laste Verblijvend kind Verwant in opklimmende lijn Andere | | | ja - nee |
| Beroep (3) | | | | | Vestigingsdatum |
2 | Naam en voornaam | Geboorte- datum | Geslacht | Verwantschap | Nationaalnr. | Gemeente van de woonplaats | Gehandicapt |
| | | M V | Kind ten laste Verblijvend kind Verwant in opklimmende lijn Andere | | | ja - nee |
| Beroep (3) | | | | | Vestigingsdatum |
3 | Naam en voornaam | Geboorte- datum | Geslacht | Verwantschap | Nationaalnr. | Gemeente van de woonplaats | Gehandicapt |
| | | M V | Kind ten laste Verblijvend kind Verwant in opklimmende lijn Andere | | | ja - nee |
| Beroep (3) | | | | | Vestigingsdatum |
4 | Naam en voornaam | Geboorte- datum | Geslacht | Verwantschap | Nationaalnr. | Gemeente van de woonplaats | Gehandicapt |
| | | M V | Kind ten laste Verblijvend kind Verwant in opklimmende lijn Andere | | | ja - nee |
| Beroep (3) | | | | | Vestigingsdatum |
5 | Naam en voornaam | Geboorte- datum | Geslacht | Verwantschap | Nationaalnr. | Gemeente van de woonplaats | Gehandicapt |
| | | M V | Kind ten laste Verblijvend kind Verwant in opklimmende lijn Andere | | | ja - nee |
| Beroep (3) | | | | | Vestigingsdatum |
6 | Naam en voornaam | Geboorte- datum | Geslacht | Verwantschap | Nationaalnr. | Gemeente van de woonplaats | Gehandicapt |
| | | M V | Kind ten laste Verblijvend kind Verwant in opklimmende lijn Andere | | | ja - nee |
| Beroep (3) | | | | | Vestigingsdatum |
Voor de zwangere vrouwen : | Voorziene datum voor de bevalling (maand/jaar) . . . . . . . . . . / . . . . . . . . . . |
A.2. REDENEN VAN DE AANVRAAG
1. mutatie ingediend voor onderbewoning van de woning;
2. mutatie ingediend om een geproportioneerde woning te verkrijgen, met uitzondering van de punten 1, 3 en 5;
3. mutatie ingediend om een ongeproportioneerde woning te verlaten die toegewezen is op grond van een afwijking toegekend overeenkomstig artikel 1, 15°, derde lid a) en b), en bewoond sinds minstens drie jaar;
4. mutatie ingediend om persoonlijke redenen of wegens de inkomsten van het gezin.
5. mutatie ingediend om een woning met twee kamers te verkrijgen overeenkomstig artikel 1, 15°, eerste lid, c).
Luik B (in te vullen door de maatschappij die de mutatieaanvraag in ontvangst neemt)
<td colspan="6" valign="top">B.1. DATA (4)
van indiening | van aanvaarding | van schrapping | van weigering | van bevestiging | van toekenning |
.../.../.... | .../.../.... | .../.../.... | .../.../.... | ../../.... | .../.../.... |
<td colspan="6" valign="top">B.2. DE REGLEMENTAIR GEPROPORTIONEERDE WONING TELT (5)
1 kamer | 2 kamers | 3 kamers | 4 kamers | 5 kamers | |
<td colspan="3" valign="top">MOET DE WONING AANGEPAST ZIJN (6)JA | NEE | |
<td colspan="6" valign="top">B.3. HUIDIGE TOEGEWEZEN WONING
1 kamer | 2 kamers | 3 kamers | 4 kamers | 5 kamers | |
Afwijkings- regeling : | Afwijkings- regeling : | Afwijkings- regeling : | Afwijkings- regeling : | Afwijkings- regeling : | |
<td colspan="3" valign="top">AANGEPASTE WONINGJA | NEE | |
<td colspan="6" valign="top">B.3. BEROEPSMIDDELEN (7)
<td colspan="6" valign="top">De kandidaat-huurder die zich benadeeld acht door een beslissing van de maatschappij kan bij aangetekend schrijven een bezwaarschrift naar haar zetel sturen binnen dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing.
Bij gebrek aan antwoord binnen dertig dagen na de indiening van het bezwaarschrift of in geval van verworpen bezwaarschrift, kan de kandidaat-huurder een aangetekend beroep indienen bij de kamer van beroep [<font color="red">1</font> waarvan de zetel gevestigd is bij het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap, Gospertstrasse 1, te 4700 Eupen]<font color="red">1</font>.
De kandidaat-huurder kan ook een individueel bezwaarschrift aan de [<font color="red">1</font> aan de ombudsman van de Duitstalige Gemeenschap richten op volgend adres: Platz des Parlaments 1, te 4700 Eupen]<font color="red">1</font>.
<td colspan="6" valign="top">(<font color="red">1</font>)<BDG <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2020020610" target="_blank">2020-02-06/10</a>, art. 21, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Opgemaakt te . . . . ., op . . . . .
Handtekening(en) van de kandidaat (kandidaten), voorafgegaan door de melding " gelezen en goedgekeurd " :
Zoals bepaald bij de wet op bescherming van de privésfeer worden de persoonsgegevens die megedeeld worden in het kader van deze aanvraag en van de overeenkomst verwerkt om de bestanden van de kandidaten bij te werken. De kandidaat stemt ermee in dat deze gegevens worden meegedeeld aan de andere beheersmaatschappijen van de gemeenten waarvoor hij gekozen heeft.
De verantwoordelijke voor de verwerking is de SC. . . . . ., waarvan de zetel gevestigd is te . . . . .
U heeft het recht om de meegedeelde gegevens te raadplegen en aan te passen, zoals bepaald bij de wet van 8 december 1992 op de bescherming van de privésfeer. U dient ons elk gegeven mee te delen dat uw dossier van mutatieaanvraag zou kunnen wijzigen.
(4) gebruik :
C voor de ongehuwde persoon;
M voor de gehuwde of samenwonende persoon;
D voor de uit de echt gescheiden persoon;
S voor de gescheiden persoon.
V voor de weduwnaar/weduwe
(5) gebruik :
B voor de Belgische staatsburgers;
U voor de staatsburgers van de Europese Unie die niet Belgisch zijn;
A voor de overige staatsburgers.
(6) gebruik :
S voor een loontrekker;
I voor een zelfstandige;
C voor een persoon die werkloosheidsuitkeringen ontvangt;
P voor een gepensioneerde persoon;
MU voor een persoon die inkomens van haar ziekenkas of daarmee gelijkgestelde inkomens ontvangt;
MI voor een persoon die een leefloon ontvangt.
(7) Besluit van de Waalse Regering van 06 september 2007 tot organisatie van de verhuur van woningen beheerd door de " Société wallonne du Logement " of de openbare huisvestingsmaatschappijen, artikel 17bis
(8) Besluit van de Waalse Regering van 06 september 2007 tot organisatie van de verhuur van woningen beheerd door de " Société wallonne du Logement " of de openbare huisvestingsmaatschappijen, artikel 1, 15°.
(9) Waalse Huisvestingscode, artikel 1, 25 : woning waarin werken zijn uitgevoerd met het oog op een geschikt gebruik door een gezin waarvan één van de leden gehandicapt is.
(10) Besluit van de Waalse Regering van 6 september 2007 tot organisatie van de verhuur van woningen beheerd door de " Société wallonne du Logement " of de openbare huisvestingsmaatschappijen, artikelen 7 tot 11.
]1
GEWIJZIGD BIJ :
<BWG 2014-05-08/42, art. 14, 007; Inwerkingtreding : 23-06-2014; formulier niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 13-06-2014, p. 44945-44949>
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2012-07-19/49, art. 39, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
<BDG 2020-12-03/42, art. 11, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
Art. N8. [1 Bijlage 8. - Sociale woning voor studenten
TYPE-HUUROVEREENKOMST
1. De maatschappij . . . . . waarvan de maatschappelijke zetelj gevestigd is op volgend adres : . . . . .
openbare huisvestingsmaatschappij erkend door de " Société wallonne du Logement " en vertegenwoordigd door
hierna " DE MAATSCHAPPIJ " genoemd
en
2. Mijnheer . . . . . en Mevrouw . . . . .
woonachtig te :
verbinden zich hoofdelijk en ondeelbaar,
hierna " DE HUURDER " genoemd,
ZIJN OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT :
Artikel 1. Sociale aard van de woning.
De maatschappij geeft een sociale woning in huur dankzij de financiële tegemoetkoming van het Waalse Gewest.
Deze woning wordt toegewezen met inachtneming van o.a., de sociale, familiale en financiële toestand van de huurder.
De duur van de huurovereenkomst, de berekening van de huurprijs en van de lasten van de huurder, alsook de modaliteiten voor het stellen van de huurwaarborg vallen onder specifieke regels die door de Waalse Regering vastgelegd worden. Deze regels kunnen tijdens de looptijd van de huurovereenkomst desgevallend gewijzigd worden.
Deze huurovereenkomst is conform het model gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 6 september 2007 betreffende de verhuur van sociale woningen beheerd door de " Société wallonne du Logement " of de openbare huisvestingsmaatschappijen, dat de maatschappij in acht moet nemen.
Artikel 2. Beschrijving van de woning.
De maatschappij verhuurt de huurder een wooneenheid gelegen straat . . . . ., nr. ............ bus ............ te (postcode en gemeente) . . . . .
De collectieve woning bestaat uit . . . . . ;
Er wordt een plaatsbeschrijving van de woning opgemaakt vooraleer ze ter beschikking van de huurder gesteld wordt :
* in der minne, door de maatschappij en de huurder;
* door een in onderlinge overeenstemming aangewezen deskundige, waarbij de maatschappij en de huurder elk de helft van de kosten dragen.
De plaatsbeschrijving wordt bij deze huurovereenkomst gevoegd.
Artikel 3. Bestemming van de woning.
De huurder gebruikt de woning als privéwoning. Elke andere bestemming is verboden.
Artikel 4. Gebruik van de woning.
De huurder moet de woning persoonlijk gebruiken, maar hij moet er niet woonachtig zijn.
Hij mag er het genot van in eender welke hoedanigheid niet overdragen, zelfs niet bij overlijden.
Elke overdracht of onderverhuring, zelfs gedeeltelijk, is verboden.
Artikel 5. Eigendom van een andere woning.
Als de huurder het volle genot van een woning in eigendom, vruchtgebruik of erfpacht krijgt, geeft hij de maatschappij binnen de maand kennis daarvan.
Artikel 6. Duur van de huurovereenkomst.
De huurovereenkomst treedt in werking op . . . . .
De woning wordt ter beschikking van de huurder gesteld onder de volgende voorwaarden :
* de ondertekening van de plaatsbeschrijving van de woning (zie artikel 2);
* de samenstelling van de huurwaarborg (zie artikel 10);
* de betaling van de eerste huurmaand (zie artikel 9).
Deze overeenkomst wordt gesloten voor een hernieuwbare duur van één jaar met een maximum van zes jaar.
Artikel 7. Huurprijs.
De maandelijkse huurprijs bij de inwerkingtreding van deze huurovereenkomst bedraagt 250 euro.
Deze huurprijs wordt geïndexeerd overeenkomstig de reglementering die van toepassing is op de indexering van de bedragen bedoeld in artikel 1 van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen.
Artikel 8. Huurlasten.
Bovenop de huurprijs betaalt de huurder huurlasten (onkosten en verbruiken).
De huurlasten worden betaald per maandelijkse voorschotten die aan het bedrag van de huurprijs toegevoegd worden.
Een jaarlijkse lastenaftrek wordt jaarlijks door de maatschappij uitgevoerd.
Op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst wordt het maandelijkse voorschot vastgelegd op .................... euro.
De maandelijkse voorschotten worden jaarlijks herzien en minstens vijftien dagen vóór de inwerkingtreding ervan aan de huurder meegedeeld.
Artikel 9. Betaling van de huurprijs en de lasten.
§ 1. Wanneer dient men te betalen ?
De eerste huurprijs en het eerste voorschot voor lasten worden vóór de terbeschikkingstelling van de woning betaald. De volgende huurprijzen, verhoogd met het voorschot voor lasten, worden uiterlijk de tiende van de lopende maand betaald.
De huurprijs voor een begonnen maand wordt integraal betaald.
§ 2. Hoe dient men te betalen ?
De huurprijs wordt betaald op de financiële rekening nr. . . . . ., waarbij de overmakings of overschrijvingskosten door de huurder gedragen worden.
De huurprijs kan ook betaald worden op de zetel (kantoren) van de maatschappij of op elke andere plaats die zij bepaalt.
§ 3. Niet-betaling van de huurprijs of van de lasten.
Als de huurprijs of de lasten 20 dagen na de voorgeschreven datum niet of slechts gedeeltelijk zijn betaald, produceren de verschuldigde sommen zonder ingebrekestelling interesten tegen de wettelijke voet, onverminderd het recht om een gerechtelijke procedure op te starten met het oog op de opzegging van de huurovereenkomst.
Deze verwijlinteresten worden berekend vanaf de eerste dag van de volgende maand tot de laatste dag van de maand in de loop waarvan de betaling wordt uitgevoerd.
De huurder draagt ook de herinneringskosten (postzegels en secretariaatkosten).
§ 4. Terugbetalingen.
De sommen die de huurder onrechtmatig betaald zou hebben, worden hem terugbetaald. Als de onrechtmatige betaling aan de maatschappij toe te schrijven is, produceren deze sommen interesten die overeenkomstig § 3 berekend worden.
Artikel 10. Huurwaarborg.
De huurwaarborg bedraagt .................... euro.
De huurder :
* stort het totaalbedrag van de waarborg vooraleer de woning hem ter beschikking gesteld wordt;
* verricht op dat ogenblik een eerste storting van 50 percent van dat bedrag, waarbij het saldo in .................... .maandelijkse afbetalingen van .................... euro gestort wordt;
* legt een verbintenis van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn over waarbij een gelijkwaardige waarborg aan de maatschappij gegeven wordt.
De maatschappij stort de door de huurder overgemaakte sommen op een individuele interestdragende rekening die op haar naam bij de " Société wallonne du Logement " is geopend.
Artikel 11. Gebruik, onderhoud en herstellingen.
§ 1. Beginselen.
De huurder verbindt zich ertoe de verhuurde woning " als een goed huisvader " te bewonen en te gebruiken, overeenkomstig artikel 1728 van het Burgerlijk Wetboek.
De huurder voldoet aan de bepalingen van het huishoudelijk reglement, waarvan één exemplaar, ondertekend door de partijen, bij de huurovereenkomst gevoegd wordt.
Elke bepaling van het huishoudelijk reglement in strijd met de bepalingen van deze huurovereenkomst is waardeloos.
§ 2. Onderhoud en huurherstellingen.
De huurherstellingen en het lopende onderhoud zijn voor rekening van de huurder.
De door de huurder binnenshuis gewenste verf- en behangwerken zijn ook voor zijn rekening.
De gasapparatuur voor de productie van sanitair warmwater en de desbetreffende leidingen worden door de maatschappij onderhouden voorzover ze bij de inwerkingtreding van de huurovereenkomst in de woning aanwezig is of in de loop van de huurovereenkomst door de maatschappij geïnstalleerd wordt.
De herstellingen wegens normale slijtage, verouderde staat, overmacht en een fout in het gebouw zijn voor rekening van de verhuurder.
De huurder verbindt zich ertoe, voor zijn eigen veiligheid en die van de eventuele andere bewoners, de branddetectoren in perfecte staat van werking te houden.
§ 3. Technische voorschriften.
Voor het gebruik en het onderhoud van de technische installaties zoals : branddetectoren, elektrische installaties, verwarmingsinstallaties, installaties voor warmwaterproductie, verluchtingsinstallaties en liften, verbindt de huurder zich ertoe de voorschriften van de fabrikanten en installateurs, alsook de richtlijnen van de maatschappij na te leven.
§ 4. De huurder verzuimt de onderhoudswerken uit te voeren.
Als de huurder de onderhouds- en herstelwerken die voor zijn rekening zijn niet bijtijds uitvoert of laat uitvoeren, heeft de maatschappij het recht om ze zelf te laten uitvoeren voor rekening van de huurder.
Ze stuurt vooraf een aangetekende ingebrekestelling waarbij ze een minimumtermijn van vijftien dagen toestaat om orde op zaken te stellen, behalve in bijzonder dringende gevallen.
De huurder moet de aldus uitgegeven sommen binnen de maand van de factuurdatum aan de maatschappij terugbetalen.
§ 5. Verplichting tot kennisgeving van schadegevallen aan de maatschappij - Herstel.
Voor elke schade moet de huurder de maatschappij wijzen op de nodige herstellingen die voor haar rekening zijn.
Als de huurder de maatschappij niet verwittigt, wordt hij persoonlijk verantwoordelijk gesteld voor elke verslechtering van de staat van de verhuurde goederen.
Bij inbraakpogingen of vandalistische daden draagt de eigenaar de kosten van het herstel van de aan het gebouw toegebrachte schade als geen fout aan de huurder toe te schrijven is.
De huurder geeft de diefstal en de schade onverwijld bij de politie aan. Hij gebruikt het aldus opgemaakte proces-verbaal als bewijsmiddel en maakt het aan zijn verzekeraar en aan de eigenaar over.
§ 6. Vrije toegang tot de woning.
De huurder verbindt zich ertoe vrije toegang te verlenen aan de afgevaardigden van de diensten van de maatschappijen die instaan voor het onderhoud, de opmeting en het wegnemen van de meters en andere toestellen, alsook voor elk onderhoud tijdens de hele duur van de huurovereenkomst.
Het verzoek om toegang tot de woning wordt minstens acht dagen vóór de datum van het bezoek van de afgevaardigde door de maatschappij aan de huurder gericht.
Artikel 12. Werken uitgevoerd door de maatschappij.
De huurder moet de uitvoering van alle werken die in de loop van de huurovereenkomst voor rekening van de maatschappij worden uitgevoerd zonder vergoeding dulden, ook al overschrijdt de uitvoeringstermijn veertig dagen.
De termijnen voor de uitvoering van de werken worden minstens dertig dagen vóór de uitvoering aan de huurder meegedeeld, behalve overmacht.
Als de werken van dien aard zijn dat ze de woning onbewoonbaar kunnen maken, stelt de maatschappij voor dat de huurder elders wordt gehuisvest tot ze uitgevoerd zijn.
Artikel 13. Ombouwwerken uitgevoerd door de huurder.
§ 1. Beginselen.
Elke ombouw van de woning mag slechts met de geschreven instemming van de maatschappij uitgevoerd worden.
Elk ombouw, zelfs toegelaten, wordt uitgevoerd volgens de regels van de kunst, met inachtneming van de wetten en regelgevingen (bv. inzake stedenbouw of veiligheid) en onder de volle verantwoordelijkheid van de huurder.
§ 2. Herstel van de woning.
Als de maatschappij met de ombouw instemt, kan de huurder aan het einde van de huurovereenkomst hetzij de woning in haar oorspronkelijke staat herstellen, hetzij de woning omgebouwd aan de maatschappij overlaten, zonder recht te hebben op een vergoeding.
Als de ombouw zonder de voorafgaande geschreven toestemming van de maatschappij is uitgevoerd, kan de maatschappij altijd eisen dat de huurder, zonder recht te hebben op een vergoeding, de woning in haar oorspronkelijke staat herstelt.
Artikel 14. Daken en gevels van de woning.
De huurder mag het dak van het gebouw, de gevel of elk ander buitengedeelte van het verhuurde goed niet gebruiken om er wat ook maar te installeren of aan te brengen, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de maatschappij.
Artikel 15. Beroepen en inbreuken.
De huurder geeft de maatschappij onverwijld kennis van elk beroep ingediend door de buren of de administratieve overheden, alsook van elke inbreuk die de woning betreft.
Bij gebreke daarvan behoudt de maatschappij zich het recht voor om een vergoeding voor de geleden schade te vragen.
Artikel 16. Brandverzekering.
§ 1. De huurder verbindt zich tot het sluiten van een brandverzekering van het type " integrale brand " waardoor zowel zijn meubels als zijn huuraansprakelijkheid voor de hele bewoningsduur gedekt worden.
De volgende risico's moeten gedekt worden :
* Brand en bijkomende risico's.
* Storm en hagel.
* Waterschade.
* Gebroken ruiten.
* Burgerlijke aansprakelijkheid gebouw.
De huurder moet een verzekering aangaan die volstaat om een volledige vergoeding te waarborgen in geval van schade (totale kostprijs van de heropbouw van het pand).
§ 2. Als de maatschappij hem schriftelijk meedeelt dat ze voor de woning een polis " integrale brand " heeft gesloten met afstand van beroep jegens de huurder, moet de verzekeringspolis " integrale brand " van de huurder slechts de risico's dekken die niet door de maatschappij gedragen worden, o.a. de meubels en het beroep ingediend door de buren.
§ 3. De maatschappij kan de huurder elk ogenblik verzoeken :
1. om haar een afschrift van zijn verzekeringspolis over te maken;
2. om haar het bewijs van de betaling van de verzekeringspremie over te leggen.
Artikel 17. Opzegging door de huurder.
De huurder kan altijd een einde maken aan deze huurovereenkomst, mits per post aangetekende opzegging van drie maanden die ingaat op de eerste dag van de maand die volgt op de maand in de loop waarvan de opzegging gegeven wordt.
Deze termijn kan in onderlinge overeenstemming gewijzigd worden na kennisgeving van de opzegging.
Art. 17bis. Overlijden van de huurder
De huurovereenkomst houdt van ambtswege op bij het overlijden van de huurder -
Artikel 18. Opzegging door de maatschappij.
§ 1. De maatschappij kan deze huurovereenkomst altijd ontbinden, mits aangetekende opzegging van drie maanden die ingaat op de eerste dag van de maand die volgt op de maand in de loop waarvan de opzegging gegeven wordt :
- als de huurder een woning in volle eigendom of in vruchtgebruik heeft, behalve een onverbeterbare, onbewoonbare of onaangepaste woning.
- als de huurder de bepalingen van deze huurovereenkomst of van het huishoudelijk reglement niet naleeft.
- als de huurder onjuiste of onvolledige aangiften indient m.b.t. de samenstelling van het gezin of zijn inkomsten.
- Als de huurder de hoedanigheid van studen niet meer heeft.
De maatschappij moet de huurder horen indien hij het wenst.
De gegeven opzegging is met redenen omkleed.
§ 2. De maatschappij kan deze huurovereenkomst na één jaar ontbinden, mits per post aangetekende opzegging van drie maanden die ingaat op de eerste dag van de maand die volgt op de maand in de loop waarvan de opzegging gegeven wordt.
§ 3. De huurder kan de woning vroeger verlaten, mits per post aangetekende kennisgeving aan de maatschappij van een tegenopzegging van één maand die ingaat op de eerste dag van de maand die volgt op de maand in de loop waarvan ze is verzonden.
Artikel 19. Aanplakkingen en bezichtigingen.
Tijdens de hele duur van de vooropzegging heeft de maatschappij het recht om affiches op de gevel aan te plakken en om de woning en de bijgebouwen twee keer per week gedurende twee uur te laten bezichtigen.
De huurder en de maatschappij bepalen een datum voor één van de twee bezichtigingen.
Artikel 20. Plaatsbeschrijving bij het verlaten van de woning.
§ 1. Voordat de huurder de woning aan de maatschappij afstaat, wordt een plaatsbeschrijving opgemaakt, hetzij in der minne, door de maatschappij en de huurder (of diens vertegenwoordiger, voorzien van een volgens de regels opgemaakte volmacht), hetzij door een in onderlinge overeenstemming aangewezen deskundige, waarbij de maatschappij en de huurder elk de helft van de kosten dragen.
§ 2. Als de huurder de sleutels van de gehuurde woning al aan de maatschappij teruggegeven heeft en als hij afwezig is op de datum voorzien voor de plaatsbeschrijving, geeft de maatschappij hem bij aangetekend schrijven aan het laatste adres dat hij meegedeeld heeft, kennis van een tweede datum voor de plaatsbeschrijving.
Bij een nieuwe afwezigheid van de huurder kan rechtsgeldig overgegaan worden tot de plaatsbeschrijving bij het verlaten van de woning. De plaatsbeschrijving heeft dezelfde waarde als een contradictoire plaatsbeschrijving indien ze door de maatschappij in aanwezigheid van een afgevaardigde van de " Société wallonne du Logement " opgemaakt wordt.
Artikel 22. Huurwaarborg aan het einde van de huurovereenkomst.
§ 1. Als de huurder zijn verplichtingen verzuimt na te komen (betaling van huurgeld, van de lasten, onderhoud van het gehuurde goed,...) kan de maatschappij, zowel voor de hoofdsom als voor de interesten, over de waarborgrekening beschikken, mits overlegging aan de " Société wallonne du Logement " van :
- hetzij een schriftelijk akkoord, dat ten vroegste aan het einde van de huurovereenkomst opgesteld wordt;
- hetzij een afschrift van een uitvoerbare rechterlijke beslissing.
§ 2. De waarborg (hoofdsom en interest) wordt weer ter beschikking van de huurder gesteld als hij voldaan heeft aan alle verplichtingen die uit deze huurovereenkomst voortvloeien.
Artikel 23. Controle.
De afgevaardigden van de maatschappij en van de " Société wallonne du Logement " hebben het recht om de woning en de aanhorigheden ervan te bezichtigen ten einde toe te zien op de goede nakoming van de verplichtingen die uit deze huurovereenkomst voortvloeien, op de nakoming van de verplichtingen waarin de geldende regelgeving voorziet en op de uitvoering van de toegelaten werken en de staat van de verhuurde goederen.
De huurder wordt minstens 48 uur vóór de bezichtiging verwittigd.
Artikel 24. Geschillen tussen buren.
De " Société wallonne du Logement " en de maatschappij zijn niet bevoegd om geschillen tussen buren te beslechten.
Artikel 25. Fiscale bepalingen.
§ 1. Onroerende voorheffing.
De onroerende voorheffing is voor rekening van de maatschappij.
Als de huurder in aanmerking komt voor een vermindering van de onroerende voorheffing, vult hij een aanvraagformulier in dat hij aan de maatschappij overmaakt.
De maatschappij stuurt de aanvraag vervolgens naar het Ministerie van Financiën.
De door het Ministerie van Financiën teruggegeven som wordt door de maatschappij aan de huurder terugbetaald of van de eventueel verschuldigde sommen afgetrokken.
§ 2. Registratie van de huurovereenkomst.
De registratieformaliteiten zijn voor rekening van de maatschappij.
Artikel 26. Betwistingen.
Elke betwisting betreffende deze huurovereenkomst valt onder de bevoegdheid van de rechtbanken van de vestigingsplaats van de woning.
Gedaan op . . . . ., te . . . . .
In drie originele exemplaren, waarbij elke partij bevestigt haar exemplaar te hebben ontvangen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2012-07-19/49, art. 39, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
Art. N8_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP. [1 Bijlage 8. - Sociale woning voor studenten TYPE-HUUROVEREENKOMST 1. De maatschappij . . . . . waarvan de maatschappelijke zetelj gevestigd is op volgend adres : . . . . . openbare huisvestingsmaatschappij erkend door de " [2 Regering van de Duitstalige Gemeenschap]2 en vertegenwoordigd door hierna " DE MAATSCHAPPIJ " genoemd en 2. Mijnheer . . . . . en Mevrouw . . . . . woonachtig te : verbinden zich hoofdelijk en ondeelbaar, hierna " DE HUURDER " genoemd, ZIJN OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT :
Artikel 1. Sociale aard van de woning. De maatschappij geeft een sociale woning in huur dankzij de financiële tegemoetkoming van [2 de Duitstalige Gemeenschap]2. Deze woning wordt toegewezen met inachtneming van o.a., de sociale, familiale en financiële toestand van de huurder. De duur van de huurovereenkomst, de berekening van de huurprijs en van de lasten van de huurder, alsook de modaliteiten voor het stellen van de huurwaarborg vallen onder specifieke regels die [2 ...]2 vastgelegd worden. Deze regels kunnen tijdens de looptijd van de huurovereenkomst desgevallend gewijzigd worden. Deze huurovereenkomst is conform het model gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 6 september 2007 betreffende de verhuur van sociale woningen beheerd door [2 ...]2f de openbare huisvestingsmaatschappijen, dat de maatschappij in acht moet nemen. Artikel 2. Beschrijving van de woning. De maatschappij verhuurt de huurder een wooneenheid gelegen straat . . . . ., nr. ............ bus ............ te (postcode en gemeente) . . . . . De collectieve woning bestaat uit . . . . . ; Er wordt een plaatsbeschrijving van de woning opgemaakt vooraleer ze ter beschikking van de huurder gesteld wordt : * in der minne, door de maatschappij en de huurder; * door een in onderlinge overeenstemming aangewezen deskundige, waarbij de maatschappij en de huurder elk de helft van de kosten dragen. De plaatsbeschrijving wordt bij deze huurovereenkomst gevoegd. Artikel 3. Bestemming van de woning. De huurder gebruikt de woning als privéwoning. Elke andere bestemming is verboden. Artikel 4. Gebruik van de woning. De huurder moet de woning persoonlijk gebruiken, maar hij moet er niet woonachtig zijn. Hij mag er het genot van in eender welke hoedanigheid niet overdragen, zelfs niet bij overlijden. Elke overdracht of onderverhuring, zelfs gedeeltelijk, is verboden. Artikel 5. Eigendom van een andere woning. Als de huurder het volle genot van een woning in eigendom, vruchtgebruik of erfpacht krijgt, geeft hij de maatschappij binnen de maand kennis daarvan. Artikel 6. Duur van de huurovereenkomst. De huurovereenkomst treedt in werking op . . . . . De woning wordt ter beschikking van de huurder gesteld onder de volgende voorwaarden : * de ondertekening van de plaatsbeschrijving van de woning (zie artikel 2); * de samenstelling van de huurwaarborg (zie artikel 10); * de betaling van de eerste huurmaand (zie artikel 9). Deze overeenkomst wordt gesloten voor een hernieuwbare duur van één jaar met een maximum van zes jaar. Artikel 7. Huurprijs. De maandelijkse huurprijs bij de inwerkingtreding van deze huurovereenkomst bedraagt 250 euro. Deze huurprijs wordt geïndexeerd overeenkomstig de reglementering die van toepassing is op de indexering van de bedragen bedoeld in artikel 1 van [2 het Wetboek van duurzaam wonen]2. Artikel 8. Huurlasten. Bovenop de huurprijs betaalt de huurder huurlasten (onkosten en verbruiken). De huurlasten worden betaald per maandelijkse voorschotten die aan het bedrag van de huurprijs toegevoegd worden. Een jaarlijkse lastenaftrek wordt jaarlijks door de maatschappij uitgevoerd. Op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst wordt het maandelijkse voorschot vastgelegd op .................... euro. De maandelijkse voorschotten worden jaarlijks herzien en minstens vijftien dagen vóór de inwerkingtreding ervan aan de huurder meegedeeld. Artikel 9. Betaling van de huurprijs en de lasten. § 1. Wanneer dient men te betalen ? De eerste huurprijs en het eerste voorschot voor lasten worden vóór de terbeschikkingstelling van de woning betaald. De volgende huurprijzen, verhoogd met het voorschot voor lasten, worden uiterlijk de tiende van de lopende maand betaald. De huurprijs voor een begonnen maand wordt integraal betaald. § 2. Hoe dient men te betalen ? De huurprijs wordt betaald op de financiële rekening nr. . . . . ., waarbij de overmakings of overschrijvingskosten door de huurder gedragen worden. De huurprijs kan ook betaald worden op de zetel (kantoren) van de maatschappij of op elke andere plaats die zij bepaalt. § 3. Niet-betaling van de huurprijs of van de lasten. Als de huurprijs of de lasten 20 dagen na de voorgeschreven datum niet of slechts gedeeltelijk zijn betaald, produceren de verschuldigde sommen zonder ingebrekestelling interesten tegen de wettelijke voet, onverminderd het recht om een gerechtelijke procedure op te starten met het oog op de opzegging van de huurovereenkomst. Deze verwijlinteresten worden berekend vanaf de eerste dag van de volgende maand tot de laatste dag van de maand in de loop waarvan de betaling wordt uitgevoerd. De huurder draagt ook de herinneringskosten (postzegels en secretariaatkosten). § 4. Terugbetalingen. De sommen die de huurder onrechtmatig betaald zou hebben, worden hem terugbetaald. Als de onrechtmatige betaling aan de maatschappij toe te schrijven is, produceren deze sommen interesten die overeenkomstig § 3 berekend worden. Artikel 10. Huurwaarborg. De huurwaarborg bedraagt .................... euro. De huurder : * stort het totaalbedrag van de waarborg vooraleer de woning hem ter beschikking gesteld wordt; [2 ...]2 * legt een verbintenis van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn over waarbij een gelijkwaardige waarborg aan de maatschappij gegeven wordt. De maatschappij stort de door de huurder overgemaakte sommen op een individuele interestdragende rekening die op haar naam [2 bij het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap]2 is geopend. Artikel 11. Gebruik, onderhoud en herstellingen. § 1. Beginselen. De huurder verbindt zich ertoe de verhuurde woning " als een goed huisvader " te bewonen en te gebruiken, overeenkomstig [2 artikel 14 van het decreet van het Waals Gewest van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst]2. De huurder voldoet aan de bepalingen van het huishoudelijk reglement, waarvan één exemplaar, ondertekend door de partijen, bij de huurovereenkomst gevoegd wordt. Elke bepaling van het huishoudelijk reglement in strijd met de bepalingen van deze huurovereenkomst is waardeloos. § 2. Onderhoud en huurherstellingen. De huurherstellingen en het lopende onderhoud zijn voor rekening van de huurder. De door de huurder binnenshuis gewenste verf- en behangwerken zijn ook voor zijn rekening. De gasapparatuur voor de productie van sanitair warmwater en de desbetreffende leidingen worden door de maatschappij onderhouden voorzover ze bij de inwerkingtreding van de huurovereenkomst in de woning aanwezig is of in de loop van de huurovereenkomst door de maatschappij geïnstalleerd wordt. De herstellingen wegens normale slijtage, verouderde staat, overmacht en een fout in het gebouw zijn voor rekening van de verhuurder. De huurder verbindt zich ertoe, voor zijn eigen veiligheid en die van de eventuele andere bewoners, de branddetectoren in perfecte staat van werking te houden. § 3. Technische voorschriften. Voor het gebruik en het onderhoud van de technische installaties zoals : branddetectoren, elektrische installaties, verwarmingsinstallaties, installaties voor warmwaterproductie, verluchtingsinstallaties en liften, verbindt de huurder zich ertoe de voorschriften van de fabrikanten en installateurs, alsook de richtlijnen van de maatschappij na te leven. § 4. De huurder verzuimt de onderhoudswerken uit te voeren. Als de huurder de onderhouds- en herstelwerken die voor zijn rekening zijn niet bijtijds uitvoert of laat uitvoeren, heeft de maatschappij het recht om ze zelf te laten uitvoeren voor rekening van de huurder. Ze stuurt vooraf een aangetekende ingebrekestelling waarbij ze een minimumtermijn van vijftien dagen toestaat om orde op zaken te stellen, behalve in bijzonder dringende gevallen. De huurder moet de aldus uitgegeven sommen binnen de maand van de factuurdatum aan de maatschappij terugbetalen. § 5. Verplichting tot kennisgeving van schadegevallen aan de maatschappij - Herstel. Voor elke schade moet de huurder de maatschappij wijzen op de nodige herstellingen die voor haar rekening zijn. Als de huurder de maatschappij niet verwittigt, wordt hij persoonlijk verantwoordelijk gesteld voor elke verslechtering van de staat van de verhuurde goederen. Bij inbraakpogingen of vandalistische daden draagt de eigenaar de kosten van het herstel van de aan het gebouw toegebrachte schade als geen fout aan de huurder toe te schrijven is. De huurder geeft de diefstal en de schade onverwijld bij de politie aan. Hij gebruikt het aldus opgemaakte proces-verbaal als bewijsmiddel en maakt het aan zijn verzekeraar en aan de eigenaar over. § 6. Vrije toegang tot de woning. De huurder verbindt zich ertoe vrije toegang te verlenen aan de afgevaardigden van de diensten van de maatschappijen die instaan voor het onderhoud, de opmeting en het wegnemen van de meters en andere toestellen, alsook voor elk onderhoud tijdens de hele duur van de huurovereenkomst. Het verzoek om toegang tot de woning wordt minstens acht dagen vóór de datum van het bezoek van de afgevaardigde door de maatschappij aan de huurder gericht. Artikel 12. Werken uitgevoerd door de maatschappij. De huurder moet de uitvoering van alle werken die in de loop van de huurovereenkomst voor rekening van de maatschappij worden uitgevoerd zonder vergoeding dulden, ook al overschrijdt de uitvoeringstermijn veertig dagen. De termijnen voor de uitvoering van de werken worden minstens dertig dagen vóór de uitvoering aan de huurder meegedeeld, behalve overmacht. Als de werken van dien aard zijn dat ze de woning onbewoonbaar kunnen maken, stelt de maatschappij voor dat de huurder elders wordt gehuisvest tot ze uitgevoerd zijn. Artikel 13. Ombouwwerken uitgevoerd door de huurder. § 1. Beginselen. Elke ombouw van de woning mag slechts met de geschreven instemming van de maatschappij uitgevoerd worden. Elk ombouw, zelfs toegelaten, wordt uitgevoerd volgens de regels van de kunst, met inachtneming van de wetten en regelgevingen (bv. inzake stedenbouw of veiligheid) en onder de volle verantwoordelijkheid van de huurder. § 2. Herstel van de woning. Als de maatschappij met de ombouw instemt, kan de huurder aan het einde van de huurovereenkomst hetzij de woning in haar oorspronkelijke staat herstellen, hetzij de woning omgebouwd aan de maatschappij overlaten, zonder recht te hebben op een vergoeding. Als de ombouw zonder de voorafgaande geschreven toestemming van de maatschappij is uitgevoerd, kan de maatschappij altijd eisen dat de huurder, zonder recht te hebben op een vergoeding, de woning in haar oorspronkelijke staat herstelt. Artikel 14. Daken en gevels van de woning. De huurder mag het dak van het gebouw, de gevel of elk ander buitengedeelte van het verhuurde goed niet gebruiken om er wat ook maar te installeren of aan te brengen, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de maatschappij. Artikel 15. Beroepen en inbreuken. De huurder geeft de maatschappij onverwijld kennis van elk beroep ingediend door de buren of de administratieve overheden, alsook van elke inbreuk die de woning betreft. Bij gebreke daarvan behoudt de maatschappij zich het recht voor om een vergoeding voor de geleden schade te vragen. Artikel 16. Brandverzekering. § 1. De huurder verbindt zich tot het sluiten van een brandverzekering van het type " integrale brand " waardoor zowel zijn meubels als zijn huuraansprakelijkheid voor de hele bewoningsduur gedekt worden. De volgende risico's moeten gedekt worden : * Brand en bijkomende risico's. * Storm en hagel. * Waterschade. * Gebroken ruiten. * Burgerlijke aansprakelijkheid gebouw. De huurder moet een verzekering aangaan die volstaat om een volledige vergoeding te waarborgen in geval van schade (totale kostprijs van de heropbouw van het pand). § 2. Als de maatschappij hem schriftelijk meedeelt dat ze voor de woning een polis " integrale brand " heeft gesloten met afstand van beroep jegens de huurder, moet de verzekeringspolis " integrale brand " van de huurder slechts de risico's dekken die niet door de maatschappij gedragen worden, o.a. de meubels en het beroep ingediend door de buren. § 3. De maatschappij kan de huurder elk ogenblik verzoeken : 1. om haar een afschrift van zijn verzekeringspolis over te maken; 2. om haar het bewijs van de betaling van de verzekeringspremie over te leggen. Artikel 17. Opzegging door de huurder. De huurder kan altijd een einde maken aan deze huurovereenkomst, mits per post aangetekende opzegging van drie maanden die ingaat op de eerste dag van de maand die volgt op de maand in de loop waarvan de opzegging gegeven wordt. Deze termijn kan in onderlinge overeenstemming gewijzigd worden na kennisgeving van de opzegging. Art. 17bis. Overlijden van de huurder De huurovereenkomst houdt van ambtswege op bij het overlijden van de huurder - Artikel 18. Opzegging door de maatschappij. § 1. De maatschappij kan deze huurovereenkomst altijd ontbinden, mits aangetekende opzegging van drie maanden die ingaat op de eerste dag van de maand die volgt op de maand in de loop waarvan de opzegging gegeven wordt : - als de huurder een woning in volle eigendom of in vruchtgebruik heeft, behalve een onverbeterbare, onbewoonbare of onaangepaste woning. - als de huurder de bepalingen van deze huurovereenkomst of van het huishoudelijk reglement niet naleeft. - als de huurder onjuiste of onvolledige aangiften indient m.b.t. de samenstelling van het gezin of zijn inkomsten. - Als de huurder de hoedanigheid van studen niet meer heeft. De maatschappij moet de huurder horen indien hij het wenst. De gegeven opzegging is met redenen omkleed. § 2. De maatschappij kan deze huurovereenkomst na één jaar ontbinden, mits per post aangetekende opzegging van drie maanden die ingaat op de eerste dag van de maand die volgt op de maand in de loop waarvan de opzegging gegeven wordt. § 3. De huurder kan de woning vroeger verlaten, mits per post aangetekende kennisgeving aan de maatschappij van een tegenopzegging van één maand die ingaat op de eerste dag van de maand die volgt op de maand in de loop waarvan ze is verzonden. Artikel 19. Aanplakkingen en bezichtigingen. Tijdens de hele duur van de vooropzegging heeft de maatschappij het recht om affiches op de gevel aan te plakken en om de woning en de bijgebouwen twee keer per week gedurende twee uur te laten bezichtigen. De huurder en de maatschappij bepalen een datum voor één van de twee bezichtigingen. Artikel 20. Plaatsbeschrijving bij het verlaten van de woning. § 1. Voordat de huurder de woning aan de maatschappij afstaat, wordt een plaatsbeschrijving opgemaakt, hetzij in der minne, door de maatschappij en de huurder (of diens vertegenwoordiger, voorzien van een volgens de regels opgemaakte volmacht), hetzij door een in onderlinge overeenstemming aangewezen deskundige, waarbij de maatschappij en de huurder elk de helft van de kosten dragen. § 2. Als de huurder de sleutels van de gehuurde woning al aan de maatschappij teruggegeven heeft en als hij afwezig is op de datum voorzien voor de plaatsbeschrijving, geeft de maatschappij hem bij aangetekend schrijven aan het laatste adres dat hij meegedeeld heeft, kennis van een tweede datum voor de plaatsbeschrijving. Bij een nieuwe afwezigheid van de huurder kan rechtsgeldig overgegaan worden tot de plaatsbeschrijving bij het verlaten van de woning. De plaatsbeschrijving heeft dezelfde waarde als een contradictoire plaatsbeschrijving indien ze door de maatschappij in aanwezigheid van een afgevaardigde van[2 het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap]2 opgemaakt wordt. Artikel 22. Huurwaarborg aan het einde van de huurovereenkomst. § 1. Als de huurder zijn verplichtingen verzuimt na te komen (betaling van huurgeld, van de lasten, onderhoud van het gehuurde goed,...) kan de maatschappij, zowel voor de hoofdsom als voor de interesten, over de waarborgrekening beschikken, mits overlegging aan [2 het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap]2 van : - hetzij een schriftelijk akkoord, dat ten vroegste aan het einde van de huurovereenkomst opgesteld wordt; - hetzij een afschrift van een uitvoerbare rechterlijke beslissing. § 2. De waarborg (hoofdsom en interest) wordt weer ter beschikking van de huurder gesteld als hij voldaan heeft aan alle verplichtingen die uit deze huurovereenkomst voortvloeien. Artikel 23. Controle. De afgevaardigden van de maatschappij en van [2 het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap]2 hebben het recht om de woning en de aanhorigheden ervan te bezichtigen ten einde toe te zien op de goede nakoming van de verplichtingen die uit deze huurovereenkomst voortvloeien, op de nakoming van de verplichtingen waarin de geldende regelgeving voorziet en op de uitvoering van de toegelaten werken en de staat van de verhuurde goederen. De huurder wordt minstens 48 uur vóór de bezichtiging verwittigd. Artikel 24. Geschillen tussen buren. [2 Het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap]2 en de maatschappij zijn niet bevoegd om geschillen tussen buren te beslechten. Artikel 25. Fiscale bepalingen. § 1. Onroerende voorheffing. De onroerende voorheffing is voor rekening van de maatschappij. Als de huurder in aanmerking komt voor een vermindering van de onroerende voorheffing, vult hij een aanvraagformulier in dat hij aan de maatschappij overmaakt. De maatschappij stuurt de aanvraag vervolgens naar het Ministerie van Financiën. De door het Ministerie van Financiën teruggegeven som wordt door de maatschappij aan de huurder terugbetaald of van de eventueel verschuldigde sommen afgetrokken. § 2. Registratie van de huurovereenkomst. De registratieformaliteiten zijn voor rekening van de maatschappij. Artikel 26. Betwistingen. Elke betwisting betreffende deze huurovereenkomst valt onder de bevoegdheid van de rechtbanken van de vestigingsplaats van de woning. Gedaan op . . . . ., te . . . . . In drie originele exemplaren, waarbij elke partij bevestigt haar exemplaar te hebben ontvangen.]1 ----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2012-07-19/49, art. 39, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(2)<BDG 2020-12-03/42, art. 12, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
Art. N9Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 27-03-2024, p. 37869
<Ingevoegd bij BWG 2024-02-08/17, art. 17, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2024>