6 JULI 2007. - Decreet houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-07-2007 en tekstbijwerking tot 30-04-2024)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-3
HOOFDSTUK II. - Taakomschrijving.
Art. 4
HOOFDSTUK III. - Samenstelling en organisatie.
Art. 5-6
HOOFDSTUK IV. - [1 Werking]1
Art. 7, 7/1
HOOFDSTUK V. - Landbouw- en visserijrapport.
Art. 8-11, 11/1
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art. 12-16
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.
Art.2.In dit decreet wordt verstaan onder :
1° [1 [2 Bestuursdecreet: het Bestuursdecreet van 7 december 2018]2;]1
2° de strategische adviesraad : de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij;
[1 3° SERV: de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen.]1
----------
(1)<DVR 2015-07-03/01, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
(2)<DVR 2018-12-07/05, art. IV.144, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.3.[1 Bij de SERV wordt de strategische adviesraad opgericht. De strategische adviesraad behoort tot het beleidsdomein [3 Werk, Economie, Wetenschap, Innovatie, Landbouw en Sociale Economie]3.
De strategische adviesraad heeft geen rechtspersoonlijkheid.
De bepalingen van [2 titel III, hoofdstuk 3, afdeling 7, van het Bestuursdecreet]2 zijn van toepassing op de strategische adviesraad, tenzij in dit decreet anders wordt bepaald.]1
----------
(1)<DVR 2015-07-03/01, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
(2)<DVR 2018-12-07/05, art. IV.145, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
(3)<DVR 2024-03-29/37, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
HOOFDSTUK II. - Taakomschrijving.
Art.4.§ 1. De strategische adviesraad heeft de volgende opdrachten :
1° uit eigen beweging of op verzoek advies uitbrengen over de hoofdlijnen van het beleid met betrekking tot alle economische, ecologische, sociale en maatschappelijke aspecten van het landbouw-, tuinbouw-, visserij- en het plattelandsbeleid;
2° bijdragen tot het vormen van een beleidsvisie over alle economische, ecologische, sociale en maatschappelijke aspecten van het landbouw-, tuinbouw-, visserij- en het plattelandsbeleid;
3° de ontwikkelingen op het vlak van alle economische, ecologische, sociale en maatschappelijke aspecten van het landbouw-, tuinbouw-, visserij en het plattelandsbeleid volgen en interpreteren;
4° advies uitbrengen over voorontwerpen van decreet met betrekking tot alle economische, ecologische, sociale en maatschappelijke aspecten van het landbouw-, tuinbouw-, visserij- en het plattelandsbeleid, en over voorontwerpen van decreet die uitgaan van andere beleidsdomeinen met een belangrijke impact op het landbouw-, tuinbouw-, visserij- en het plattelandsbeleid;
5° uit eigen beweging of op verzoek advies uitbrengen over voorstellen van decreet met betrekking tot alle economische, ecologische, sociale en maatschappelijke aspecten van het landbouw-, tuinbouw-, visserij- en plattelandsbeleid, en over voorstellen van decreet, opgesteld met betrekking tot materies die horen tot andere beleidsdomeinen met een belangrijke impact op het landbouw-, tuinbouw-, visserij- en het plattelandsbeleid;
6° uit eigen beweging of op verzoek advies uitbrengen over ontwerpen van besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot alle economische, ecologische, sociale en maatschappelijke aspecten van het landbouw-, tuinbouw-, visserij- en plattelandsbeleid, en over ontwerpen van besluit van de Vlaamse Regering, opgesteld met betrekking tot materies die horen tot andere beleidsdomeinen met een belangrijke impact op het landbouw-, tuinbouw-, visserij- en het plattelandsbeleid;
7° reflecteren over de bij het Vlaams Parlement ingediende beleidsnota's met betrekking tot economische, ecologische, sociale en maatschappelijke aspecten van het landbouw-, tuinbouw-, visserij- en het plattelandsbeleid, en over ingediende beleidsnota's van andere beleidsdomeinen met een belangrijke invloed op het landbouw-, tuinbouw-, visserij- en het plattelandsbeleid;
8° uit eigen beweging of op verzoek advies uitbrengen over ontwerpen van samenwerkingsakkoord die de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest wil sluiten met de staat of met andere gemeenschappen en gewesten;
9° uit eigen beweging of op verzoek advies uitbrengen over beleidsvoornemens, beleidsplannen en in voorbereiding zijnde regelgeving op het niveau van de Europese Unie, alsook over in voorbereiding zijnde internationale verdragen.
§ 2. De Vlaamse Regering is verplicht om advies te vragen over :
1° de voorontwerpen van decreet met betrekking tot alle economische, ecologische, sociale en maatschappelijke aspecten van het landbouw-, tuinbouw-, visserij- en het plattelandsbeleid;
2° de ontwerpen van besluit van de Vlaamse Regering die van strategisch belang zijn met betrekking tot alle economische, ecologische, sociale en maatschappelijke aspecten van het landbouw-, tuinbouw-, visserij- en het plattelandsbeleid.
§ 3. Overeenkomstig [2 artikel III.94, § 3, van het Bestuursdecreet]2 geeft de Vlaamse Regering duiding en toelichting aan de strategische adviesraad over haar beslissing over de in § 2 bedoelde adviezen.
§ 4. De strategische adviesraad kan, uit eigen beweging of op verzoek van de functioneel bevoegde Vlaamse minister, advies uitbrengen over ontwerpen van regelgeving die van strategisch belang zijn betreffende de aspecten, vermeld in § 1, die uitgaan van de federale overheid, van collega-ministers die bevoegd zijn voor andere beleidsdomeinen of van de Europese Unie.
§ 5. De sociale en maatschappelijke aspecten van het landbouw-, tuinbouw-, visserij- en plattelandsbeleid kunnen betrekking hebben op de plattelandsontwikkeling, het imago van de landbouw, de landbouwvorming zoals naschoolse vorming, de landbouwvoorlichting of -vulgarisatie en het landbouwonderzoek.
----------
(1)<DVR 2015-07-03/01, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
(2)<DVR 2018-12-07/05, art. IV.146, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK III. - Samenstelling en organisatie.
Art.5. § 1. De strategische adviesraad is samengesteld uit twintig vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, die actief en deskundig zijn op het vlak van landbouw-, tuinbouw-, visserij- of het plattelandsbeleid.
§ 2. De volgende organisaties uit het maatschappelijk middenveld zijn in de strategische adviesraad vertegenwoordigd :
1° zes vertegenwoordigers namens de algemene landbouworganisaties;
2° een vertegenwoordiger namens de jongerenlandbouworganisaties;
3° een vertegenwoordiger namens de vrouwenverenigingen;
4° een vertegenwoordiger namens de derdewereldorganisaties;
5° een vertegenwoordiger namens de leefmilieuorganisaties, zetelend in de Minaraad;
6° een vertegenwoordiger namens de biologische productie;
7° een vertegenwoordiger namens de visserijsector;
8° twee vertegenwoordigers namens de toeleveringssector;
9° twee vertegenwoordigers namens de verwerking;
10° een vertegenwoordiger namens de handel en distributie;
11° een vertegenwoordiger namens de verbruikersorganisaties;
12° een vertegenwoordiger namens het landbouwonderzoek;
13° een vertegenwoordiger namens het landbouwonderwijs.
Art.6.De strategische adviesraad bestaat uit twintig leden, die de Vlaamse Regering overeenkomstig [2 artikel III.96, § 1, van het Bestuursdecreet]2 benoemt voor een termijn van vier jaar.
De Vlaamse Regering stelt vast of er plaatsvervangende leden moeten worden benoemd.
Een technische werkcommissie Visserij zal de strategische adviesraad ondersteunen voor het visserijbeleid. Daarnaast kan de strategische adviesraad andere technische werkcommissies oprichten. De Vlaamse Regering bepaalt de samenstelling en de werking van deze technische werkcommissies.
De voorzitter van de strategische adviesraad wordt door de Vlaamse Regering benoemd.
----------
(1)<DVR 2015-07-03/01, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
(2)<DVR 2018-12-07/05, art. IV.147, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK IV. - [1 Werking]1
----------
(1)
Art.7.[1 § 1. In afwijking van [2 artikel III.100 van het Bestuursdecreet]2 stelt de SERV een secretariaat ter beschikking van de strategische adviesraad. Het secretariaat wordt samengesteld uit leden van het SERV-personeel die door de leidend ambtenaren van de SERV zijn aangewezen. Het secretariaat is verantwoordelijk voor de inhoudelijke en administratieve ondersteuning. De SERV zorgt ook voor de huisvesting en de logistieke ondersteuning van de strategische adviesraad.
Het secretariaat wordt, onder gezag van de voorzitter van de strategische adviesraad, geleid door een secretaris die door de leidend ambtenaren van de SERV wordt aangewezen onder de leden van het secretariaat.
De Vlaamse Regering bepaalt de minimale omvang en samenstelling van het secretariaat dat verantwoordelijk is voor de inhoudelijke ondersteuning van de strategische adviesraad.
§ 2. De technische werkcommissies worden bijgestaan door het secretariaat, vermeld in paragraaf 1.]1
----------
(1)<DVR 2015-07-03/01, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
(2)<DVR 2018-12-07/05, art. IV.148, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.7/1. [1 In dit hoofdstuk wordt verstaan onder agentschap: het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, opgericht bij besluit van de Vlaamse Regering van 15 september 2023.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DVR 2024-03-29/37, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
HOOFDSTUK V. - Landbouw- en visserijrapport.
Art.8. Het landbouw- en visserijrapport, hierna het rapport te noemen, bestaat uit :
1° een beschrijving, analyse en evaluatie van de toestand van de landbouw en de visserij in Vlaanderen;
2° een beschrijving, analyse en evaluatie van het door het beleidsdomein gevoerde landbouw- en visserijbeleid;
3° een beschrijving van de verwachte ontwikkelingen van de Vlaamse landbouw en visserij.
Art.9. Om de twee jaar wordt het rapport opgesteld.
Met behoud van de toepassing van het eerste lid wordt het eerste rapport uiterlijk op 31 december 2008 voltooid.
Art.10.Het [1 agentschap]1 is belast met het opstellen van het rapport.
Een stuurgroep zal het [1 agentschap]1 bijstaan bij de opmaak van het rapport. Afgevaardigden van de strategische adviesraad maken deel uit van de stuurgroep.
----------
(1)<DVR 2024-03-29/37, art. 7, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.11. Aan het rapport wordt ruime bekendheid gegeven.
Art.11/1. [1 De door het agentschap beheerde cijferwebsite beschrijft de toestand van de landbouw- en visserijsector op basis van de meest recente cijfers en bestaande en nieuwe relevante indicatoren.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DVR 2024-03-29/37, art. 8, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art.12. In het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 1993 betreffende de omkadering van de zeevisserij en de aquicultuur worden de volgende artikelen opgeheven :
1° artikel 20, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 mei 2000;
2° artikel 20bis, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 mei 2000;
3° artikel 20ter, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 mei 2000 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 en 28 april 2006;
4° artikel 20quater, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 mei 2000 en gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2006.
Art.13. De volgende regelingen worden opgeheven :
1° de wet van 29 maart 1963 ertoe strekkende de rendabiliteit in de landbouw op te voeren en zijn gelijkwaardigheid met de andere sectoren van het bedrijfsleven te bevorderen, gewijzigd bij de wet van 25 mei 1999;
2° het decreet van 18 mei 1999 houdende oprichting van een Vlaamse Land- en Tuinbouwraad;
3° het besluit van de Vlaamse Regering van 3 december 1999 betreffende de aanwijzing van de organisaties in de Vlaamse Land- en Tuinbouwraad.
Art.14. De Vlaamse Regering wordt gemachtigd om alle maatregelen te nemen voor de officiële vertegenwoordiging van de landbouw op gewestelijk vlak, en onder meer de opdrachten, de samenstelling en de werking, met inbegrip van de financiering, van de bestaande vertegenwoordigende structuren of organen te wijzigen.
Art.15. De Vlaamse Regering wordt ermee belast de bepalingen van de wetten en decreten betreffende de strategische adviesraad, alsook de bepalingen die daarin uitdrukkelijk of stilzwijgend wijzigingen hebben aangebracht tot het tijdstip van de coördinatie, te coördineren.
Daartoe kan de regering :
1° de volgorde en de nummering van de te coördineren bepalingen veranderen en in het algemeen de teksten naar de vorm wijzigen;
2° de verwijzingen die voorkomen in de te coördineren bepalingen, met de nieuwe nummering overeenbrengen;
3° zonder afbreuk te doen aan de beginselen die in de te coördineren bepalingen vervat zijn, de redactie ervan wijzigen om ze onderling te doen overeenstemmen en eenheid in de terminologie te brengen;
4° de verwijzingen naar de in de coördinatie opgenomen bepalingen die in andere niet in de coördinatie opgenomen bepalingen voorkomen, naar de vorm aanpassen.
De coördinatie treedt pas in werking nadat ze bekrachtigd is door het Vlaams Parlement.
Art. 16.De Vlaamse Regering bepaalt de datum waarop dit decreet in werking treedt.
(NOTA : inwerkingtreding vastgesteld op 12-10-2008 door BVR 2008-05-23/53, art. 20)