27 APRIL 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun aan investeringen in de omkaderingssector van land- en tuinbouw(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 19-06-2007 en tekstbijwerking tot 31-07-2024)
HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Steun aan investeringen in de omkaderingssector van land- en tuinbouw.
Art. 2-4
HOOFDSTUK III. - Voorwaarden.
Art. 5-9
HOOFDSTUK IV. - Aanvraag.
Art. 10-11
HOOFDSTUK IV/1. [1 Openbaarmaking]1
Art. 11/1. [1 Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, vermeld in artikel 29/1, eerste lid, 2А, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, regelt de uitvoering van de verplichting tot openbaarmaking, vermeld in artikel 76/2, eerste lid, 13А, en tweede lid, 2А, van de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019.]1
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art. 12-13
HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder :
1° omkaderingssector van land- en tuinbouw: het geheel van bedrijven, verenigingen en instellingen die hetzij als natuurlijke persoon, hetzij als rechtspersoon, een dienstverlenende bijdrage leveren tot de ontwikkeling van de land- en tuinbouwsector of tot de begeleiding van activiteiten op land- en tuinbouwbedrijven;
2° kandidaat-begunstigde: een bedrijf, vereniging of instelling als vermeld in punt 1°;
3° rechtspersoon: een handelsvennootschap als vermeld in artikel 2, § 2, van Boek I, Titel I, van de wet van 7 mei 1999 houdende het wetboek van vennootschappen of een vereniging zonder winstoogmerk als vermeld in artikel 1 van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen;
4° oproep: de oproep bij ministeriële omzendbrief aan de kandidaat-begunstigden tot indiening van een steunaanvraag;
5° de minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor [1 de landbouw]1;
6° steun: een financiële tegemoetkoming onder de vorm van een kapitaalpremie voor investeringen.
----------
(1)<BVR 2024-01-26/31, art. 25, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
HOOFDSTUK II. - Steun aan investeringen in de omkaderingssector van land- en tuinbouw.
Art.2. De minister bepaalt, binnen de omschrijving van artikel 1, 1° en beperkt tot praktijkcentra en vergelijkbare instellingen, de te weerhouden doelgroepen voor steun.
Art.3. Een kandidaat-begunstigde kan de steun, vermeld in artikel 1, 6°, ontvangen als hij aan volgende voorwaarden voldoet:
1° de maatschappelijke zetel of de exploitatiezetel is gelegen in het Vlaamse Gewest;
2° de investeringen die voor steun in aanmerking komen zijn gelegen in het Vlaamse Gewest;
3° de continuïteit van de bedrijvigheid kan voldoende aangetoond worden door middel van een bedrijfsinformatieplan. De minister bepaalt de modaliteiten van dat bedrijfsinformatieplan;
De minister kan aanvullende voorwaarden bepalen.
Art.4. De steun bedraagt maximaal 50 % van de subsidiabele investeringskosten.
De minister bepaalt binnen de limieten, vermeld in lid 1, de grootte van de kapitaalpremie.
HOOFDSTUK III. - Voorwaarden.
Art.5. De minister bepaalt per oproep, afhankelijk van de budgettaire mogelijkheden en binnen de overeenkomstig artikel 2 bepaalde doelgroepen, de subdoelgroepen die in aanmerking komen voor indiening van een subsidieaanvraag.
Art.6. De minister bepaalt per oproep de investeringen die in aanmerking komen voor steun, rekening houdend met de grootste noodzakelijkheden binnen de omkaderingssector van land- en tuinbouw. Hij bepaalt tevens de minimale- en maximale investeringsuitgaven en de investeringsperiode die in aanmerking wordt genomen.
Art.7. De steun kan alleen verkregen worden voor investeringen waarvan de uitvoering ten hoogste zes maanden voor het tijdstip van publicatie van de oproep een aanvang nam, behoudens afwijkingen die de minister bepaalt.
Art.8. De kandidaat-begunstigde verbindt er zich toe geen andere steun aan te vragen waardoor het totale steunbedrag meer bedraagt dan de reële investeringskosten. De minister kan extra voorwaarden vaststellen.
Art.9. De kapitaalpremie wordt uitbetaald in een of meerdere schijven. De minister bepaalt per oproep de uitbetalingsvoorwaarden.
HOOFDSTUK IV. - Aanvraag.
Art.10. De minister organiseert de toekenning van de steun via een oproep.
De minister bepaalt per oproep de termijn voor indiening van de subsidieaanvragen.
Art.11. De kandidaat-begunstigde die de steun wil ontvangen, dient een aanvraag in bij het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds, sectie Omkadering. De minister bepaalt het model van aanvraagformulier.
HOOFDSTUK IV/1. [1 Openbaarmaking]1
----------
(1)
Art. 11/1. [1 Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, vermeld in artikel 29/1, eerste lid, 2А, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, regelt de uitvoering van de verplichting tot openbaarmaking, vermeld in artikel 76/2, eerste lid, 13А, en tweede lid, 2А, van de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019.]1
----------
(1)
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art.12. § 1. De steun is pas definitief verworven als aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3, is voldaan :
1° gedurende tien jaar voor onroerende goederen;
2° gedurende vijf jaar voor roerende goederen.
§ 2. Bij stopzetting van de steun mag de premie behouden blijven naar rato van de verhouding van de actieve periode ten opzichte van de geplande periode. De termijn tussen de begindatum van de steun en het tijdstip van stopzetting is de actieve periode. De minimale actieve periode is één jaar.
Art. 13. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Landbouwbeleid en de zeevisserij, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 27 april 2007.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid,
Y. LETERME.