15 OKTOBER 2007. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 april 2007 betreffende steun aan investeringen in de omkaderingssector van land- en tuinbouw(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-11-2007 en tekstbijwerking tot 20-07-2012)
Art. 1-8
Artikel 1. In dit ministerieel besluit wordt verstaan onder :
1° het besluit : het besluit van de Vlaamse Regering van 27 april 2007 betreffende steun aan investeringen in de omkaderingssector van land- en tuinbouw;
2° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid en de zeevisserij.
Art.2.[1 De doelgroepen, vermeld in artikel 2 van het besluit zijn de volgende praktijkcentra met als rechtsvorm een vereniging zonder winstoogmerk en als doelstelling de organisatie van praktijkgericht onderzoek in land- en tuinbouw :
1° voor de praktijkcentra in de plantaardige sector :
a) Proefcentrum voor Sierteelt vzw in Destelbergen;
b) Proefcentrum Fruitteelt vzw in Sint-Truiden;
c) Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw in Kruishoutem;
d) Proefstation voor de Groenteteelt vzw in Sint-Katelijne-Waver;
e) Koninklijk Belgisch Instituut voor de Verbetering van de Biet vzw in Tienen;
f) Proefcentrum Hoogstraten vzw in Hoogstraten-Meerle;
g) Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt vzw in Kruishoutem;
h) Inagro vzw;
i) Landbouwcentrum voor Granen, Eiwitrijke Gewassen, Oliehoudende Zaden en Kleine Industriegewassen vzw in Rumbeke;
j) Landbouwcentrum voor Voedergewassen vzw in Geel;
k) Nationale Proeftuin voor Witloof vzw in Herent;
l) Vlaams Centrum voor Bewaring van Tuinbouwproducten vzw in Leuven;
n) Bodemkundige Dienst van België vzw in Heverlee;
2° voor de praktijkcentra in de dierlijke sector :
a) Proefcentrum voor Innovatie, Verbreding en Advies voor Landbouw en Veehouderij vzw in Rumbeke;
b) Centrum voor Agrarisch Praktijkonderzoek vzw in Glabbeek;
c) Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw vzw in Bocholt;
d) Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw in Drongen;
e) Kempisch Instituut voor Land- en Tuinbouwonderzoek vzw in Geel;
f) Proefbedrijf Pluimveehouderij vzw in Geel;
g) Praktijkcentrum Zoötechnisch Centrum K.U.Leuven vzw in Lovenjoel-Bierbeek;
h) Houtlands Instituut voor Onderwijstechnologie vzw in Torhout;
i) Inagro vzw.]1
----------
(1)<MB 2012-07-06/02, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 30-07-2012>
Art.3. Het aanvraagformulier, vermeld in artikel 11 van het besluit, wordt kenbaar gemaakt via een ministeriële omzendbrief.
Art.4. De investeringen, vermeld in artikel 6 van het besluit, hebben behoudens herstellingen, onderhoudswerkzaamheden, tweedehandsinvesteringen en de aankoop van grond en gebouwen, betrekking op :
a) de oprichting van bedrijfsgebouwen en de aankoop van machines en uitrustingsgoederen, bestemd voor de uitvoering van de onderzoeksactiviteiten;
b) studies en erelonen voor de uitvoering van de investeringen, vermeld in punt a), evenwel beperkt tot maximaal 10 % van het totale subsidiabele investeringsbedrag.
De minister kan op het ogenblik van elke oproep de investeringen die voor steun in aanmerking komen, specificeren.
Art.5. De kapitaalpremie wordt binnen de limieten, vermeld in artikel 4, eerste lid, van het besluit op het ogenblik van elke oproep bepaald.
Art.6. De minimale investeringsuitgaven om in aanmerking te komen voor de steun, vermeld in artikel 6 van het besluit, worden vastgesteld op 25.000,00 euro.
Art.7. De uitbetaling, vermeld in artikel 9 van het besluit, gebeurt in maximaal vier schijven.
Art. 8. De investeringsperiode, vermeld in artikel 6 van het besluit, bedraagt maximaal tweeënhalf jaar behoudens afwijkingen die de minister bepaalt.
Brussel, 15 oktober 2007.
De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid,
K. PEETERS.