1 FEBRUARI 2007. - Koninklijk besluit tot instelling van een pensioenbonus. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 09-02-2007 en tekstbijwerking tot 23-11-2011)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Begrippen.
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Toepassingsgebied.
Art. 3
HOOFDSTUK IV. - Toekenningsvoorwaarden en bedrag van de bonus.
Art. 4-6
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art. 7-8
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
" de wet " de wet betreffende het generatiepact van 23 december 2005.
" het algemeen reglement ", het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers.
HOOFDSTUK II. - Begrippen.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° " bonus " : het in artikel 7, § 1 van de wet bedoelde bedrag dat toegekend wordt voor elke dag van effectieve tewerkstelling tijdens de referteperiode.
2° " dagen van effectieve tewerkstelling " : de voor elk van de kalenderjaren, gelegen in de referteperiode, naar voltijdse dagequivalenten omgezette tijdvakken van effectieve tewerkstelling in de hoedanigheid van werknemer. Deze tijdvakken kunnen, in voorkomend geval enkel aangevuld worden met tijdvakken bedoeld bij de artikelen 34, 35 en 36 van het algemeen reglement; laatstgenoemde tijdvakken worden in aanmerking genomen voor een maximum van 30 voltijdse dagequivalenten per kalenderjaar.
3° " referteperiode " : het tijdvak dat
a) een aanvang neemt op één januari van het jaar tijdens hetwelk de gerechtigde, naar gelang het geval de volle leeftijd van 62 jaar bereikt of het 44e kalenderjaar in zijn loopbaan begint;
b) eindigt op de laatste dag van de maand die voorafgaat aan de maand waarin het pensioen daadwerkelijk en voor de eerste maal ingaat, en uiterlijk de laatste dag van de maand tijdens welke betrokkene de leeftijd van 65 jaar bereikt, tenzij hij op dat ogenblik geen loopbaan van 45 jaar bewijst. In dit geval eindigt de referteperiode uiterlijk op 31 december van het jaar waarin het 45e loopbaanjaar bewezen wordt.
HOOFDSTUK III. - Toepassingsgebied.
Art.3.Dit besluit is van toepassing op de pensioenen van de werknemers die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste ingaan op 1 januari 2007 en uiterlijk op 1 december [1 2013]1 en enkel voor de tijdvakken gepresteerd vanaf 1 januari 2006.
----------
(1)<W 2011-11-13/03, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 03-12-2011>
HOOFDSTUK IV. - Toekenningsvoorwaarden en bedrag van de bonus.
Art.4. De bonus bedraagt 2 euro per dag van bewezen effectieve tewerkstelling, zoals bedoeld bij artikel 2, 2°. Deze bonus evolueert onder dezelfde voorwaarden en dezelfde modaliteiten en is onderhevig aan dezelfde inhoudingen als het pensioen.
Art.5. Bij wijze van overgangsmaatregel (behoudens tegenbewijs door middel van een attest van de werkgever, te leveren tijdens de drie maanden volgend op de ingangsdatum van het pensioen) en onverminderd de toepassing van artikel 2, 3°, is, tot een datum door Ons te bepalen : <KB 2008-10-22/32, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
het bedrag van de bonus met betrekking tot het laatste kalenderjaar dat onmiddellijk de ingangsdatum van het pensioen voorafgaat gelijk aan het bedrag van het daaraan voorafgaande jaar.
het bedrag van de bonus met betrekking tot het jaar waarin het pensioen ingaat gelijk aan het bedrag vermeld in het voorgaande lid, vermenigvuldigd met een breuk waarvan de noemer gelijk is aan 12, en de teller aan het aantal maanden, gelegen vóór de ingangsdatum van het pensioen tijdens het betrokken jaar.
Art.6. De bepalingen van dit besluit zijn eveneens van toepassing op de overlevingspensioenen, toegekend krachtens artikel 7 van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de wettelijke pensioenstelsels.
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art.7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007.
Art. 8. Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 februari 2007.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Leefmilieu en Pensioenen,
B. TOBBACK.