13 JULI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques.
Art. 1-8
Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 januari 2004, 31 maart 2004, 14 juli 2004 en 5 maart 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid, 2°, b), worden de woorden " met inbegrip van kleine occasionele verstelwerken " vervangen door de woorden " met inbegrip van verstelwerk van het te strijken linnen ";
2° het derde lid wordt aangevuld als volgt :
" Enkel voor het vervoer van de erkende mindervaliden is een aangepast voertuig met attest vereist. Deze activiteit is eveneens mogelijk voor de minderjarige kinderen van een gebruiker die erkend zijn als mindervalide door de voornoemde instanties. ";
3° het wordt aangevuld met het volgende lid :
" Worden beschouwd als strijken, bedoeld in het eerste lid, 2°, b) : het strijken zelf en de volgende aanverwante activiteiten :
- het registreren : de ontvangst van het door de klant gebrachte te strijken linnen, het registreren van de te strijken stukken en het opstellen van een ontvangstbewijs;
- het sorteren : het sorteren van het te strijken linnen volgens productieproces;
- het controleren : de kwaliteitscontrole en de eindcontrole na het strijken;
- het samenstellen : het gestreken linnen terug per klant samenbrengen;
- het verpakken: het gestreken linnen inpakken;
- het bestellen: het afhalen van het gestreken linnen in het strijkatelier door de klant en het afhandelen van de betaling. ".
Art.2. Artikel 2quater, § 4, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 januari 2004 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 31 maart 2004, 10 november 2005, 5 maart 2006 en 16 januari 2007 (2), wordt aangevuld als volgt :
" 15° De onderneming verbindt zich ertoe om de registratie van de dienstenchequeactiviteiten op dergelijke wijze te organiseren dat het mogelijk is exact na te gaan wat het verband is tussen de maandelijkse prestaties van elke individuele dienstenchequewerknemer, de gebruiker en de overeenkomstige dienstencheques.
16° De onderneming verbindt zich ertoe om zijn dienstenchequewerknemers als dusdanig aan te geven in de multifunctionele aangifte (DMFA). ".
Art.3. In hetzelfde besluit wordt een artikel 6bis ingevoegd, luidende :
" Art. 6bis. Voor de toepassing van artikel 3,§ 2, eerste lid en van artikel 6, mag de gebruiker zich niet laten vertegenwoordigen door de onderneming. De werknemer mag zich evenmin laten vertegenwoordigen door de onderneming om de dienstencheques te ondertekenen. "
Art.4. Artikel 7, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 januari 2004 en 5 maart 2006, wordt aangevuld als volgt :
" Om te voldoen aan de voorwaarde bedoeld in artikel 2quater, § 4, eerste lid, 15°, moet de erkende onderneming de dienstencheques voor betaling aan het uitgiftebedrijf overmaken, gegroepeerd per maand waarin de prestaties effectief verricht zijn. ".
Art.5. Artikel 10, § 3, van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt :
" § 3. De RVA stuurt aan de onderneming een aangetekende brief die de in § 2 bedoelde beslissing motiveert, en brengt de gebruikers op de hoogte indien de vastgestelde inbreuk ook nadelen voor de gebruikers met zich meebrengt. "
Art.6. Artikel 11, derde lid, van hetzelfde besluit, wordt opgeheven.
Art.7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 2, wat betreft de invoeging van 15° in artikel 2quater, § 4, eerste lid, van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques, dat in werking treedt op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 8. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 juli 2007.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
P. VANVELTHOVEN.