Artikels:
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en definities.
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de activiteiten en beroepswerkzaamheden vermeld in de bijlage bij dit besluit, voor zover die worden uitgeoefend in een kleine of middelgrote onderneming, afgezien van het artikel 14 dat van toepassing is op alle ondernemingen.
Onder kleine en middelgrote ondernemingen wordt verstaan de KMO's, in de zin van artikel 2, 1°, van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap.
Art. 1_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. Dit besluit is van toepassing op de activiteiten en beroepswerkzaamheden vermeld in de bijlage bij dit besluit, voor zover die worden uitgeoefend in een kleine of middelgrote onderneming [2 ...]2]1. Onder kleine en middelgrote ondernemingen wordt verstaan de KMO's, in de zin van artikel 2, 1°, van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap. [1 Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder: 1° richtlijn: de richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties; 2° lidstaat: een lidstaat van de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte en Zwitserland; 3° beroepskwalificaties: de kwalificaties die worden gestaafd door een opleidingstitel, een bekwaamheidsattest als bedoeld in artikel 6/1, 1°, a), en/of beroepservaring; 4° opleidingstitel: een diploma dat, een certificaat dat of een andere titel die door een volgens de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen van een lidstaat aangewezen autoriteit is afgegeven ter afsluiting van een overwegend in de Europese Unie gevolgde beroepsopleiding, alsook elke opleidingstitel die afgegeven is in een derde land, als de houder ervan in het beroep in kwestie een beroepservaring heeft op het grondgebied van de lidstaat die de opleidingstitel in kwestie heeft erkend en als die lidstaat de beroepservaring bevestigt; 5° aanvrager: de onderdaan van een lidstaat, of de onderdaan van een derde land die op basis van een andere richtlijn onder het toepassingsgebied van de richtlijn valt, die zijn beroepskwalificaties in een andere lidstaat dan België heeft verkregen en die de erkenning van zijn beroepskwalificaties vraagt met het oog op de uitoefening van een in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gereglementeerde beroepswerkzaamheid; 6° Minister: de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Economie; 7° [2 ...]2 8° [2 ...]2 9° [2 ...]2]1
----------
(1)<BESL 2017-07-06/27, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 18-01-2016>
(2)<BESL 2024-03-07/22, art. 47, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art.2. De in België gereglementeerde beroepswerkzaamheden in de zin van dit besluit, zijn de werkzaamheden waarvoor uitoefeningsvoorwaarden zijn opgelegd krachtens de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap.
Art. 2_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. De in [1 het Brussels Hoofdstedelijk Gewest]1 gereglementeerde beroepswerkzaamheden in de zin van dit besluit, zijn de werkzaamheden waarvoor uitoefeningsvoorwaarden zijn opgelegd krachtens de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap.
----------
(1)<BESL 2017-07-06/27, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 18-01-2016>
Art.3. § 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt onder kleinhandel verstaan, de werkzaamheden verricht door iedere natuurlijke persoon of vennootschap die er zijn (haar) beroep van maakt geregeld goederen op eigen naam en voor eigen rekening te kopen en rechtstreeks aan de eindconsument weder te verkopen. De goederen kunnen weder worden verkocht in dezelfde staat of nadat deze op een in de kleinhandel gebruikelijke wijze zijn bewerkt, behandeld of opgemaakt.
Als kleinhandel worden eveneens beschouwd :
1° de verkoop in het klein door producenten, die zonder als producent in het ontvangende land gevestigd te zijn, daar zelf hun producten aan de eindconsument verkopen;
2° het verhuren van goederen voor zover deze werkzaamheid niet is uitgesloten in de lijst IV van de bijlage bij dit besluit;
3° de niet-industriële of niet-ambachtelijke ambulante handel, namelijk de koop en verkoop van goederen :
a) door venters en colporteurs;
b) op overdekte markten anders dan in inrichtingen en op niet overdekte markten.
§ 2. Ressorteren voor de toepassing van dit besluit niet onder de kleinhandel :
1° de verkoop in het klein van geneesmiddelen en farmaceutische producten, van giftige producten en ziekteverwekkende agentia, van tabak en van zout;
2° de werkzaamheden van tussenpersonen die voor rekening van derden goederen in het klein verkopen op veilingen;
3° het onderzoeken van het gezichts- of gehoororgaan of van andere organen of delen van het menselijk lichaam met het oog op het aanpassen, bijstellen en verkopen van apparaten voor het verbeteren van gebreken in gezichtsvermogen en gehoor, of van orthopedische apparatuur.
Art.4. § 1. Wat de activiteiten betreft van restaurants en slijterijen, bedoeld in groep 852 van lijst IV van de bijlage bij dit besluit, is dit besluit van toepassing op de werkzaamheden verricht door iedere natuurlijke persoon of vennootschap die er zijn of haar beroep van maakt op eigen naam en voor eigen rekening geregeld in één of meer door hem of haar gehouden bedrijven bereide voedingsmiddelen of dranken voor gebruik ter plaatse te leveren.
De levering van maaltijden die worden gebruikt buiten het bedrijf waar zij werden bereid, valt eveneens in de bovenvermelde dienstengroep.
§ 2. Wat de activiteiten betreft van hotels, pensions en dergelijke inrichtingen en kampeerterreinen, bedoeld in groep 853 van lijst IV van de bijlage bij dit besluit, is dit besluit van toepassing op de werkzaamheden verricht door iedere natuurlijke persoon of vennootschap die er zijn of haar beroep van maakt op eigen naam en voor eigen rekening geregeld :
1° in één of meer door hem of haar gehouden bedrijven aan de klanten gemeubileerde appartementen of gemeubileerde kamers te verschaffen,
2° of op daartoe ingerichte terreinen kampeerplaatsen en -installaties voor tijdelijk verblijf ter beschikking te stellen, en, in elk van deze gevallen, bovendien de gewoonlijk daarmee samenhangende, bijkomende diensten te verstrekken.
Art.5. § 1. Behalve de activiteiten die overeenkomen met deze bedoeld in de klassen 20A, 20B, 21 en groep 304 van lijst I van de bijlage bij dit besluit, behoren voor de toepassing van dit besluit tot de levensmiddelenindustrie en de vervaardiging van dranken, de verkoopwerkzaamheden van fabrikanten die als zodanig in het ontvangende land gevestigd zijn en zelf hun productie verkopen, in het groot of in het klein.
§ 2. Ressorteren niet onder de levensmiddelenindustrie :
1° de vervaardiging van geneesmiddelen en farmaceutische producten;
2° de productie van grondstoffen voor levensmiddelen en dranken door de landbouw, met inbegrip van de wijnbouw, door de bosbouw, de jacht en de visserij;
3° de visverwerking aan boord van vissersschepen of fabrieksschepen.
HOOFDSTUK II. - Erkenning van diploma's.
Art.6. § 1. Een onderdaan van een Lidstaat van de Europese Gemeenschap of van een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna de begunstigde genoemd, kan zijn ondernemersvaardigheden voor de uitoefening van een van de activiteiten of beroepswerkzaamheden bedoeld in artikel 2 van dit besluit staven met een certificaat, diploma of andere akte die is behaald met het oog op de uitoefening van dezelfde activiteit elders in de Europese Gemeenschap of de Europese Economische Ruimte.
§ 2. Wanneer het gaat om een vreemde akte die niet gelijkwaardig werd verklaard volgens internationale verdragen of door de bevoegde instantie met deze bedoeld in § 1, kan de Minister bevoegd voor Middenstand, of zijn gemachtigde of de Vestigingsraad ingeval van beroep, die akte erkennen na het vergelijken van de kennis en de vaardigheden bevestigd door de akte met deze die zijn vereist door die bepalingen.
Art. 6_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 Dit hoofdstuk is van toepassing in de gevallen waarin de aanvrager, om een bijzondere en uitzonderlijke reden, niet voldoet aan de voorwaarden bepaald in hoofdstuk III.]1
----------
(1)<BESL 2017-07-06/27, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 18-01-2016>
Art. 6/1_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 De beroepskwalificaties worden in de volgende niveaus ingedeeld: 1° een bekwaamheidsattest dat is afgegeven door een overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen aangewezen bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong, nadat de aanvrager: a) hetzij een opleiding heeft gevolgd die niet wordt afgesloten met een certificaat of diploma als vermeld in punt 2°, 3°, 4° of 5°, of nadat de aanvrager een specifiek examen zonder voorafgaande opleiding heeft afgelegd, of nadat de aanvrager het beroep tijdens de voorafgaande tien jaren gedurende drie opeenvolgende jaren voltijds of gedurende een gelijkwaardige periode deeltijds in een lidstaat heeft uitgeoefend; b) hetzij op het niveau van het primair of secundair onderwijs een algemene opleiding heeft genoten, waaruit blijkt dat de houder over een zekere algemene ontwikkeling beschikt; 2° een certificaat ter afsluiting van een cyclus van secundair onderwijs: a) hetzij van algemene aard, aangevuld met een andere studiecyclus of beroepsopleiding dan de studiecyclus of beroepsopleiding, vermeld in punt 3°, en/of aangevuld met de beroepsstage of praktijkervaring die als aanvulling op die studiecyclus vereist is; b) hetzij van technische of beroepsmatige aard, in voorkomend geval aangevuld met een studiecyclus of beroepsopleiding als vermeld in punt a), en/of aangevuld met de beroepsstage of praktijkervaring die als aanvulling op die studiecyclus vereist is; 3° een diploma ter afsluiting van: a) hetzij een opleiding op het niveau van postsecundair onderwijs dat verschilt van het niveau, vermeld in punt 4° en 5°, en ten minste een jaar duurt, dan wel, in geval van een deeltijdse opleiding, een daaraan gelijkwaardige duur heeft, en waarvoor als een van de toelatingsvoorwaarden in de regel geldt dat de aanvrager de studiecyclus van secundair onderwijs moet hebben voltooid die voor de toegang tot het universitair of hoger onderwijs vereist is of een volledige equivalente schoolopleiding van secundair niveau, alsook de beroepsopleiding die eventueel als aanvulling op die cyclus van postsecundair onderwijs vereist is; b) hetzij een gereglementeerde opleiding of, in geval van gereglementeerde beroepen, een beroepsopleiding met een bijzondere structuur waarbij competenties worden aangereikt die verder gaan dan wat niveau b verstrekt, die gelijkwaardig is aan het opleidingsniveau, vermeld in punt a), als die opleiding tot een vergelijkbare beroepsbekwaamheid opleidt en op een vergelijkbaar niveau van verantwoordelijkheden en taken voorbereidt, op voorwaarde dat bij het diploma een certificaat van de lidstaat van oorsprong gevoegd is; 4° een diploma dat bewijst dat de aanvrager een postsecundaire opleiding met een duur van ten minste drie jaar en ten hoogste vier jaar of met een daaraan gelijkwaardige duur, in geval van een deeltijdse opleiding, heeft afgesloten, die daarnaast kan worden uitgedrukt in een daaraan gelijkwaardig aantal ECTS-studiepunten, behaald aan een universiteit of een instelling voor hoger onderwijs of aan een andere instelling met hetzelfde opleidingsniveau, en dat, in voorkomend geval, bewijst dat hij de beroepsopleiding die als aanvulling op de postsecundaire opleiding vereist is, met succes heeft afgesloten; 5° een diploma dat bewijst dat de aanvrager een postsecundaire opleiding met een duur van ten minste vier jaar of met een daaraan gelijkwaardige duur, in geval van een deeltijdse opleiding, heeft afgesloten, die daarnaast kan worden uitgedrukt in een daaraan gelijkwaardig aantal ECTS-studiepunten, behaald aan een universiteit of een instelling voor hoger onderwijs of aan een andere instelling met hetzelfde opleidingsniveau, en dat, in voorkomend geval, bewijst dat hij de beroepsopleiding die als aanvulling op de postsecundaire opleiding vereist is, met succes heeft afgesloten.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2017-07-06/27, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 18-01-2016>
Art. 6/2_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 Met een opleidingstitel ter afsluiting van een opleiding als vermeld in artikel 6/1, met inbegrip van het niveau in kwestie, wordt gelijkgesteld elke opleidingstitel die of elk geheel van opleidingstitels dat door een bevoegde autoriteit in een andere lidstaat is afgegeven als daarmee een in de Europese Unie op voltijdse of deeltijdse basis, zowel binnen als buiten de formele programma's, gevolgde opleiding wordt afgesloten die door de lidstaat als gelijkwaardig wordt erkend, en de houder ervan dezelfde rechten voor de toegang tot of de uitoefening van een beroep verleent, dan wel hem voorbereidt op de uitoefening van dat beroep. Onder dezelfde voorwaarden als de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, wordt met een dergelijke opleidingstitel ook gelijkgesteld elke beroepskwalificatie die weliswaar niet voldoet aan de eisen die in de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaat van oorsprong voor de toegang tot of de uitoefening van een beroep zijn vastgesteld, maar die de houder ervan krachtens die bepalingen verworven rechten verleent. Dat geldt namelijk als de lidstaat van oorsprong het niveau verhoogt van de opleiding die vereist is voor de toegang tot een beroep of de uitoefening ervan, en als een persoon die vroeger een opleiding heeft genoten die niet meer voldoet aan de eisen van de nieuwe kwalificatie, verworven rechten geniet uit hoofde van nationale wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen. In dat geval wordt de vroeger genoten opleiding door de Minister, met het oog op de toepassing van artikel 6/3, als overeenkomend met het niveau van de nieuwe opleiding beschouwd.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2017-07-06/27, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 18-01-2016>
Art. 6/3_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 § 1. De toegang tot of de uitoefening van een gereglementeerde werkzaamheid wordt, onder dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor de aanvragers die hun beroepskwalificaties in België hebben verkregen, toegestaan aan aanvragers die in het bezit zijn van een als bedoeld in artikel 6/1 bekwaamheidsattest dat of een opleidingstitel die in een andere lidstaat verplicht wordt gesteld voor de toegang tot of de uitoefening van dat beroep op zijn grondgebied. De bekwaamheidsattesten of opleidingstitels worden afgegeven door een bevoegde autoriteit in een lidstaat die overeenkomstig de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen van die lidstaat is aangewezen. § 2. De toegang tot en de uitoefening van een gereglementeerde werkzaamheid worden ook toegestaan aan aanvragers die het beroep in kwestie tijdens de voorafgaande tien jaar op voltijdse basis gedurende een jaar of gedurende een daarmee in zijn totaliteit overeenkomende periode op deeltijdbasis hebben uitgeoefend in een andere lidstaat waar dat beroep niet is gereglementeerd, en die beschikken over een of meer bekwaamheidsattesten of opleidingstitels die zijn afgegeven door een andere lidstaat die dat beroep niet reglementeert. De bekwaamheidsattesten en opleidingstitels moeten aan al de volgende voorwaarden voldoen: 1° ze zijn afgegeven door een bevoegde autoriteit in een lidstaat die overeenkomstig de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen van die lidstaat is aangewezen; 2° ze tonen aan dat de houder is voorbereid op de uitoefening van het beroep in kwestie. De beroepservaring van een jaar, vermeld in het eerste lid, kan echter niet worden geëist als de aanvrager met de opleidingstitels waarover hij beschikt, kan aantonen dat hij een gereglementeerde opleiding heeft afgesloten. Onder gereglementeerde opleiding wordt verstaan elke opleiding die specifiek op de uitoefening van een bepaald beroep gericht is en die uit een studiecyclus bestaat die eventueel met een beroepsopleiding, een beroepsstage of praktijkervaring wordt aangevuld. De structuur en het niveau van de beroepsopleiding, de beroepsstage of de praktijkervaring worden in wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaat in kwestie vastgesteld of door een daarvoor aangewezen autoriteit gecontroleerd of erkend. § 3. De Minister erkent het conform artikel 6/1 door de lidstaat van oorsprong geattesteerde opleidingsniveau, alsook het certificaat waarmee de lidstaat van oorsprong verklaart dat de opleiding, vermeld in artikel 6/1, 3°, b), gelijkwaardig is aan het niveau, vermeld in artikel 6/1, 3°, a).]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2017-07-06/27, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 18-01-2016>
Art.7. Indien uit de vergelijking een wezenlijk verschil tussen de bedoelde vaardigheden blijkt, kan de begunstigde een bekwaamheidsproef afleggen voor een centrale examencommissie. Deze proef gaat over de vastgestelde wezenlijke verschillen.
De centrale examencommissies die werden opgericht in uitvoering van Hoofdstuk I van Titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap zijn bevoegd.
Art. 7_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 § 1. De Minister kan in een van de volgende gevallen vereisen dat de aanvrager een aanpassingsstage van ten hoogste drie jaar doorloopt of een bekwaamheidsproef aflegt: 1° de door de aanvrager gevolgde opleiding heeft betrekking op vakgebieden die wezenlijk verschillen van die welke worden bestreken door de op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vereiste opleidingstitel; 2° de in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gereglementeerde beroepswerkzaamheid omvat een of meer beroepsactiviteiten die niet bestaan in het overeenkomstige beroep in de lidstaat van oorsprong van de aanvrager, en er is een opleiding op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vereist die betrekking heeft op vakgebieden die wezenlijk verschillen van die welke vallen onder het bekwaamheidsattest of de opleidingstitel die de aanvrager voorlegt. Onder vakgebieden die wezenlijk verschillen wordt verstaan de vakgebieden waarvan de kennis, vaardigheden en competenties van essentieel belang zijn voor de uitoefening van het beroep en waarvoor de door de aanvrager ontvangen opleiding qua inhoud wezenlijk afwijkt van de opleiding die op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vereist is. Deze paragraaf wordt toegepast met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel. Indien de Minister overweegt om van de aanvrager een aanpassingsstage of een bekwaamheidsproef te verlangen, gaat hij na of de kennis, vaardigheden en competenties die de aanvrager heeft verworven in h het kader van zijn beroepservaring of in het kader van een leven lang leren en die met dat doel door een bevoegde instantie formeel zijn gevalideerd, in een lidstaat of derde land, het wezenlijk verschil, vermeld in het tweede lid, geheel of gedeeltelijk kunnen overbruggen. Onder leven lang leren wordt verstaan alle vormen van algemeen onderwijs, beroepsonderwijs en beroepsopleidingen, niet-formeel onderwijs en informeel leren die gedurende het hele leven plaatsvinden en die tot meer kennis, vaardigheden en competenties leiden, eventueel ook op het gebied van de beroepsethiek. De beslissing om een aanpassingsstage of een bekwaamheidsproef op te leggen wordt naar behoren gemotiveerd. De aanvrager krijgt al de volgende informatie: 1° het op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vereiste beroepskwalificatieniveau en het door de aanvrager behaalde beroepskwalificatieniveau volgens de classificatie bedoeld in artikel 6/1; 2° de wezenlijke verschillen, bedoeld in het tweede lid, en de redenen waarom die verschillen niet kunnen worden gecompenseerd door de kennis, vaardigheden en competenties die zijn verworven door beroepservaring of leven lang leren, en die met dat doel door een bevoegde instantie formeel zijn gevalideerd. § 2. De aanvrager heeft de keuze tussen een aanpassingsstage of een bekwaamheidsproef. De Minister kan een aanpassingsstage of een bekwaamheidsproef opleggen als de aanvrager de bedoeling heeft om als zelfstandige dan wel als bedrijfsleider gereglementeerde beroepswerkzaamheden uit te oefenen waarvoor kennis en toepassing van de in België vigerende specifieke voorschriften noodzakelijk zijn, voor zover de kennis en de toepassing van die voorschriften ook wordt vereist van aanvragers die hun beroepskwalificaties in België hebben verworven. In afwijking van het eerste lid, kan de Minister hetzij een aanpassingsstage hetzij een bekwaamheidsproef voorschrijven in een van de volgende gevallen: 1° de houder van een beroepskwalificatie als vermeld in artikel 6/1, 1°, dient een aanvraag tot erkenning van zijn beroepskwalificaties in, terwijl de op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest benodigde beroepskwalificatie een beroepskwalificatie is als vermeld in artikel 6/1, 3° ; 2° de houder van een beroepskwalificatie als vermeld in artikel 6/1, 2°, dient een aanvraag tot erkenning van zijn beroepskwalificaties in, terwijl de op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest benodigde beroepskwalificatie een beroepskwalificatie is als vermeld in artikel 6/1, 4° of 5° ; Als de houder van een beroepskwalificatie als vermeld in artikel 6/1, 1°, een aanvraag tot erkenning van zijn beroepskwalificaties indient, terwijl de op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest benodigde beroepskwalificatie een beroepskwalificatie is als vermeld in artikel 6/1, 4°, kan de Minister zowel een aanpassingsstage als een bekwaamheidsproef voorschrijven. § 3. De bekwaamheidsproef bestaat uit een examen georganiseerd in het kader van de centrale examencommissies, als bedoeld in artikel 8 van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap. De bekwaamheidsproef heeft enkel betrekking op de vakgebieden die niet worden bestreken door de door de aanvrager gevolgde opleiding en waarvan de kennis een wezenlijke voorwaarde is om de gereglementeerde werkzaamheid op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te kunnen uitoefenen. De aanpassingsstage bestaat uit de uitoefening van de gereglementeerde beroepswerkzaamheid onder verantwoordelijkheid van een gekwalificeerde beoefenaar van de gereglementeerde beroepswerkzaamheid in kwestie, eventueel gekoppeld aan een aanvullende opleiding. De Minister beoordeelt het verloop en het resultaat van de stage.]1
----------
(1)<BESL 2017-07-06/27, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 18-01-2016>
Art. 7/1_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 De aanvrager die op grond van artikel 6/2 toegang tot een gereglementeerde werkzaamheid bekomt heeft gedeeltelijke toegang als aan al de volgende voorwaarden is voldaan: 1° de beroepsbeoefenaar die de aanvraag indient, is volledig gekwalificeerd om in zijn lidstaat van oorsprong een beroepsactiviteit uit te oefenen waarvoor gedeeltelijke toegang wordt aangevraagd; 2° de verschillen tussen de in de lidstaat van oorsprong legaal verrichte beroepsactiviteiten en de in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gereglementeerde beroepswerkzaamheid is zo groot dat de toepassing van compenserende maatregelen, als bedoeld in artikel 7, is zo groot dat de aanvrager het volledige onderwijs- en opleidingsprogramma zou moeten doorlopen om tot de volledige gereglementeerde beroepswerkzaamheid toegelaten te worden; 3° de beroepsactiviteit waarvoor gedeeltelijke toegang wordt gevraagd, kan objectief worden onderscheiden van andere activiteiten die de in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gereglementeerde werkzaamheid omvat.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2017-07-06/27, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 18-01-2016>
HOOFDSTUK III. - Erkenning van beroepskwalificaties op grond van praktijkervaring.
Art.8. Een verklaring afgegeven door de bevoegde autoriteit of instelling van een andere Lidstaat van de Europese Gemeenschap of van een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, betreffende de uitoefening op haar grondgebied van activiteiten die deel uitmaken van gereglementeerde beroepen, bedoeld in artikel 2 van dit besluit, wordt aanvaard als voldoende bewijs van de ondernemersvaardigheden van dezelfde beroepen, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden van dit besluit.
Art. 8_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. Een verklaring afgegeven door de bevoegde autoriteit of instelling van een [1 lidstaat]1, betreffende de uitoefening op haar grondgebied van activiteiten die deel uitmaken van gereglementeerde beroepen, bedoeld in artikel 2 van dit besluit, wordt aanvaard als voldoende bewijs van de ondernemersvaardigheden van dezelfde beroepen, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden van dit besluit.
----------
(1)<BESL 2017-07-06/27, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 18-01-2016>
Art.9. § 1. De uitoefening van de in § 2 van dit artikel genoemde gereglementeerde beroepen moet plaats gevonden hebben :
1° hetzij gedurende zes opeenvolgende jaren als zelfstandig ondernemingshoofd of als bedrijfsleider;
2° hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als zelfstandig ondernemingshoofd of als bedrijfsleider, indien de begunstigde bewijst dat hij voor de betrokken activiteit een voorafgaande opleiding van ten minste drie jaar heeft gevolgd, die met een op nationaal niveau erkend certificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroeps- of bedrijfsorganisatie als volwaardig is aangemerkt;
3° hetzij gedurende vier opeenvolgende jaren als zelfstandige of als bedrijfsleider, wanneer de begunstigde aantoont dat hij voor de betrokken werkzaamheid een voorafgaande opleiding van ten minste twee jaar heeft gevolgd, die met een door de lidstaat erkend certificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroepsorganisatie als volwaardig is erkend;
4° hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als zelfstandig ondernemingshoofd, indien de begunstigde bewijst dat hij de betrokken activiteit gedurende ten minste vijf jaar als werknemer heeft uitgeoefend;
5° hetzij gedurende vijf opeenvolgende jaren als lid van het leidinggevend personeel waarvan minstens drie jaar in technische functies die de verantwoordelijkheid voor ten minste één afdeling van de onderneming inhouden, indien de begunstigde bewijst dat hij voor de betrokken activiteit een voorafgaande opleiding van ten minste drie jaar heeft gevolgd, die is afgesloten met een op nationaal niveau erkend certificaat of die door een bevoegde beroeps- of bedrijfsorganisatie als volwaardig is aangemerkt.
In de onder 1° en 4° bedoelde gevallen mogen op de datum van de aanvraag van de in artikel 8 bedoelde verklaring sedert de beëindiging van de activiteit niet meer dan tien jaar zijn verstreken.
§ 2. Dit artikel is van toepassing op de volgende gereglementeerde activiteiten of beroepswerkzaamheden :
1° de activiteiten van installateur-frigorist;
2° de activiteiten van het bouwvak en van de elektrotechniek, alsook van de algemene aanneming;
3° de activiteiten van opticien;
4° de activiteiten van broodbakker en van banketbakker;
5° de activiteiten met betrekking tot fietsen en motorvoertuigen.
Art. 9_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. § 1. De uitoefening van de in § 2 van dit artikel genoemde gereglementeerde beroepen moet plaats gevonden hebben : 1° hetzij gedurende zes opeenvolgende jaren als zelfstandig ondernemingshoofd of als bedrijfsleider; 2° hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als zelfstandig ondernemingshoofd of als bedrijfsleider, indien de begunstigde bewijst dat hij voor de betrokken activiteit een voorafgaande opleiding van ten minste drie jaar heeft gevolgd, die met een op nationaal niveau erkend certificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroeps- of bedrijfsorganisatie als volwaardig is aangemerkt; 3° hetzij gedurende vier opeenvolgende jaren als zelfstandige of als bedrijfsleider, wanneer de begunstigde aantoont dat hij voor de betrokken werkzaamheid een voorafgaande opleiding van ten minste twee jaar heeft gevolgd, die met een door de lidstaat erkend certificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroepsorganisatie als volwaardig is erkend; 4° hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als zelfstandig ondernemingshoofd, indien de begunstigde bewijst dat hij de betrokken activiteit gedurende ten minste vijf jaar als werknemer heeft uitgeoefend; 5° hetzij gedurende vijf opeenvolgende jaren als lid van het leidinggevend personeel waarvan minstens drie jaar in technische functies die de verantwoordelijkheid voor ten minste één afdeling van de onderneming inhouden, indien de begunstigde bewijst dat hij voor de betrokken activiteit een voorafgaande opleiding van ten minste drie jaar heeft gevolgd, die is afgesloten met een op nationaal niveau erkend certificaat of die door een bevoegde beroeps- of bedrijfsorganisatie als volwaardig is aangemerkt. In de onder 1° en 4° bedoelde gevallen mogen op de datum van de aanvraag van de in artikel 8 bedoelde verklaring sedert de beëindiging van de activiteit niet meer dan tien jaar zijn verstreken. § 2. Dit artikel is van toepassing op de volgende gereglementeerde activiteiten of beroepswerkzaamheden : 1° de activiteiten van installateur-frigorist; 2° de activiteiten van het bouwvak en van de elektrotechniek, alsook van de algemene aanneming; 3° de activiteiten van opticien; 4° de activiteiten van broodbakker en van banketbakker; 5° de activiteiten met betrekking tot fietsen en motorvoertuigen. [1 6° [2 ...]2]1
----------
(1)<BESL 2017-07-06/27, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 18-01-2016>
(2)<BESL 2024-03-07/22, art. 48, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art.10. De uitoefening van de gereglementeerde activiteiten van kapper/kapster moet plaats gevonden hebben :
1° hetzij gedurende zes opeenvolgende jaren als zelfstandig ondernemingshoofd of als bedrijfsleider;
2° hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als zelfstandig ondernemingshoofd of als bedrijfsleider, indien de begunstigde bewijst dat hij voor de betrokken activiteit een voorafgaande opleiding van ten minste drie jaar heeft gevolgd, die met een op nationaal niveau erkend certificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroeps- of bedrijfsorganisatie als volwaardig is aangemerkt;
3° hetzij gedurende vier opeenvolgende jaren als zelfstandige of als bedrijfsleider, wanneer de begunstigde kan aantonen dat hij voor de betrokken werkzaamheid een voorafgaande opleiding van ten minste twee jaar heeft gevolgd, die met een door de lidstaat erkend certificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroepsorganisatie als volwaardig is erkend;
4° hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als zelfstandig ondernemingshoofd, indien de begunstigde bewijst dat hij de betrokken activiteit gedurende ten minste vijf jaar als werknemer heeft uitgeoefend.
In de onder 1° en 4° bedoelde gevallen mogen op de datum van de aanvraag van de in artikel 8 bedoelde verklaring sedert de beëindiging van de activiteit niet meer dan tien jaar zijn verstreken.
Art.11. § 1. De uitoefening van de gereglementeerde activiteiten van restaurateur of traiteur-banketaannemer, van dentaaltechnicus, van voetverzorg(st)er, van masseur/masseuse, van schoonheidsspecialist(e) en van begrafenisondernemer moet plaats gevonden hebben :
1° hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als zelfstandig ondernemingshoofd of als bedrijfsleider;
2° hetzij gedurende twee opeenvolgende jaren als zelfstandig ondernemingshoofd of als bedrijfsleider, indien de begunstigde bewijst dat hij voor de betrokken activiteit een voorafgaande opleiding heeft gevolgd, die met een op nationaal niveau erkend certificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroeps- of bedrijfsorganisatie als volwaardig is aangemerkt;
3° hetzij gedurende twee opeenvolgende jaren als zelfstandig ondernemingshoofd of als bedrijfsleider, indien de begunstigde bewijst dat hij de betrokken activiteit gedurende ten minste drie jaar als werknemer heeft uitgeoefend;
4° hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als werknemer, indien de begunstigde bewijst dat hij voor de betrokken activiteit een voorafgaande opleiding heeft gevolgd, die met een op nationaal niveau erkend certificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroepsorganisatie als volwaardig is aangemerkt.
§ 2. De uitoefening van de werkzaamheden met betrekking tot de kleinhandel bedoeld in artikel 3 en de groothandel bedoeld in ex groep 611 van lijst IV van de bijlage bij dit besluit valt eveneens onder het toepassingsgebied van dit artikel.
§ 3. In de onder 1° en 3° van § 1 bedoelde gevallen mogen op de datum van de aanvraag van de in artikel 8 bedoelde verklaring sedert de beëindiging van de activiteit niet meer dan tien jaar zijn verstreken.
Art.11_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. § 1. De uitoefening van de gereglementeerde activiteiten van restaurateur of traiteur-banketaannemer, [1 ...]1 van schoonheidsspecialist(e) en van begrafenisondernemer moet plaats gevonden hebben : 1° hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als zelfstandig ondernemingshoofd of als bedrijfsleider; 2° hetzij gedurende twee opeenvolgende jaren als zelfstandig ondernemingshoofd of als bedrijfsleider, indien de begunstigde bewijst dat hij voor de betrokken activiteit een voorafgaande opleiding heeft gevolgd, die met een op nationaal niveau erkend certificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroeps- of bedrijfsorganisatie als volwaardig is aangemerkt; 3° hetzij gedurende twee opeenvolgende jaren als zelfstandig ondernemingshoofd of als bedrijfsleider, indien de begunstigde bewijst dat hij de betrokken activiteit gedurende ten minste drie jaar als werknemer heeft uitgeoefend; 4° hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als werknemer, indien de begunstigde bewijst dat hij voor de betrokken activiteit een voorafgaande opleiding heeft gevolgd, die met een op nationaal niveau erkend certificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroepsorganisatie als volwaardig is aangemerkt. § 2. De uitoefening van de werkzaamheden met betrekking tot de kleinhandel bedoeld in artikel 3 en de groothandel bedoeld in ex groep 611 van lijst IV van de bijlage bij dit besluit valt eveneens onder het toepassingsgebied van dit artikel. § 3. In de onder 1° en 3° van § 1 bedoelde gevallen mogen op de datum van de aanvraag van de in artikel 8 bedoelde verklaring sedert de beëindiging van de activiteit niet meer dan tien jaar zijn verstreken.
----------
(1)<BESL 2024-03-07/22, art. 49, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art.12. § 1. De uitoefening van de gereglementeerde beroepswerkzaamheid van droogkuiser-verver moet plaats gevonden hebben :
1° hetzij gedurende vijf opeenvolgende jaren als zelfstandige of als bedrijfsleider;
2° hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als zelfstandige of als bedrijfsleider, wanneer de begunstigde kan aantonen dat hij voor de betrokken werkzaamheid een voorafgaande opleiding van ten minste drie jaar heeft gevolgd, die met een door de lidstaat erkend certificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroepsorganisatie als volwaardig is erkend;
3° hetzij gedurende vier opeenvolgende jaren als zelfstandige of als bedrijfsleider, wanneer de begunstigde kan aantonen dat hij voor de betrokken werkzaamheid een voorafgaande opleiding van ten minste twee jaar heeft gevolgd, die met een door de lidstaat erkend certificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroepsorganisatie als volwaardig is erkend;
4° hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als zelfstandige of als bedrijfsleider, wanneer de begunstigde kan aantonen dat hij de betrokken werkzaamheid gedurende ten minste vijf jaar als werknemer heeft uitgeoefend;
5° hetzij gedurende vijf opeenvolgende jaren als werknemer, wanneer de begunstigde kan aantonen dat hij voor de betrokken werkzaamheid een voorafgaande opleiding van ten minste drie jaar heeft gevolgd, die met een door de lidstaat erkend certificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroepsorganisatie als volwaardig is erkend;
6° hetzij gedurende zes opeenvolgende jaren als werknemer, wanneer de begunstigde kan aantonen dat hij voor de betrokken werkzaamheid een voorafgaande opleiding van ten minste twee jaar heeft gevolgd, die met een door de lidstaat erkend certificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroepsorganisatie als volwaardig is erkend.
§ 2. In de onder 1° en 4° van § 1 bedoelde gevallen mag deze werkzaamheid niet meer dan tien jaar vóór de datum van indiening van de verklaring bedoeld in artikel 8, zijn beëindigd.
Art.12_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 ...]1
----------
(1)<BESL 2024-03-07/22, art. 50, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art.13. De activiteit van bedrijfsleider in de zin van de artikelen 9, 10, 11 en 12 wordt geacht te worden uitgeoefend door ieder die in een onderneming van de bedrijfstak in kwestie werkzaam is geweest :
1° als bedrijfsleider of als leider van een filiaal van een onderneming;
2° of als plaatsvervanger van de eigenaar of van de bedrijfsleider indien deze functie, wat verantwoordelijkheid betreft, met die van de vertegenwoordigde ondernemer of bedrijfsleider overeenstemt;
3° of als lid van het leidinggevend personeel, belast met commerciële en/of technische taken en verantwoordelijk voor één of meer afdelingen van de onderneming.
HOOFDSTUK III/1_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST [1 - Bepaling gemeenschappelijk aan de hoofdstukken II en III]1
----------
(1)
Art. 13/1_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 Erkenning van de beroepskwalificaties geeft de aanvrager toegang tot dezelfde gereglementeerde beroepswerkzaamheid als die waarvoor hij in een andere lidstaat de kwalificaties bezit en stelt hem in staat die beroepswerkzaamheden uit te oefenen onder dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor zij die beroepskwalificaties in België hebben verkregen. Voor de toepassing van de hoofdstukken II en III is de gereglementeerde beroepswerkzaamheid die de aanvrager op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wil uitoefenen, dezelfde als die waarvoor hij in de lidstaat van oorsprong de kwalificaties bezit, als daaronder vergelijkbare werkzaamheden vallen. In afwijking van het eerste lid wordt gedeeltelijke toegang tot een gereglementeerde beroepswerkzaamheid verleend onder de voorwaarden bepaald in artikel 7/1.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2017-07-06/27, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 18-01-2016>
HOOFDSTUK III/2_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST
Art. 13/2_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.
<Opgeheven bij BESL 2024-03-07/22, art. 51, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art. 13/3_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.
<Opgeheven bij BESL 2024-03-07/22, art. 51, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art. 13/4_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.
<Opgeheven bij BESL 2024-03-07/22, art. 51, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
HOOFDSTUK IV. - De EG-verklaring.
Art.14. § 1. De verklaring, EG-verklaring genoemd, betreffende de uitoefening in een onderneming op het grondgebied van het Koninkrijk van beroepswerkzaamheden of activiteiten bedoeld in de bijlage bij dit besluit, wordt uitgereikt door Onze Minister bevoegd voor de Middenstand of door de daartoe gemachtigde ambtenaar.
§ 2. Voor een EG-verklaring van een of meer van de activiteiten vermeld in lijst I van de bijlage bij dit besluit, gelden de voorwaarden van artikel 9.
§ 3. Voor een EG-verklaring van activiteiten met betrekking tot kapsalons, zoals bedoeld in lijst II van de bijlage, gelden de voorwaarden van artikel 10.
§ 4. Voor een EG-verklaring van een of meer van de beroepswerkzaamheden van lijst III van de bijlage gelden de voorwaarden van artikel 12.
§ 5. Voor een EG-verklaring van een of meer van de activiteiten bedoeld in lijst IV van de bijlage, gelden de voorwaarden van artikel 11.
HOOFDSTUK V. - Opheffings- en uitvoeringsbepalingen.
Art.15. Het koninklijk besluit van 17 februari 2002 houdende maatregelen ter omzetting in de interne rechtsorde van Richtlijn 1999/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 juni 1999 betreffende de invoering van een regeling voor de erkenning van diploma's betreffende beroepswerkzaamheden die binnen de werkingssfeer van de liberaliseringsrichtlijnen en van de richtlijnen houdende overgangsmaatregelen vallen en tot aanvulling van het algemene stelsel van erkenning van diploma's, gewijzigd door het koninklijk besluit van 1 juli 2006, wordt opgeheven.
Art.16. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2007.
Art.17. Onze Minister bevoegd voor Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 17_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 De Minister]1 is belast met de uitvoering van dit besluit.
----------
(1)<BESL 2017-07-06/27, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 18-01-2016>
BIJLAGE.
Art. N. De nomenclatuur van de hieronder vermelde beroepswerkzaamheden is die van de systematische indeling van de industrietakken in de Europese Gemeenschappen, afgekort als :
NICE.
LIJST I.
klasse 20 A | |
Vervaardiging van dierlijke en plantaardige olien en vetten | 200 |
klasse 20 B | |
Voedingsmiddelennijverheid (met uitzondering van de | |
vervaardiging van dranken) | |
Slachterijen en vervaardiging van vleeswaren en vleesconserven | 201 |
Zuivel- en melkproductenfabrieken | 202 |
Groente- en fruitverwerkende industrie | 203 |
Visbewerkingsinrichtingen | 204 |
Maalbedrijven, meelfabrieken, pellerijen | 205 |
Brood-, beschuit-, banket-, koek- en biscuitfabrieken | 206 |
Suikerfabrieken en raffinaderijen | 207 |
Cacao-, chocolade- en suikerwerkfabrieken | 208 |
Overige voedingsmiddelenfabrieken | 209 |
klasse 21 | |
Vervaardiging van dranken | |
Ethylalcohol-(fermentatieproduct)fabrieken, gistfabrieken, | |
branderijen en distilleerderijen | 211 |
Vervaardiging van wijnen en van moutvrije, alcoholische dranken | 212 |
Bierbrouwerijen en mouterijen | 213 |
Vervaardiging van mineraalwater en alcoholvrije dranken | 214 |
klasse 23 | |
Textielnijverheid | |
Verwerking van textielstoffen op machines ter bewerking van wol | 232 |
Verwerking van textielstoffen op machines ter bewerking van katoen | 233 |
Verwerking van textielstoffen op machines ter bewerking van zijde | 234 |
Verwerking van textielstoffen op machines ter bewerking van linnen | |
en hennep | 235 |
Verwerking van andere textielvezels (jute en harde vezels-), | |
touwfabrieken | 236 |
Tricot- en kousenindustrie | 237 |
Textielveredeling | 238 |
Overige textielnijverheid | 239 |
klasse 24 | |
Vervaardiging van schoenen, kleding, beddengoed, | |
matrassen ed | |
Schoenindustrie (met uitzondering van rubber- en houten schoenen) | 241 |
Schoenmakerijen en -reparatiebedrijven | 242 |
Vervaardiging van kleding (met uitzondering van bont) | 243 |
Bedden- en matrassenmakerijen en dekenstikkerijen | 244 |
Pelsbereidingen en bontwerkerijen | 245 |
klasse 25 | |
Verwerking van hout en kurk (met uitzondering van | |
de vervaardiging van houten meubelen) | |
Zagerijen, schaverijen | 251 |
Fabrieken van houten halffabrikaten | 252 |
Timmer- en parketvloerenfabrieken (seriefabricage) | 253 |
Houtemballagefabrieken | 254 |
Vervaardiging van andere houtwaren (behalve meubelen) | 255 |
Riet-, stro-, kurk- en borstelwarenfabrieken | 259 |
klasse 26 | |
Meubelfabrieken en meubelmakersbedrijven | 260 |
klasse 27 | |
Vervaardiging van papier en papierwaren | |
Houtslijp- en cellulosefabrieken; papier- en kartonfabrieken | 271 |
Papierwaren- en kartonnagefabrieken (vervaardiging van artikelen | |
uit papierstof, papier en karton) | 272 |
klasse 28 | |
Grafische nijverheid, uitgeverijen | 280 |
klasse 29 | |
Vervaardiging van leder en lederwaren | |
Leerlooierijen | 291 |
Lederwarenfabrieken | 292 |
ex klasse 30 | |
Rubberfabrieken, asbestfabrieken, kunststofverwerkende | |
industrie, fabrieken van synthetische vezels, | |
zetmeelfabrieken | |
Rubber- en asbestfabrieken | 301 |
Kunststofverwerkende industrie | 302 |
Kunstmatige en synthetische continugaren- en vezelfabrieken | 303 |
Vervaardiging van zetmeelproducten | 304 |
ex klasse 31 | |
Chemische industrie | |
Chemische grondstoffenfabrieken, geintegreerde fabrieken voor de | |
vervaardiging en verwerking van chemische producten | 311 |
Gespecialiseerde fabrieken voor de vervaardiging van chemische | |
grondstoffen voor industriele of agrarische toepassing (hieraan | |
moet worden toegevoegd : de vervaardiging van industriele olien | |
en vetten van plantaardige of dierlijke oorsprong behoren bij | |
groep 312 ISIC) | 312 |
Gespecialiseerde fabrieken van chemische verbruiksgoederen (wordt | |
hier uitgesloten : de vervaardiging van geneesmiddelen en | |
farmaceutische producten (ex groep 319 ISIC) | 313 |
klasse 32 | |
Aardolie-industrie | 320 |
klasse 33 | |
Verwerking van minerale producten (met uitzondering | |
van metalen) | |
Baksteen- en dakpannenfabrieken ed | 331 |
Glas- en glaswarenfabrieken | 332 |
Aardewerkfabrieken, vuurvastmateriaalfabrieken | 333 |
Cement-, kalk- en gipsfabrieken | 334 |
Bouwelementen- en platenfabrieken ed | 335 |
Bewerking van natuursteen en van overige niet-metalen mineralen | 339 |
klasse 34 | |
Vervaardiging en eerste bewerking van ferro en | |
non-ferro metalen | |
Ijzer- en staalindustrie (volgens het EGKS-Verdrag, met inbegrip | |
van cokesovens verbonden aan hoogovens) | 341 |
Stalenbuizenfabrieken | 342 |
Trekkerijen en koudwalserijen | 343 |
Vervaardiging en bewerking van non-ferro metalen | 344 |
Gieterijen (ijzer, staal en non-ferro metalen) | 345 |
klasse 35 | |
Vervaardiging van producten uit metaal (met | |
uitzondering van machines en transportmiddelen) | |
Smederijen (excl. kettingfabrieken, gereedschapsfabrieken en | |
ambachtelijke smeden), vervaardiging van zwaar pers- en stampwerk | 351 |
Fabrieken van licht pers- en stampwerk, facondraaiwerk, | |
sintermetaal, oppervlaktebewerking van metaal | 352 |
Constructiewerkplaatsen (vervaardiging en montage ter plaatse) | 353 |
Ketel- en reservoirbouw | 354 |
Gereedschappen-, ijzer-, staal- en andere metaalwarenfabrieken | 355 |
Gereedschapsslijperijen, dorpssmederijen en lasinrichtingen | 359 |
klasse 36 | |
Machinebouw | |
Landbouwmachine- en tractorenfabrieken | 361 |
Kantoormachinefabrieken | 362 |
Metaalbewerkingsmachinefabrieken, vervaardiging van mechanische | |
hand- en machinegereedschappen | 363 |
Textielmachine- en onderdelenfabrieken, naaimachinefabrieken | 364 |
Fabrieken voor machines en apparaten voor de voeding en | |
genotmiddelenindustrie, de chemische en verwante industrieen | 365 |
Fabrieken voor machines en installaties voor de mijnbouw, de | |
metallurgische industrie en de bouwnijverheid, hijs- en | |
hefwerktuigenfabrieken | 366 |
Fabrieken van tandwielen, lagers en andere overbrengingsmechanismen | 367 |
Overige fabrieken van machines voor bepaalde bedrijfstakken | 368 |
Overige machinebouw | 369 |
klasse 37 | |
Elektrotechnische industrie | |
Elektrische draad- en kabelfabrieken | 371 |
Fabrieken van elektromotoren, -generatoren en -transformatoren en | |
van schakel- en installatiemateriaal | 372 |
Fabrieken van elektrische apparaten en toestellen voor industriele | |
toepassing | 373 |
Telecommunicatie en signaalapparatenfabrieken, fabrieken van | |
elektrische meetinstrumenten en medische apparaten | 374 |
Fabrieken van elektronische apparaten, van radio- en | |
televisietoestellen en van elektro-akoestische apparaten | 375 |
Fabrieken van huishoudelijke elektrische apparaten | 376 |
Gloeilampen-, buizen- en verlichtingsartikelen-fabrieken | 377 |
Accumulatoren- en batterijfabrieken | 378 |
Reparatie, montage en technische installatie van elektrotechnische | |
producten | 379 |
ex klasse 38 | |
Transportmiddelenindustrie | |
Automobielbouw; auto-onderdelenfabrieken | 383 |
Auto- en (motor-)rijwielreparatiebedrijven | 384 |
Rijwiel- en motorrijwielfabrieken; fabrieken van rijwiel- en | |
motorrijwielonderdelen | 385 |
Overige transportmiddelenindustrie | 389 |
klasse 39 | |
Fijnmechanische en optische industrie; | |
nijverheidsbedrijven; niet elders genoemd | |
Fijnmechanische industrie | 391 |
Medische en orthopedische artikelfabrieken (met uitzondering van | |
fabrieken van orthopedisch schoeisel) | 392 |
Optische artikelenfabrieken; foto- en filmapparaten fabrieken | 393 |
Klokken- en uurwerkfabrieken en -reparatiebedrijven | 394 |
Goud- en zilversmederijen; diamantnijverheid | 395 |
Muziekinstrumentenfabrieken en -reparatiebedrijven | 396 |
Speelgoed- en sportartikelenfabrieken | 397 |
Overige nijverheidsbedrijven | 399 |
klasse 40 | |
Bouwnijverheid | |
Algemene bouwnijverheid (zonder bepaalde specialisatie); | |
slopersbedrijven | 400 |
Burgerlijke en utiliteitsbouw (bouw van woningen en andere | |
gebouwen) | 401 |
Water-, spoor- en wegenbouw; cultuurtechnische werken | 402 |
Installatiebedrijven | 403 |
Bouwbedrijven voor de afwerking van gebouwen | 404 |
LIJST II.
ex groep 855 |
Kapsalons (met uitzondering van de werkzaamheden van de pedicure |
en opleidingsinstituten voor schoonheidsspecialist) |
LIJST III.
ex klasse 04 | |
Visserij | |
Visserij op de binnenwateren | 043 |
ex klasse 38 | |
Transportmiddelenindustrie | |
Scheepsbouw en herstelling van schepen | 381 |
Vervaardiging van spoorwegmaterieel | 382 |
Vliegtuigbouw (met inbegrip van de bouw van ruimtevaartmaterieel) | 386 |
ex klasse 71 | |
Hulpdiensten van het vervoer en andere diensten dan | |
vervoer, vallende onder de volgende groepen | |
Exploitatie van slaap- en restauratiewagens; onderhoud van | |
spoorwegmaterieel in de reparatiewerkplaatsen; schoonmaken | |
van wagons | ex 711 |
Onderhoud van materieel voor stads-, voorstads- en interlokaal | |
vervoer van personen | ex 712 |
Onderhoud van ander materieel voor personenvervoer over de weg | |
(zoals auto's, autobussen en taxi's) | ex 713 |
Exploitatie en onderhoud van kunstwerken ten behoeve van het | |
wegvervoer (zoals wegen, tunnels en bruggen met tolheffing, | |
autobusstations, parkings, autobusgarages en tramremises) | ex 714 |
Hulpdiensten van de binnenvaart (zoals exploitatie en onderhoud | |
van waterwegen, havens en andere kunstwerken voor de binnenvaart; | |
slepen en loodsen in havens, betonning, lossen en laden van | |
schepen en andere overeenkomstige werkzaamheden, zoals berging | |
van schepen, jagen, exploitatie van botenloodsen) | ex 716 |
Klasse 73 | |
Communicatiediensten : posterijen en telecommunicatie | |
ex klasse 85 | |
Persoonlijke diensten | |
Wasserijen, stomerijen en ververijen | 854 |
Fotostudio's : portretfotografie en fotografie voor | |
handelsdoeleinden, met uitzondering van persfotografie | ex 856 |
Persoonlijke diensten, niet elders ingedeeld (uitsluitend | |
onderhoud en schoonmaken van gebouwen of lokalen) | ex 859 |
Ambulante uitoefening van de volgende werkzaamheden wanneer de werkzaamheid als industrieel of ambachtelijk wordt beschouwd :
a) koop en verkoop van goederen :
- door venters en colporteurs (ex groep 612 CITI),
- op overdekte markten anders dan in vaste inrichtingen en op niet-overdekte markten;
b) de werkzaamheden waarvoor andere richtlijnen houdende overgangsmaatregelen gelden, waarin de ambulante vorm van deze werkzaamheden uitdrukkelijk wordt uitgesloten of niet wordt vermeld.
Groepen 718 en 720 van de ISIC-nomenclatuur.
De bedoelde werkzaamheden bestaan met name in :
- het organiseren, aanbieden en verkopen, tegen een forfaitair bedrag of tegen provisie, van de afzonderlijke of gecoördineerde elementen van een reis of verblijf (vervoer, logies, voeding, excursie enz.), ongeacht de reden van de reis of het verblijf;
- het als tussenpersoon optreden tussen ondernemers van de verschillende takken van vervoer en personen die goederen verzenden of zich goederen laten toezenden, en het verrichten van verschillende daarmee samenhangende werkzaamheden door :
a) het sluiten, voor rekening van opdrachtgevers, van de overeenkomsten met de vervoerondernemers;
b) het kiezen van de tak van vervoer, de onderneming en de route die voor de opdrachtgever het voordeligst worden geacht;
c) de technische voorbereiding van het vervoer (bijvoorbeeld de voor het vervoer noodzakelijke verpakking); het verrichten van diverse bijkomende werkzaamheden tijdens het vervoer (bijvoorbeeld het voorzien van koelwagens met ijs);
d) het vervullen van de aan het vervoer verbonden formaliteiten zoals het invullen van de vrachtbrieven, het groeperen en splitsen van zendingen;
e) het coördineren van de verschillende gedeelten van een transport middels het toezicht op de doorvoer, de wederverzending, de overlading en diverse eindverrichtingen;
f) het bezorgen van respectievelijk vracht aan de vervoerondernemers en vervoergelegenheid aan personen die goederen verzenden of zich goederen laten toezenden :
- het berekenen van de vervoerkosten, het nazien van de afrekening;
- het uit naam en voor rekening van een reder of een ondernemer van transporten over zee permanent of incidenteel verrichten van bepaalde formaliteiten (bij havenautoriteiten, scheepsleveranciers enz.).
LIJST IV.
- de werkzaamheden van de tussenpersoon, die op grond van een of meer opdrachten belast is met het inleiden of afsluiten van handelstransacties op naam en voor rekening van derden;
- de werkzaamheden van de tussenpersoon die, zonder hiermee blijvend belast te zijn, personen die rechtstreeks contracten willen afsluiten met elkaar in contact brengt, of de handelstransacties inleidt, dan wel bij de afsluiting daarvan zijn diensten verleent;
- de werkzaamheden van de tussenpersoon die op eigen naam voor rekening van derden handelstransacties afsluit;
- de werkzaamheden van de tussenpersoon die voor rekening van derden groothandelsveilingen houdt;
- het beroepshalve verrichten van diensten door een tussenpersoon in loondienst van een of meer ondernemingen op het gebied van handel, industrie of ambacht;
- anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden welke onder de groothandel in steenkool ressorteren en werkzaamheden van tussenpersonen op het gebied van steenkool (ex groep 6112, ISIC-nomenclatuur).
ex groep 611 | |
- de werkzaamheden welke onder de groothandel ressorteren (met | |
uitzondering van die welke ressorteren onder de groothandel in | |
geneesmiddelen en farmaceutische producten, in giftige producten en | |
ziekteverwekkende agentia en in steenkool) | |
ex groep 612 CITI | |
Kleinhandel | |
ex klasse 62 | |
Banken en andere financiele instellingen | ex 620 |
Octrooimakelaars en ondernemingen die zich bezighouden met de | |
uitkering van vergoedingen uit licenties | |
ex klasse 71 | |
Vervoer | |
Reizigersvervoer over de weg, met uitzondering van vervoer met | |
motorvoertuigen | ex 713 |
Exploitatie van leidingen bestemd voor het vervoer van vloeibare | |
koolwaterstoffen en andere vloeibare chemische stoffen | ex 719 |
ex klasse 82 | |
Diensten tot nut van het algemeen | |
Bibliotheken, musea, plantentuinen en dierentuinen | 827 |
ex klasse 84 | |
Recreatie | |
Diensten op recreatief gebied, niet elders ingedeeld | 843 |
- sportactiviteiten (sportterreinen, organisatie van sportieve | |
ontmoetingen, enz.), met uitzondering van de werkzaamheden van | |
sportleraren | |
- spelen (renstallen, speelterreinen, renbanen, enz.) | |
- andere recreatieve activiteiten (circussen, lunaparken en andere | |
amusementsbedrijven enz.) | |
ex klasse 85 | |
Persoonlijke diensten | |
Huishoudelijke diensten | ex 851 |
Restaurants en slijterijen | 852 |
Hotels, pensions en dergelijke inrichtingen, kampeerterreinen | 853 |
Schoonheidsinstituten en manicure, met uitzondering van de | |
werkzaamheden van pedicure en opleidingsinstituten voor | |
schoonheidsspecialist en kapper | ex 855 |
Persoonlijke diensten, niet elders ingedeeld, met uitzondering van | |
die van sport- en paramedische masseurs en van berggidsen, als | |
volgt ingedeeld : | ex 859 |
- ontsmetting en bestrijding van ongedierte | |
- verhuur van kleding en bewaring van voorwerpen | |
- huwelijksbemiddeling en soortgelijke diensten | |
- waarzeggerij en soortgelijke werkzaamheden | |
- begrafenisondernemingen en onderhoud van kerkhoven | |
- hygienische diensten en aanverwante werkzaamheden | |
- reisleiders en toeristentolken | |
Andere activiteiten van lijst IV : | |
- het in huur geven van spoorwegwagons of -rijtuigen voor het | |
vervoer van reizigers of goederen | |
- het als tussenpersoon optreden bij de aankoop, de verkoop of | |
de verhuur van schepen | |
- het voorbereiden van, het onderhandelen over en sluiten van | |
overeenkomsten voor het vervoer van emigranten | |
- het in entrepots, pakhuizen, meubelopslagplaatsen, koelhuizen, | |
silo's enz., onder douanetoezicht of niet, voor rekening van | |
de bewaargever in bewaring nemen van alle voorwerpen en | |
goederen | |
- het aan de bewaargever afgeven van een ontvangstbewijs voor | |
het in bewaring ontvangen voorwerp of goed | |
- het verschaffen van verblijfsruimte, voeder en verkoopruimte | |
voor vee dat hetzij voor de verkoop, hetzij onderweg naar of | |
van de markt in tijdelijke bewaring wordt gegeven | |
- het verrichten van technische controle of expertise van | |
motorrijtuigen | |
- het meten, wegen en ijken van goederen | |
Ambulante uitoefening van de volgende werkzaamheden : | |
a) de koop en verkoop van goederen : | |
- door venters en colporteurs (ex groep 612 ISIC); | |
- op overdekte markten anders dan in vaste inrichtingen en | |
op niet- overdekte markten; | |
b) de werkzaamheden waarvoor reeds aangenomen overgangsmaatregelen | |
gelden, doch waarin de ambulante vorm van deze werkzaamheden | |
uitdrukkelijk wordt uitgesloten of niet wordt vermeld. | |
Activiteiten uitgesloten uit lijst IV : | |
verhuur van landbouwmachines | 012 |
onroerende goederen, verhuur | 640 |
verhuur van automobielen, rijtuigen en paarden | 713 |
verhuur van spoorwegrijtuigen en -wagons | 718 |
verhuur van machines voor handelsfirma's | 839 |
plaatsbespreking voor bioscopen en verhuur van films | 841 |
plaatsbespreking voor theaters en verhuur van theater uitrusting | 842 |
Verhuur van boten, verhuur van rijwielen, verhuur van automaten | 843 |
Verhuur van gemeubileerde kamers | 853 |
verhuur van gewassen linnengoed | 854 |
Verhuur van kleding | 859 |