27 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van de artikelen 26, 27, eerste lid, 2°, 30, 39, § 1, en § 4, tweede lid, 40, tweede lid, 40bis, tweede lid, 41, 43, tweede lid, en 47, § 1, vijfde lid, van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid.
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van de artikelen 26, 27, eerste lid, 2°, 30, 39, § 1, en § 4, tweede lid, 40, tweede lid, 40bis, tweede lid, 41, 43, tweede lid, en 47, § 1, vijfde lid, van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 januari 2004, wordt in 4° het woord " privaatrechtelijke " geschrapt.
Art.2. In artikel 4, § 1, van hetzelfde besluit van 30 maart 2000, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 maart 2001, worden de woorden " die 2000 nieuwe werknemers moeten tewerkstellen " gewijzigd door de woorden " die een aantal nieuwe werknemers moeten tewerkstellen naar rato van 3 % van het in voltijdse equivalenten berekend personeelsbestand van het tweede kwartaal van het voorafgaand jaar, en dit in iedere overheidsdienst. Om hiertoe te komen, zullen de overheidsdiensten van de federale Staat en de openbare instellingen die ervan afhangen vanaf 2006 voorzien in de aanwerving van nieuwe werknemers naar rato van 10 % van de rekruteringen die ieder jaar worden voorzien ".
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006.
Art. 4. Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van Ambtenarenzaken en Onze Minister van Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 september 2006.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
R. DEMOTTE
De Minister van Ambtenarenzaken,
C. DUPONT
De Minister van Werk,
P. VANVELTHOVEN.