1 SEPTEMBER 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van aanvullende lestijden voor de integratie van anderstaligen (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-11-2006 en tekstbijwerking tot 04-12-2012)
HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Aanvullende lestijden.
Art. 3-5, 5/1, 6
HOOFDSTUK III. - Sancties.
Art. 7-8
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 9-12
HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen.
Artikel 1.[1 Dit besluit is van toepassing op de door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde en gesubsidieerde Nederlandstalige scholen van het buitengewoon basisonderwijs in de rand- en taalgrensgemeenten, op de door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde en gesubsidieerde scholen van het buitengewoon basisonderwijs in de gemeenten die grenzen aan de randgemeenten, en op de door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde en gesubsidieerde scholen van het buitengewoon basisonderwijs in de gemeenten die grenzen aan het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.]1
----------
(1)<BVR 2012-10-12/15, art. 19, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2012>
Art.2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° aanvullende lestijden : de aanvullende lestijden, vermeld in artikel 138, § 1, 7°, van het decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997;
2° decreet : het decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997;
3° departement : bevoegde dienst of ambtenaar van het Departement Onderwijs en Vorming;
4° [1 4° leerling TNN (leerling met thuistaal niet het Nederlands) : leerling die in het gezin bestaande uit vader en/of moeder en/of broers en zussen ofwel met niemand ofwel in een gezin met drie gezinsleden (de leerling niet meegerekend) met maximaal één gezinslid Nederlands spreekt; broers en zussen worden als één gezinslid beschouwd. De thuistaal niet het Nederlands wordt bewezen aan de hand van een verklaring op eer door de ouders.]1
5° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs;
6° randgemeenten : de gemeenten van het Vlaamse Gewest, genoemd in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966;
7° taalgrensgemeenten : de gemeenten van het Vlaamse Gewest, genoemd in artikel 3, 1°, van de wet van 30 juli 1963 houdende taalregeling in het onderwijs.
----------
(1)<BVR 2008-09-05/36, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2008>
HOOFDSTUK II. - Aanvullende lestijden.
Art.3.Met toepassing van artikel 138, § 1, 7°, van het decreet worden aan de scholen die op de eerste schooldag van februari voorafgaand aan de [1 driejaarlijkse periode]1 zoals bepaald in artikel 5, minstens 10 % leerlingen TNN telden, wekelijks aanvullend bij de lestijden volgens de schalen, lestijden voor de integratie van de anderstalige leerlingen gefinancierd of gesubsidieerd.
Deze aanvullende lestijden hebben tot doel de integratie van het grote aantal anderstalige leerlingen te bevorderen en een eventuele leerbedreiging en leerachterstand tegen te gaan.
----------
(1)<BVR 2008-09-05/36, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2008>
Art.4. § 1. Het aantal aanvullende lestijden waar de school recht op heeft wordt berekend op basis van het aantal leerlingen TNN.
§ 2 Een school met 10 % tot en met 25 % leerlingen TNN heeft recht op 6 aanvullende lestijden.
§ 3 Een school die meer dan 25 % leerlingen TNN telt maar minder dan 40 % leerlingen TNN, heeft recht op :
1° Een sokkel van 6 aanvullende lestijden én
2° X aanvullende lestijd(en) door het aantal leerlingen TNN dat niet vervat zit in 25 % van het totale leerlingenaantal te vermenigvuldigen met de coëfficiënt 0,315.
3° Het resultaat van de berekening wordt afgerond naar de hogere eenheid indien het eerste cijfer na de komma groter is dan 4
§ 4 Een school die 40 % of meer leerlingen TNN telt, heeft recht op :
1° Een sokkel van 6 aanvullende lestijden én
2° X aanvullende lestijd(en) door het aantal leerlingen TNN dat niet vervat zit in 25 % van het totale leerlingenaantal te vermenigvuldigen met de coëfficiënt 0,4.
3° Het resultaat van de berekening wordt afgerond naar de hogere eenheid indien het eerste cijfer na de komma groter is dan 4.
§ 5. Het schoolbestuur verbindt er zich toe zich te laten begeleiden door de pedagogische begeleiding.
Art.5.[1 Het aantal aanvullende lestijden dat een school bekomt met toepassing van artikel 4 wordt toegekend voor een periode van drie opeenvolgende schooljaren.
De eerste driejaarlijkse cyclus start vanaf het schooljaar 2008-2009.
Programmaties, fusies en herstructureringen hebben geen invloed op het toegekende aantal aanvullende lestijden per school.]1
----------
(1)<BVR 2008-09-05/36, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2008>
Art.5/1.
<Opgeheven bij BVR 2012-10-12/15, art. 20, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2012>
Art.6.§ 1. [1 ...]1
§ 2. In het buitengewoon basisonderwijs kunnen uit de aanvullende lestijden volgende betrekkingen worden geput :
1° het ambt van kleuteronderwijzer algemene en sociale vorming;
2° het ambt van onderwijzer algemene en sociale vorming.
----------
(1)<BVR 2012-10-12/15, art. 21, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2012>
HOOFDSTUK III. - Sancties.
Art.7.Onverminderd de toepassing van artikel 174 van het decreet, kunnen misbruiken bij de telling van de regelmatige leerlingen TNN aanleiding geven tot sancties overeenkomstig artikel 178 van het decreet.
De door [1 het Agentschap voor Onderwijsdiensten]1 vastgestelde overtredingen worden bij aangetekend schrijven meegedeeld aan het betrokken schoolbestuur. De mededeling verwijst naar de mogelijke sancties.
----------
(1)<BVR 2012-10-12/15, art. 22, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2012>
Art.8. Binnen een termijn van dertig kalenderdagen, die ingaat op de dag na die van de betekening van de mededeling, vermeld in artikel 7, tweede lid, kan het schoolbestuur bij aangetekend schrijven en bij wijze van georganiseerd beroep een verweerschrift indienen bij de minister. De herfstvakantie, kerstvakantie, krokusvakantie, paasvakantie en zomervakantie schorten de termijn van dertig kalenderdagen op.
De minister neemt een beslissing over de eventuele sanctie. De beslissing wordt bij aangetekend schrijven aan het schoolbestuur meegedeeld binnen een vervaltermijn van negentig kalenderdagen, die ingaat op de dag na die van de betekening van de mededeling, vermeld in artikel 7, tweede lid.
Na de termijn van negentig kalenderdagen kan er geen sanctie meer worden opgelegd.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.9. In hoofdstuk III, afdeling B van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs, gewijzigd bij de besluiten van 22 september 1998, 11 januari 2002, 5 december 2003, 30 september 2005 en 20 januari 2006, wordt onderafdeling 5, bestaande uit artikel 23octies, 23novies en 23decies, opgeheven.
Art.10. In hoofdstuk 3, afdeling B van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het buitengewoon basisonderwijs gewijzigd bij het besluit van 20 januari 2006, wordt onderafdeling 3, bestaande uit artikel 14bis, 14ter en 14quater opgeheven.
Art.11. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2006.
Art. 12. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 1 september 2006.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
Y. LETERME
De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming,
F. VANDENBROUCKE.