13 JULI 2006. - Besluit van de Regering betreffende de opname van gehandicapten in woonressources (VERTALING)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 17-10-2006 en tekstbijwerking tot 28-02-2018)
HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Erkenning en subsidiëring van de diensten voor woonressources.
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - Opdrachten en selectie van de woonressources.
Afdeling I. - Opdrachten van de woonressource.
Art. 4
Afdeling II. - Selectie van de woonressource.
Art. 5
HOOFDSTUK IV. - Financiële bepalingen.
Afdeling I. - Forfaitaire vergoeding toegekend aan de woonressource.
Art. 6-11.1
Afdeling II. - Persoonlijke participatie van de gebruiker en terugbetaling.
Art. 12-13
Afdeling III. - Indexering.
Art. 14
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art. 15-17
HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder :
1° Dienst : de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor [1 zelfbeschikkend leven]1;
2° dienst voor woonressources : een door de Dienst erkende dienst voor de inrichting, de selectie en de opvolging van de woonressources;
3° woonressource : een natuurlijke persoon die, in het kader van een verdrag gesloten met de dienst voor woonressources, de gebruiker begeleiding, hulp en/of verblijf verleent en zijn autonomie en maatschappelijke integratie bevordert;
4° [1 gebruiker : elke natuurlijke persoon die :
a) ofwel de leeftijd van 65 jaar nog niet bereikt heeft, ofwel de leeftijd van 65 jaar bereikt heeft en reeds voor het bereiken van die leeftijd in een woonressource heeft gewoond of daar nog woont;
b) geestelijk en/of lichamelijk gehandicapt is;
c) bij de Dienst ingeschreven is;
d) niet in de eerste graad verwant is met de woonressource, noch met de persoon die beschouwd wordt als onder hetzelfde dak als de woonressource wonende persoon.]1.
----------
(1)<BDG 2017-10-19/21, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2018>
HOOFDSTUK II. - Erkenning en subsidiëring van de diensten voor woonressources.
Art.2. § 1. Om als dienst voor woonressources werkzaam te zijn, moet deze vooraf door de Dienst worden erkend.
§ 2. Om als dienst voor woonressources erkend te worden, dient aan volgende voorwaarden te worden voldaan :
1° een v.z.w. als inrichtende macht hebben;
2° personeel tewerkstellen dat de vereiste socio-pedagogische competenties bezit (o.a. qua kwalificatie en samenstelling van de medewerkers van de dienst);
3° in de Duitstalige Gemeenschap de woonressources en de personen met een handicap in het Duits begeleiden;
4° elke dag bereikbaar zijn;
5° met andere diensten werkzaam op het gebied van de gehandicapten een nauwe samenwerking onderhouden;
6° qua inhoud, volgens de doelstellingen werken die opgenomen zijn in de handleiding van de Dienst " Leitfaden zur Beratung ";
7° kunnen bewijzen dat er aan alle fiscale en sociale verplichtingen wordt voldaan;
8° tegen beroepsrisico's en voor de burgerlijke aansprakelijkheid verzekerd zijn.
§ 3. Om erkend te worden, dient de aanvrager een schriftelijke aanvraag bij de Dienst in.
Volgende documenten worden bij de aanvraag gevoegd :
- een personeelslijst met inlichtingen over de kwalificaties;
- de statuten van de v.z.w.;
- het verzorgingsgebied;
- het concept inzake selectie en begeleiding van de woonressources.
§ 4. Bij goedkeuring van de aanvraag sluit de Dienst een conventie met de aanvrager af. Deze geldt, voor de duur van de conventie, als erkende dienst voor woonressources. In de conventie worden de rechten en plichten van de verdragspartijen, het bedrag van de toelage en de subsidiërings- en opzeggingsmodaliteiten vastgelegd.
De erkenning eindigt met het verstrijken van de conventie alsmede bij vervroegde opzegging ervan.
§ 5. De Dienst kan ook de prestaties van een dienst voor woonressources aanbieden en geldt in dit geval van rechtswege als erkend.
Art.3. In het kader van de beschikbare begrotingsmiddelen en na verrekening van de in artikel 12 van dit besluit bedoelde persoonlijke participatie kunnen de erkende diensten voor woonressources een toelage voor de aanneembare kosten bij de Dienst aanvragen. De subsidiëringsmodaliteiten en het bedrag van de toelage worden overeenkomstig artikel 2, § 4, vastgelegd.
HOOFDSTUK III. - Opdrachten en selectie van de woonressources.
Afdeling I. - Opdrachten van de woonressource.
Art.4. § 1. De woonressource heeft gewoonlijk als opdracht de gebruiker te begeleiden, hem bij de dagelijkse activiteiten te ondersteunen en/of verblijf te verlenen alsmede zijn autonomie en maatschappelijke integratie te bevorderen.
Bovendien heeft de woonressource, naargelang haar aard, de volgende opdrachten :
1° de eenvoudige woonressource : ze begeleidt gelijktijdig tot twee gebruikers en leeft met hen samen in één en dezelfde woning;
2° de uitgebreide woonressource : ze begeleidt gelijktijdig ten minste 3 en ten hoogste 4 gebruikers en leeft met hen samen in één en dezelfde woning;
3° de externe woonressource : ze begeleidt gelijktijdig tot 8 gebruikers die in hun eigen woning leven en alle levensonderhoudskosten zelf dragen;
§ 2. De gedetailleerde begeleidingsopdrachten worden vastgelegd in een overeenkomst afgesloten tussen de woonressource, de gebruiker en de dienst voor woonressources overeenkomstig de bepalingen van voorliggend besluit. Deze overeenkomst wordt voor ten hoogste één jaar afgesloten. De type-overeenkomst moet vooraf door de Dienst worden goedgekeurd.
De overeenkomst omvat ten minste :
1° een beschrijving van de rechten en plichten van alle partijen;
2° de bevestiging dat de voor de selectie van een woonressource gestelde voorwaarden vervuld zijn;
3° de aard van de woonressource, met toepassing van § 1 van dit artikel;
4° de begeleidingsvorm, met toepassing van de §§ 3 en 4 van dit artikel;
5° de begeleidingsintensiteit, met toepassing van § 5 van dit artikel;
6° de individuele behoeften van de gebruiker;
7° de modaliteiten m.b.t. het gebruik van het bedrag vermeld in artikel 5, § 2, van het besluit van de Regering van 21 februari 1996 tot vastlegging van de persoonlijke participatie in de inrichtingen en diensten van de Duitstalige Gemeenschap voor gehandicapten, waarover de gebruiker vrij kan beschikken;
8° de persoonlijke participatie van de gebruiker, met toepassing van artikel 12 van dit besluit;
9° de tijdperken, de duur en de frequentie van de begeleiding alsmede de momenten waar de externe woonressource telefonisch kan worden bereikt;
10° indien de gebruiker een beroep doet op een externe woonressource, de bevestiging ervan dat hij een verzekering inzake burgerlijke aansprakelijkheid en een brandverzekering is aangegaan;
11° de mogelijkheid voor elke verdragspartij de overeenkomst ofwel met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden ofwel, bij zware schuld in hoofde van de woonressource of van de gebruiker, zonder opzeggingstermijn op te zeggen;
12° zo nodig, een proefperiode die van 3 tot 6 maanden kan duren; tijdens deze proefperiode kunnen alle partijen de overeenkomst opzeggen mits inachtneming van een opzeggingstermijn van 7 dagen, onverminderd de in artikel 5, § 3, van dit besluit bedoelde opzegging zonder opzeggingstermijn.
§ 3. Aan de gebruiker van een eenvoudige of uitgebreide woonressource worden de twee volgende begeleidingsvormen aangeboden :
1° de voltijdse begeleiding : deze begeleiding omvat wekelijks ten minste 5 vergoede volledige begeleidingseenheden en jaarlijks in totaal 365 of 366 vergoede dagen en is slechts toegankelijk voor de gebruikers vanaf 18 jaar. Om als volledige begeleidingseenheid te gelden, moet de begeleiding om 0.00 uur beginnen en om 24 uur eindigen.
2° begeleiding van korte duur : elke begeleiding in een eenvoudige of uitgebreide woonressource die niet als voltijdse begeleiding kan worden gedefinieerd. Deze begeleidingsvorm is ook toegankelijk voor gebruikers beneden 18 jaar. Ze heeft ten doel de ouders en gezinsleden die een persoon met een handicap tehuis begeleiden, te ontlasten of hen een begeleiding in noodsituaties aan te bieden. Deze begeleiding kan uit halve of volledige begeleidingseenheden bestaan; een halve begeleidingseenheid is een begeleiding van ten minste 5 uren.
§ 4. Bij een externe woonressource geldt het punctuele contact met de gebruiker op de in de overeenkomst vastgelegde ogenblikken als volledige begeleidingseenheid.
§ 5. De begeleidingsintensiteit bepaalt de begeleidingsgraad van een woonressource aan een gebruiker naargelang van zijn behoeften. De behoeften van een gebruiker worden door de dienst voor woonressources geraamd door middel van evaluatiehulpmiddelen. Naargelang de resultaten van de evaluatie wordt de gebruiker in één van de 5 mogelijke begeleidingscategorieën opgenomen. De evaluatiehulpmiddelen en de opname in een begeleidingscategorie moeten vooraf door de Dienst worden goedgekeurd.
Afdeling II. - Selectie van de woonressource.
Art.5.§ 1. De woonressources worden door de dienst voor woonressources geselecteerd op basis van de selectiecriteria die in § 2 van dit artikel vermeld zijn. De selectie als woonressource voor één of meerdere gebruikers wordt door de sluiting van een overeenkomst tussen de woonressource en de dienst voor woonressources bekrachtigd. In de overeenkomst worden de rechten en plichten van beide verdragspartijen en de opzeggingsmodaliteiten opgenomen. De overeenkomst wordt voor een hernieuwbare periode van ten hoogste drie jaar afgesloten. De type-overeenkomst moet vooraf door de Dienst worden goedgekeurd.
§ 2. Om als woonressource te worden geselecteerd, dient aan de volgende basisvoorwaarden te worden voldaan :
1° de volle leeftijd van [1 18]1 jaar hebben bereikt;
2° een getuigschrift van goed zedelijk gedrag bezitten;
3° de voorwaarden aanbieden die qua tijd en lokalen noodzakelijk zijn voor de begeleiding van de gebruikers;
4° op een actieve en open wijze aan de selectiegesprekken met de dienst voor woonressources deelnemen;
5° voor de samenwerking met andere diensten en inrichtingen zorgen die noodzakelijk is met het oog op de omzetting van het met een gebruiker uitgewerkt individueel dienstverleningenprogramma;
6° aan voortgezette opleidingen deelnemen;
7° het concept van het gehandicaptenbeleid in de Duitstalige Gemeenschap en het pedagogisch concept van de woonrecources kennen en naleven;
8° de gebruikers begeleiden door de handleiding " Leitfaden zur Beratung " te volgen;
9° de door de Dienst voorgeschreven veiligheidsmaatregelen naleven;
10° een brandverzekering en een verzekering inzake burgerlijke aansprakelijkheid aangaan die alle bijkomende risico's voortvloeiend uit de activiteiten van een woonressource dekt;
11° de in § 1 van dit artikel vermelde overeenkomst ondertekenen.
§ 3. Als de geselecteerde woonressource aan de voorwaarden opgelegd voor haar selectie niet meer voldoet of als een zware overtreding van de verdragsbepalingen in haar hoofde kan worden bewezen, dan kan de dienst voor woonressources een einde maken aan de samenwerking met deze woonressource door de in § 1 van dit artikel bedoelde overeenkomst zonder opzeggingstermijn op te zeggen. Voordat de dienst voor woonressources deze beslissing neemt, heeft de woonressource het recht door de inrichtende macht van de betrokken dienst voor woonressources gehoord te worden.
----------
(1)<BDG 2017-10-19/21, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2018>
HOOFDSTUK IV. - Financiële bepalingen.
Afdeling I. - Forfaitaire vergoeding toegekend aan de woonressource.
Art.6. § 1. De forfaitaire vergoeding dient om de onderhouds-, opvoedings-, begeleidings- en voedingskosten van een gebruiker te dekken.
§ 2. Voor elke volledige begeleidingseenheid in de zin van artikel 4, §§ 3 en 4 van dit besluit stemt de vergoeding, naargelang de begeleidingscategorie en de aard van de woonressource, met de volgende bedragen overeen :
<td colspan="3" valign="top">Aard van de woonressource | |||
Begeleidingscategorie | Eenvoudige | Uitgebreide | Externe |
- | - | - - | - |
0 = basistarief | 27,85 | 38,75 | 7,00 |
1 | 30,21 | 42,07 | 7,00 |
2 | 32,58 | 45,34 | 7,00 |
3 | 35,99 | 50,10 | 7,00 |
4 | 38,84 | 54,07 | 7,00 |