1 JULI 2006. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikelen 9ter en 9quater van het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels.
Art. 1-5
Artikel 1. In het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, wordt een artikel 9quinquies ingevoegd, luidende :
" Art. 9quinquies. Wanneer een gelegenheidswerknemer wordt tewerkgesteld voor een langere dagelijkse periode dan deze aangekondigd in de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling die in het begin van de dag wordt gedaan, moet de werkgever de gegevens aanpassen betreffende de arbeidstijd, zoals deze worden beoogd bij de artikelen 5bis, eerste lid, tweede gedachtestreep, en 6, eerste lid, 6°, tweede gedachtestreep, uiterlijk binnen de periode van acht uur die op het in, de initiële aangifte voorziene einduur volgt. Wanneer het initieel aangekondigde einduur tussen 20 en 24 uur valt, heeft de werkgever de tijd tot acht uur van de volgende kalenderdag. "
Art.2. In hetzelfde koninklijk besluit van 5 november 2002 wordt een artikel 9sexies ingevoegd, luidende :
" Art. 9sexies. Een DIMONA-aangifte kan tot het einde van de kalenderdag waarop deze betrekking heeft worden geannuleerd.
Als de DIMONA-aangifte sloeg op een periode die twee kalenderdagen of meer bestrijkt, dient deze te worden geannuleerd uiterlijk op het einde van de eerste kalenderdag van de prestatie dat was voorzien. "
Art.3. In hetzelfde koninklijk besluit van 5 november 2002 wordt een artikel 9septies ingevoegd, luidende :
" Art. 9septies. Tegen uiterlijk 15 oktober 2007 bezorgt de Rijksdienst voor sociale zekerheid aan de Minister van Sociale Zaken, aan de Minister van Werk alsook aan de Nationale Arbeidsraad een evaluatieverslag over dit stelsel van DIMONA voor gelegenheidswerknemers.
Dit evaluatierapport moet betrekking hebben op wat volgt :
- de traceerbaarheid van de corrigerende aangiften en de annuleringen;
- de feedback per werkgever, uitgevoerd door het bestuur van de sociale zekerheid, met name over de annuleringen van de DIMONA;
- een onderzoek door de inspectiediensten van de gevallen waarin de werkgevers hun corrigerende aangifte of de annulering te laat verrichten en de redenen die de werkgevers daarvoor geven.
In dat opzicht moeten duidelijke stromen worden geïdentificeerd om de anomalieën en de eventuele technieken voor afspraken tussen werkgevers en werknemers aan het licht te brengen. De gegevensbanken zouden moeten kunnen worden gekruist.
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2006.
Art. 5. Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 juli 2006.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
R. DEMOTTE
De Minister van Werk,
P. VANVELTHOVEN.