Details





Titel:

1 JULI 2006. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 23ter, § 11, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 25-07-2006 en tekstbijwerking tot 01-08-2019)



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2006022705  2019203482 



Artikels:

Artikel 1. § 1. In uitvoering van artikel 23ter, § 11, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen wordt door de inninginstellingen van de bijdragen het attest bedoeld in § 7 en het attest bedoeld in § 9 van hetzelfde artikel afgeleverd aan de natuurlijke persoon of de rechtspersoon volgens de modaliteiten bedoeld in de volgende artikelen.

Art.2. De aflevering van dit attest is onderworpen aan de indiening van een aanvraag bij gewone brief of fax door de belanghebbende natuurlijke persoon of rechtspersoon.
  De redenen van de aanvraag van dit attest dienen uitdrukkelijk te worden vermeld in het schrijven dat bij deze gelegenheid aan de inninginstelling van de bijdragen wordt gericht.

Art.3. Het attest bedoeld in artikel 1 kan enkel worden afgeleverd voor de redenen aangehaald in de aanvraag; redenen die overigens uitdrukkelijk dienen voor te komen op het attest.
  De aflevering van dit attest ontslaat de natuurlijke personen of de rechtspersonen bedoeld in de artikelen 16bis, 16ter en 23ter van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen niet van hun verplichtingen die hen door deze bepalingen worden opgelegd.

Art.4. Het attest wordt afgeleverd binnen de acht dagen te rekenen vanaf de ontvangst van de aanvraag door de inninginstelling.
  De geldigheidsduur van dit attest bedraagt één maand te rekenen vanaf de datum van afgifte.

Art.5.Het behoort Onze [1 minister die het sociaal statuut der zelfstandigen onder zijn bevoegdheid heeft]1 toe het model van het attest, bedoeld in de vorige artikelen vast te leggen.
  ----------
  (1)<KB 2019-06-23/15, art. 31, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2019> <KB 2019-06-23/16, art. 31, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2019>

Art.6. Voor de toepassing van artikel 23ter, § 11, van genoemd koninklijk besluit nr. 38 zijn de inninginstellingen voor wat betreft de bijdragen verschuldigd krachtens dit koninklijk besluit nr. 38, de sociale verzekeringskassen voor zelfstandigen, bedoeld in artikel 20 van datzelfde koninklijk besluit nr. 38.
  Voor de toepassing van artikel 95bis van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen zijn de inninginstellingen de sociale verzekeringskassen voor zelfstandigen bedoeld in artikel 20 van datzelfde koninklijk besluit nr. 38.
  Voor de toepassing van artikel 9bis van de wet van 13 juli 2005 betreffende de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van bepaalde instellingen is de inninginstelling van de bijdragen het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen.

Art. 7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 9 januari 2006.