19 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 1993 tot bepaling van de nadere regels voor de terugbetaling van de kosten, bedoeld in artikel 74/4, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Art. 1-4
Artikel 1. In het opschrift van het koninklijk besluit van 14 januari 1993 tot bepaling van de nadere regels voor de terugbetaling van de kosten, bedoeld in artikel 74/4, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, worden de woorden " kosten, bedoeld in artikel 74/4, tweede lid " vervangen door de woorden " kosten van huisvesting, verblijf en gezondheidszorgen bedoeld in artikel 74/4, §§ 3 en 4 ".
Art.2. In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden " Wanneer de kosten van huisvesting, verblijf, gezondheidszorgen en terugzending, bedoeld in artikel 74/4, tweede lid, " worden vervangen door de woorden " Wanneer de kosten van huisvesting, verblijf en gezondheidszorgen bedoeld in artikel 74/4, §§ 3 en 4 ", en de woorden " en de openbare of private vervoerder is voor de betaling ervan aansprakelijk, desgevallend hoofdelijk met de passagier, dan " worden ingevoegd tussen de woorden " gedragen werden, " en de woorden " wordt de terugbetaling ";
2° het artikel wordt aangevuld met het volgende lid :
" De kosten van huisvesting, verblijf en gezondheidszorgen ten aanzien van de in artikel 74/4, § 4, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, bedoelde vreemdeling, waarvoor uitsluitend de openbare of private vervoerder aansprakelijk is, worden aangerekend vanaf de vijftiende kalenderdag na de dag van verzending van de in artikel 74/4, § 4, van dezelfde wet bedoelde tweede aanmaning bij een ter post aangetekend schrijven van de Minister of zijn gemachtigde om de verplichting tot terugbrenging uit te voeren tot de dag dat de terugdrijving effectief werd uitgevoerd door de openbare of private vervoerder of door de Minister of zijn gemachtigde, of in voorkomend geval, de dag dat de vreemdeling toegelaten wordt het Rijk binnen te komen overeenkomstig artikel 74/5, § 4, van dezelfde wet. ".
Art.3. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de woorden " de belasting over de toegevoegde waarde " vervangen door de woorden " het kadaster ".
Art. 4. Onze minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft en Onze minister bevoegd voor Financiën, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 december 2006.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en Institutionele Hervormingen,
D. REYNDERS.