Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

14 JANUARI 1993. - Koninklijk besluit tot bepaling van de nadere regels voor de terugbetaling van de [kosten van huisvesting, verblijf en gezondheidszorgen bedoeld in artikel 74/4, §§ 3 en 4], van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. <KB2006-12-19/36, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 22-01-2007> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-08-2000 en tekstbijwerking tot 13-03-2017)



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

Artikel 1. (Wanneer de kosten van huisvesting, verblijf en gezondheidszorgen bedoeld in artikel 74/4, §§ 3 en 4) van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, door de Belgische Staat gedragen werden, (en de openbare of private vervoerder is voor de betaling ervan aansprakelijk, desgevallend hoofdelijk met de passagier, dan) wordt de terugbetaling ervan, op initiatief van de Minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft, bij ter post aangetekende brief ingevorderd. <KB 2006-12-19/36, art. 2, 1°, 003; Inwerkingtreding : 22-01-2007>
  (De kosten van huisvesting, verblijf en gezondheidszorgen ten aanzien van de in artikel 74/4, § 4, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, bedoelde vreemdeling, waarvoor uitsluitend de openbare of private vervoerder aansprakelijk is, worden aangerekend vanaf de vijftiende kalenderdag na de dag van verzending van de in artikel 74/4, § 4, van dezelfde wet bedoelde tweede aanmaning bij een ter post aangetekend schrijven van de Minister of zijn gemachtigde om de verplichting tot terugbrenging uit te voeren tot de dag dat de terugdrijving effectief werd uitgevoerd door de openbare of private vervoerder of door de Minister of zijn gemachtigde, of in voorkomend geval, de dag dat de vreemdeling toegelaten wordt het Rijk binnen te komen overeenkomstig artikel 74/5, § 4, van dezelfde wet.) <KB 2006-12-19/36, art. 2, 2°, 003; Inwerkingtreding : 22-01-2007>

Art.2.Voor de toepassing van artikel 1 wordt het bedrag van de kosten van huisvesting, verblijf en gezondheidszorgen, met uitzondering van de individueel gemaakte extra kosten, forfaitair vastgesteld op [1 180 euro]1 per volledige dag en per persoon.
  Er wordt slechts een dag voor de dag van binnenkomst en van vertrek aangerekend. Deze dag is deze van binnenkomst.
  Het in het eerste lid vastgestelde bedrag wordt gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk, [1 119,01 (basis 2004= 100)]1. Het wordt elk jaar op 1 januari aangepast in verhouding tot de index van de voorafgaande maand december. De uitkomst wordt naar [1 de hogere euro]1 afgerond.

(NOTA : het bedrag van 180 euro is geïndexeerd. Dit bedrag is vasgesteld op :    - voor het jaar 2013 op 184 euro : zie VARIA 2013-05-07/09, art. M, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2013;  - voor het jaar 2014 op 186 euro : zie VARIA 2014-01-15/01, art. M, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2014; < Erratum, B.St. 07-02-2014, p. 11067>;  - voor het jaar 2015 op 186 euro : zie VARIA 2015-03-16/06, art. M, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2015)  - voor het jaar 2017 op 192 euro : zie VARIA 2017-03-03/02, art. M1, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2017)
  ----------
  (1)<KB 2012-09-20/14, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 11-10-2012>

Art.3. Als de schuldenaar verzuimt het bedrag van de teruggevorderde kosten te betalen, kan de invordering ervan aan de administratie van (het kadaster), registratie en domeinen opgedragen worden. <KB 2006-12-19/36, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 22-01-2007>

Art.4. De ingevorderde sommen worden aan de Schatkist gestort.

Art.5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 6. Onze Minister van Financiën en Onze Minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.