4 JULI 2006. - Ministerieel besluit tot wijziging van de bijlagen bij het koninklijk besluit van 10 januari 1999 betreffende een steekproefenquête naar de arbeidskrachten.
Art. 1-3
BIJLAGEN.
Art. N1-N2
Artikel 1. Het steekproefplan in bijlage 1 van het koninklijk besluit van 10 januari 1999 betreffende een steekproefenquête naar de arbeidskrachten, wordt vervangen door het steekproefplan in bijlage 1 bij dit besluit.
Art.2. De vragenlijst waarvan het model vastgesteld is in bijlage 2 van het koninklijk besluit van 10 januari 1999 betreffende een steekproefenquête naar de arbeidskrachten, wordt vervangen door de vragenlijst in bijlage 2 bij dit besluit.
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006.
Brussel, 4 juli 2006.
M. VERWILGHEN
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - Steekproefplan voor de organisatie van de enquête naar de arbeidskrachten vanaf 2006.
1. Aantal in de enquête opgenomen huishoudens
Voor elk kwartaal wordt er een steekproef getrokken die voor heel het Rijk 14 924 huishoudens omvat; die huishoudens worden een eerste keer ondervraagd en nog eens na 13 weken.
1.Indeling van de steekproef
De provincie Luik wordt verdeeld in twee strata, die overeenkomen met de Franstalige gemeenten en de Duitstalige gemeenten. De andere provincies van het Rijk, alsook het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vormen elk één stratum.
De steekproef mh van elk stratum wordt berekend op basis van de vierkantswortel van het aantal Mh van de huishoudens die er verblijven, echter met minimum 782 huishoudens per stratum en per kwartaal, en minimum 2 366 huishoudens per gewest en per kwartaal.
3. Aanduiding van de huishoudens
De huishoudens worden aangeduid met een tweetrapssteekproef met stratificatie.
De primaire eenheden zijn, naar gelang van het stratum, de statistische afdelingen of de statistische sectoren, waarbij eventueel de minst bevolkte eenheden gegroepeerd kunnen worden. Binnen elk stratum gebeurt een trekking met een waarschijnlijkheid die evenredig is met het aantal huishoudens dat er woont.
De secundaire eenheden zijn de huishoudens. Alle huishoudens in de steekproefbasis van een stratum hebben dezelfde kans om opgenomen te worden.
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 4 juli 2006 tot wijziging van de bijlagen bij het koninklijk besluit van 10 januari 1999 betreffende een steekproef enquête naar de arbeidskrachten.
De Minister van Economie,
M. VERWILGHEN
Art. N2. Bijlage 2. - Individuele vragenlijst.
(Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 21-08-2006, p. 41413-41420).
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 4 juli 2006 tot wijziging van de bijlagen bij het koninklijk besluit van 10 januari 1999 betreffende een steekproefenquête naar de arbeidskrachten.
De Minister van Economie,
M. VERWILGHEN.