Artikels:
TITEL I. - ALGEMENE BEPALINGEN.
Artikel 1.[1 Dit besluit is van toepassing op het personeel van de griffies en van de parketsecretariaten van de niveaus B, C en D, onder voorbehoud van het tweede lid wat de griffiers en de parketsecretarissen betreft.
De artikelen 3 tot en met 8, 12, 24 tot en met 28 en 44 tot en met 45bis zijn eveneens van toepassing op het gerechtspersoneel van niveau A, de griffiers en de parketsecretarissen. Op de personeelsleden bedoeld in artikel 260 van het Gerechtelijk Wetboek zijn evenwel enkel de artikelen 24 tot 28 van toepassing.]1
----------
(1)<KB 2019-03-23/17, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.2.[1 Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° [3 niveau A : het gerechtspersoneel van het niveau A in de hoven en rechtbanken en in de steundiensten, bedoeld in de artikelen 260 tot en met 263, 265, 266 en 268 van het Gerechtelijk Wetboek;]3
2° niveau B : de personeelsleden van de griffies, parketsecretariaten en steundiensten van hoven en rechtbanken van het niveau B bedoeld in artikel 177, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek dat de graden omvat van deskundige, administratief deskundige en ICT-deskundige, en [3 ...]3 de leden van de griffie en parketsecretariaat met de graad van griffier of secretaris bedoeld in artikelen 264 en 267 van het Gerechtelijk Wetboek;
3° niveau C : de personeelsleden van de griffies, parketsecretariaten en steundiensten van hoven en rechtbanken van het niveau C bedoeld in artikel 177, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek dat de graad omvat van assistent;
4° niveau D : de personeelsleden van de griffies, parketsecretariaten en steundiensten van hoven en rechtbanken van het niveau D bedoeld in artikel 177, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek dat de graad omvat van medewerker;
5° contractuele personeelsleden : de personeelsleden bedoeld in artikel 178 van het Gerechtelijk Wetboek;
6° [3 ambtshalve toegekende toelagen: het vakantiegeld, de eindejaarstoelage, de haard-en standplaatstoelage toegekend wegens de persoonlijke situatie van het personeelslid, en de toelage wegens ontslag en de compenserende vergoeding, toegekend wegens het einde van de arbeidsrelatie;]3
7° generieke competenties : de competenties die betrekking hebben op het omgaan met taken, het leidinggeven, de interpersoonlijke relaties en het persoonlijk functioneren. Meerdere functies kunnen dezelfde generieke competenties vereisen;
8° specifieke competenties : de technische competenties eigen aan een bepaalde functie;
9° de afgevaardigd bestuurder van SELOR : de afgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de Federale Overheid;]1
[3 10° mandaathouder: de ambtenaar die in een federale dienst een management- of een staffunctie uitoefent in het kader van een mandaat van bepaalde duur;
11° : directiecomité: het directiecomité van een hof, rechtbank of parket bedoeld in artikel 185/2 van het Gerechtelijk Wetboek.]3
----------
(1)<KB 2009-12-09/15, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
(2)<KB 2014-04-25/84, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
(3)<KB 2019-03-23/17, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
TITEL II. - SELECTIE, WERVING, BEVORDERING, EEDAFLEGGING EN [1 STAGE]1.
----------
(1)
HOOFDSTUK I. - Selectie.
Afdeling I. - Algemeen.
Art.3.Niemand kan tot [1 personeelslid in de hoven en rechtbanken]1 worden benoemd indien hij niet aan de volgende voorwaarden voldoet :
1° de voor het te verlenen ambt bepaalde toelaatbaarheidsvereisten vervullen;
2° slagen voor de voorgeschreven vergelijkende selectie [2 ...]2;
[2 3° de stage afsluiten met de eindvermelding `voldoet aan de verwachtingen' of `uitzonderlijk' of zijn voorgesteld voor benoeming door de beroepscommissie inzake evaluatie en stage.]2
----------
(1)<KB 2009-12-09/15, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
(2)<KB 2019-03-23/17, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.4.Alleen kandidaten die houder zijn van een diploma of studiegetuigschrift dat in aanmerking komt voor het overeenstemmende niveau bij de rijksbesturen [1 of die voldoen aan artikel 272bis van het Gerechtelijk Wetboek,]1 kunnen deelnemen aan de vergelijkende selectie voor werving.
----------
(1)<KB 2019-03-23/17, art. 5, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.5.Voor de selectie in bepaalde graden [1 of gespecialiseerde ambten]1kan de afgevaardigd bestuurder van SELOR, op gemotiveerde aanvraag van [1 de Minister van Justitie]1, het bezit van door hem aan te wijzen studie- of opleidingsdiploma's, dan wel zodanige getuigschriften eisen die verband houden met de technische en specifieke aard van de functie.
Evenzo kan voor de selectie [2 in niveau A, B en C]2, wanneer de technische of gespecialiseerde aard van het uit te oefenen ambt dit vereist, het bezit worden vereist van door hem aan te wijzen [2 diploma's en studiegetuigschriften]2.
----------
(1)<KB 2009-12-09/15, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
(2)<KB 2019-03-23/17, art. 6, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.6. Tenzij andersluidende bepalingen in dit besluit, gelden de reglementaire bepalingen alsmede de interne reglementen toepasselijk voor de door SELOR te organiseren selecties voor het rijkspersoneel.
Afdeling II. - Vergelijkende selecties.
Art.7.[1 § 1. Een vergelijkende selectie is de selectie die, op basis van een functiebeschrijving en het competentieprofiel, georganiseerd wordt op initiatief van de afgevaardigd bestuurder van Selor of op aanvraag van de minister bevoegd voor Justitie of zijn gemachtigde en leidt tot een rangschikking van de geslaagden.
§ 2. De vergelijkende selecties worden georganiseerd voor de benoeming in de klassen A1 tot A5 en in de graden van de niveaus B, C en D.
§ 3. Een vergelijkende selectie kan meerdere opeenvolgende modules van proeven omvatten waarbij de kandidaat enkel tot de volgende module wordt toegelaten op voorwaarde dat hij geslaagd is voor de vorige. In dit geval wordt de rangschikking enkel vastgelegd op basis van de resultaten van de laatste module.
Indien meerdere vergelijkende selecties binnen eenzelfde niveau een module gemeenschappelijk hebben, geeft de afgevaardigd bestuurder van Selor de geslaagden een vrijstelling voor deze module wanneer ze deelnemen aan een andere vergelijkende selectie.]1
----------
(1)<KB 2019-03-23/17, art. 7, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.8.[1 De reserve van de geslaagden, door de afgevaardigd bestuurder van Selor samengesteld na een vergelijkende selectie georganiseerd voor de Rechterlijke Orde op aanvraag van de minister bevoegd voor Justitie of zijn gemachtigde, wordt aan deze laatste overgezonden.
De minister bevoegd voor Justitie, kan deze geldigheidsduur van de vergelijkende selectie, bij gemotiveerde beslissing telkens met één jaar verlengen.]1
----------
(1)<KB 2019-03-23/17, art. 8, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.9.
<Opgeheven bij KB 2019-03-23/17, art. 9, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.10.
<Opgeheven bij KB 2019-03-23/17, art. 9, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.11.
<Opgeheven bij KB 2019-03-23/17, art. 9, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.12.[1 § 1.]1 [2 De vergelijkende selectie, georganiseerd voor de Rechterlijke Orde op vraag van de minister bevoegd voor Justitie of zijn gemachtigde, vindt plaats voor een selectiecommissie die is samengesteld uit:
1° de afgevaardigd bestuurder van het Selor of zijn vertegenwoordiger.
2° ten minste twee assessoren en eventueel hun plaatsvervangers.
De afgevaardigd bestuurder van Selor of zijn vertegenwoordiger, wijst de leden van de selectiecommissie aan onder :
a) personeelsleden van hoven en rechtbanken die benoemd of aangewezen zijn in een graad of functie die ten minste gelijk is aan deze van het niveau van de te begeven functie;
b) personen die, wegens hun bevoegdheid of hun specialisatie, bijzonder geschikt zijn.
De voorzitter en de leden van de selectiecommissie zijn stemgerechtigd.]2
[1 § 2. De afgevaardigd bestuur van SELOR is belast met het voorzitterschap van de selectiecommissie van elke selectie die hij organiseert.
Hij kan die bevoegdheid voor alle verrichtingen van een vergelijkende selectie of voor een deel ervan evenwel toevertrouwen aan de personeelsleden van wie hij de competentie inzake selectie heeft gecertificeerd.]1
----------
(1)<KB 2014-04-25/84, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
(2)<KB 2019-03-23/17, art. 10, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.13.
<Opgeheven bij KB 2019-03-23/17, art. 11, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.14.
<Opgeheven bij KB 2019-03-23/17, art. 11, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.15.
<Opgeheven bij KB 2019-03-23/17, art. 11, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.16.
<Opgeheven bij KB 2019-03-23/17, art. 11, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.17.
<Opgeheven bij KB 2019-03-23/17, art. 11, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.18.
<Opgeheven bij KB 2019-03-23/17, art. 11, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
HOOFDSTUK II. [1 - Aanwerving.]1
----------
(1)
Art.19.[1 § 1. Het directiecomité kiest of de betrekking wordt verleend door middel van mutatie, mobiliteit, werving, bevordering en/of verandering van graad.
Voor de vredegerechten en de politierechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel ligt die keuze bij de voorzitters van de rechtbanken van eerste aanleg. De voorzitter van de bevoegde rechtbank van eerste aanleg wordt bepaald overeenkomstig de regels bepaald artikel 186bis, tweede tot zevende lid van het Gerechtelijk Wetboek.
§ 2. Wanneer de aard van de te begeven functie dit vereist kan de minister bevoegd voor Justitie of zijn gemachtigde, op verzoek van het directiecomité, onder toezicht van Selor, op basis van een functiebeschrijving en een competentieprofiel een bijkomende vergelijkende proef organiseren die voor deze functie leidt tot een aparte rangschikking van geslaagden. De bijkomende vergelijkende proef kan uit meerdere opeenvolgende delen bestaan waarbij de kandidaat enkel kan deelnemen aan het volgende deel als deze geslaagd is voor het vorige deel. In dit geval wordt de rangschikking bepaald op basis van de resultaten van het laatste deel, dat minstens een interview omvat.
§ 3. Ingeval van samenloop van kandidaten die in aanmerking komen voor mutatie, mobiliteit, werving, bevordering en/of verandering van graad, wordt steeds een bijkomende proef georganiseerd.
De werfreserve van de bijkomende vergelijkende proef heeft een geldigheidsduur van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van het proces-verbaal dat deze afsluit.
De deelname aan de bijkomende vergelijkende proef is niet verplicht. De geslaagden voor deze vergelijkende proef, evenals de kandidaten die niet zijn geslaagd, behouden hun rangschikking in de vergelijkende selectie bedoeld in artikel 7.
§ 4. Het directiecomité kan, op de wijze bedoeld in artikel 274, § 4/1, van het Gerechtelijk Wetboek, een beroep doen op de bestaande reserve van een bijkomende vergelijkende proef bedoeld in paragraaf 3, tweede lid.
§ 5. De geslaagden voor de bijkomende vergelijkende proef die niet ingaan op een betrekking die hen wordt aangeboden, worden geschrapt uit de werfreserve van de bijkomende vergelijkende proef.
§ 6. De minister bevoegd voor Justitie benoemt uit de kandidaten voor de vacante betrekking ofwel de geslaagde die het hoogst gerangschikt is voor de desbetreffende vergelijkende selectie of in voorkomend geval voor de bijkomende vergelijkende proef.]1
----------
(1)<KB 2019-03-23/17, art. 13, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.20.[1 Onder geslaagden van twee of meer vergelijkende selecties, wordt voorrang verleend aan de geslaagden van de selectie waarvan het proces-verbaal op de verst afgelegen datum is afgesloten.]1
----------
(1)<KB 2019-03-23/17, art. 14, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
HOOFDSTUK III. - De eedaflegging.
Art.21.[1 De personeelsleden leggen bij hun eerste benoeming de bij het decreet van 20 juli 1831 voorgeschreven eed af in handen, naar gelang van het geval, van de hoofdgriffier, de hoofdsecretaris of de mandaathouder.]1
----------
(1)<KB 2019-03-23/17, art. 15, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.22. Is de plaats onbezet op het ogenblik van de kennisgeving van de benoeming, dan moet de eed worden afgelegd binnen een maand na die kennisgeving, anders kan de benoeming als niet-bestaande worden beschouwd.
Is de plaats nog bezet op het ogenblik van de kennisgeving van de benoeming, dan moet de eed worden afgelegd in de loop van een maand te rekenen vanaf het daadwerkelijk vrij komen van de plaats, anders kan de benoeming als niet bestaande worden beschouwd.
Art.23.De geslaagden die een ambt postuleren, verbinden er zich toe in dienst te treden. Zij die na de kennisgeving van de benoeming, weigeren in dienst te treden, worden uit de reserve van geslaagden geschrapt.
[1 Ontslagnemende personeelsleden en personeelsleden aan wiens benoeming een einde werd gesteld, verliezen het voordeel van hun uitslag, zelfs indien de geldigheidsduur van betrokken selectie niet is verstreken.]1
----------
(1)<KB 2019-03-23/17, art. 16, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
HOOFDSTUK IV. [1 - De stage.]1
----------
(1)
Art.24.[1 De stage duurt één jaar. Ze begint op de datum van de eedaflegging.
Onverminderd artikel 1, § 3, van het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan wordt de stage voltijds verricht. Op vraag van de betrokken stagiair kan ze halftijds of voor vier vijfden plaatsvinden wanneer de betrokken stagiair een persoon met een handicap is, zoals bepaald in artikel 1 van het koninklijk besluit van 6 oktober 2005 houdende diverse maatregelen met betrekking tot de vergelijkende aanwervingsselectie en met betrekking tot de stage. In dat geval wordt de stageduur op evenredige wijze verlengd.]1
----------
(1)<KB 2019-03-23/17, art. 18, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.25.[1 § 1. Om de duur van de verrichte stage te berekenen worden alle perioden waarin de stagiair in de stand van dienstactiviteit is, in aanmerking genomen.
§ 2. Periodes van afwezigheid gedurende de stage hebben een verlenging van deze stage tot gevolg, vanaf het moment dat ze, in één of verschillende malen, dertig werkdagen overschrijden, zelfs als de stagiair in de stand van dienstactiviteit is.
Komen niet in aanmerking voor de berekening van de dertig werkdagen afwezigheden als gevolg van :
1° het jaarlijks vakantieverlof;
2° de artikelen 10, 11, 17 en 21 van het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan;
3° de artikelen 81, §§ 1 en 2, en 82 van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;
4° de artikelen 37 tot en met 39 van het koninklijk besluit van 8 maart 2009 tot uitvoering van de wet van 25 april 2007 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakorganisaties van de griffiers van de Rechterlijke Orde, de referendarissen bij het Hof van Cassatie en de referendarissen en parketjuristen bij de hoven en rechtbanken;
5° de opdracht voor de uitoefening van een functie binnen beleidsorganen en secretariaten, in ministeriële kabinneten of in regeringscommissies, - instellingen of -diensten, voorzien in artikelen 330, 330bis en 330ter van het Gerechtelijk Wetboek.
Voor de verlenging van de stage worden de dertig werkdagen bedoeld in het eerste lid niet in aanmerking genomen.
§ 3. Tijdens zijn afwezigheden behoudt de stagiair zijn hoedanigheid van stagiair en zijn administratieve stand wordt vastgesteld overeenkomstig de reglementaire bepalingen die op hem van toepassing zijn.]1
----------
(1)<KB 2019-03-23/17, art. 19, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.26.[1 Onverminderd de oorzaken van verlenging bedoeld in artikel 25, § 2, kan de stage maximaal met één derde van haar duur worden verlengd in de gevallen bepaald in artikel 287ter, § 4ter, tweede lid, 1°, en derde lid, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek.]1
----------
(1)<KB 2019-03-23/17, art. 20, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.27.[1 Gedurende de periode van verlenging van de stage behoudt de betrokkene zijn hoedanigheid van stagiair.]1
----------
(1)<KB 2019-03-23/17, art. 21, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.28.[1 De stagiair kan worden ontslagen wegens beroepsongeschiktheid mits een opzegtermijn van drie maanden. De opzegtermijn gaat in na het verstrijken van de kalendermaand waarin de opzegging ter kennis wordt gebracht van de betrokkene.
Voor elke zware fout begaan gedurende of ter gelegenheid van de stage kan de stagiair die er zich schuldig aan maakt zonder opzegging worden ontslagen. De betrokkene moet vooraf gehoord of behoorlijk opgeroepen worden door de magistraat-korpschef.
Het ontslag bedoeld in het eerste en het tweede lid wordt uitgesproken op voorstel van de bevoegde beroepscommissie inzake evaluatie, door de Koning, voor de stagiairs van het niveau A, de griffiers en secretarissen of door de minister bevoegd voor Justitie, voor de stagiairs van de niveaus B, C en D.]1
----------
(1)<KB 2019-03-23/17, art. 22, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.29.[1 De stagiair komt in aanmerking voor wat, voor het definitief benoemd personeelslid, is bepaald inzake:
1° allerhande vergoedingen en toelagen, voor zover het feit dat recht geeft verenigbaar is met de uitoefening van de stage;
2° de bezoldingsregeling.
Voor de toepassingen van dit artikel wordt de stagiair geacht de klasse of graad te bezitten waarin hij benoemd is.]1
----------
(1)<KB 2019-03-23/17, art. 23, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.30.
<Opgeheven bij KB 2019-03-23/17, art. 24, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.31.
<Opgeheven bij KB 2019-03-23/17, art. 24, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.32.
<Opgeheven bij KB 2019-03-23/17, art. 24, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.33.
<Opgeheven bij KB 2019-03-23/17, art. 24, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
TITEL III. - LOOPBAAN.
HOOFDSTUK I. - Bevordering, verandering van graad.
Afdeling I. - Algemeen.
Art.34.Wat de administratieve loopbaan betreft, is de bevordering de benoeming van het personeelslid tot een graad van een hoger niveau.
Deze bevordering wordt afhankelijk gesteld van het slagen voor een vergelijkende selectie.
[1 De bevordering gebeurt in de eerste weddeschaal van de graad van een hoger niveau.
In afwijking van het vorige lid krijgt het personeelslid dat wordt bevorderd naar een graad van een hoger niveau en wordt bezoldigd in de weddeschaal bedoeld in de eerste kolom van de onderstaande tabel de weddeschaal van de graad vermeld in de tweede kolom :
Kolom 1 | Kolom 2 | Colonne 1 | Colonne 2 |
C3 | B2/NBI2 | C3 | B2/NBI2 |
C4 | B2/NBI2 | C4 | B2/NBI2 |
C5 | B3/NBI3 | C5 | B3/NBI3 |
NDA4 | C2 | NDA4 | C2 |
NDA5 | C2" | NDA5 | C2 " |
]1
----------
(1)<KB 2014-04-25/84, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.35.Wat de geldelijke loopbaan betreft, is de bevordering de toekenning aan het personeelslid in zijn graad van de weddenschaal die hoger is dan die welke hij genoot.
[1 Ze wordt "bevordering in weddeschaal" genoemd.]1
----------
(1)<KB 2014-04-25/84, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.36. De verandering van graad is de benoeming van het personeelslid tot een graad die gelijkwaardig is met de zijne.
Afdeling II. - Bevordering door verhoging in weddeschaal.
Art.37. <Opgeheven bij KB 2014-04-25/84, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.38. <Opgeheven bij KB 2014-04-25/84, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.39. <Opgeheven bij KB 2013-01-21/04, art. 80, 004; Inwerkingtreding : 04-02-2013>
Art.40. <Opgeheven bij KB 2014-04-25/84, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.41. <Opgeheven bij KB 2014-04-25/84, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.42. <Opgeheven bij KB 2013-01-21/04, art. 81, 004; Inwerkingtreding : 04-02-2013>
Art.43. <Opgeheven bij KB 2014-04-25/84, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art. 43bis.[1 [2 Ingeval van verandering van graad, geniet het personeelslid de eerste, tweede, derde, vierde of vijfde weddeschaal van zijn nieuwe graad, naargelang hij de eerste, tweede, derde, vierde of vijfde weddeschaal van zijn vroegere graad genoot. Hij neemt zijn schaalanciënniteit mee, alsook de vermeldingen die hij in deze weddeschaal heeft behaald.]2]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2009-12-09/15, art. 16, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
(2)<KB 2014-04-25/84, art. 7, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art. 43ter. <Opgeheven bij KB 2014-04-25/84, art. 8, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
HOOFDSTUK II. - Mutatie.
Art.44.[1 De minister bevoegd voor Justitie, bepaalt de procedure volgens de welke de betrekkingen die via mutatie worden verleend, worden bekend gemaakt, en de wijze waarop de personeelsleden zich daarvoor kunnen kandidaat stellen. Het functieprofiel wordt bij de oproep tot de kandidatuurstelling toegevoegd.
De hoofdgriffier, de hoofdsecretaris, de magistraat-korpschef of de directeur van de steundienst naar gelang het geval, vergelijkt de titels en verdiensten van de kandidaten in het licht van de generieke en technische competenties vereist voor de functie.
Wanneer meerdere kandidaten voor mutatie naar een zelfde betrekking op gelijkwaardige wijze voldoen aan de vereisten van de te begeven functie worden de personeelsleden gerangschikt volgens de volgorde van voorrang bepaald in artikel 46, § 1.
Om een mutatie te verkrijgen, moet het personeelslid zich in dienstactiviteit bevinden en voldoen aan de toelaatbaarheidsvereisten van de betrekking. Het mag niet de eindvermelding `onvoldoende' hebben verkregen op het einde van laatste evaluatieperiode.]1
----------
(1)<KB 2019-03-23/17, art. 25, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.45. [1 De Minister van Justitie beslist over de mutatie in een functie van het niveau B, C of D. De Koning beslist over de mutatie in de functie van griffier, secretaris of een functie in niveau A.]1
----------
(1)<KB 2009-12-09/15, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
Art.45bis. [1 § 1. Het personeelslid dat benoemd wordt in een openstaande betrekking, kan binnen een termijn van twee jaar na zijn ambtsopneming geen benoeming via mutatie worden toegekend.
§ 2. Zodra een tuchtprocedure is ingesteld, wordt het verzoek tot mutatie geschorst tot de tuchtprocedure is beëindigd.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2016-01-19/07, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 03-03-2016>
HOOFDSTUK III. - Anciënniteit en rangschikking.
Art.46.§ 1. Voor de toepassing van [2 dit besluit]2 wordt, onder de personeelsleden van wie de anciënniteit moet worden vergeleken, de voorrang als volgt bepaald :
1° [1 het personeelslid met de grootste graadanciënniteit voor de niveaus B, C en D of met de grootste klasseanciënnitiet voor de niveaus A;]1;
2° [1 bij gelijke graadanciënniteit of klasseanciënniteit, het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit.]1
3° bij gelijke dienstanciënniteit, het oudste personeelslid.
§ 2. Voor het berekenen van de graad- en niveauanciënniteit komen alleen in aanmerking de werkelijke diensten die het personeelslid heeft verricht als tijdelijk of vastbenoemd lid van het personeel van een griffie of een parketsecretariaat.
De in aanmerking komende diensten worden aangerekend vanaf de datum waarop het personeelslid is benoemd in de graden die door de toe te passen bepalingen in aanmerking worden genomen, of vanaf de datum waarop het personeelslid voor latere bevordering is gerangschikt ingevolge terugwerking van zijn benoeming in zulke graden.
§ 3. Voor de niveauanciënniteit worden de in aanmerking komende diensten aangerekend vanaf de datum waarop het personeelslid in een graad van het betreffende niveau is benoemd of vanaf de datum waarop hij voor latere bevordering is gerangschikt ten gevolge van de uitdrukkelijke terugwerking van zijn benoeming in zulke graad.
§ 4. Voor de berekening van de dienstanciënniteit komen in aanmerking de werkelijke diensten welke het personeelslid in enigerlei hoedanigheid heeft verricht in een griffie of een parket en als titularis van een ambt met volledige prestaties.
[1 § 4bis. Voor de berekening van de klasseanciënniteit worden de in aanmerking komende diensten aangerekend vanaf de datum waarop het personeelslid houder is van de desbetreffende klasse.
Komen eveneens in aanmerking voor de klasseanciënniteit, de werkelijk gepresteerde diensten in de hoedanigheid van contractueel personeelslid in dezelfde klasse.]1
§ 5. Het personeelslid wordt geacht werkelijke diensten te verrichten, zolang hij zich bevindt in een administratieve toestand op grond waarvan hij, krachtens zijn statuut, zijn activiteitswedde of bij gemis daarvan, zijn aanspraak op bevordering in zijn weddenschaal behoudt.
§ 6. De graadanciënniteit [1 , de niveauanciënniteit, de klasseanciënniteit]1 en de dienstanciënniteit zijn gelijk aan de som van de volle kalendermaanden tijdens welke voor het berekenen ervan in aanmerking komende diensten zijn verricht.
Voor de toepassing van het eerste lid op de personeelsleden die gemachtigd zijn hun ambt met verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid uit te oefenen :
a) worden prestaties van 1 976 uren deeltijdse arbeid geteld voor twaalf volle kalendermaanden;
b) worden prestaties van een twaalfde van 1 976 uren deeltijdse arbeid geteld voor één volle kalendermaand, waarbij elk uurgedeelte wordt verwaarloosd;
c) worden de werkelijke diensten die niet de eerste dag van de maand begonnen zijn of die vóór de laatste dag van de maand beëindigd zijn verwaarloosd.
----------
(1)<KB 2009-12-09/15, art. 20, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
(2)<KB 2019-03-23/17, art. 26, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
TITEL IV. - Bezoldiging.
HOOFDSTUK I. [1 - Weddeschalen]1.
----------
(1)
Art.47.[1 Het personeelslid krijgt één van de weddeschalen die zijn verbonden aan zijn graad.
Bij ontstentenis van bepalingen die hem een andere weddeschaal toekennen krijgt het personeelslid de eerste weddeschaal van zijn graad.]1
----------
(1)<KB 2014-04-25/84, art. 10, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.48.[1 Elke weddeschaal bevat dertig trappen.
In zijn weddeschaal krijgt het personeelslid de trap die overeenstemt met zijn geldelijke anciënniteit.]1
----------
(1)<KB 2014-04-25/84, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.49.[1 De graad van medewerker keuken/ schoonmaak bevat de weddeschalen DC1, DC2, DC3 en DC4.]1
----------
(1)<KB 2014-04-25/84, art. 8, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.50.[1 De graad van medewerker omvat de weddeschalen NDA1, NDA2, NDA3, NDA4 en NDA5.]1
----------
(1)<KB 2014-04-25/84, art. 9, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.51.[1 De graad van assistent omvat de weddeschalen C1, C2, C3, C4 en C5.]1
----------
(1)<KB 2014-04-25/84, art. 10, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.52.[1 De graad van deskundige omvat de weddeschalen B1, B2, B3, B4 en B5.]1
----------
(1)<KB 2014-04-25/84, art. 10, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.53.[2 De graad van administratief deskundige omvat de weddeschalen B1, B2, B3, B4 en B5.]2
----------
(1)<KB 2009-12-09/15, art. 23, 002; Inwerkingtreding : 01-12-2006>
(2)<KB 2014-04-25/84, art. 10, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.54.[2 De graad van ICT-deskundige omvat de weddeschalen NBI1, NBI2, NBI3, NBI4 en NBI5.]2
----------
(1)<KB 2009-12-09/15, art. 24, 002; Inwerkingtreding : 01-12-2006>
(2)<KB 2014-04-25/84, art. 10, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.55.[1 De in de artikelen 49 tot 54 bedoelde weddeschalen zijn bepaald in bijlage III.]1
----------
(1)<KB 2014-04-25/84, art. 10, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.56.[1 De artikelen 47 tot 55 van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de contractuele personeelsleden.]1
----------
(1)<KB 2014-04-25/84, art. 10, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
HOOFDSTUK II. [1 - Geldelijk anciënniteit.]1
----------
(1)
Art.57.[1 § 1. De geldelijke anciënniteit bestaat uit twee componenten :
1° deze erkend als verworven bij de indiensttreding;
2° deze verworven als personeelslid na de indiensttreding.
De eerste component wordt bepaald en berekend overeenkomstig artikel 366, §§ 3 en 4, van het Gerechtelijk Wetboek.
De tweede component wordt bepaald en berekend overeenkomstig artikel 366, §§ 5 en 6, van het Gerechtelijk Wetboek.
De bepalingen van deze paragraaf zijn van toepassing op de contractuele personeelsleden.
§ 2. Elke nieuwe indiensttreding als personeelslid brengt een nieuwe berekening van de eerste component mee. Dit lid is ook van toepassing op het personeelslid dat op grond van een arbeidsovereenkomst aangeworven is en een nieuwe arbeidsovereenkomst krijgt.]1
----------
(1)<KB 2014-04-25/84, art. 10, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
HOOFDSTUK III. [1 - Wedde.]1
----------
(1)
Art.58.[1 Het personeelslid krijgt elke maand één twaalfde van de jaarwedde.
Voor deze wedde geldt de indexeringsregeling en ze is gekoppeld aan de spilindex 138,01. Bij de berekening ervan wordt geen rekening gehouden met de derde decimaal in het eindresultaat.
Dit artikel is van toepassing op het contractuele personeelslid.]1
----------
(1)<KB 2014-04-25/84, art. 10, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.59.[2 Het personeelslid dat deeltijds werkt wordt pro rata betaald.
Het voltijds of deeltijds werkende personeelslid dat slechts tijdens een gedeelte van de maand heeft gewerkt, wordt op evenredige wijze bezoldigd.
Dit deel wordt uitgedrukt in een breuk waarvan de teller het aantal daadwerkelijk gewerkte dagen is en de noemer het aantal arbeidsdagen. Indien het aantal uren schommelt naargelang van de dagen, zijn de teller en de noemer de overeenstemmende uuraantallen.
Dit artikel is van toepassing op het contractuele personeelslid.]2
----------
(1)<KB 2009-12-09/15, art. 28, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
(2)<KB 2014-04-25/84, art. 10, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.60.[2 Wanneer de bevordering in weddeschaal of de bevordering naar een hoger niveau niet toegekend wordt op de eerste dag van de maand, heeft ze slechts uitwerking op de eerste dag van de volgende maand.
De wedde wordt na vervallen termijn betaald.]2
----------
(1)<KB 2009-12-09/15, art. 29, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
(2)<KB 2014-04-25/84, art. 10, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.61.[2 Het personeelslid aan wie een nieuwe weddeschaal toegekend wordt behoudt zijn vroegere wedde zolang deze gunstiger is.]2
----------
(1)<KB 2009-12-09/15, art. 30, 002; Inwerkingtreding : 01-12-2006>
(2)<KB 2014-04-25/84, art. 10, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
HOOFDSTUK IV. [1 - Schaalanciënniteit.]1
----------
(1)
Art.62.[2 De schaalanciënniteit is de geldelijke anciënniteit die het personeelslid, volgens de bepalingen van artikel 366, §§ 5 en 6, van het Gerechtelijk Wetboek, in een bepaalde weddeschaal verworven heeft. Ze wordt berekend vanaf de eerste dag van de volledige maand waarop het personeelslid deze weddeschaal geniet.
Het personeelslid dat de laatste trap van zijn weddeschaal geniet, blijft zijn schaalanciënniteit opbouwen.
Dit artikel is van toepassing op het contractuele personeelslid.]2
----------
(1)<KB 2009-12-09/15, art. 31, 002; Inwerkingtreding : 01-12-2006>
(2)<KB 2014-04-25/84, art. 10, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.63.[2 Het contractuele personeelslid dat voorlopig benoemd wordt in dezelfde graad of een nieuwe arbeidsovereenkomst krijgt, behoudt zijn weddeschaal en zijn schaalanciënniteit.
Dit artikel is niet van toepassing wanneer de arbeidsovereenkomst sinds meer dan 12 maanden beëindigd is.]2
----------
(1)<KB 2009-12-09/15, art. 32, 002; Inwerkingtreding : 01-12-2006>
(2)<KB 2014-04-25/84, art. 10, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
HOOFDSTUK V. [1 - Bevordering in weddeschaal.]1
----------
(1)
Art.64.[2 Het personeelslid wordt van de eerste naar de tweede weddeschaal van zijn graad bevorderd op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij de twee volgende voorwaarden vervult :
1° ten minste drie jaar schaalanciënniteit tellen;
2° in zijn weddeschaal drie keer de vermelding "uitzonderlijk" of de vermelding "voldoet aan de verwachting" hebben behaald.
In afwijking van het eerste lid wordt het personeelslid van de eerste naar de tweede weddeschaal van zijn graad bevorderd op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij de drie volgende voorwaarden vervult :
1° ten minste twee jaar schaalanciënniteit tellen;
2° in zijn weddeschaal twee keer de vermelding "uitzonderlijk" hebben behaald;
3° in zijn weddeschaal de vermelding "te verbeteren" noch de vermelding "onvoldoende" hebben behaald.]2
----------
(1)<KB 2009-12-09/15, art. 33, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
(2)<KB 2014-04-25/84, art. 11, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.65.[2 In de niveaus B, C en D, wordt het personeelslid bevorderd naar de hogere weddeschaal die niet de tweede weddeschaal van zijn graad is op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij de twee volgende voorwaarden vervult :
1° ten minste zes jaar schaalanciënniteit tellen;
2° in zijn weddeschaal zes keer een van de volgende vermeldingen hebben behaald : "uitzonderlijk" of "voldoet aan de verwachting".
In afwijking van het eerste lid wordt het personeelslid bevorderd naar de hogere weddeschaal die niet de tweede weddeschaal van zijn graad is op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij de drie volgende voorwaarden vervult :
1° ten minste vier jaar schaalanciënniteit tellen;
2° in zijn weddeschaal vier keer de vermelding "uitzonderlijk" hebben behaald;
3° in zijn weddeschaal de vermelding "te verbeteren noch de vermelding "onvoldoende" hebben behaald.]2
----------
(1)<KB 2009-12-09/15, art. 34, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
(2)<KB 2014-04-25/84, art. 11, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.65/1. [1 Voor de toepassing van het artikel 64, eerste lid, en van het artikel 65, eerste lid, wordt de vermelding verkregen na afloop van de periode bedoeld in artikel 24 van het koninklijk besluit van 27 mei 2014 betreffende de evaluatie evenwel niet in aanmerking genomen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2019-03-23/17, art. 27, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.66.[2 Het contractuele personeelslid geniet van de bevorderingen in weddeschaal bedoeld in de artikelen 64 en 65.
In afwijking van deze artikelen kan het contractuele personeelslid niet naar een schaal worden bevorderd die hoger is dan de derde schaal van zijn graad of klasse.
Het tweede lid is niet van toepassing op de graad van contractuele medewerker keuken/schoonmaak.]2
----------
(1)<KB 2009-12-09/15, art. 35, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
(2)<KB 2014-04-25/84, art. 11, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
HOOFDSTUK Vbis. [1 - Toelagen en vergoedingen.]1
----------
(1)
Art.67.[1 Behoudens andersluidende regeling worden [2 de ambtshalve toegekende toelagen]2 en vergoedingen die aan het personeel van de federale overheidsdiensten worden verleend, ook aan vernoemde personeelsleden in dezelfde mate en onder dezelfde voorwaarden toegekend.
Indien het bedrag van [2 de ambtshalve toegekende toelage]2 of van de vergoeding, of de toekenningsvoorwaarden ervan worden vastgesteld op grond van het niveau van de personeelsleden van de federale overheidsdiensten, wordt het niveau van de betrokken personen bepaald door de indicie van hun weddeschaal.]1
----------
(1)<KB 2014-04-25/84, art. 24, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
(2)<KB 2019-03-23/17, art. 28, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.67/1. [1 Voor de toelagen bedoeld in artikelen 68, 73 en 79 tot en met 81 is de toelage niet verschuldigd als:
1° het personeelslid om eender welke reden meer dan dertig opeenvolgende werkdagen afwezig is; de schorsing van de toelage gebeurt met terugwerkende kracht op de eerste dag van de afwezigheid;
2° het personeelslid het voordeel van zijn bezoldiging verliest of een wachtgeld geniet; de schorsing van de toelage gebeurt vanaf de eerste dag.
Behoudens bijzondere bepalingen is de toelage naar rato verschuldigd als de bezoldiging zelf naar rato wordt betaald.
Zij houdt op verschuldigd te zijn als niet langer aan de voorwaarden wordt voldaan.
Komen niet in aanmerking voor de berekening van de dertig werkdagen, bepaald in het eerste lid, 1° :
1° een ouderschapsverlof en een verlof verbonden aan de bescherming van het moederschap;
2° het jaarlijks vakantieverlof:
3° de afwezigheid door een arbeidsongeval, een ongeval op de weg naar of van het werk of een beroepsziekte.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2019-03-23/17, art. 29, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.67/2. [1 Het mobiliteitsstelsel dat van toepassing is op de lonen van het personeel van de federale diensten is eveneens van toepassing op de toelagen en vergoedingen opgenomen in dit besluit. Ze zijn verbonden aan de spilindex 138,01.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2019-03-23/17, art. 30, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
HOOFDSTUK Vter. [1 - Directietoelage.]1
----------
(1)
Art.68.[1 Er wordt een directietoelage toegekend aan het personeelslid van het niveau B, C of D dat:
1° hetzij rechtstreeks een team van minstens tien personeelsleden beheert;
2° hetzij rechtstreeks een team van minstens vijf personeelsleden beheert, en voor zover hij daarvoor door de directeur-generaal van de Rechterlijke Organisatie van de Federale Overheidsdienst Justitie werd aangewezen.
De directietoelage wordt jaarlijks vastgesteld op 1000 euro.]1
----------
(1)<KB 2019-03-23/17, art. 32, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.69.[1 De toelage wordt maandelijks betaald, per twaalfde, tezelfdertijd als de bezoldiging.]1
----------
(1)<KB 2019-03-23/17, art. 33, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.70.[1 De artikelen 68 en 69 zijn van toepassing op de contractuele personeelsleden.]1
----------
(1)<KB 2019-03-23/17, art. 34, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.71. <Opgeheven bij KB 2011-06-11/09, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-08-2010>
Art.72. <Opgeheven bij KB 2011-06-11/09, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-08-2010>
HOOFDSTUK VI. - Toelage voor het besturen van een dienstvoertuig bestemd voor het vervoer van personen.
Art.73. Een maandelijkse forfaitaire toelage van 127,82 EUR wordt toegekend aan de personeelsleden van het niveau D die belast zijn met het besturen van wagens bestemd voor het vervoer van personen.
Art.74. De personeelsleden bedoeld in artikel 73 die belast zijn met het besturen van wagens bestemd voor het vervoer van personen ter vervanging van een titularis, genieten, voor zover deze vervanging zich uitstrekt op een periode van ten minste vijf werkdagen, de toelage bedoeld in artikel 73 tijdens die periode.
Art.75.[1 De toelage wordt maandelijks betaald, tezelfdertijd als de bezoldiging.]1
----------
(1)<KB 2019-03-23/17, art. 35, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.76.[1 De artikelen 73 tot en met 75 zijn van toepassing op de contractuele personeelsleden.]1
----------
(1)<KB 2019-03-23/17, art. 36, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
HOOFDSTUK VII. - Toelage voor de uitoefening van een hoger ambt.
Art.77.Het bedrag van de toelage bedoeld in artikel 330ter, § 4, van het Gerechtelijk Wetboek, wordt bepaald overeenkomstig artikel [1 375, § 1,]1 van het Gerechtelijk Wetboek.
----------
(1)<KB 2014-04-25/84, art. 14, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.78. § 1. Naargelang van het geval is de toelage bedoeld in artikel 330ter, § 4, van het Gerechtelijk Wetboek, verschuldigd vanaf de eedaflegging of vanaf de dag waarop het personeelslid werkelijk in dit hoger ambt werd aangesteld.
Ze neemt een einde op de dag van de beëindiging van de hogere functie.
Ze wordt maandelijks na vervallen termijn betaald. Zij wordt tegelijk met de wedde vereffend.
Zij is gelijk aan één twaalfde van de jaarlijkse toelage. In geval de maandtoelage niet volledig verschuldigd is, wordt zij in dertigsten betaald overeenkomstig de regels bepaald door de bezoldigingsregeling van het personeel der federale overheidsdiensten wanneer de maandwedde niet volledig verschuldigd is.
Ingeval een personeelslid werkt met onvolledige prestaties, wordt het bedrag van de toelage verminderd naar rata van de wedde die hij werkelijk geniet.
§ 2. De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel van de federale overheidsdiensten, geldt eveneens voor deze toelage.
Zij wordt gekoppeld aan de spilindex 138,01.
§ 3. De toelage is onderworpen aan de bijdrage voor het stelsel van de verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit (sector gezondheidszorgen) en aan de bijzondere bijdrage voor de financiering van het stelsel van de sociale zekerheid.
De toelage is evenwel niet onderworpen aan de inhouding bestemd voor de financiering van het wettelijk pensioen.
Art. 78bis.[1 Het personeelslid wordt bevorderd naar de hogere weddeschaal of geniet schaalbonificaties in de graad waarin hij is benoemd alsof hij jaarlijks de vermelding "voldoet aan de verwachtingen" heeft behaald.]1
[2 In afwijking van het eerste lid, krijgt het personeelslid de vermelding `uitzonderlijk' in de functie van de klasse of het niveau waarin hij benoemd is, als hij de vermelding `uitzonderlijk' krijgt in de functie verbonden aan de uitoefening van de hogere functie.]2
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2014-04-25/84, art. 15, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
(2)<KB 2019-03-23/17, art. 37, 007; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.78ter. [1 De artikelen 77 tot en met 78bis zijn van toepassing op de contractuele personeelsleden.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2019-03-23/17, art. 38, 007; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
HOOFDSTUK VIII. [1 - Toelagen voor de kennis van een tweede landstaal.]1
----------
(1)
Art.79. [1 Een maandelijkse toelage van 65 euro wordt toegekend aan de personeelsleden die het bewijs leveren van de grondige kennis van een tweede landstaal zoals bedoeld in de artikelen 53, § 6, derde lid, of 54ter, § 3, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2019-03-23/17, art. 39, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.80. [1 Een maandelijkse toelage van 35 euro wordt toegekend aan de personeelsleden die het bewijs leveren van de functionele kennis van een tweede landstaal zoals bedoeld in artikel 54ter, § 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2019-03-23/17, art. 39, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.81. [1 Indien een personeelslid voldoet aan de toekenningsvoorwaarden van meerdere toelagen voor de kennis van dezelfde taal, kan hij slechts de hoogste toelage verkrijgen.
Als een personeelslid voldoet aan de toekenningsvoorwaarden van meerdere toelagen voor de kennis van twee talen, krijgt hij de twee toelagen; het totaalbedrag van de toelagen mag echter niet meer bedragen dan 150 procent van de hoogste toelage.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2019-03-23/17, art. 39, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.82. [1 De in artikelen 79, 80 en 81 bedoelde toelagen worden enkel toegekend op voorwaarde dat de personeelsleden :
1° hun ambt uitoefenen bij een rechtscollege waar ten minste een gedeelte van de magistraten of van de leden van de griffie of het parketsecretariaat krachtens de wetgeving op het gebruik der talen in gerechtszaken het bewijs moet leveren van de kennis van meer dan één landstaal, of bij een federale overheidsdienst, commissie, instelling of dienst waarvan het ambtsgebied het ganse land bestrijkt;
2° en in dienstactiviteit zijn en een wedde genieten.
Deze voorwaarden zijn cumulatief.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2019-03-23/17, art. 39, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.83. [1 De toelage wordt maandelijks betaald, tezelfdertijd als de bezoldiging.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2019-03-23/17, art. 39, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.84.[1 Onverminderd de toepassing van artikel 67/1, eerste lid, 1°, worden de afwezigheden wegens een ziekte, een adoptieverlof, een opvangverlof, een pleegzorgverlof, een loopbaanonderbreking om palliatieve zorgen of medische bijstand te verstrekken [2 en een loopbaanonderbreking voor erkende mantelzorg]2, niet aangerekend op de dertig werkdagen.
In afwijking van artikel 67/1, eerste lid, 2°, wordt de toelage niet verminderd als het personeelslid een verlof geniet wegens verminderde prestaties die gewettigd zijn door een chronische ziekte, een arbeidsongeval, een ongeval op de weg naar en van het werk of een beroepsziekte.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2019-03-23/17, art. 39, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
(2)<KB 2024-09-26/04, art. 32, 010; Inwerkingtreding : 01-11-2024>
Art.85. [1 De artikelen 79 tot 84 zijn van toepassing op de contractuele personeelsleden.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2019-03-23/17, art. 39, 007; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
HOOFDSTUK IX. [1 - Toelage voor nachtprestaties.]1
----------
(1)
Art.85/1. [1 Een toelage wordt toegekend aan het gerechtspersoneel belast met het toezicht in de gerechtsgebouwen dat nachtprestaties verleend.
De prestaties verricht tussen 22 uur en 4 uur worden beschouwd als nachtprestaties. De prestaties verricht tussen 18 uur en 22 uur voor zover zij eindigen te of na 22 uur, en de prestaties verricht tussen 4 uur en 8 uur voor zover zij eindigen te of na 22 of beginnen te of voor 4 uur worden gelijkgesteld met nachtprestaties.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2022-03-29/11, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-05-2022>
Art.85/2. [1 Het bedrag van deze toelage wordt vastgesteld op drie euro per uur prestatie.
De toelage wordt maandelijks en na vervallen termijn betaald. Het gedeelte van een uur gelijk aan of hoger dan dertig minutes waarvoor nachtprestaties werden verricht, wordt beschouwd als een uur prestatie. Het wordt genegeerd als het deze duur niet bereikt.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2022-03-29/11, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-05-2022>
Art.85/3. [1 De artikelen 85/1 en 85/2 zijn van toepassing op de contractuele personeelsleden.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2022-03-29/11, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-05-2022>
TITEL V. [1 - AANVULLEND PENSIOEN.]1
----------
(1)
Art.86. [1 De contractuele personeelsleden genieten van een aanvullend pensioen onder dezelfde voorwaarden en nadere regels zoals deze bedoeld in de artikelen 2 tot en met 3bis, van het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst aangeworven in de federale overheidsdiensten.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2019-12-11/05, art. 7, 008; Inwerkingtreding : 01-07-2019>
TITEL V.
HOOFDSTUK I-
Art.79. <Opgeheven bij KB 2014-04-25/84, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.80. <Opgeheven bij KB 2014-04-25/84, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.81. <Opgeheven bij KB 2014-04-25/84, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
HOOFDSTUK II.
Art.82. <Opgeheven bij KB 2014-04-25/84, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.83. <Opgeheven bij KB 2014-04-25/84, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.84. <Opgeheven bij KB 2014-04-25/84, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
HOOFDSTUK III.
Art.85. <Opgeheven bij KB 2014-04-25/84, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.86. <Opgeheven bij KB 2014-04-25/84, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.87. <Opgeheven bij KB 2014-04-25/84, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
HOOFDSTUK IV.
Art.88. <Opgeheven bij KB 2014-04-25/84, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.89. <Opgeheven bij KB 2014-04-25/84, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.90. <Opgeheven bij KB 2014-04-25/84, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.91. <Opgeheven bij KB 2014-04-25/84, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
HOOFDSTUK V.
Art.92. <Opgeheven bij KB 2014-04-25/84, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art. 92bis. <Opgeheven bij KB 2014-04-25/84, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art. 92ter. <Opgeheven bij KB 2014-04-25/84, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art. 92quater. <Opgeheven bij KB 2014-04-25/84, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.93. <Opgeheven bij KB 2014-04-25/84, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
TITEL VI. - WIJZIGINGSBEPALINGEN.
Afdeling 1. - Wijziging aan het koninklijk besluit van 29 september 1987 tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van griffier, klerk-griffier, opsteller en beambte bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken.
Art.94. Het opschrift van koninklijk besluit van 29 september 1987 tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van griffier, klerk-griffier, opsteller en beambte bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken, wordt vervangen door het opschrift : " koninklijk besluit van 29 september 2006 tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van griffier, adjunct-griffier, deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken ".
Art.95. In artikel 1 van hetzelfde besluit, worden de woorden " Ministerie van Justitie " vervangen door de woorden " Federale Overheidsdienst Justitie ".
Art.96. In artikel 15, van hetzelfde besluit, wordt het eerste lid vervangen als volgt :
" De leden van de examencommissie ontvangen een toelage overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 22 december 2000 betreffende de selectie en de loopbaan van het rijkspersoneel ".
Afdeling 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 19 maart 1996 houdende vereenvoudiging van de loopbaan en vaststelling van de bezoldigingsregeling van sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht bijstaan.
Art.97. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 maart 1996 houdende vereenvoudiging van de loopbaan en vaststelling van de bezoldigingsregeling van sommige personeelsleden van de diensten, die de rechterlijke macht bijstaan, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003 wordt vervangen als volgt :
"
Artikel 1. § 1. De volgende graden waarvoor een bijzondere beroepsbekwaamheid is vereist, worden ingesteld in de griffies en de parketten bij de hoven en rechtbanken :
- bij de griffies en de parketten :
- - in niveau 1 :
- - - industrieel ingenieur;
- bij de parketten :
- - in niveau 1 :
- - - vertaler-revisor;
Om in een van voornoemde graden te kunnen worden benoemd, moet de kandidaat geslaagd zijn voor een vergelijkend wervingsexamen georganiseerd overeenkomstig artikel 180, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek.
§ 2. De benoemingsbevoegdheid wordt toegekend aan Onze Minister van Justitie.
Voor de benoemingen tot de graden van industrieel ingenieur, van vertaler-revisor wint Onze Minister van Justitie, het advies in van, naar gelang van het geval, de hoofdgriffier van het gerecht of de hoofdsecretaris van het parket waar de benoeming dient te geschieden. Deze zenden hun advies rechtstreeks over aan de minister en voegen er het advies van de magistraat-korpschef van het desbetreffende gerecht of parket aan toe.
De bepalingen van artikel 287bis, §§ 3 en 4, van het Gerechtelijk Wetboek, zijn van toepassing op de adviesprocedure bedoeld in het voorgaande lid ".
Art.98. Het artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003, wordt opgeheven.
Art.99. De artikelen 5 en 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003, worden opgeheven.
Art.100. Artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003, wordt vervangen als volgt :
" Art. 8. Al naar gelang zij hun functies uitoefenen bij een griffie of een parket, zijn respectievelijk de artikelen 330, 330bis en 370, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek van toepassing op de titularissen van de bij dit besluit opgerichte graden waarvoor een bijzondere beroepsbekwaamheid is vereist. "
Art.101. In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het tweede lid vervallen de woorden " of van bibliotheekbeheerder ";
2° het derde lid wordt opgeheven.
3° in het vierde lid worden de woorden " van het koninklijk besluit van 28 augustus 1970 houdende statuut van het voorlopig benoemde personeel van de griffies en parketten ", vervangen door de woorden " van hoofdstuk IV van titel II van het koninklijk besluit van ... betreffende het statuut, de loopbaan en de bezoldigingsregeling van het personeel van griffies en parketsecretariaten ".
Art.102. In artikel 10, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervallen de woorden " alsook op de titularissen van de graad van de autobestuurder-mecanicien, van autobestuurder-mecanicien-werkmeester en van eerste vakman-ploegbaas-voertuigmecanicien ".
Art.103. In artikel 10bis, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003, vervallen de woorden " De vertalers bij de parketsecretariaten, de opstellers en de beambten bij de griffies en de parketsecretariaten alsook ".
Art.104. Artikel 11, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten, alsook de koninklijke besluiten die het in de toekomst zullen wijzigen, zijn op de datum van inwerkingtreding ervan, toepasselijk op het personeel bedoeld in de artikelen 13, 17 en 18 van dit besluit. "
Art.105. In artikel 12 van hetzelfde besluit, wordt het woord " ministeries " telkens vervangen door de woorden " federale overheidsdiensten ".
Art.106. De artikelen 14 tot 16 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 juli 2003 en 22 december 2004 worden opgeheven.
Art.107. De artikelen 19 tot 22 van hetzelfde besluit gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 juli 2003 en 22 december 2004 worden opgeheven.
Art.108. Artikel 22bis, § 1, van hetzelfde besluit ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003, wordt opgeheven.
Art.109. Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.110. In artikel 24, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid vervallen de woorden " telefonist(e) of hulparbeider ",
2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art.111. In artikel 41, van hetzelfde besluit, vervallen de woorden " Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid ".
Art.112. Bijlage III bij hetzelfde besluit, bijgevoegd bij het koninklijk besluit van 28 januari 2003, vernummerd bij het koninklijk besluit van 30 november 2003 en vervangen bij het koninklijk besluit van 22 december 2004, wordt vervangen door de bijlage VII bijgevoegd bij dit besluit.
Afdeling 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 16 december 1996 houdende toekenning van een premie voor de kennis van een tweede landstaal aan de leden van de griffies en van de parketsecretariaten, alsook aan het personeel van griffies en parketten.
Art.113. Het opschrift van het koninklijk van 16 december 1996 houdende toekenning van een premie voor de kennis van een tweede landstaal aan de leden van de griffies en van de parketsecretariaten, alsook aan het personeel van griffies en parketten, wordt vervangen door het opschrift : " koninklijk besluit van 16 december 1996 houdende toekenning van een premie voor de kennis van een tweede landstaal aan het personeel van griffies en parketten ".
Art.114. Artikel 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 1. Dit besluit is van toepassing op de administratief deskundigen, deskundigen, assistenten en medewerkers van de griffies en de parketsecretariaten, alsook op de personeelsleden die een bijzondere graad bekleden ingesteld overeenkomstig artikel 180, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, benoemd of op contract. ".
Art.115. In het artikel 2, punt 1° van hetzelfde besluit, worden de woorden, " klerk-griffier, opsteller en beambte ", vervangen door de woorden " adjunct-griffier, deskundige en assistent ".
Art.116. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 3. Het maandbedrag van de premie wordt vastgesteld op 12,40 EUR.
Bij onvolledige prestaties wordt de premie naar rata van de geleverde dienstprestaties uitbetaald. "
Afdeling 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 20 november 1998 betreffende de vergelijkende examens en examens georganiseerd voor de werving en de loopbaan van de leden van de griffies en van de parketsecretariaten en van het personeel van de griffies en de parketsecretariaten.
Art.117. Het opschrift van het koninklijk besluit van 20 november 1998 betreffende de vergelijkende examens en examens georganiseerd voor de werving en de loopbaan van de leden van de griffies en van de parketsecretariaten en van het personeel van de griffies en de parketsecretariaten, wordt vervangen door het opschrift : " koninklijk besluit van 20 november 1998 betreffende de vergelijkende examens en examens georganiseerd voor de leden van de griffies en van de parketsecretariaten en voor het personeel van de griffies en de parketsecretariaten bekleedt met een bijzondere graad ".
Art.118. In het artikel 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 november 2003, worden de woorden " de artikelen 185, eerste lid, 269ter, 270, 271, 272ter, 280bis, 281, 282 en 283 van het Gerechtelijk Wetboek ", vervangen door de woorden " de artikelen 180, eerste lid, 269ter en 278, van het Gerechtelijk Wetboek ".
Art.119. In het artikel 5, § 2 van hetzelfde besluit worden de woorden " De Secretaris-generaal van het Ministerie van Justitie ", vervangen door de woorden " De directeur-generaal van de Rechterlijke organisatie van de FOD Justitie ".
Art.120. In het artikel 7, eerste en tweede lid van hetzelfde besluit worden de woorden " een eensluidend verklaard afschrift ", vervangen door de woorden " een leesbare kopie ".
Art.121. In het artikel 14 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, eerste lid, worden de woorden " koninklijk besluit van 22 april 1974 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen voor de leden, secretarissen en helpers van de examencommissies van de examens georganiseerd of voorgezeten door de Vaste Wervingssecretaris " vervangen door de woorden " koninklijk besluit van 22 december 2000 betreffende de selectie en de loopbaan van het rijkspersoneel ";
2° het tweede lid van § 1 wordt opgeheven;
3° in § 1, laatste lid, worden de woorden " vaste wervingssecretaris " vervangen door de woorden " afgevaardigd bestuurder van SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid ";
4° in § 2, 2° worden de woorden " het personeel der ministeries ", vervangen door de woorden " het personeel van de federale overheidsdiensten ".
Art.122. Het artikel 19 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.123. Het artikel 19bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 13 juni 1999 en gewijzigd bij koninklijk besluit van 18 januari 2000, wordt opgeheven.
Art.124. Het artikel 20 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.125. Het artikel 24 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Afdeling 5. - Wijziging van het koninklijk besluit van 28 februari 1999 betreffende de beoordeling van het personeel van de griffies en de parketten van de hoven en rechtbanken en de raden van beroep.
Art.126. In het artikel 5, § 1, van koninklijk besluit van 28 februari 1999 betreffende de beoordeling van het personeel van de griffies en de parketten van de hoven en rechtbanken en de raden van beroep worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1°. het punt 3° wordt opgeheven;
2°. in punt 6° worden de woorden " voor de vertalers " vervangen door de woorden " voor de administratief deskundigen ";
3°. het punt 7° wordt opgeheven;
4°. het punt 8° wordt vervangen door de volgende bepaling : " 8° voor de ICT-deskundige ";
a) vier sleutelcriteria, zijnde de criteria 1, 8, 15 en 17;
b) vijf relevante criteria, zijnde de criteria 9, 11, 16, 23 en 24;
5°. in punt 9° worden de woorden " voor de bibliotheekbeheerders " vervangen door de woorden " voor de deskundigen ";
6°. in punt 10° worden de woorden " voor de opstellers en de beambten " vervangen door de woorden " voor de assistenten en de medewerkers ";
7°. de punten 11°, 12° en 13° worden opgeheven.
Art.127. Het artikel 10, eerste lid, van hetzelfde besluit, wordt opgeheven.
Art.128. In het artikel 13 van hetzelfde besluit, wordt volgende wijzigingen aangebracht :
1° het woord " drie " wordt vervangen door het woord " twee ";
2° het punt c) wordt opgeheven.
Art.129. In het artikel 14 van hetzelfde besluit, wordt het punt 4° opgeheven.
Art.130. In het artikel 15 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht;
1° In de punten 1° en 2°, wordt het woord " 185 " vervangen door het woord " 180 ".
2° Het punt 3° wordt opgeheven.
Afdeling 6. - Wijziging van het koninklijk besluit van 29 september 2003 betreffende de toekenning van een vakantiegeld aan sommige personeelsleden van de diensten die de Rechterlijke Macht terzijde staan.
Art.131. In het artikel 1 van het koninklijk besluit van 29 september 2003 betreffende de toekenning van een vakantiegeld aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan, gewijzigd bij koninklijk besluit van 4 mei 2005, worden in het eerste lid de volgende wijzigingen aangebracht :
a) 1° wordt vervangen als volgt :
" 1° De deskundigen, administratief deskundigen of ICT-deskundigen bij een griffie of een parketsecretariaat; ";
b) 2° wordt vervangen als volgt :
" 2° De assistenten en medewerkers bij een griffie of een parketsecretariaat; ";
c) 3° en 4° worden opgeheven.
Afdeling 7. - Wijziging van het koninklijk besluit van 18 oktober 2001. betreffende de mobiliteit van het personeel van sommige overheidsdiensten.
Art.132. In het koninklijk besluit van 18 oktober 2001 betreffende de mobiliteit van het personeel van sommige overheidsdiensten worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° artikel 1, 3°, wordt aangevuld met het volgende gedachtestreepje :
" de hoven en rechtbanken ";
2° artikel 2, § 1 wordt aangevuld als volgt :
" 6° de vastbenoemde personeelsleden van het niveau B, C en D van hoven en rechtbanken, wat betreft de bepalingen inzake vrijwillige mobiliteit ".
Afdeling 8. - Wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 ter uitvoering van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector.
Art.133. Artikel 12, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 10 april 1995 ter uitvoering van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector van het wordt vervangen als volgt :
" De Minister van Justitie kan na advies van de rechterlijke overheden de halftijdse vervroegde uittreding toestaan wanneer deze wordt aangevraagd door de houders van de graden van referendaris, parketjurist, griffier, eerstaanwezend adjunct-griffier, adjunct-griffier, secretaris, eerstaanwezend adjunct-secretaris en adjunct secretaris. "
Art.134. Artikel 15, § 3, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" De Minister van Justitie kan na advies van de rechterlijke overheden de vrijwillige vierdagenweek toestaan wanneer deze wordt aangevraagd door de houders van de graden van referendaris, parketjurist, griffier, eerstaanwezend adjunct-griffier, adjunct-griffier, secretaris, eerstaanwezend adjunct-secretaris en adjunct secretaris. "
TITEL VII. - OPHEFFINGS- EN SLOTBEPALINGEN.
Art.135. Het koninklijk besluit van 28 augustus 1970 houdende statuut van het voorlopig benoemde personeel van de griffies en parketten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 november 1983, wordt opgeheven.
Art.136. Het koninklijk besluit van 6 december 2000 houdende toekenning van een maandelijkse forfaitaire toelage aan de gerechtelijke technische assistenten van de parketten en aan de personeelsleden van de griffies en de parketsecretariaten die belast zijn met het besturen van wagens bestemd voor het vervoer van personen wordt opgeheven.
Art.137. Het koninklijk besluit van 22 december 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 maart 1996 houdende vereenvoudiging van de loopbaan en vaststelling van de bezoldigingsregeling van sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht bijstaan en tot toekenning van een integratiepremie voor de personeelsleden van de niveaus 3 en 4, wordt opgeheven.
Art.138. Dit besluit treedt in werking op dezelfde datum als de wet van 10 juni 2006 tot herziening van de loopbanen en de bezoldiging van het personeel van de griffies en de secretariaten van de parketten, met uitzondering van :
- de artikelen 50, § 3, en 55, tweede lid, die in werking treden op 1 september 2007;
- artikel 132 dat in werking treedt op de eerste dag van de vijfentwintigste maand na die waarin voornoemde wet in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art.139. De artikelen 50, § 2, en 55, eerste lid, treden buiten werking op 1 september 2007.
Art.140. Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N1. <Opgeheven bij KB 2014-04-25/84, art. 17, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art. N2. <Opgeheven bij KB 2009-12-09/15, art. 46, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
Art. N3.[2 Bijlage III - Weddeschalen
Niveau D
| DC1 | DC2 | DC3 | DC4 | NDA1 | NDA2 | NDA3 | NDA4 | NDA5 |
- | 12.951 | 13.751 | 13.951 | 14.151 | 12.952 | 14.052 | 15.052 | 16.052 | 17.052 |
1 | 12.978 | 13.778 | 13.978 | 14.178 | 13.074 | 14.174 | 15.174 | 16.174 | 17.174 |
2 | 13.005 | 13.805 | 14.005 | 14.205 | 13.195 | 14.295 | 15.295 | 16.295 | 17.295 |
3 | 13.032 | 13.832 | 14.032 | 14.232 | 13.317 | 14.417 | 15.417 | 16.417 | 17.417 |
4 | 13.059 | 13.859 | 14.059 | 14.259 | 13.439 | 14.539 | 15.539 | 16.539 | 17.539 |
5 | 13.086 | 13.886 | 14.086 | 14.286 | 13.561 | 14.661 | 15.661 | 16.661 | 17.661 |
6 | 13.113 | 13.913 | 14.113 | 14.313 | 13.682 | 14.782 | 15.782 | 16.782 | 17.782 |
7 | 13.140 | 13.940 | 14.140 | 14.340 | 13.804 | 14.904 | 15.904 | 16.904 | 17.904 |
8 | 13.166 | 13.966 | 14.166 | 14.366 | 13.926 | 15.026 | 16.026 | 17.026 | 18.026 |
9 | 13.193 | 13.993 | 14.193 | 14.393 | 14.048 | 15.148 | 16.148 | 17.148 | 18.148 |
10 | 13.220 | 14.020 | 14.220 | 14.420 | 14.169 | 15.269 | 16.269 | 17.269 | 18.269 |
11 | 13.247 | 14.047 | 14.247 | 14.447 | 14.291 | 15.391 | 16.391 | 17.391 | 18.391 |
12 | 13.274 | 14.074 | 14.274 | 14.474 | 14.413 | 15.513 | 16.513 | 17.513 | 18.513 |
13 | 13.301 | 14.101 | 14.301 | 14.501 | 14.534 | 15.634 | 16.634 | 17.634 | 18.634 |
14 | 13.328 | 14.128 | 14.328 | 14.528 | 14.656 | 15.756 | 16.756 | 17.756 | 18.756 |
15 | 13.355 | 14.155 | 14.355 | 14.555 | 14.778 | 15.878 | 16.878 | 17.878 | 18.878 |
16 | 13.382 | 14.182 | 14.382 | 14.582 | 14.900 | 16.000 | 17.000 | 18.000 | 19.000 |
17 | 13.409 | 14.209 | 14.409 | 14.609 | 15.021 | 16.121 | 17.121 | 18.121 | 19.121 |
18 | 13.436 | 14.236 | 14.436 | 14.636 | 15.143 | 16.243 | 17.243 | 18.243 | 19.243 |
19 | 13.463 | 14.263 | 14.463 | 14.663 | 15.265 | 16.365 | 17.365 | 18.365 | 19.365 |
20 | 13.490 | 14.290 | 14.490 | 14.690 | 15.386 | 16.486 | 17.486 | 18.486 | 19.486 |
21 | 13.517 | 14.317 | 14.517 | 14.717 | 15.508 | 16.608 | 17.608 | 18.608 | 19.608 |
22 | 13.543 | 14.343 | 14.543 | 14.743 | 15.630 | 16.730 | 17.730 | 18.730 | 19.730 |
23 | 13.570 | 14.370 | 14.570 | 14.770 | 15.752 | 16.852 | 17.852 | 18.852 | 19.852 |
24 | 13.597 | 14.397 | 14.597 | 14.797 | 15.873 | 16.973 | 17.973 | 18.973 | 19.973 |
25 | 13.624 | 14.424 | 14.624 | 14.824 | 15.995 | 17.095 | 18.095 | 19.095 | 20.095 |
26 | 13.651 | 14.451 | 14.651 | 14.851 | 16.117 | 17.217 | 18.217 | 19.217 | 20.217 |
27 | 13.678 | 14.478 | 14.678 | 14.878 | 16.239 | 17.339 | 18.339 | 19.339 | 20.339 |
28 | 13.705 | 14.505 | 14.705 | 14.905 | 16.360 | 17.460 | 18.460 | 19.460 | 20.460 |
29 | 13.732 | 14.532 | 14.732 | 14.932 | 16.482 | 17.582 | 18.582 | 19.582 | 20.582 |
Niveau C
| C1 | C2 | C3 | C4 | C5 |
- | 14.274 | 16.274 | 17.974 | 19.674 | 21.374 |
1 | 14.474 | 16.474 | 18.174 | 19.874 | 21.574 |
2 | 14.674 | 16.674 | 18.374 | 20.074 | 21.774 |
3 | 14.873 | 16.873 | 18.573 | 20.273 | 21.973 |
4 | 15.073 | 17.073 | 18.773 | 20.473 | 22.173 |
5 | 15.273 | 17.273 | 18.973 | 20.673 | 22.373 |
6 | 15.473 | 17.473 | 19.173 | 20.873 | 22.573 |
7 | 15.672 | 17.672 | 19.372 | 21.072 | 22.772 |
8 | 15.872 | 17.872 | 19.572 | 21.272 | 22.972 |
9 | 16.072 | 18.072 | 19.772 | 21.472 | 23.172 |
10 | 16.272 | 18.272 | 19.972 | 21.672 | 23.372 |
11 | 16.471 | 18.471 | 20.171 | 21.871 | 23.571 |
12 | 16.671 | 18.671 | 20.371 | 22.071 | 23.771 |
13 | 16.871 | 18.871 | 20.571 | 22.271 | 23.971 |
14 | 17.071 | 19.071 | 20.771 | 22.471 | 24.171 |
15 | 17.270 | 19.270 | 20.970 | 22.670 | 24.370 |
16 | 17.470 | 19.470 | 21.170 | 22.870 | 24.570 |
17 | 17.670 | 19.670 | 21.370 | 23.070 | 24.770 |
18 | 17.870 | 19.870 | 21.570 | 23.270 | 24.970 |
19 | 18.069 | 20.069 | 21.769 | 23.469 | 25.169 |
20 | 18.269 | 20.269 | 21.969 | 23.669 | 25.369 |
21 | 18.469 | 20.469 | 22.169 | 23.869 | 25.569 |
22 | 18.669 | 20.669 | 22.369 | 24.069 | 25.769 |
23 | 18.868 | 20.868 | 22.568 | 24.268 | 25.968 |
24 | 19.068 | 21.068 | 22.768 | 24.468 | 26.168 |
25 | 19.268 | 21.268 | 22.968 | 24.668 | 26.368 |
26 | 19.468 | 21.468 | 23.168 | 24.868 | 26.568 |
27 | 19.667 | 21.667 | 23.367 | 25.067 | 26.767 |
28 | 19.867 | 21.867 | 23.567 | 25.267 | 26.967 |
29 | 20.067 | 22.067 | 23.767 | 25.467 | 27.167 |
Niveau B
| B1 | B2 | B3 | B4 | B5 | NBI1 | NBI2 | NBI3 | NBI4 | NBI5 |
- | 16.804 | 19.304 | 21.304 | 23.304 | 25.304 | 17.274 | 20.274 | 22.774 | 25.274 | 27.774 |
1 | 17.074 | 19.574 | 21.574 | 23.574 | 25.574 | 17.530 | 20.530 | 23.030 | 25.530 | 28.030 |
2 | 17.343 | 19.843 | 21.843 | 23.843 | 25.843 | 17.786 | 20.786 | 23.286 | 25.786 | 28.286 |
3 | 17.613 | 20.113 | 22.113 | 24.113 | 26.113 | 18.042 | 21.042 | 23.542 | 26.042 | 28.542 |
4 | 17.883 | 20.383 | 22.383 | 24.383 | 26.383 | 18.298 | 21.298 | 23.798 | 26.298 | 28.798 |
5 | 18.152 | 20.652 | 22.652 | 24.652 | 26.652 | 18.554 | 21.554 | 24.054 | 26.554 | 29.054 |
6 | 18.422 | 20.922 | 22.922 | 24.922 | 26.922 | 18.810 | 21.810 | 24.310 | 26.810 | 29.310 |
7 | 18.692 | 21.192 | 23.192 | 25.192 | 27.192 | 19.066 | 22.066 | 24.566 | 27.066 | 29.566 |
8 | 18.961 | 21.461 | 23.461 | 25.461 | 27.461 | 19.321 | 22.321 | 24.821 | 27.321 | 29.821 |
9 | 19.231 | 21.731 | 23.731 | 25.731 | 27.731 | 19.577 | 22.577 | 25.077 | 27.577 | 30.077 |
10 | 19.501 | 22.001 | 24.001 | 26.001 | 28.001 | 19.833 | 22.833 | 25.333 | 27.833 | 30.333 |
11 | 19.770 | 22.270 | 24.270 | 26.270 | 28.270 | 20.089 | 23.089 | 25.589 | 28.089 | 30.589 |
12 | 20.040 | 22.540 | 24.540 | 26.540 | 28.540 | 20.345 | 23.345 | 25.845 | 28.345 | 30.845 |
13 | 20.310 | 22.810 | 24.810 | 26.810 | 28.810 | 20.601 | 23.601 | 26.101 | 28.601 | 31.101 |
14 | 20.579 | 23.079 | 25.079 | 27.079 | 29.079 | 20.857 | 23.857 | 26.357 | 28.857 | 31.357 |
15 | 20.849 | 23.349 | 25.349 | 27.349 | 29.349 | 21.113 | 24.113 | 26.613 | 29.113 | 31.613 |
16 | 21.118 | 23.618 | 25.618 | 27.618 | 29.618 | 21.369 | 24.369 | 26.869 | 29.369 | 31.869 |
17 | 21.388 | 23.888 | 25.888 | 27.888 | 29.888 | 21.625 | 24.625 | 27.125 | 29.625 | 32.125 |
18 | 21.658 | 24.158 | 26.158 | 28.158 | 30.158 | 21.881 | 24.881 | 27.381 | 29.881 | 32.381 |
19 | 21.927 | 24.427 | 26.427 | 28.427 | 30.427 | 22.137 | 25.137 | 27.637 | 30.137 | 32.637 |
20 | 22.197 | 24.697 | 26.697 | 28.697 | 30.697 | 22.393 | 25.393 | 27.893 | 30.393 | 32.893 |
21 | 22.467 | 24.967 | 26.967 | 28.967 | 30.967 | 22.649 | 25.649 | 28.149 | 30.649 | 33.149 |
22 | 22.736 | 25.236 | 27.236 | 29.236 | 31.236 | 22.904 | 25.904 | 28.404 | 30.904 | 33.404 |
23 | 23.006 | 25.506 | 27.506 | 29.506 | 31.506 | 23.160 | 26.160 | 28.660 | 31.160 | 33.660 |
24 | 23.276 | 25.776 | 27.776 | 29.776 | 31.776 | 23.416 | 26.416 | 28.916 | 31.416 | 33.916 |
25 | 23.545 | 26.045 | 28.045 | 30.045 | 32.045 | 23.672 | 26.672 | 29.172 | 31.672 | 34.172 |
26 | 23.815 | 26.315 | 28.315 | 30.315 | 32.315 | 23.928 | 26.928 | 29.428 | 31.928 | 34.428 |
27 | 24.085 | 26.585 | 28.585 | 30.585 | 32.585 | 24.184 | 27.184 | 29.684 | 32.184 | 34.684 |
28 | 24.354 | 26.854 | 28.854 | 30.854 | 32.854 | 24.440 | 27.440 | 29.940 | 32.440 | 34.940 |
29 | 24.624 | 27.124 | 29.124 | 31.124 | 33.124 | 24.696 | 27.696 | 30.196 | 32.696 | 35.196 |
]2
----------
(1)<KB 2011-06-11/09, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-08-2010>
(2)<KB 2014-04-25/84, art. 18, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art. N4. Bijlage IV. - Weddenschalen in uitdoving voormalig niveau 4.
Indicie | 40A | 40B | 42B |
| in uitdoving | in uitdoving | in uitdoving |
Tussentijdse | 3/1 x 108,72 | 3/1 x 108,72 | 3/1 x 108,72 |
verhogingen | 10/2 x 58,17 | 2/2 x 58,17 | 2/2 x 108,72 |
| 2/2 x 124,89 | 10/2 x 124,89 | 10/2 x 151,28 |
0 | 12 246,70 | 12 334,26 | 12 495,17 |
1 | 12 355,42 | 12 442,98 | 12 603,89 |
2 | 12 464,14 | 12 551,70 | 12 712,61 |
3 | 12 572,86 | 12 660,42 | 12 821,33 |
4 | 12 572,86 | 12 660,42 | 12 821,33 |
5 | 12 631,03 | 12 718,59 | 12 930,05 |
6 | 12 631,03 | 12 718,59 | 12 930,05 |
7 | 12 689,20 | 12 776,76 | 13 038,77 |
8 | 12 689,20 | 12 776,76 | 13 038,77 |
9 | 12 747,37 | 12 901,65 | 13 190,05 |
10 | 12 747,37 | 12 901,65 | 13 190,05 |
11 | 12 805,54 | 13 026,54 | 13 341,33 |
12 | 12 805,54 | 13 026,54 | 13 341,33 |
13 | 12 863,71 | 13 151,43 | 13 492,61 |
14 | 12 863,71 | 13 151,43 | 13 492,61 |
15 | 12 921,88 | 13 276,32 | 13 643,89 |
16 | 12 921,88 | 13 276,32 | 13 643,89 |
17 | 12 980,05 | 13 401,21 | 13 795,17 |
18 | 12 980,05 | 13 401,21 | 13 795,17 |
19 | 13 038,22 | 13 526,10 | 13 946,45 |
20 | 13 038,22 | 13 526,10 | 13 946,45 |
21 | 13 096,39 | 13 650,99 | 14 097,73 |
22 | 13 096,39 | 13 650,99 | 14 097,73 |
23 | 13 154,56 | 13 775,88 | 14 249,01 |
24 | 13 154,56 | 13 775,88 | 14 249,01 |
25 | 13 279,45 | 13 900,77 | 14 400,29 |
26 | 13 279,45 | 13 900,77 | 14 400,29 |
27 | 13 404,34 | 14 025,66 | 14 551,57 |
Indicie | 42C | 42E | 44/1 |
| in uitdoving | in uitdoving | in uitdoving |
Tussentijdse | 3/1 x 108,72 | 3/1 x 108,72 | 3/1 x 108,72 |
verhogingen | 2/2 x 151,28 | 2/2 x 151,28 | 2/2 x 151,28 |
| 10/2 x 161,60 | 10/2 x 161,60 | 10/2 x 161,60 |
0 | 13 004,89 | 14 277,92 | 13 661,98 |
1 | 13 113,61 | 14 386,64 | 13 770,70 |
2 | 13 222,33 | 14 495,36 | 13 879,42 |
3 | 13 331,05 | 14 604,08 | 13 988,14 |
4 | 13 331,05 | 14 604,08 | 13 988,14 |
5 | 13 482,33 | 14 755,36 | 14 139,42 |
6 | 13 482,33 | 14 755,36 | 14 139,42 |
7 | 13 633,61 | 14 906,64 | 14 290,70 |
8 | 13 633,61 | 14 906,64 | 14 290,70 |
9 | 13 795,21 | 15 068,24 | 14 452,30 |
10 | 13 795,21 | 15 068,24 | 14 452,30 |
11 | 13 956,81 | 15 229,84 | 14 613,90 |
12 | 13 956,81 | 15 229,84 | 14 613,90 |
13 | 14 118,41 | 15 391,44 | 14 775,50 |
14 | 14 118,41 | 15 391,44 | 14 775,50 |
15 | 14 280,01 | 15 553,04 | 14 937,10 |
16 | 14 280,01 | 15 553,04 | 14 937,10 |
17 | 14 441,61 | 15 714,64 | 15 098,70 |
18 | 14 441,61 | 15 714,64 | 15 098,70 |
19 | 14 603,21 | 15 876,24 | 15 260,30 |
20 | 14 603,21 | 15 876,24 | 15 260,30 |
21 | 14 764,81 | 16 037,84 | 15 421,90 |
22 | 14 764,81 | 16 037,84 | 15 421,90 |
23 | 14 926,41 | 16 199,44 | 15 583,50 |
24 | 14 926,41 | 16 199,44 | 15 583,50 |
25 | 15 088,01 | 16 361,04 | 15 745,10 |
26 | 15 088,01 | 16 361,04 | 15 745,10 |
27 | 15 249,61 | 16 522,64 | 15 906,70 |
Art. N5. Bijlage V. Conversietabel niveau D tot B.
Geschrapte graad | Weddenschaal | Opgerichte | Weddenschaal | Overgangs- |
| verbonden | graad | verbonden | maatregel |
| aan de | | aan de | |
| geschrapte | | opgerichte | |
| graad | | graad | |
arbeider | 40A | medewerker | D2 (na | - |
| | | opleiding) | |
arbeider | 40B | medewerker | D2 (na | - |
| | | opleiding) | |
geschoold | 42C | medewerker | D2 (na | - |
arbeider | | | opleiding) | |
geschoold | 42E | medewerker | D2 (na | - |
arbeider | | | opleiding) | |
administratief | 42B | medewerker | D2 (na | - |
agent | | | opleiding) | |
eerstaanwezend | 44/1 | medewerker | D2 (na | - |
administratief | | | opleiding) | |
agent | | | | |
eerstaanwezend | 42C | medewerker | D2 (na | - |
administratief | | | opleiding) | |
agent | | | | |
administratief | 42E | medewerker | D2 (na | - |
hoofdagent | | | opleiding) | |
Beambte | 30C | medewerker | D2 | - |
eerstaanwezend | 30D | medewerker | D2 | (behoud 30D) |
beambte | | | | |
eerstaanwezend | 30H | medewerker | D4 | - |
beambte | | | | |
gerechtelijk | 30C | medewerker | D2 | - |
technisch | | | | |
assistent | | | | |
gerechtelijk | 30E | medewerker | D2 | (behoud 30E) |
technisch | | | | |
assistent | | | | |
gerechtelijk | 30F | medewerker | D3 | - |
technisch | | | | |
assistent | | | | |
gerechtelijk | 30H | medewerker | D4 | - |
technisch | | | | |
assistent | | | | |
opsteller | 20B | assistent | C1 | - |
eerstaanwezend | 20C | assistent | C1 | (behoud 20C) |
opsteller | | | | |
eerstaanwezend | 22A | assistent | C3 | - |
opsteller | | | | |
bibliotheek- | 26E | deskundige | B1 | - |
beheerder | | | | |
bibliotheek- | 26H | deskundige | B1 | (behoud 26H) |
beheerder | | | | |
bibliotheek- | 28C | deskundige | B2 | - |
beheerder | | | | |
vertaler | 23/2 | administratief | BA1 | (behoud |
| | deskundige | | 23/2) |
vertaler | 26A | administratief | BA1 | - |
| | deskundige | | |
eerstaanwezend | 26J | administratief | BA1 | (behoud 26J) |
vertaler | | deskundige | | |
[<font color="red">1</font> eerstaanwezend | 26J | administratief | BA2 | - |
vertaler | | deskundige | | -]<font color="red">1</font> |
<td colspan="5" valign="top">(<font color="red">1</font>)<KB <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2009120915" target="_blank">2009-12-09/15</a>, art. 48, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
Art. N6. Bijlage VI. - Weddenschalen in uitdoving voormalige niveaus 3, 2+ en 2.
Indicie | 30D | 30E | 20C |
| in uitdoving | in uitdoving | in uitdoving |
Tussentijdse | 3/1 x 140,09 | 3/1 x 140,09 | 3/1 x 267,31 |
verhogingen | 5/2 x 194,67 | 5/2 x 221,27 | 2/2 x 356,34 |
| 8/2 x 349,05 | 8/2 x 349,05 | 11/2 x 623,61 |
0 | 13 004,89 | 13 190,84 | 14 558,01 |
1 | 13 144,98 | 13 330,93 | 14 825,32 |
2 | 13 285,07 | 13 471,02 | 15 092,63 |
3 | 13 425,16 | 13 611,11 | 15 359,94 |
4 | 13 425,16 | 13 611,11 | 15 359,94 |
5 | 13 619,83 | 13 832,38 | 15 716,28 |
6 | 13 619,83 | 13 832,38 | 15 716,28 |
7 | 13 814,50 | 14 053,65 | 16 072,62 |
8 | 13 814,50 | 14 053,65 | 16 072,62 |
9 | 14 009,17 | 14 274,92 | 16 696,23 |
10 | 14 009,17 | 14 274,92 | 16 696,23 |
11 | 14 203,84 | 14 496,19 | 17 319,84 |
12 | 14 203,84 | 14 496,19 | 17 319,84 |
13 | 14 398,51 | 14 717,46 | 17 943,45 |
14 | 14 398,51 | 14 717,46 | 17 943,45 |
15 | 14 747,56 | 15 066,51 | 18 567,06 |
16 | 14 747,56 | 15 066,51 | 18 567,06 |
17 | 15 096,61 | 15 415,56 | 19 190,67 |
18 | 15 096,61 | 15 415,56 | 19 190,67 |
19 | 15 445,66 | 15 764,61 | 19 814,28 |
20 | 15 445,66 | 15 764,61 | 19 814,28 |
21 | 15 794,71 | 16 113,66 | 20 437,89 |
22 | 15 794,71 | 16 113,66 | 20 437,89 |
23 | 16 143,76 | 16 462,71 | 21 061,50 |
24 | 16 143,76 | 16 462,71 | 21 061,50 |
25 | 16 492,81 | 16 811,76 | 21 685,11 |
26 | 16 492,81 | 16 811,76 | 21 685,11 |
27 | 16 841,86 | 17 160,81 | 22 308,72 |
28 | 16 841,86 | 17 160,81 | 22 308,72 |
29 | 17 190,91 | 17 509,86 | 22 932,33 |
Indicie | 26H | 23/2 | 28G |
| in uitdoving | in uitdoving | in uitdoving |
Tussentijdse | 3/1 x 252,18 | 3/1 x 267,31 | 3/1 x 292,59 |
verhogingen | 1/2 x 292,59 | 2/2 x 356,34 | 2/2 x 292,59 |
| 1/2 x 390,04 | 2/2 x 712,64 | 3/2 x 672,31 |
| 3/2 x 672,31 | 9/2 x 623,61 | 9/2 x 624,27 |
| 9/2 x 624,27 | | |
0 | 17 728,11 | 16 984,83 | 21 078,61 |
1 | 17 980,29 | 17 252,14 | 21 371,20 |
2 | 18 232,47 | 17 519,45 | 21 663,79 |
3 | 18 484,65 | 17 786,76 | 21 956,38 |
4 | 18 484,65 | 17 786,76 | 21 956,38 |
5 | 18 777,24 | 18 143,10 | 22 248,97 |
6 | 18 777,24 | 18 143,10 | 22 248,97 |
7 | 19 167,28 | 18 499,44 | 22 541,56 |
8 | 19 167,28 | 18 499,44 | 22 541,56 |
9 | 19 839,59 | 19 212,08 | 23 213,87 |
10 | 19 839,59 | 19 212,08 | 23 213,87 |
11 | 20 511,90 | 19 924,72 | 23 886,18 |
12 | 20 511,90 | 19 924,72 | 23 886,18 |
13 | 21 184,21 | 20 548,33 | 24 558,49 |
14 | 21 184,21 | 20 548,33 | 24 558,49 |
15 | 21 808,48 | 21 171,94 | 25 182,76 |
16 | 21 808,48 | 21 171,94 | 25 182,76 |
17 | 22 432,75 | 21 795,55 | 25 807,03 |
18 | 22 432,75 | 21 795,55 | 25 807,03 |
19 | 23 057,02 | 22 419,16 | 26 431,30 |
20 | 23 057,02 | 22 419,16 | 26 431,30 |
21 | 23 681,29 | 23 042,77 | 27 055,57 |
22 | 23 681,29 | 23 042,77 | 27 055,57 |
23 | 24 305,56 | 23 666,38 | 27 679,84 |
24 | 24 305,56 | 23 666,38 | 27 679,84 |
25 | 24 929,83 | 24 289,99 | 28 304,11 |
26 | 24 929,83 | 24 289,99 | 28 304,11 |
27 | 25 554,10 | 24 913,60 | 28 928,38 |
28 | 25 554,10 | 24 913,60 | 28 928,38 |
29 | 26 178,37 | 25 537,21 | 29 552,65 |
30 | 26 178,37 | | 29 552,65 |
31 | 26 802,64 | | 30 176,92 |
(NOTA : de kolom onder de weddenschaal 26J in uitdoving opgeheven door <KB 2009-12-09/15, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010; zie ook archief 001>
Art. N7. Bijlage VII. - Bijlage III bij het koninklijk besluit van 19 maart 1996.
Niveau 1.
Indicie | 10A | 10B | 10C |
Tussentijdse | 3/1 x 624,27 | 3/1 x 624,27 | 3/1 x 624,27 |
verhogingen | 10/2 x 958,71 | 11/2 x 958,71 | 11/2 x 958,71 |
0 | 20 705,34 | 22 497,86 | 25 507,15 |
1 | 21 329,61 | 23 122,13 | 26 131,42 |
2 | 21 953,88 | 23 746,40 | 26 755,69 |
3 | 22 578,15 | 24 370,67 | 27 379,96 |
4 | 22 578,15 | 24 370,67 | 27 379,96 |
5 | 23 536,86 | 25 329,38 | 28 338,67 |
6 | 23 536,86 | 25 329,38 | 28 338,67 |
7 | 24 495,57 | 26 288,09 | 29 297,38 |
8 | 24 495,57 | 26 288,09 | 29 297,38 |
9 | 25 454,28 | 27 246,80 | 30 256,09 |
10 | 25 454,28 | 27 246,80 | 30 256,09 |
11 | 26 412,99 | 28 205,51 | 31 214,80 |
12 | 26 412,99 | 28 205,51 | 31 214,80 |
13 | 27 371,70 | 29 164,22 | 32 173,51 |
14 | 27 371,70 | 29 164,22 | 32 173,51 |
15 | 28 330,41 | 30 122,93 | 33 132,22 |
16 | 28 330,41 | 30 122,93 | 33 132,22 |
17 | 29 289,12 | 31 081,64 | 34 090,93 |
18 | 29 289,12 | 31 081,64 | 34 090,93 |
19 | 30 247,83 | 32 040,35 | 35 049,64 |
20 | 30 247,83 | 32 040,35 | 35 049,64 |
21 | 31 206,54 | 32 999,06 | 36 008,35 |
22 | 31 206,54 | 32 999,06 | 36 008,35 |
23 | 32 165,25 | 33 957,77 | 36 967,06 |
24 | | 33 957,77 | 36 967,06 |
25 | | 34 916,48 | 37 925,77 |
26 | | | |
27 | | | |
28 | | | |
Indicie | 13A | 13B | 15A |
Tussentijdse | 11/2 x 1 337,73 | 14/2 x 1 337,73 | 11/2 x 1 351,12 |
verhogingen | | | |
0 | 27 923,80 | 30 715,07 | 39 122,44 |
1 | 27 923,80 | 30 715,07 | 39 122,44 |
2 | 29 261,53 | 32 052,80 | 40 473,56 |
3 | 29 261,53 | 32 052,80 | 40 473,56 |
4 | 30 599,26 | 33 390,53 | 41 824,68 |
5 | 30 599,26 | 33 390,53 | 41 824,68 |
6 | 31 936,99 | 34 728,26 | 43 175,80 |
7 | 31 936,99 | 34 728,26 | 43 175,80 |
8 | 33 274,72 | 36 065,99 | 44 526,92 |
9 | 33 274,72 | 36 065,99 | 44 526,92 |
10 | 34 612,45 | 37 403,72 | 45 878,04 |
11 | 34 612,45 | 37 403,72 | 45 878,04 |
12 | 35 950,18 | 38 741,45 | 47 229,16 |
13 | 35 950,18 | 38 741,45 | 47 229,16 |
14 | 37 287,91 | 40 079,18 | 48 580,28 |
15 | 37 287,91 | 40 079,18 | 48 580,28 |
16 | 38 625,64 | 41 416,91 | 49 931,40 |
17 | 38 625,64 | 41 416,91 | 49 931,40 |
18 | 39 963,37 | 42 754,64 | 51 282,52 |
19 | 39 963,37 | 42 754,64 | 51 282,52 |
20 | 41 301,10 | 44 092,37 | 52 633,64 |
21 | 41 301,10 | 44 092,37 | 52 633,64 |
22 | 42 638,83 | 45 430,10 | 53 984,76 |
23 | | 45 430,10 | |
24 | | 46 767,83 | |
25 | | 46 767,83 | |
26 | | 48 105,56 | |
27 | | 48 105,56 | |
28 | | 49 443,29 | |