Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

14 OKTOBER 2005. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het model, de toekenningsvoorwaarden en de wijze van bijhouden van een gelegenheidsformulier in de tuinbouwsector, de landbouwsector en de sector van het hotelbedrijf. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 10-11-2005 en tekstbijwerking tot 15-12-2011)



Inhoudstafel:


Art. 1-8
BIJLAGEN.
Art. N1-N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1994022286 



Uitvoeringsbesluit(en):

2005012756  2007012180  2011022426 



Artikels:

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° het koninklijk besluit van 28 november 1969 : het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;
  2° (de gelegenheidswerknemers :
  a) de gelegenheidsarbeiders bedoeld in artikel 8bis, § 1, tweede lid, 1° en 4°, van het koninklijk besluit van 28 november 1969;
  b) de gelegenheidsarbeiders bedoeld in artikel 8bis, § 1, tweede lid, 2°, van het koninklijk besluit van 28 november 1969;
  c) de gelegenheidswerknemers bedoeld in artikel 8quater, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 28 november 1969;
  d) de gelegenheidsarbeiders bedoeld in artikel 8bis, § 1, tweede lid, 3°, van het koninklijk besluit van 28 november 1969, en de uitzendkrachten die ter beschikking worden gesteld van een gebruiker die onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf ressorteert;) <MB 2007-04-23/36, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
  3° de werkgevers :
  a) de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf ressorteren;
  b) de werkgevers die onder het Paritair Comité voor de landbouw ressorteren;
  c) de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf ressorteren;
  d) de werkgevers die onder het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren ressorteren;
  4° het gelegenheidsformulier : het document dat overeenstemt met één van de modellen opgenomen in de bijlagen bij dit besluit;
  5° [1 het bijhouden : het inschrijven van de vermeldingen op het gelegenheidsformulier door de werknemer, de werkgever, diens aangestelde of lasthebber, of door de werknemer, de gebruiker, diens aangestelde of lasthebber, voor de gelegenheidswerknemer bedoeld in 2°, d) ;]1
  6° het fonds : het fonds van bestaanszekerheid waaronder de werkgevers bedoeld in 3°, a) tot c), ressorteren.
  ----------
  (1)<MB 2011-12-02/12, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.2.De gelegenheidswerknemers moeten in het bezit zijn van een gelegenheidsformulier bijgehouden overeenkomstig dit besluit gedurende het maximaal aantal dagen van beperking van de onderwerping aan de sociale zekerheid zoals bepaald in de artikelen 8bis en 8quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969.
  De gelegenheidswerknemers die arbeidsprestaties leveren bij meerdere werkgevers bedoeld in artikel 1, 3°, die ressorteren onder een verschillend paritair comité, moeten in het bezit zijn van een gelegenheidsformulier per betrokken paritair comité bedoeld in artikel 1, 3°, a) tot c).
  ([1 ...]1
  Voor de gelegenheidswerknemers bedoeld in artikel 1, 2°, a), die tewerkgesteld zijn aan werken in de witloofteelt en voor wie bovendien een beroep gedaan wordt op de afwijking bepaald in artikel 8bis, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 28 november 1969, moet het gelegenheidsformulier bijgehouden worden met betrekking tot het extra aantal dagen bepaald in voornoemd artikel 8bis, § 2, tweede lid.) <MB 2007-04-23/36, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
  ----------
  (1)<MB 2011-12-02/12, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.3. Volgende vermeldingen worden op het gelegenheidsformulier ingeschreven :
  1° op de voorzijde :
  de naam en de voornamen van de gelegenheidswerknemer, evenals het identificatienummer van de sociale zekerheid van de werknemer, bedoeld in artikel 1, 4°, van het koninklijk besluit van 18 december 1996 houdende maatregelen met het oog op de invoering van een sociale identiteitskaart ten behoeve van alle sociaal verzekerden, met toepassing van de artikelen 38, 40, 41 en 49 van de wet van 26 juli 1996 houdende de modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de wettelijke pensioenstelsels;
  2° op de keerzijde :
  a) het ondernemingsnummer bedoeld in artikel 5 van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, van de werkgever in geval van tewerkstelling van een gelegenheidswerknemer bedoeld in artikel 1, 2°, a), b) en c); in geval van terbeschikkingstelling van een gelegenheidswerknemer bedoeld in artikel 1, 2°, d), het ondernemingsnummer van de gebruiker;
  b) in geval van terbeschikkingstelling van een gelegenheidswerknemer bedoeld in artikel 1, 2°, d), de aanduiding van de hoedanigheid van uitzendkracht;
  c) de datum van de betrokken tewerkstellingsdag;
  d) de handtekening van de werkgever in geval van tewerkstelling van een gelegenheidswerknemer bedoeld in artikel 1, 2°, a), b) en c) ; in geval van terbeschikkingstelling van een gelegenheidswerknemer bedoeld in artikel 1, 2°, d), de handtekening van de gebruiker.

Art.4.[1 § 1. De volgende vermeldingen worden ingeschreven op het gelegenheidsformulier door de werkgever, diens aangestelde of lasthebber, of door de gebruiker, diens aangestelde of lasthebber, voor de gelegenheidswerknemer bedoeld in artikel 1, 2°, d) :
   1° de vermelding bedoeld in artikel 3, 1° en 2°, a) : uiterlijk op het tijdstip van de tewerkstelling van de gelegenheidswerknemer;
   2° de vermelding bedoeld in artikel 3, 2°, d) : eenmaal per week.
   § 2. De volgende vermeldingen worden op het gelegenheidsformulier ingeschreven door de gelegenheidswerknemer bedoeld in artikel 1, 2°, a) en b) :
   1° de vermelding bedoeld in artikel 3, 2°, b) : uiterlijk op het tijdstip van de tewerkstelling van de gelegenheidswerknemer;
   2° de vermelding bedoeld in artikel 3, 2°, c) : op het ogenblik zelf.
   § 3. Wanneer de werkgever, diens aangestelde of lasthebber, of de gebruiker, diens aangestelde of lasthebber nalaat de in paragraaf 1, 2° van dit artikel bedoelde vermelding in te vullen op het gelegenheidsformulier, wordt verondersteld dat de in paragraaf 2 van dit artikel bedoelde vermeldingen overeenstemmen met de werkelijkheid. De werkgever, diens aangestelde of lasthebber kunnen het tegendeel bewijzen.]1
  ----------
  (1)<MB 2011-12-02/12, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.5. § 1. De eerste werkgever vraagt het gelegenheidsformulier bij het fonds aan. In geval van terbeschikkingstelling van een gelegenheidswerknemer bedoeld in artikel 1, 2°, d), vraagt de werkgever het gelegenheidsformulier bij het fonds van de gebruiker aan.
  Het fonds mag per gelegenheidswerknemer slechts één enkel gelegenheidsformulier bezorgen per kalenderjaar. Het gelegenheidsformulier wordt bezorgd aan de betrokken gelegenheidswerknemer.
  § 2. Het gelegenheidsformulier is genummerd en vermeldt de juiste benaming en adres van het eerste fonds dat de aanvraag tot afgifte van dit formulier ontvangt en eveneens het jaar waarop dit formulier betrekking heeft.
  Het fonds registreert ieder genummerd gelegenheidsformulier, de naam en het adres van de werkgever die het gelegenheidsformulier aanvraagt, evenals de op het gelegenheidsformulier ingeschreven gegevens bedoeld in artikel 3, 1°.

Art.6. Het opschrift van het ministerieel besluit van 24 juni 1994 tot vaststelling van het model, de toekenningsvoorwaarden en de wijze van bijhouden van een plukkaart in de tuinbouwsector en tot bepaling van de voorwaarden en de nadere regelen volgens welke het aanwezigheidsregister in de tuinbouwsector moet gewaarmerkt worden, wordt vervangen als volgt :
  " 24 juni 1994. - Ministerieel besluit tot bepaling van de voorwaarden en de nadere regelen volgens welke het aanwezigheidsregister in de tuinbouwsector moet gewaarmerkt worden. "

Art.7. In hetzelfde ministerieel besluit van 24 juni 1994 worden opgeheven :
  1° artikel 1, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 1 februari 1996;
  2° de artikelen 2 tot 5;
  3° artikel 6, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 1 februari 1996.

Art.8. Dit besluit treedt in werking op (1 juli 2006). <MB 2005-12-22/34, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 31-12-2005>
  Brussel, 14 oktober 2005.
  De Minister van Sociale Zaken,
  R. DEMOTTE
  De Minister van Werk,
  Mevr. F. VAN DE BOSSCHE

BIJLAGEN.
Art. N1. BIJLAGE 1. GELEGENHEIDSFORMULIER TUINBOUWSECTOR (voorzijde).
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 10-11-2005, p. 48330.)
  Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 14 oktober 2005 tot vaststelling van het model, de toekenningsvoorwaarden en de wijze van bijhouden van een gelegenheidsformulier in de tuinbouwsector, de landbouwsector en de sector van het hotelbedrijf.
  De Minister van Sociale Zaken,
  R. DEMOTTE
  De Minister van Werk,
  Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE
Art. N1. <ingevoegd bij MB 2007-04-23/36, art. 3; Inwerkingtreding : 01-01-2007> Bijlage 7. Gelegenheidsformulier tuinbouwsector (voorzijde). (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 16-05-2007, p. 26741).

Art. N2. BIJLAGE 2. GELEGENHEIDSFORMULIER TUINBOUWSECTOR (keerzijde).
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 10-11-2005, p. 48330-31.)
  Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 14 oktober 2005 tot vaststelling van het model, de toekenningsvoorwaarden en de wijze van bijhouden van een gelegenheidsformulier in de tuinbouwsector, de landbouwsector en de sector van het hotelbedrijf.
  De Minister van Sociale Zaken,
  R. DEMOTTE
  De Minister van Werk,
  Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE
Art. N2. <ingevoegd bij MB 2007-04-23/36, art. 3, Inwerkingtreding : 01-01-2007> Bijlage 8. Gelegenheidsformulier tuinbouwsector (keerzijde). (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 16-05-2007, p. 26741-26743).

Art. N3. BIJLAGE 3. GELEGENHEIDSFORMULIER LANDBOUWSECTOR (voorzijde).
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 10-11-2005, p. 48332.)
  Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 14 oktober 2005 tot vaststelling van het model, de toekenningsvoorwaarden en de wijze van bijhouden van een gelegenheidsformulier in de tuinbouwsector, de landbouwsector en de sector van het hotelbedrijf.
  De Minister van Sociale Zaken,
  R. DEMOTTE
  De Minister van Werk,
  Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

Art. N4. BIJLAGE 4. GELEGENHEIDSFORMULIER LANDBOUWSECTOR (keerzijde).
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 10-11-2005, p. 48332-48333.)
  Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 14 oktober 2005 tot vaststelling van het model, de toekenningsvoorwaarden en de wijze van bijhouden van een gelegenheidsformulier in de tuinbouwsector, de landbouwsector en de sector van het hotelbedrijf.
  De Minister van Sociale Zaken,
  R. DEMOTTE
  De Minister van Werk,
  Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

Art. N5. BIJLAGE 5. GELEGENHEIDSFORMULIER SECTOR VAN HET HOTELBEDRIJF (voorzijde).
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 10-11-2005, p. 48333.)
  Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 14 oktober 2005 tot vaststelling van het model, de toekenningsvoorwaarden en de wijze van bijhouden van een gelegenheidsformulier in de tuinbouwsector, de landbouwsector en de sector van het hotelbedrijf.
  De Minister van Sociale Zaken,
  R. DEMOTTE
  De Minister van Werk,
  Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

Art. N6. BIJLAGE 6. GELEGENHEIDSFORMULIER SECTOR VAN HET HOTELBEDRIJF (keerzijde).
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 10-11-2005, p. 48334.)
  Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 14 oktober 2005 tot vaststelling van het model, de toekenningsvoorwaarden en de wijze van bijhouden van een gelegenheidsformulier in de tuinbouwsector, de landbouwsector en de sector van het hotelbedrijf.
  De Minister van Sociale Zaken,
  R. DEMOTTE
  De Minister van Werk,
  Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE.