Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

17 NOVEMBER 2005. - Koninklijk besluit betreffende gelegenheidsarbeid in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het Hotelbedrijf ressorteren.



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1969112813  1989022134 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 8quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 27 mei 2003 en die opgehouden heeft van kracht zijn op 31 december 2004 wordt hersteld in zijn vroegere lezing.

Art.2. Artikel 31ter van hetzelfde koninklijk besluit van 28 november 1969, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 27 mei 2003 en die opgehouden heeft van kracht zijn op 31 december 2004 wordt hersteld in zijn vroegere lezing.

Art.3. In artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 8 april 1989 tot uitvoering van artikel 38, § 3bis, derde lid, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 juin 1990, 17 december 1992 en 21 juni 1994 worden tussen de woorden " de gelegenheidsarbeiders beoogd bij artikel 8bis van hetzelfde besluit, " en de woorden " de handarbeiders wier loon " de woorden " de gelegenheidswerknemers beoogd in artikel 8quater van hetzelfde besluit, " ingevoegd.

Art.4. Tegen uiterlijk 15 september 2005 bezorgt het Paritair Comité voor het Hotelbedrijf aan de Minister van Sociale Zaken, aan de Minister van Werk alsook aan de Nationale Arbeidsraad een evaluatieverslag over dit stelsel van gelegenheidswerk voor de sector van het hotelbedrijf.
  Tegen uiterlijk 15 oktober 2005 bezorgt de Nationale Arbeidsraad aan de Minister van Sociale Zaken en aan de Minister van Werk een evaluatieverslag over dit stelsel van gelegenheidswerk voor de sector van het hotelbedrijf.
  De in het derde en vierde lid bedoelde evaluatieverslagen moeten minstens betrekking hebben op volgende elementen :
  - de kosten en de gevolgen voor de sociale zekerheid van dit stelsel van gelegenheidswerk;
  - de kwaliteit en de kwantiteit van gelegenheidsarbeid als bedoeld in het koninklijk besluit van 27 mei 2003, met inbegrip van de gevolgen van het aldus ingevoerde stelsel voor het witten van onregelmatige arbeid, de ontwikkeling van die gevolgen en de eventuele verschuivingen van het " gewone " gelegenheidswerk naar dit bedoeld in onderhavig besluit;
  - de plaats van de uitzendsector in dat stelsel;
  - de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de sector volgens soort van arbeidsovereenkomst.

Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005 en artikelen 1 en 2 treden buiten werking op 1 augustus 2005.

Art. 6. Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Werk zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 17 november 2005.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Sociale Zaken,
  R. DEMOTTE
  De Minister van Werk,
  P. VANVELTHOVEN