20 JULI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de Rechterlijke Macht terzijde staan.
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 32 van het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan, worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 2, eerste lid, wordt het bedrag " 431,61 EUR " vervangen door " 508,92 EUR ";
2° in § 2, tweede lid, wordt het bedrag " 215,80 EUR " vervangen door " 254,46 EUR ".
Art.2. In artikel 65, § 3, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid wordt het bedrag " 431,61 EUR " vervangen door " 508,92 EUR ";
2° het tweede lid, 1° wordt aangevuld als volgt :
" Voor het personeelslid dat uitsluitend samenwoont met één of meerdere kinderen die hij ten laste heeft wordt dit bedrag van 86,32 EUR vervangen door 116,08 EUR ";
3° in het tweede lid, 2° wordt het bedrag van " 215,80 EUR " vervangen door " 254,46 EUR ".
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2005 en is van toepassing op alle uitkeringen die verschuldigd zijn vanaf dat moment.
Art. 4. Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 juli 2005.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX
Voor de Minister van Werk, afwezig :
De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven,
J. VANDE LANOTTE.