15 JULI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid.
Art. 1-5
Artikel 1. In het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 juni 1999 en 19 januari 2005, wordt een artikel 6bis ingevoegd, luidende :
" Art. 6bis. Voor de werknemer die alleenstaand is, wordt, in geval van zware ziekte van zijn kind dat hoogstens 16 jaar oud is, de maximumperiode van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 6, § 1, eerste lid uitgebreid naar vierentwintig maanden en wordt de maximumperiode van vermindering van arbeidsprestaties bedoeld in artikel 6, § 2, eerste lid uitgebreid naar achtenveertig maanden.
De periodes van schorsing en van vermindering van arbeidsprestaties kunnen enkel worden opgenomen met periodes van minimum één maand en maximum drie maanden, aaneensluitend of niet.
Onder alleenstaande in de zin van dit artikel wordt verstaan de werknemer die uitsluitend en effectief samenwoont met één of meerdere van zijn kinderen. "
Art.2. In artikel 8 van hetzelfde koninklijk besluit wordt tussen het derde en het vierde lid het volgende lid ingevoegd :
" In geval van toepassing van artikel 6bis moet de werknemer bovendien het bewijs leveren van de samenstelling van zijn gezin door middel van een attest dat wordt afgeleverd door de gemeentelijke overheid en waaruit blijkt dat de werknemer op het moment van de aanvraag uitsluitend en effectief samenwoont met één of meerdere van zijn kinderen. "
Art.3. Artikel 8, laatste lid, van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen als volgt :
" Voor iedere verlenging van een periode van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst of voor vermindering van de arbeidsprestaties dient de werknemer dezelfde procedure te volgen en de door de artikel 5 en in voorkomend geval de door artikel 6bis vereiste attest(en) in te dienen. "
Art.4. Dit besluit is van toepassing op de aanvragen die worden ingediend vanaf de inwerkingtreding ervan.
Art. 5. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 juli 2005.
ALBERT
Van Koningswege :
Voor de Minister van Werk, afwezig :
De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven,
J. VANDE LANOTTE.