24 OKTOBER 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 januari 2005 tot bepaling van de nadere regels voor de werking en financiering van een Sociaal Stookoliefonds.
Art. 1-7
Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 20 januari 2005 tot bepaling van de nadere regels voor de werking en financiering van een Sociaal Stookoliefonds worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in de Franse tekst wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt :
" 3° Direction générale : la direction générale Energie du SPF Economie; ";
b) de bepaling onder 4° wordt vervangen als volgt : " 4° Accijnsplichtige onderneming : elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die brandstoffen in verbruik stelt of bij wie tekorten van brandstoffen worden vastgesteld en in die hoedanigheid overeenkomstig de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben, het verkeer daarvan en de controles daarop, gehouden is tot betaling van accijnzen, en de programmawet van 27 december 2004; ".
Art.2. Artikel 3, § 1, 2°, van hetzelfde besluit wordt geschrapt.
Art.3. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 5. § 1. De bijdrage op de aardolieproducten aangewend voor verwarming ten laste van de verbruikers van deze producten die, ten voordele van het Verwarmingsfonds, door de accijnsplichtige ondernemingen wordt geïnd bedraagt :
a) Voor gasolie verwarming : 0,0016 euro per liter brandstof die in verbruik wordt gesteld of waarvan een tekort wordt vastgesteld;
b) Voor lamppetroleum : 0,0016 euro per liter brandstof die in verbruik wordt gesteld of waarvan een tekort wordt vastgesteld;
c) Voor propaan : 0,0010 euro per liter of 0,00196 euro/kg brandstof die in verbruik wordt gesteld of waarvan een tekort wordt vastgesteld;
§ 2. Als aardolieproducten aangewend voor verwarming dienen te worden beschouwd :
a) Voor gasolie verwarming : de hoeveelheden vervat in de GN-codes 27 10 19 41, 45 en 49 in verbruik gesteld met betaling of met vrijstelling van de tarieven bepaald in artikel 419, e), iii en artikel 419, f), iii, van de programmawet van 27 december 2004, hoofdstuk XVIII;
b) Voor lamppetroleum : de hoeveelheden vervat in de GN-code 27 10 19 25 in verbruik gesteld met betaling of met vrijstelling van de tarieven bepaald in artikel 419, d), iii van de programmawet van 27 december 2004, hoofdstuk XVIII;
c) Voor propaan : de hoeveelheden vervat in de GN-code 27 11 12 in verbruik gesteld met betaling of met vrijstelling van de tarieven bepaald in artikel 419, h), iii van de programmawet van 27 december 2004, hoofdstuk XVIII;
De verwijzingen in deze paragraaf naar de codes van de gecombineerde nomenclatuur hebben betrekking op de gecombineerde nomenclatuur van toepassing op 1 januari 2003 van het gemeenschappelijk douanetarief van de Europese Gemeenschap. ".
Art.4. In artikel 7 van hetzelfde besluit wordt een § 5 ingevoegd luidende :
" § 5. Indien het verschuldigde bedrag voor een kwartaal kleiner is dan 25 euro, dan wordt dit bedrag in dat kwartaal niet gefactureerd, maar verschoven naar het volgende kwartaal. "
Art.5. In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) de bepaling onder 6° wordt vervangen als volgt :
" 6° : De volgende vertegenwoordigers worden als lid door de vereniging zonder winstoogmerk aanvaard :
- Drie vertegenwoordigers van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
- Eén vertegenwoordiger van de algemene directie;
- Eén vertegenwoordiger van de Programmatorische Overheidsdienst Sociale Integratie.
De overheidsvertegenwoordigers en de vertegenwoordigers van de OCMW's zetelen met stemrecht in de organen van de vennootschap zonder winstoogmerk.
Een regeringscommissaris, aangeduid door de Minister, zetelt in de raad van bestuur als waarnemer, met uitzondering van hetgeen bepaald is in artikel 14, § 3. ";
b) de bepaling onder 7° wordt vervangen als volgt :
" 7° de leden van de raad van bestuur, met uitzondering van de leden bedoeld in 6°, zijn tewerkgesteld door de betrokken beroepsorganisaties of zijn afgevaardigd door ondernemingen die lid zijn van deze organisaties. "
Art.6. Artikel 24, § 1, van het besluit wordt vervangen als volgt :
" § 1. Ter recuperatie van de voorfinanciering van 17 miljoen euro wordt een bijdrage gelegd op de aardolieproducten bedoeld in artikel 5, § 2.
Deze bijdrage bedraagt :
a) Voor gasolie verwarming : 0,0028 euro per liter brandstof die in verbruik wordt gesteld of waarvan een tekort wordt vastgesteld;
b) Voor lamppetroleum : 0,0028 euro per liter brandstof die in verbruik wordt gesteld of waarvan een tekort wordt vastgesteld;
c) Voor propaan : 0,0017 euro per liter of 0,00333 euro/kg brandstof die in verbruik wordt gesteld of waarvan een tekort wordt vastgesteld; ".
Art. 7. Onze Minister van Energie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 oktober 2005.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Energie,
M. VERWILGHEN.