Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

2 FEBRUARI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 april 1998 betreffende de satellietgrondstations.



Inhoudstafel:


Art. 1-13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1998014114 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In de artikelen 1, 2°, en 7, eerste lid, van het koninklijk besluit van 16 april 1998 betreffende de satellietgrondstations vervalt het woord " ministeriële ".

Art.2. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 april 1998 betreffende de satellietgrondstations wordt aangevuld als volgt :
  " 10° EIUV : equivalent isotropisch uitgestraald vermogen.
  11° PLB : Personal Locator Beacon.
  12° Vaste gronddienst : dienst voor radiocommunicatie tussen bepaalde vaste punten. "

Art.3. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  " Dit besluit, met uitzondering van artikel 5, § 1, is niet van toepassing op de satellietgrondstations in werking gesteld door :
  1° de diensten die onder de Minister van Landsverdediging ressorteren, de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie en de Geallieerde Strijdkrachten, voor militaire doeleinden en met het oog op de openbare veiligheid;
  2° de openbare radio-omroepdiensten voor de behoeften van hun uitzendingen.
  Dit besluit, met uitzondering van de artikelen 3 en 5, § 1, is niet van toepassing op de satellietgrondstations in werking gesteld door :
  1° het Instituut voor de exploitatie van zijn diensten;
  2° de meteorologische satellietdienst;
  3° het Europese Ruimteagentschap voor het volgen en controleren van satellieten. "

Art.4. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  " Art. 3. Zijn niet onderworpen aan de vergunningen bedoeld in artikel 3, § 1, van de wet van 30 juli 1979 betreffende de radioberichtgeving :
  1° de eindstations van systemen voor mobiele of persoonlijke satellietcommunicatie waarvan de dienst in België rechtsgeldig wordt verstrekt. Het Instituut publiceert een lijst met die systemen;
  2° de radiobakens voor plaatsbepaling per satelliet van rampen;
  3° de grondstations die louter kunnen ontvangen;
  4° de grondstations die werken in de 14,00 - 14,50 GHz- band voor de transmissie en in de 10,70 - 11,70 GHz en 12,50 - 12,75 GHz-banden voor de ontvangst, met de volgende karakteristieken :
  - maximaal uitzendvermogen : 2 W
  - EIUV lager dan of gelijk aan 50 dBW
  - gebruikt op meer dan 500 m van de grenzen van een luchthaven of vliegveld;
  5° de grondstations die werken in de 29,50 -30,00 GHz-band voor de transmissie en in de 19,70 - 20,20 GHz-band voor de ontvangst, met de volgende karakteristieken :
  - maximaal uitzendvermogen : 2 W
  - EIUV lager dan of gelijk aan 50 dBW
  - gebruikt op meer dan 500 m van de grenzen van een luchthaven of vliegveld;
  6° de grondstations die werken in de 29,50 -30,00 GHz-band voor de transmissie en in de 10,70 - 12,75 GHz-band voor de ontvangst, met de volgende karakteristieken :
  - maximaal uitzendvermogen : 2 W
  - EIUV lager dan of gelijk aan 50 dBW
  - gebruikt op meer dan 500 m van de grenzen van een luchthaven of vliegveld;
  7° De PLB's die in een CEPT-land behoorlijk vergund zijn en die aan het Instituut gemeld zijn.
  De bovengenoemde vaste grondstations kunnen een bescherming vragen ten opzichte van vaste gronddiensten. In dat geval zijn zij onderworpen aan een vergunning overeenkomstig artikel 3, § 1, van de wet van 30 juli 1979 betreffende de radioberichtgeving, en kan het Instituut de gebruikte frequentiebanden beperken. "

Art.5. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 1 vervallen de woorden " aangiften en " en de woorden " aangever of ";
  2° in § 1 wordt de bepaling onder 4° aangevuld als volgt : " Dit moet aan het Instituut worden bezorgd voor het opmaken van de vergunning ";
  3° in § 2 vervallen de woorden " aangiften en ";
  4° § 3, eerste lid, wordt vervangen als volgt : " De vergunning wordt toegekend door het Instituut, uiterlijk zes weken na de rechtsgeldige aanvraag. ";
  5° § 3, derde lid, wordt vervangen als volgt : " De termijn kan met vijf maanden worden verlengd indien voor het grondstation een frequentiecoördinatie nodig is. Het Instituut kan een bijkomende termijn opleggen in geval van problemen met de coördinatie. In dat geval wordt een voorlopige vergunning opgesteld. "

Art.6. In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 1 wordt de bepaling onder 1° vervangen als volgt:
  " 1° er moet een satellietgrondstation worden gebruikt dat legaal gefabriceerd is en/of in de handel gebracht binnen de EU.
  De operatoren en aanbieders van openbare telecommunicatiediensten publiceren de exacte en passende technische specificaties van hun interfaces in overeenstemming met artikel 92quater van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. ";
  2° in § 2 vervallen de woorden " de aangifte of van ".

Art.7. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : " Art. 6. De vergunning verleent aan de houder ervan geen enkel alleenrecht. "

Art.8. In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid worden de woorden " De Minister kan, op voorstel van het Instituut of zijn gemachtigde de betreffende vergunning op elk ogenblik schorsen of intrekken, wanneer de houder : " vervangen door de woorden " Het Instituut kan, op elk ogenblik, de betreffende vergunning schorsen of intrekken, wanneer de houder : ";
  2° het tweede lid wordt aangevuld als volgt : " en maximaal zes maanden ".
  3° het volgende lid wordt toegevoegd : " Het Instituut kan alle noodzakelijke maatregelen nemen om storingen te voorkomen, met inbegrip van het beslag op de toestellen. "

Art.9. In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het tweede lid worden de woorden " 30.000 frank " vervangen door de woorden " 250 euro ";
  2° in het derde lid worden de woorden " 40.000 frank " vervangen door de woorden " 1.000 euro per coördinatie ";
  3° het vierde lid wordt vervangen als volgt : " 100 euro per PLB. ".

Art.10. Artikel 13, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  " Het jaarlijkse recht wordt berekend als volgt :
  1° 10 euro per PLB;
  2° 60 euro voor de stations die louter ontvangen en bescherming vragen;
  3° 60 + (Bx240) euro voor de andere stations waarbij B de totale bandbreedte bij uitzending van het station is, uitgedrukt in MHz en afgerond naar de hogere MHz. "

Art.11. In artikel 14, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden " Na de toepassing van de coëfficiënt worden de bedragen afgerond tot het hogere honderdtal franken. " vervangen door de woorden " Na de toepassing van de coëfficiënt worden de in artikel 12 vermelde bedragen afgerond tot de hogere euro, de in artikel 13 vermelde bedragen worden afgerond tot het hogere veelvoud van 12 cent. "

Art.12. De satellietgrondstations die door artikel 3 van dit besluit vrijgesteld zijn van vergunning zullen het jaarlijkse recht terugbetaald krijgen pro rata de maanden die overblijven bij de inwerkingtreding van dit besluit, waarbij elke begonnen maand verschuldigd blijft.

Art. 13. Onze Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 2 februari 2005.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid,
  M. VERWILGHEN
  De Minister van Werk,
  Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE.