Details





Titel:

17 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit betreffende de geschiktheid voor luchtdienst. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-11-2005 en tekstbijwerking tot 17-11-2023)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemeenheden.
Art. 1-3
HOOFDSTUK II. - De medische onderzoeken tot vaststelling van de geschiktheid voor luchtdienst.
Art. 4-10
HOOFDSTUK IIbis. - De psychotechnische proeven tot vaststelling van de geschiktheid voor luchtdienst <Ingevoegd bij KB 2007-10-11/34, art. 22; Inwerkingtreding : 31-10-2007>
Art. 10bis
HOOFDSTUK III. - De geschiktheid voor luchtdienst.
Afdeling I. - Algemene bepalingen.
Art. 11-15
Afdeling II. - De beslissing van geschiktheid voor de luchtdienst.
Art. 16-25
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 26-30
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1959100503  2003007270 





Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemeenheden.
Artikel 1. Dit besluit is toepasselijk op de leden en kandidaat-leden van het varend personeel van de krijgsmacht bedoeld in artikel 1, 1°, van het koninklijk besluit van 13 mei 2004 betreffende het varend personeel van de krijgsmacht, alsmede op de militairen en kandidaat-militairen die gelegenheidsluchtvaartprestaties uitvoeren.

Art.2.Voor de toepassing van dit besluit moet verstaan worden onder :
  1° "luchtdienst" : het uitvoeren van een functie of het vervullen van een opdracht aan boord van een militair luchtvaartuig in vlucht;
  2° "de kandidaat voor luchtdienst" : de sollicitant, de kandidaat-militair of de militair die aan luchtdienst wenst deel te nemen met als bedoeling tot een categorie van het varend personeel toe te treden of gelegenheidsluchtvaartprestaties uit te voeren;
  3° "de vliegerarts" : de arts die een aanvullende vorming in luchtvaartgeneeskunde heeft gevolgd en die zich daarover regelmatig bijschoolt;
  4° "leerling-piloot" : de kandidaat-militair of de militair die de professionele vorming volgt voor het behalen van het militair brevet van piloot;
  5° "piloot-leerling" : de kandidaat-militair of de militair, houder van het militair brevet van piloot, die de professionele vorming volgt voor het behalen van het hoger militair brevet van piloot;
  6° "piloot" : de militair, houder van het hoger militair brevet van piloot, en de piloot-leerling;
  7° "kandidaat-militair" : de kandidaat bedoeld in artikel [1 3/1 van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht]1;
  8° "sollicitant" : de persoon bedoeld in artikel 3, [1 3, 6°, van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht]1;
  9° "de minister" : de minister van [2 Defensie]2;
  10° "het CME-CLG" : het centrum voor medische expertise-centrum voor luchtvaartgeneeskunde;
  11° "NAEWF" : NATO AIRBORNE EARLY WARNING FORCE;
  12° "de commissie" : de geneeskundige commissie voor geschiktheid voor luchtdienst;
  13° "de commissie van beroep" : de geneeskundige commissie van beroep voor geschiktheid voor luchtdienst;
  14° "de MCGR" : de militaire commissie voor geschiktheid en reform;
  15° "de MCBGR" : de militaire commissie van beroep voor geschiktheid en reform.
  ----------
  (1)<KB 2013-11-07/52, art. 19, 007; Inwerkingtreding : 31-12-2013>
  (2)<KB 2016-01-29/11, art. 96, 009; Inwerkingtreding : 11-03-2016>

Art.3.Op het gebied van de medische geschiktheid voor luchtdienst wordt het varend personeel onderverdeeld in drie vliegmedische categorieën (VMC).
  De vliegmedische categorie 1 (VMC 1) bevat de piloten, leerling-piloten en de sollicitanten kandidaat-piloten.
  De vliegmedische categorie 2 (VMC 2) bevat het varend personeel dat niet piloot is maar waarvan de functie aan boord van het luchtvaartuig in direct verband staat met het technisch uitvoeren van de vlucht. De beoogde functies zijn :
  1° navigator;
  2° boordmecanicien;
  3° operator van opzoekings- en reddingssysteem (SARSO);
  4° loadmaster-steward;
  [2 4/1° loadmaster A400M;]2
  5° [1 cabin operator;]1
  [1 6° [3 tactical coordinator;]3]1
  [3 7° air refueling operator-loadmaster;
   8° de sollicitanten, de kandidaat-militairen en de militairen die één van de in dit lid, 2° tot 7°, bedoelde functies wensen uit te oefenen.]3
  De vliegmedische categorie 3 (VMC 3) bevat het varend personeel dat niet piloot is waarvan de functie aan boord van het luchtvaartuig niet in direct verband staat met het technisch uitvoeren van de vlucht. De beoogde functies zijn :
  1° ambulancier aan boord van opzoekings- en reddingsluchtvaartuigen;
  2° redder-duiker aan boord van opzoekings- en reddingsluchtvaartuigen;
  3° boordschutter;
  4° steward;
  5° luchtverdedigingscontroleur aan boord van luchtvaartuigen van de NAEWF;
  6° radar- en telecommunicatie technicus aan boord van luchtvaartuigen van de NAEWF;
  7° [1 7° sensor operator;]1
  [1 8° de sollicitanten, de kandidaat-militairen en de militairen die één van de in dit lid, 1° tot 7°, bedoelde functies wensen uit te oefenen.]1
  De kandidaat-militairen en de militairen die gelegenheidsluchtvaartprestaties uitvoeren of die wensen gelegenheidsluchtvaartprestaties uit te voeren zijn onderworpen aan de bepalingen toepasselijk op het varend personeel behorend tot de VMC 3.
  ----------
  (1)<KB 2013-08-17/32, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
  (2)<KB 2019-09-18/02, art. 9, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
  (3)<KB 2023-09-22/11, art. 6, 012; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

HOOFDSTUK II. - De medische onderzoeken tot vaststelling van de geschiktheid voor luchtdienst.
Art.4. Het medische onderzoek tot vaststelling van de basisgeschiktheid voor luchtdienst is het medisch keuringsonderzoek.
  De medische onderzoeken tot vaststelling van de verdere geschiktheid voor luchtdienst zijn :
  1° het herkeuringsonderzoek;
  2° het medisch controleonderzoek;
  3° het bijzonder medisch onderzoek

Art.5. Het medisch keuringsonderzoek moet worden ondergaan door iedere kandidaat voor luchtdienst om na te gaan of hij aan de geschiktheidscriteria voor luchtdienst voor het uitoefenen van de betrokken functie voldoet. Dit onderzoek bestaat uit het aanvullend medisch onderzoek ondergaan door de sollicitanten voor dezelfde functies.
  Dit onderzoek wordt uitgevoerd door een vliegerarts van het CME-CLG.
  Iedere kandidaat voor luchtdienst die geweigerd heeft om het geheel of een gedeelte van het medisch keuringsonderzoek te ondergaan dat dient tot vaststelling van zijn initiële geschiktheid voor luchtdienst wordt van rechtswege ongeschikt verklaard voor luchtdienst.

Art.6.Het herkeuringsonderzoek is een periodiek medisch onderzoek uitgevoerd door een vliegerarts van het CME-CLG, om het behoud van de geschiktheid voor luchtdienst van het betrokken personeel na te gaan.
  Dit onderzoek moet ondergaan worden :
  1° jaarlijks door het personeel behorend tot de VMC 1 [1 , door de boordmecanicien, de tactical coordinator en de air refueling operator-loadmaster]1;
  2° tweejaarlijks door het personeel behorend tot de VMC 2, [1 met uitzondering van de boordmecanicien, de tactical coordinator, en de air refueling operator-loadmaster]1, en tot de VMC 3.
  ----------
  (1)<KB 2023-09-22/11, art. 7, 012; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

Art.7.Het medisch controle-onderzoek is een periodiek medisch onderzoek uitgevoerd door de vliegerarts in steun van de eenheid waartoe de militair of de kandidaat-militair behoort, om het behoud van zijn geschiktheid voor luchtdienst na te gaan.
  Dit onderzoek moet ondergaan worden :
  1° zes maanden na het herkeuringsonderzoek door het personeel behorend tot de VMC 1 [1 , door de boordmecanicien, de tactical coordinator en de air refueling operator-loadmaster]1;
  2° één jaar na het herkeuringsonderzoek door het personeel behorend tot de VMC 2, [1 met uitzondering van de boordmecanicien, de tactical coordinator en de air refueling operator-loadmaster]1, en tot de VMC 3.
  ----------
  (1)<KB 2023-09-22/11, art. 8, 012; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

Art.8.§ 1. Het bijzonder medisch onderzoek is een medisch onderzoek uitgevoerd door de vliegerarts in steun van de eenheid waartoe het lid van het varend personeel behoort, om het behoud van zijn geschiktheid voor luchtdienst na te gaan.
  Dit onderzoek moet ondergaan worden door het lid van het varend personeel :
  1° dat een ziekte opliep of betrokken was bij een ongeval waarvan de vliegerarts in steun van de eenheid waartoe hij behoort, oordeelt dat hierdoor de geschiktheid voor luchtdienst in gedrang kan komen;
  2° dat medisch vrijgesteld was van vliegen;
  3° dat afwezig was om gezondheidsredenen;
  4° op aanvraag van zijn korpscommandant indien hij oordeelt dat betrokkene ongeschikt voor luchtdienst zou kunnen zijn;
  5° dat hiertoe wordt opgeroepen door de vliegerarts in steun van de eenheid waartoe hij behoort;
  6° dat vraagt om dit onderzoek te ondergaan.
  § 2. Het bijzonder medisch onderzoek wordt evenwel door een vliegerarts van het CME-CLG uitgevoerd wanneer het lid van het varend personeel :
  1° betrokken was bij een luchtvaartongeval;
  2° gedurende een ononderbroken periode van[1 achtentwintig dagen]1, medisch vrijgesteld was van vliegen of afwezig was om gezondheidsredenen;
  3° hiertoe wordt opgeroepen op aanvraag van de vliegerarts in steun van de eenheid waartoe hij behoort.
  ----------
  (1)<KB 2012-12-06/12, art. 70, 005; Inwerkingtreding : 12-01-2013>

Art.9. De militair of de kandidaat-militair wordt van rechtswege als tijdelijk ongeschikt voor luchtdienst beschouwd, naargelang het geval :
  1° tijdens een afwezigheid om gezondheidsredenen;
  2° vanaf het ogenblik dat het tijdstip verstreken is waarop een herkeuringsonderzoek of een medisch controle-onderzoek had moeten ondergaan worden.

Art.10.De medische criteria nodig om de geschiktheid of het behoud van de geschiktheid voor luchtdienst te kunnen bepalen, worden vastgesteld in de tabel in bijlage bij dit besluit.
  De nadere uitvoeringsregels betreffende de in artikel 4 bedoelde medische onderzoeken worden vastgesteld in een reglement uitgevaardigd door de minister van [1 Defensie]1.
  ----------
  (1)<KB 2016-01-29/11, art. 96, 009; Inwerkingtreding : 11-03-2016>

HOOFDSTUK IIbis. - De psychotechnische proeven tot vaststelling van de geschiktheid voor luchtdienst
Art. 10bis.<Ingevoegd bij KB 2007-10-11/34, art. 22; Inwerkingtreding : 31-10-2007> De kandidaat voor luchtdienst ondergaat eveneens de specifieke psychotechnische proeven voor de luchtdienst, hernomen in artikel [1 32, 1°,]1 van het koninklijk besluit van 11 september 2003 betreffende de werving van de militairen, die door de sollicitanten voor dezelfde functie ondergaan worden, volgens de nadere regels bepaald in hetzelfde besluit.
  Iedere kandidaat voor luchtdienst die geweigerd heeft om het geheel of een gedeelte van de psychotechnische proeven te ondergaan die dienen tot vaststelling van zijn initiële geschiktheid voor luchtdienst wordt van rechtswege ongeschikt verklaard voor luchtdienst.
  ----------
  (1)<KB 2013-11-07/52, art. 20, 007; Inwerkingtreding : 31-12-2013>

HOOFDSTUK III. - De geschiktheid voor luchtdienst.
Afdeling I. - Algemene bepalingen.
Art.11. Er worden een geneeskundige commissie voor geschiktheid voor luchtdienst, hierna "de commissie" genoemd, en een geneeskundige commissie van beroep voor geschiktheid voor luchtdienst, hierna "de commissie van beroep" genoemd, ingesteld.

Art.12. De commissie is bevoegd om over de geschiktheid voor luchtdienst van de kandidaat-leden en de leden van het varend personeel te beslissen..

Art.13.§ 1. De commissie van beroep is bevoegd om het beroep, aangetekend door het betrokken personeel tegen elke beslissing genomen door de commissie betreffende de geschiktheid voor luchtdienst, te behandelen.
  § 2. Het beroep bedoeld in § 1 moet gericht worden aan de voorzitter van de commissie van beroep [1 met een aangetekende zending]1 of ingeschreven bij de dienst der militaire estafetten, en moet ingediend worden binnen de dertig dagen volgend op de betekening van de betwiste beslissing.
  Wanneer het een sollicitant betreft, moet het beroep evenwel ingediend worden binnen de zeven dagen volgend op de betekening van de betwiste beslissing.
  Het beroep schort de betwiste beslissing niet op.
  ----------
  (1)<KB 2013-12-26/03, art. 144, 008; Inwerkingtreding : 31-12-2013>

Art.14.§ 1. [1 De commissie en de commissie van beroep zijn elk samengesteld uit drie leden van wie deze met de meeste anciënniteit in de hoogste graad voorzitter is.
   Op voorstel van de commandant van de medische component, wijst de directeur-generaal human resources de leden aan van elke commissie, evenals een plaatsvervangend lid voor elk van deze commissies.
   De leden en het plaatsvervangend lid van de commissie en de commissie van beroep zijn officierengeneesheren van het actief kader.
   Minstens een lid en het plaatsvervangende lid van de commissie en van de commissie van beroep moeten vliegerartsen zijn.]1
  § 2. [1 Het secretariaat van elke commissie wordt waargenomen door een secretaris die kan worden bijgestaan door andere personeelsleden van het departement van Defensie. Het personeel van het secretariaat van elke commissie wordt aangewezen door de voorzitter van de betrokken commissie.]1
  § 3. Een lid van de commissie van beroep mag geen lid geweest zijn van de commissie voor een zelfde zaak.
  [1 De leden van de commissie en van de commissie van beroep en de secretaris moeten de zaak kunnen behandelen in de taal van het taalstelsel van de belanghebbende.]1
  § 4. [1 De bevoegheden van korpscommandant worden ten aanzien van de leden van iedere commissie en van het secretariaat uitgeoefend :
   1° in administatief opzicht, door de voorzitter van de betrokken commissie;
   2° in disciplinair opzicht, door de commandant van de medische component.]1
  De aanwijzing voor een zitting zal als een prioritaire activiteit beschouwd worden.
  § 5. [1 Elke persoon, waarvan de geschiktheid voor luchtdienst onderzocht wordt, kan elk lid van een commissie of een commissie van beroep wraken [2 indien hij van mening is dat een wettige verdenking bestaat ten opzichte van een lid]2.
   Dient zich te wraken elk lid van een commissie of een commissie van beroep :
   1° dat de echtgenoot of wettelijk samenwonende, of een bloed- of aanverwant tot de vierde graad is van de persoon, waarvan de geschiktheid voor luchtdienst onderzocht wordt;
   2° dat [2 ...]2 van mening is dat hij de persoon, waarvan de geschiktheid voor luchtdienst onderzocht wordt, niet volkomen onpartijdig kan beoordelen.
   Elke persoon, waarvan de geschiktheid voor luchtdienst onderzocht wordt, of het betrokken lid moet de wrakingsgrond doen gelden :
   1° bij de voorzitter van de commissie indien de wrakingsgrond een lid van de commissie betreft;
   2° bij de voorzitter van de commissie van beroep indien de wrakingsgrond een lid van de commissie van beroep betreft;
   3° bij de directeur-generaal human resources, indien de wrakingsgrond de voorzitter van de commissie of van de commissie van beroep betreft.
   Indien de voorzitter van de betrokken commissie of de directeur-generaal human resources oordeelt dat de motivering ontoereikend is, kan hij de wraking verwerpen. De verwerping wordt schriftelijk gemotiveerd. Indien hij oordeelt dat de wrakingsgrond gegrond is, worden nieuwe leden aangewezen.
  [2 De beslissing wordt overgemaakt aan de betrokkene door middel van elk schriftelijk communicatiemiddel tegen ontvangstbewijs, in voorkomend geval, vergezeld van de lijst van de nieuwe aangewezen leden.]2
   De wrakingsgrond, gemotiveerd door een bewijs of een begin van bewijs, wordt door elk schriftelijk communicatiemiddel toegezonden tegen ontvangstbewijs ten laatste vijftien werkdagen vóór de zitting van de betrokken commissie.]1
  ----------
  (1)<KB 2010-08-26/06, art. 65, 004; Inwerkingtreding : 13-09-2010>
  (2)<KB 2013-12-26/03, art. 145, 008; Inwerkingtreding : 31-12-2013>

Art.15. Elke commissie doet uitspraak bij meerderheid van stemmen. Hun leden kunnen zich niet onthouden.
  Elke commissie mag van alle onderzoekingsmiddelen gebruik maken en inzonderheid het advies van deskundigen of specialisten inwinnen. Deze deskundigen en specialisten zijn niet stemgerechtigd.
  De beslissingen van elke commissie worden in het vliegboek van de betrokken kandidaat-militair of militair ingeschreven.

Afdeling II. - De beslissing van geschiktheid voor de luchtdienst.
Art.16. § 1. De commissie beslist, op grond van één van de onderzoeken bedoeld in artikel 4, over de medische geschiktheid voor luchtdienst van het personeel behorend tot de VMC 1, VMC 2 en VMC 3.
  § 2. De commissie beslist op stukken.
  Het betrokken personeelslid kan evenwel gehoord worden door de commissie op zijn aanvraag of indien de commissie het nodig acht. Hij mag dan zich laten bijstaan door een geneesheer, een advocaat of een afgevaardigde van een representatieve vakorganisatie van zijn keuze, hierna "de verdediger" genoemd.
  Het medisch dossier mag, binnen de acht werkdagen die de zitting van de commissie voorafgaan, geraadpleegd worden ten zetel van de commissie door de betrokkene of zijn verdediger.
  De betrokkene of zijn verdediger mogen, ten laatste drie werkdagen voor de zitting van de commissie, hun opmerkingen schriftelijk kenbaar maken aan de commissie.
  § 3. De commissie neemt, voor de betrokken functie, een van volgende beslissingen :
  1° de geschiktheid voor luchtdienst;
  2° de tijdelijke geschiktheid voor luchtdienst;
  3° de geschiktheid voor luchtdienst, met beperkingen;
  4° de tijdelijke ongeschiktheid voor luchtdienst;
  5° de definitieve ongeschiktheid voor luchtdienst.
  De beslissing tot tijdelijke geschiktheid of tijdelijke ongeschiktheid, en iedere verlenging, wordt genomen voor een duur bepaald door de commissie.
  Na afloop van iedere tijdelijke geschiktheid of ongeschiktheid dient betrokkene zich terug aan te melden voor de commissie teneinde de duur van de tijdelijke geschiktheid of ongeschiktheid te verlengen of teneinde een andere beslissing te nemen.
  § 4. De commissie stelt een protocol van geneeskundig onderzoek op, waarin de tijdens het betrokken geneeskundige onderzoek gedane vaststellingen en de conclusies betreffende de geschiktheid van de belanghebbende voor luchtdienst worden opgetekend.
  De resultaten van het geneeskundig onderzoek op grond waarvan de commissie beslist over de geschiktheid voor luchtdienst alsmede het protocol van geneeskundig onderzoek bedoeld in het eerste lid, mogen worden geraadpleegd door een geneesheer gekozen door de betrokken persoon.

Art.17. De beperkingen van de geschiktheid voor luchtdienst bedoeld in artikel 16, § 3, eerste lid, 3°, zijn :
  1° de beperking tot dagvluchten alleen;
  2° de beperking van de vlieghoogte;
  3° de beperking van de vliegduur;
  4° de beperking inzake luchtacrobatiek;
  5° de beperking tot lichte vliegtuigen, oefenvliegtuigen, transportvliegtuigen, verbindingsvliegtuigen of luchtvaartuigen van een bepaald type;
  6° de beperking tot vliegtuigen met twee zitplaatsen met verplichte aanwezigheid van een tweede piloot en op voorwaarde dat deze tweede piloot niet aan dezelfde beperking onderworpen is;
  7° de beperking tot het vliegen met een bepaalde optische correctie;
  8° de beperking inzake de geografische bestemming;
  9° de beperking tot het vliegen als tweede piloot, met als gevolg dat betrokkene niet als boordcommandant mag fungeren;

Art.18.[1 De voorzitter van de commissie betekent de beslissing van de commissie aan de betrokken persoon en, wanneer het een kandidaat-militair of een militair betreft, brengt de korpscommandant van betrokkene, de hoofdgeneesheer van het CME-CLG, alsmede de hoofdgeneesheer van het medisch regionaal centrum en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer bevoegd voor de eenheid van de betrokken militair ervan op de hoogte. ]1
  ----------
  (1)<KB 2012-12-06/12, art. 71, 005; Inwerkingtreding : 12-01-2013>

Art.19. De betrokken persoon kan tegen de beslissing bedoeld in artikel 18 beroep aantekenen bij de commissie van beroep, overeenkomstig de bepalingen van artikel 13.

Art.20. Het betrokken personeelslid wordt door de commissie van beroep gehoord op zijn aanvraag of indien de commissie van beroep het nodig acht. Hij mag zich laten bijstaan door een geneesheer, een advocaat of een afgevaardigde van een representatieve vakorganisatie van zijn keuze, hierna "de verdediger" genoemd.
  Het medisch dossier mag, binnen de acht werkdagen die de zitting van de commissie van beroep voorafgaan, geraadpleegd worden ten zetel van de commissie van beroep door de betrokkene of zijn verdediger.
  De betrokkene of zijn verdediger mogen, ten laatste drie werkdagen voor de zitting van de commissie van beroep, hun opmerkingen schriftelijk kenbaar maken aan de commissie van beroep,.
  De voorzitter van de commissie van beroep kan de voorzitter van de commissie uitnodigen om de beslissing bedoeld in artikel 18 toe te lichten.
  De commissie van beroep mag de betrokkene onderwerpen aan een nieuw geneeskundig onderzoek.

Art.21. Op grond, naargelang het geval, van het protocol van geneeskundig onderzoek opgesteld door de commissie, van het geneeskundig onderzoek bedoeld in artikel 20, vijfde lid, en van de tijdens de zitting gedane vaststellingen, kan de commissie van beroep :
  1° de beslissing van de commissie bevestigen;
  2° elke andere beslissing bedoeld in artikel 16, § 3, eerste lid, nemen.
  De commissie van beroep stelt een protocol van geneeskundig onderzoek op, waarin de tijdens de zitting en in voorkomend geval, tijdens het nieuw geneeskundig onderzoek, gedane vaststellingen en de conclusies betreffende de geschiktheid van de belanghebbende voor luchtdienst worden opgetekend.

Art.22.De voorzitter van de commissie van beroep betekent de [1 ...]1 beslissing van de commissie van beroep aan de betrokken persoon en brengt de voorzitter van de commissie alsmede, wanneer het een kandidaat-militair of een militair betreft, de korpscommandant van betrokkene [1 , de hoofdgeneesheer van het CME-CLG, alsmede de hoofdgeneesheer van het medisch regionaal centrum en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer bevoegd voor de eenheid van de betrokken militair]1 ervan op de hoogte.
  ----------
  (1)<KB 2012-12-06/12, art. 72, 005; Inwerkingtreding : 12-01-2013>

Art.23. Indien de commissie of de commissie van beroep oordeelt dat de betrokken kandidaat-militair of militair voor elke militaire dienst ongeschikt zou kunnen zijn, dan brengt de voorzitter van de betrokken commissie de minister of de militaire overheid aangewezen door de minister hiervan ter kennis met het oog op de behandeling van de zaak door de MCGR.
  In het geval bedoeld in het eerste lid, stelt hij eveneens de betrokken persoon in kennis van het feit dat zijn zaak zou kunnen worden behandeld door de MCGR.
  In het geval dat de commissie oordeelt dat de betrokken kandidaat-militair of militair voor elke militaire dienst ongeschikt zou kunnen zijn, beslist de commissie van beroep pas over een eventueel beroep na de beslissing van de MCGR en in voorkomend geval na de beslissing van de MCBGR voor zover een van deze laatste commissies geen definitieve beslissing tot ongeschiktheid voor elke militaire dienst heeft genomen.

Art.24.De voorzitter van de commissie van beroep houdt een geactualiseerde lijst bij van de geneesmiddelen waarvan de inname automatisch leidt tot tijdelijke medische ongeschiktheid voor luchtdienst voor de duur van de behandeling.
  De lijst bedoeld in het eerste lid, wordt ter kennis gebracht van de betrokken militairen volgens de nadere regels vastgesteld door de [2 directeur-generaal gezondheid en welzijn]2.
  ----------
  (1)<KB 2010-04-06/24, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2010>
  (2)<KB 2018-12-02/12, art. 45, 010; Inwerkingtreding : 18-01-2019>

Art.25. § 1. Al wie kennis heeft van enig bedrog dat aanleiding gaf tot beïnvloeding van een beslissing inzake de geschiktheid voor luchtdienst, vraagt de minister om herziening van deze beslissing.
  Deze aanvraag moet binnen de vijf jaar na de betekening van de bestreden beslissing aan de betrokkene ingediend worden.
  Oordeelt de minister de aanvraag tot herziening gegrond, dan vat hij de overheid die de door bedrog aangetaste beslissing genomen heeft.
  § 2. De aanvraag tot herziening is gegrond onder meer indien enige handeling bewust gesteld werd met het oogmerk de beslissing van de commissie of van de commissie van beroep in deze of gene zin zodanig te beïnvloeden of te wijzigen dat ze niet overeenstemt met de werkelijke toestand van de betrokken persoon. In het bijzonder wordt elke bewust gestelde daad waardoor onderzoeksresultaten of een ander document hiertoe weggemaakt, verborgen, vernietigd, verduisterd of gewijzigd worden, als bedrieglijk beschouwd.
  Gaat de vraag bedoeld in het eerste lid, uit van de persoon op wie de beslissing betrekking had en oordeelt de minister de aanvraag tot herziening ongegrond, dan brengt hij de aanvrager op de hoogte van zijn gemotiveerde weigering de overheid die de beslissing genomen heeft te vatten.
  § 3. Een lid van de commissie of van de commissie van beroep waarvan de beslissing herzien wordt, kan geen lid zijn van de geneeskundige commissie van beroep voor geschiktheid voor luchtdienst die deze beslissing herziet.

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.26. Artikel 44, § 1, van het koninklijk besluit van 11 september 2003 betreffende de werving van de militairen, wordt aangevuld met het volgende lid :
  " In geval van beroep betreffende een beslissing van geschiktheid voor luchtdienst, is de medische commissie van beroep de geneeskundige commissie van beroep voor geschiktheid voor luchtdienst. ".

Art.27. Het koninklijk besluit van 5 oktober 1959 betreffende de geschiktheid voor luchtdienst, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 24 december 1968, 5 oktober 1972, 16 april 1998 en 7 mei 2000, wordt opgeheven.

Art.28. Elke procedure aangevangen overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 5 oktober 1959 betreffende de geschiktheid voor luchtdienst vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit, wordt beëindigd overeenkomstig de bepalingen van het voornoemd koninklijk besluit van 5 oktober 1959.

Art.29. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2006.

Art.30.Onze Minister van Landsverdediging wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N.[1 Tabel van de medische criteria waaraan de kandidaten voor luchtdienst en de militairen die luchtdienst uitvoeren dienen te voldoen.]1

  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 17-11-2023, p. 106692)
  ----------
  (1)<KB 2023-09-22/11, art. 9, 012; Inwerkingtreding : 01-09-2023>