Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

2 MAART 2005. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen.



Inhoudstafel:


Art. 1-6
BIJLAGEN.
Art. N1-N5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1998003395 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. § 1. Een artikel 12bis, luidend als volgt wordt in het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen ingevoegd :
  " Art 12bis. § 1. Indien de generale verklaring waarvan sprake in bijlage I, deel A, cijfer 1, van Richtlijn 2002/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 februari 2002 betreffende de meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lid-Staten van de Gemeenschap niet overeenkomstig artikel 12 wordt ingediend, moet de generale verklaring met gebruikmaking van het formulier dat overeenstemt met het model van bijlage XXIV bij onderhavig besluit bij de douanediensten worden ingediend.
  Het in lid 1 bedoelde formulier wordt ingevuld en gebruikt overeenkomstig de toelichtingen in bijlage XV bij onderhavig besluit. "
  § 2. Teneinde de zich aan boord van schepen bevindende goederen onder de regeling communautair douanevervoer te kunnen laten vervoeren tussen de haven van binnenkomst en een losplaats in België moet de douane op de keerzijde van de generale verklaring de hierna volgende tekst aanbrengen, ondertekenen en waarmerken met de kantoorstempel.
  Bij vertrek in de haven van binnenkomst :
  " Het schip is heden vertrokken naar ............... "
  Bij aankomst op de losplaats :
  " Het schip is heden aangekomen te ............... en ingeschreven in het register 125 A van de losplaats onder nummer .........................., het triplicaat werd teruggezonden aan het kantoor van binnenkomst. "

Art.2. Een artikel 14bis, luidend als volgt wordt in het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen ingevoegd :
  " Art. 14bis. Indien de scheepsvoorradenaangifte waarvan sprake in bijlage I, deel A, cijfer 2, van Richtlijn 2002/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 februari 2002 betreffende de meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lid-Staten van de Gemeenschap niet overeenkomstig artikel 14 wordt ingediend, moet de scheepsvoorradenaangifte met gebruikmaking van het formulier dat overeenstemt met het model van bijlage XXV van onderhavig besluit bij de douanediensten worden ingediend. "

Art.3. Een artikel 15ter, luidend als volgt wordt in het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen ingevoegd :
  " Art. 15ter. Indien de verklaring over de bezittingen van de bemanningsleden waarvan sprake in bijlage I, deel A, cijfer 3, van Richtlijn 2002/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 februari 2002 betreffende de meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lid-Staten van de Gemeenschap niet overeenkomstig artikel 15 wordt ingediend, moet de verklaring over de bezittingen van de bemanningsleden met gebruikmaking van het formulier dat overeenstemt met het model van de bijlage XXVI van onderhavig besluit bij de douanediensten worden ingediend. "

Art.4. Artikel 18, § 1, van het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen wordt vervangen als volgt :
  " Art. 18. § 1. Voor het drukken van de in de artikelen 10, 12, 12bis, 14, 14bis, 15, 15ter en 17, § 1, bedoelde formulieren wordt wit papier gebruikt, dat zodanig is gelijmd dat het goed is te beschrijven en dat ten minste veertig gram per vierkante meter weegt.
  Dit papier is zo ondoorzichtig dat de gegevens die op de ene zijde voorkomen de leesbaarheid niet aantasten van de gegevens die op de andere zijde voorkomen en is zo stevig dat het bij normaal gebruik niet scheurt noch kreukt.
  De formulieren moeten in het zwart worden gedrukt. ".

Art.5. Aan het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen worden toegevoegd :
  - de bijlage XXIV opgenomen als bijlage A bij dit besluit;
  - de bijlage XXV opgenomen als bijlage B bij dit besluit;
  - de bijlage XXVI opgenomen als bijlage C bij dit besluit.

Art.6. Dit artikel treedt in werking na publicatie in het Belgisch Staatsblad.
  Brussel, 2 maart 2005.
  D. REYNDERS

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage A. - Bijlage XXIV. Generale verklaring
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 08-03-2005, p. 9484).
  Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 2 maart 2005.
  De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
  D. REYNDERS

Art. N2. Bijlage B. - Bijlage XXV. IMO-scheepsvoorradenaangifte
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 08-03-2005, p. 9485).
  Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 2 maart 2005.
  De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
  D. REYNDERS

Art. N3. Bijlage B. - Bijlage XXV. IMO-scheepsvoorradenaangifte
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 08-03-2005, p. 9486).
  Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 2 maart 2005.
  De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
  D. REYNDERS

Art. N4. Bijlage C. - Bijlage XXVI. IMO-verklaring over de bezittingen van de bemanning
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 08-03-2005, p. 9487).
  Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 2 maart 2005.
  De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
  D. REYNDERS

Art. N5. Bijlage C. - Bijlage XXVI. IMO-verklaring over de bezittingen van de bemanning
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 08-03-2005, p. 9488).
  Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 2 maart 2005.
  De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
  D. REYNDERS.