3 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit betreffende de functionele opleidingen van de personeelsleden van de politiediensten(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-01-2006 en tekstbijwerking tot 24-11-2014)
HOOFDSTUK I. - Definitie.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - De functionele opleidingen.
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - Het referentie-erkenningsdossier.
Art. 4
HOOFDSTUK IV. - Algemene bepalingen.
Art. 5-8
HOOFDSTUK V. - Slotbepaling.
Art. 9
BIJLAGE.
Art. N
HOOFDSTUK I. - Definitie.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder " bevoegde overheid " : de directeur voor wat betreft de personeelsleden van de federale politie of de korpschef voor wat betreft de personeelsleden van de lokale politie.
HOOFDSTUK II. - De functionele opleidingen.
Art.2. De functionele opleidingen betreffende de gespecialiseerde betrekkingen bedoeld in de bijlage 19, tabel I, RPPol, worden vastgesteld in de bijlage bij dit besluit.
De Minister van Binnenlandse Zaken en, in voorkomend geval, de Minister van Justitie voor wat de gerechtelijke opleidingen betreft, kan andere functionele opleidingen bepalen, inzonderheid die betreffende een bijzondere bekwaamheid bedoeld in artikel I.I.1, 27°, RPPol.
Art.3.De Vaste commissie van de lokale politie geeft een voorafgaand advies over de inhoud van de functionele opleidingen bedoeld in [1 de punten 1.1 tot en met 1.2.1, 2.4,]1 4, 6, 7 en 8.1 tot en met 8.5 van de bijlage bij dit besluit.
----------
(1)<KB 2014-10-10/11, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 04-12-2014>
HOOFDSTUK III. - Het referentie-erkenningsdossier.
Art.4. Elke politieschool vraagt voor iedere door haar georganiseerde functionele opleiding, voorafgaandelijk de erkenning aan de Minister van Binnenlandse Zaken alsook, voor wat de gerechtelijke opleidingen betreft, aan de Minister van Justitie.
Hiertoe bezorgt de inrichtende macht van de betrokken politieschool, minimum één maand voorafgaand aan de organisatie van elke opleidingscyclus, een referentie-erkenningsdossier, te bepalen door de directie van de opleiding binnen de algemene directie personeel van de federale politie, voor goedkeuring aan de Minister van Binnenlandse Zaken en, in voorkomend geval, aan de Minister van Justitie.
Het referentie-erkenningsdossier bevat ten minste de volgende elementen :
1° een beschrijving van het doelpubliek, met inbegrip van de voorkennis;
2° het op het einde van de opleidingscyclus te behalen competentieprofiel;
3° het gedetailleerd programma van de opleidingscyclus, met inbegrip van de operationele doelstellingen, de verschillende modules, hun inhoud en het aantal uren;
4° de eventuele stage, met inbegrip van de doelstellingen van de stage en het aantal uren;
5° het uurrooster van de lessen;
6° het evaluatiestelsel, met inbegrip van de soorten evaluatie (formatieve evaluatie, certificatieve evaluatie, transferevaluatie, procesevaluatie), de aard van de certificatieve evaluatie (mondeling, schriftelijk, praktijk), de samenstelling van de examencommissie en het aantal sessies;
7° de eventuele vrijstellingen;
8° de evaluatie van de kostprijs;
9° de samenstelling van het professorenkorps.
HOOFDSTUK IV. - Algemene bepalingen.
Art.5.Behoudens een andersluidende wettelijke of reglementaire bepaling, is [1 het brevet afgeleverd bij het slagen in de betrokken functionele opleiding]1 geldig gedurende een periode van twaalf jaar na de stopzetting van de uitoefening van de aan het brevet gelinkte betrekking of activiteiten.
De voorrang die een brevet, in voorkomend geval, in het raam van de mobiliteit verleent, geldt daarentegen gedurende een periode van zeven jaar na de stopzetting van de uitoefening van de aan het brevet gelinkte betrekking of activiteiten.
[1 In afwijking van het eerste lid, is het brevet afgeleverd bij het slagen in een van de functionele opleidingen bedoeld in de punten 4.1 tot en met 4.7 van de bijlage bij dit besluit geldig gedurende een periode van zeven jaar na de stopzetting van de uitoefening van de aan het brevet gelinkte betrekking of activiteiten.]1
----------
(1)<KB 2014-10-10/11, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 04-12-2014>
Art.6. In geval van niet slagen, beslist de bevoegde overheid over het geheel of gedeeltelijk overdoen van de functionele opleiding.
Art.7. De cursist kan om gezondheidsredenen, wegens zwangerschap of omwille van ernstige of uitzonderlijke omstandigheden om uitstel verzoeken van het geheel of een gedeelte van de functionele opleiding.
De cursist richt hiertoe een gemotiveerd verzoek aan de schooldirecteur die het advies inwint van de bevoegde overheid.
De schooldirecteur beslist over de toekenning van een uitstel en bepaalt, in voorkomend geval, de duur ervan. Hij brengt zijn beslissing ter kennis van de cursist en van de bevoegde overheid.
Art.8. De Minister van Binnenlandse Zaken bepaalt de medische criteria die gelden voor de personeelsleden van de politiediensten die kandidaat zijn voor de gespecialiseerde betrekkingen die hij bepaalt.
HOOFDSTUK V. - Slotbepaling.
Art.9. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.[1
FUNCTIONELE OPLEIDINGEN |
1. De opleidingen in gerechtelijke politie voor het operationeel kader : |
1.1. de opleiding in gerechtelijke politie voor het basiskader, het middenkader en het officierskader van de federale en de lokale politie : |
1.1.1. de opleiding in gerechtelijke politie voor het basiskader, het middenkader en het officierskader van de federale en de lokale politie; |
1.1.2. de specifieke opleiding in gerechtelijke politie voor het basiskader, het middenkader en het officierskader van de federale politie *; |
1.1.3. de opleiding in gerechtelijke politie voor het officierskader van de federale en de lokale politie *; |
1.2. de bijkomende opleidingen in gerechtelijke politie voor het basiskader, het middenkader en het officierskader van de federale politie : |
1.2.1. de opleiding operationele misdrijfanalist **; |
1.2.2. de opleiding gedragsanalist; |
1.2.3. de opleiding polygrafist; |
1.2.4. de opleiding officier Bijzondere Technieken; |
1.2.5. de opleiding officier Nationale Informanten Beheerder/Lokale Informanten Beheerder; |
1.2.6. de opleiding in technische en wetenschappelijke politie voor het basiskader; |
1.2.7. de opleiding in technische en wetenschappelijke politie voor het middenkader; |
1.2.8. de opleiding in technische en wetenschappelijke politie voor het officierskader; |
1.2.9. de opleiding ''Computer Crime Unit''; |
1.2.10. de opleiding financieel deskundige; |
2. De opleidingen in gerechtelijke politie voor het administratief en logistiek kader : |
2.1. de opleiding in technische en wetenschappelijke politie voor het administratief en logistiek kader niveau C; |
2.2. de opleiding in technische en wetenschappelijke politie voor het administratief en logistiek kader niveau B; |
2.3. de opleiding in technische en wetenschappelijke politie voor het administratief en logistiek kader niveau A; |
2.4. de opleiding operationele misdrijfanalist **; |
2.5. de opleiding gedragsanalist; |
2.6. de opleiding ''Computer Crime Unit''; |
2.7. de opleiding financieel deskundige; |
3. De opleidingen voor hondengeleider : |
3.1. de opleiding ''patrouillehond en -geleider''; |
3.2. de opleiding ''actieve drughond en -geleider''; |
3.3. de opleiding ''stille drughond en -geleider''; |
3.4. de opleiding ''speurhond en -geleider''; |
3.5. de opleiding ''hond en geleider menselijke resten''; |
3.6. de opleiding ''hormonenhond en -geleider''; |
3.7. de opleiding ''brandhaarddetectiehond en -geleider''; |
3.8. de opleiding ''aanvalshond en -geleider''; |
3.9. de opleiding ''explosievenhond en -geleider''; |
3.10. de opleiding ''migratiecontrolehond en -geleider''; |
4. De opleidingen voor gespecialiseerde eenheden : |
4.1. de opleiding in gespecialiseerde observatie; |
4.2. de opleiding in gespecialiseerde arrestatie; |
4.3. de opleiding in gespecialiseerde interventie; |
4.4. de opleiding ''undercoveragent''; |
4.5. de opleiding ''undercover coördinator''; |
4.6. de opleiding ''undercover supervisor''; |
4.7. de opleiding voor de technische eenheden; |
4.8. de opleiding ''Disaster Victim Identification''; |
5. De opleidingen voor informatie- en communicatiebeheer : |
5.1. de opleiding operator; |
5.2. de opleiding call-taker; |
5.3. de opleiding dispatcher; |
5.4. de opleiding programmeur-encodeur; |
5.5. de opleiding Field Training Manager; |
5.6. de opleiding supervisor-coördinator; |
5.7. de opleiding directeur CIC; |
5.8. de opleiding adjunct-directeur CIC; |
6. De opleidingen in informatiebeheer en de behandeling van de operationele politionele-informatie : |
6.1. de opleiding functionele beheerder ISLP; |
6.2. de opleiding operator in de behandeling van de operationele politionele informatie; |
7. De andere functionele opleidingen : |
7.1. de opleiding strategische analist; |
7.2. de opleiding politie-assistent; |
7.3. de opleiding ''opleider''; |
7.4. de opleiding wijkpolitie; |
7.5. de opleiding verkeerspolitie; |
7.6. de opleiding spoorwegpolitie; |
7.7. de opleiding scheepvaartpolitie; |
7.8. de opleiding luchtvaartpolitie; |
7.9. de opleiding politieruiter; |
7.10. de opleiding piloot; |
7.11. de opleiding van het varend personeel van de luchtsteundienst; |
7.12. de opleiding grenscontroleur; |
7.13. de opleiding ''SHAPE - bescherming SACEUR''; |
7.14. de opleiding ''VIP-beveiliging koninklijk paleis''; |
7.15. de opleiding ''persoonsbeveiliging''. |
* Brevet niet vereist voor een ambtshalve aanwijzing en voor een herplaatsing evenals voor het verkrijgen van een voorrang in het raam van de mobiliteit. ** Eveneens voor de lokale politie. |