Details





Titel:

18 DECEMBER 2003. - Besluit van de Waalse Regering houdende het statuut van de ambtenaren van de " Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi " (Waalse dienst voor beroepsopleiding en tewerkstelling) (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-02-2004 en tekstbijwerking tot 31-01-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-3
HOOFDSTUK II. - Bijzondere bepalingen.
Afdeling 1. - Statuut van de ambtenaren van de " Office ".
Art. 4-27, 27/1, 27/2, 27/3, 28, 28/1, 29-45, 45/1, 46
Afdeling 2. - Mandaatregeling voor de ambtenaren-generaal Van de " Office ".
Art. 47-52
Afdeling 3. - Verloven en andere afwezigheden van de ambtenaren.
Art. 53
Afdeling 4. - Slotbepalingen.
Art. 54-58



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2003027783 





Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. Onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen die in dit besluit voorzien in afwijkingen of in bijzondere toepassingsmodaliteiten, is het besluit van 18 december 2003 betreffende de Waalse ambtenarencode, hierna " Code " genoemd, toepasselijk op de ambtenaren en stagiairs van de " Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi ", hierna " de Office " genoemd.

Art.2. De bepalingen waarbij de Waalse Regering de bepalingen van het besluit wijzigt, aanvult of vervangt zijn van rechtswege toepasselijk op de contractuele personeelsleden van " de Office ", behalve als ze afbreuk doen aan bepalingen die in dit besluit voorzien in afwijkingen of in bijzondere modaliteiten.

Art.3.Behoudens andersluidende bepaling, dienen de in het besluit voorkomende woorden uit onderstaande linkerkolom, vervangen te worden door de woorden uit de rechterkolom, namelijk :


Gewest`` Office ``
Ministerie(s)`` Office ``
[<font color="red">1</font> Waalse Overheidsdienst]<font color="red">1</font>`` Office ``
Secretaris-generaal [<font color="red">1</font> en Directeur-generaal van het Personeel en de Algemene Zaken]<font color="red">1</font>Administrateur-generaal
Directoraat-generaalentiteit
Directeur-generaalAdjunct-administrateur-generaal,
 Directeur-generaal of intersectoraal
 technisch adviseur
AfdelingDepartement of territoriale afdeling
Regering of MinisterBeheerscomite
in de bepalingen die hen geen 
reglementaire bevoegdheid verlenen 
en behalve de bevoegdheden voorbehouden 
aan de Regering en de Minister in 
[<font color="red">1</font> boek II de Code betreffende het stelsel van de ambtenaren-generaal wat betreft de ambtenaren-generaal onderworpen aan de mandaatregeling.]<font color="red">1</font> 
(<font color="red">1</font>)<BWG <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2010071509" target="_blank">2010-07-15/09</a>, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>


HOOFDSTUK II. - Bijzondere bepalingen.
Afdeling 1. - Statuut van de ambtenaren van de " Office ".
Art.4.In afwijking van de artikelen LI.TII.3., 2° en 3°, en [1 305, § 2, 1° en 2]1. van de Code, worden de graden van administrateur-generaal en adjunct-administrateur generaal respectievelijk ondergebracht in de rangen A1 en A2.
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.5. In afwijking van artikel LI.TII.6. van de Code kunnen de betrekkingen van directeur door werving worden ingevuld ten belope van maximum een kwart van de betrekkingen van rang A4 voorzien in de personeelsformatie van de " Office ".

Art.6.[1 Voor de toepassing van dit besluit is artikel 11, § 1, van het Wetboek van toepassing, aangevuld met volgende paragrafen:
   § 1.bis. De directies van de personeelsformatie zoals nader omschreven in de paragrafen 2 en 3 worden als gemengde zones beschouwd.
   Onder gemengde zone dient te worden vesrtaan, directies of diensten van deze directies waarvan de staf ingevuld kan worden door statutaire stafleden zowel als door contractuele stafleden vallend onder het besluit van de Waalse Regering van 15 december 1994 houdende reglement van het contractueel personeel van de beroepsopleiding van de "Office communautaire et régional de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Gemeenschaps- en Gewestdienst voor beroepsopleiding en tewerkstelling) (FOREm)
   § 1ter. Als gemengde zones in de centrale diensten worden beschouwd, volgende directies:
   1° de directie van de open diensten;
   2° de Directie van de diensten voor ondernemingen;
   3° de Directie van de samenwerkingsverbanden;
   4° de Directie genoemd Académie Forem.
   § 1quater. Als gemengde zones in de territoriale directies worden beschouwd, volgende directies:
   1° de Directies Begeleiding:
   2° de directie van de open diensten.
   § 1quinquies. Maximum veertig percent van de betrekkingen in de gemengde zones worden ingevuld door stafleden vallend onder het besluit van de Waalse Regering van 15 december 1994 houdende reglement van het contractueel personeel van de beroepsopleiding van de "Office communautaire et régional de la Formation professionnelle et de l'Emploi" ]1
  ----------
  (1)<BWG 2023-12-07/12, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.7.[1 In afwijking van artikel 8 van het Wetboek stemt de graad van attaché eveneens overeen met een staffunctie wat betreft het beroep van ploegverantwoordelijke als bedoeld in artikel 54.]1
  ----------
  (1)<BWG 2023-12-07/12, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.8.[1 Voor de toepassing van dit besluit, wordt artikel 11, § 3, van de Code toegepast met volgende aanvulling: "Onder adviesverlenend beroep wordt verstaan het beroep i.v.m. advies- en steunverlening aan particulieren, ondernemingen en operatoren op de gewestelijke arbeidsmarkt, met inbegrip van de dimensie inzake evaluatie en controle van de beschikbaarheid van de werklozen, in het kader van de ambten inzake adviesverlening binnen de Forem en binnen een plaatselijk tewerkstellinsgagentschap, evenals de hiërarchische staffuncties voor deze ambten ]1.
  ----------
  (1)<BWG 2021-10-28/13, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 26-11-2021>

Art.9.[1 In afwijking van artikel 14, § 1, van de Code en onverminderd het recht voor de overheid om de betrekking in te vullen door wederaanstelling van ambtswege, door mutatie van ambstwege of door interne of externe mobiliteit van ambtswege, wordt een vacante betrekking van directeur achtereenvolgens ingevuld door :
   1° mutatie, wederaanstelling of bevordering door verhoging in graad;
   2° interne of externe mobiliteit;
   3° werving overeenkomstig artikel 5.]1
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.10.
  <Opgeheven bij BWG 2010-07-15/09, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.11.[1 [2 ...]2
   In afwijking van artikel 14, § 2, van de Code, wordt [3 ...]3 een vacante betrekking van ploegverantwoordelijke van rang A6 achtereenvolgens ingevuld door :
   1° [2 ]2
   2° mutatie of wederaanstelling;
   3° werving of interne en externe mobiliteit.]1
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>
  (2)<BWG 2016-07-21/25, art. 17, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2016>
  (3)<BWG 2023-12-07/12, art. 3, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.12. In afwijking van artikel LI.TIII.CI.1, 5°, dient de kandidaat om aangeworven te worden in de graad van directeur, houder te zijn van een diploma of een studiegetuigschrift dat toegang geeft tot het niveau 1 en het bewijs leveren van acht jaar beroepservaring opgedaan zowel in de openbare als in de privé sector of als zelfstandige.
  In de zin van dit artikel wordt verstaan onder nuttige beroepservaring, een ervaring inzake ploegmanagement i.v.m. het beheer van menselijke hulpbronnen, sociale integratie en inschakeling in het arbeidsproces, vorming of analyse van de arbeidsmarkt en de vorming.

Art.13.[1 In afwijking van de artikelen 11, § 4, eerste lid, en 19, 5°, van de Code, moet voor de uitoefening van de functies van adviseur [2 de functies van evaluator en de functies van medewerkers van een PWA]2 in de adviesverlenende beroepen aan de volgende voorwaarden voldaan worden :
   1° hetzij houder zijn van een diploma van het hoger onderwijs (korte type of daarmee gelijkgesteld) plus twee jaar beroepservaring;
   2° hetzij houder zijn van een diploma of certificaat van het hoger secundair onderwijs plus vijf jaar beroepservaring.]1
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>
  (2)<BWG 2021-10-28/13, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 26-11-2021>

Art.14.Artikel [1 24]1, § 1 en § 2, van de Code dient te worden gelezen als volgt :
  " § 1. De evaluatieverslagen van de stagiairs van de niveaus [1 A en B]1 worden collegiaal opgesteld door de ambtenaar van minstens rang A4 onder wie de stagiair ressorteert en de verantwoordelijke van het departement menselijke hulpbronnen van de " Office " of diens gemachtigde.
  De evaluatieverslagen van de stagiairs van rang A4 worden collegiaal opgesteld door de ambtenaar van rang A3 en de verantwoordelijke van het departement menselijke hulpbronnen van de " Office " of diens gemachtigde.
  § 2. De evaluatieverslagen van de stagiairs van de niveaus [1 C en D]1 worden opgesteld door de ambtenaar van minstens rang A4 onder wie de stagiair ressorteert.
  De ambtenaar van minstens rang A4 maakt de evaluatieverslagen over aan de verantwoordelijke van het departement menselijke hulpbronnen van de " Office " of diens gemachtigde.
  De verantwoordelijke van het departement menselijke hulpbronnen van de " Office " of diens gemachtigde kan zijn samenwerking verlenen aan de ambtenaren die belast zijn met de evaluatie van de stagiairs van de niveaus [1 C en D]1. "
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.15. Artikel LI.TIII.CII.7. van de Code dient te worden gelezen als volgt :
  " Indien uit één van de verslagen blijkt dat de stagiair niet aan de stage voldoet, kan het Beheerscomité nog vóór het einde van de stage beslissen :
  1° dat de stage verlengd wordt met een duur die de helft van de aanvankelijke stageduur niet mag overschrijden;
  2° dat de stagiair een andere affectatie krijgt binnen de personeelsformatie;
  3° dat de stagiair ontslagen wordt.
  Bij verlenging van de stage wordt uiterlijk één maand voor het einde van de stage een verslag overgemaakt.
  De verandering van affectatie houdt in dat de stage van rechtswege verlengd wordt met een duur die de helft van de aanvankelijke stageduur niet mag overschrijden. "

Art.16. § 1. In afwijking van artikel LI.TIII.CII.8. van de Code wordt een stagecommissie voor de " Office " opgericht.
  Ze is samengesteld uit de directeuren-generaal en de intersectorale technisch adviseur of hun gemachtigde.
  De directeur-generaal van de entiteit " Gemeenschappelijke diensten " neemt het voorzitterschap van de commissie waar.
  De verantwoordelijke van het departement menselijke hulpbronnen van de " Office " en de ambtenaar van minstens rang A4 bedoeld in artikel 14 van dit besluit wonen de vergadering met raadgevende stem bij.
  § 2. Indien uit de evaluatieverslagen blijkt dat de stagiair niet aan de stage voldoet, wordt dat door de verantwoordelijke van het departement menselijke hulpbronnen van de " Office " aanhangig gemaakt bij de commissie.
  Na de stagiair te hebben gehoord, kan de commissie het Beheerscomité voorstellen om de stage te verlengen of om de affectatie van de stagiair te wijzigen.
  Na de stagiair gehoord te hebben, kan de Commissie voorstellen dat hij ontslagen wordt. De administrateur-generaal geeft de stagiair onverwijld kennis van het voorstel tot ontslag.
  Indien ontslag wordt voorgesteld, kan de stagiair een beroep indienen bij de kamer van beroep bedoeld in artikel 39 van dit besluit.
  Het Beheerscomité treft zijn beslissing binnen een termijn van dertig dagen te rekenen van de ontvangst van het advies van de kamer van beroep, uitgebracht binnen de termijn bedoeld in artikel LI.TXI.CII.9 van de Code.
  Het uitblijven van een beslissing binnen die termijn wordt geacht de stagiair gunstig te zijn.

Art.17.[1 In afwijking van artikel 53, § 2, 4°, van de Code, wordt voor de adviesverlenende beroepen een certificaat tot validatie van de bevoegdheden geëist in het kader van bedoeld beroep.]1
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.18.
  <Opgeheven bij BWG 2021-10-28/13, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 26-11-2021>

Art.19.[1 Voor de toegang tot een betrekking van ploegverantwoordelijke van rang A6 zoals bedoeld in artikel 54 dient te worden voldaan aan de voorwaarden bepaald in artikel 53, § 2, van het Wetboek.
   Deze betrekkingen worden ingevuld overeenkomstig de regels vastgesteld in artikel 50, § § 2 en 3, van het Wetboek. ]1
  ----------
  (1)<BWG 2023-12-07/12, art. 4, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.20.
  <Opgeheven bij BWG 2010-07-15/09, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.21.
  <Opgeheven bij BWG 2010-07-15/09, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.22.
  <Opgeheven bij BWG 2010-07-15/09, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.23.[1 De hoofdstukken I en II van titel V van de Code dienen te worden gelezen als volgt :
   "HOOFDSTUK I. - Departement Menselijke Hulpbronnen van de " Office " en Directie Menselijke Hulpbronnen van de Waalse Overheidsdienst
   Art. 88. § 1. Het Beheerscomité stemt in met de doelstellingen van de voortgezette vorming van het personeel van de " Office ".
   § 2. De " Office " beschikt over een Departement Menselijke Hulpbronnen dat bevoegd is voor :
   1° de evaluatie en de opvolging van de stagiairs van de Dienst, alsook voor het administratieve beheer van hun dossiers;
   2° de organisatie van specifieke vormingsacties op verzoek van de diensten;
   3° in het kader van de loopbaanvordering, het ontwerp en de tenuitvoerlegging van vormingsacties en het doorvoeren van de validering van de vaardigheden wat de adviesverlenende beroepen betreft.
   § 3. De Directie Menselijke Hulpbronnen van de Waalse Overheidsdienst is bevoegd voor de volgende opdrachten :
   1° het ontwerp en de tenuitvoerlegging van opleidingen op het stageprogramma, met uitzondering van de adviesverlenende beroepen;
   2° de totstandbrenging en de coördinatie van een netwerk van correspondenten van de vorming en stagemeesters aangewezen door de administrateur-generaal op de voordracht van de verantwoordelijke van het Departement Menselijke Hulpbronnen van de " Office ";
   3° in het kader van de loopbaanvordering, het ontwerp en de tenuitvoerlegging van vormingsacties, de voorbereiding en het doorvoeren van de validering van de vaardigheden;
   4° het ontwerp en de tenuitvoerlegging van een algemeen vormingsprogramma dat inspeelt op de vormingsbehoeften die gemeen zijn aan alle diensten en instellingen van het Gewest.
   Art. 89. [...]
   HOOFDSTUK II. - Verantwoordelijke van het Departement Menselijke Hulpbronnen van de " Office "
   Art. 90. Naast de bevoegdheden die hem uitdrukkelijk toegekend worden bij dit besluit, is de verantwoordelijke van het Departement Menselijke Hulpbronnen van de " Office " o.a. bevoegd voor de uitvoering van de vormingsprogramma's eigen aan de " Office " en voor de begeleiding van de stagiairs. Hij wordt bij de begeleiding van de stagiairs bijgestaan door stagemeesters die zorgen voor de vlotte integratie en de opvolging van de stagiairs."]1
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.24. In hoofdstuk III, titel V, van de Code dient te worden verstaan onder " Directie Vorming ", het departement Menselijke Hulpbronnen van de " Office ", en onder " vormingsdirecteur ", de verantwoordelijke van het departement Menselijke Hulpbronnen van de " Office " of diens gemachtigde.

Art.25.[1 Artikel 96, § 1, van dezelfde Code dient te worden gelezen als volgt :
   " § 1. De ambtenaar krijgt een dienstvrijstelling om op eigen initiatief een opleiding te volgen die door de " Office ", de Waalse Overheidsdienst of een andere instelling georganiseerd wordt.]1
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 16, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.26. Artikel LI.TV.CIII.9. van de Code dient te worden gelezen als volgt :
  " De vorming op initiatief van de ambtenaar dient verband te houden ofwel met zijn huidig beroep, ofwel met een ander beroep dat hij binnen de " Office ", een ministerie of een andere instelling zou kunnen uitoefenen. ".

Art.27.In afwijking van artikel [1 111]1, § 1 van de Code, worden voor de adviesverlenende beroepen de programma's voor de vergelijkende wervings- en overgangsexamens opgesteld in samenwerking met het departement Menselijke Hulpbronnen van de " Office ".
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 17, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art. 27/1.[1 In afwijking van de artikelen 110, 111 en 114 van de Code [3 [4 ...]4]3, te rekenen van de datum van inwerkingtreding van dit besluit, organiseert het Departement Menselijke Hulpbronnen van de " Office " in samenwerking met een door de Waalse Regering aangewezen overheidsdienst vergelijkende wervingsexamens in het kader van de adviesverlenende beroepen. In afwachting van de aanwijzing van die overheidsdienst worden de taken die hem ten deel gevallen overeenkomstig dit besluit door SELOR uitgevoerd. [4Voor de organisatie en de uitvoering van deze vergelijkende examens steunt SELOR op de ambtenaren en personeelsleden van de Dienst die hij gecertificeerd heeft. ]4
   De programma's en reglementen van de vergelijkende wervingsexamens worden door het Beheerscomité opgemaakt na advies van de overheidsdienst die door de Waalse Regering aangewezen wordt. De praktische modaliteiten van elk vergelijkend examen liggen vast in het reglement ervan. [4De selectieproeven kunnen gedeeltelijk op afstand of met fysieke aanwezigheid georganiseerd worden. In die hypothese wordt een toegang gewaarborgd voor de kandidaten die dat wensen of die niet over een toegang op afstand beschikken. ]4
   De jury telt minstens een voorzitter, [2 ambtenaar of personeelslid van niveau A uit het Departement Menselijke Hulpbronnen]2 alsook twee leden met een specifieke kennis of een ruime ervaring in bedoeld vak, waarbij één lid deel uitmaakt van de door de Waalse Regering aangewezen overheidsdienst [4 ...]4. De juryleden worden door het Beheerscomité aangewezen. "
   [4 ...]4.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2010-07-15/09, art. 18, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>
  (2)<BWG 2013-04-25/04, art. 2, §§1 en 2, 003; Inwerkingtreding : 18-05-2013; Opheffing : 2015-08-16>
  (3)<BWG 2016-06-30/03, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 21-07-2016>
  (4)<BWG 2021-10-28/13, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 26-11-2021>

Art. 27/2. [1 In afwijking van de artikelen 115 en 116 van de Code, worden de bevoegdheden van SELOR, wat de adviesverlenende beroepen betreft, uitgeoefend door de door de Waalse Regering aangewezen overheidsdienst bedoeld in artikel 27/1 van voornoemd besluit en worden de bevoegdheden van het Waalse Gewest uitgeoefend door het Departement Menselijke Hulpbronnen van de " Office ".
   In afwijking van artikel 116, § 3, van de Code, gaat de door de Regering aangewezen overheidsdienst voor de aanwijzing van de geslaagden na of voldaan is aan de algemene toelaatbaarheidsvoorwaarden waarin artikel 19, 1° en 2°, van de Code voorziet. In afwachting van de aanwijzing van die overheidsdienst gaat SELOR na of de algemene toelaatbaarheidsvoorwaarden vervuld zijn.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2010-07-15/09, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art. 27/3. [1 Wat de adviesverlenende beroepen betreft, dient artikel 118 van de Code te worden gelezen als volgt :
   § 1er. De geslaagden mogen hun voorkeur voor één of meer welbepaalde betrekkingen uitdrukken. Hun wens wordt naar gelang van de mogelijkheden en op basis van hun rangschikking in aanmerking genomen. De geslaagden die twee keer antwoorden zonder zich kandidaat te stellen voor één van de betrekkingen die tegelijkertijd voorgesteld worden verliezen het voordeel van hun rangschikking. De geslaagden die twee achtereenvolgende keren niet aantwoorden op een baanvoorstel worden uitgesloten.
   De geslaagden worden in kennis gesteld van de gevolgen van het gebrek aan antwoord op een baanvoorstel. De geslaagden die hun voorkeur voor één of meer betrekkingen uitdrukken verbinden zich ertoe de betrekking aan te nemen die hen toegekend wordt. De geslaagden die weigeren in functie te treden na de betrekking te hebben aanvaard worden er door het Departement Menselijke Hulpbronnen van de " Office " op gewezen dat ze uit de wervingsreserve uitgesloten zijn.
   De geslaagden delen elke adresverandering aan het Departement Menselijke Hulpbronnen van de " Office " mee. Elk voorstel wordt hen op geldige wijze gericht op het adres dat voor het laatst meegedeeld werd.
   § 2. Het Departement Menselijke Hulpbronnen van de " Office " heeft als opdrachten het beheer van de wervingsreserves en de aanwijzing van de in de wervingsreserves opgenomen geslaagden om vacant verklaarde betrekkingen in te vullen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2010-07-15/09, art. 20, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.28.[1 In afwijking van de artikelen 110 en 112, eerste lid, van de Code, wat de adviesverlenende beroepen betreft, bestaan de vergelijkende overgangsexamens met het oog op de aanleg van overgangsreserves in selectieve basisproeven waarvan de inhoud door het Beheerscomité bepaald wordt in samenwerking met de bevoegde dienst van de Waalse Overheidsdienst.
   In afwijking van artikel 124, § 1, van de Code, wat de adviesverlenende beroepen betreft, vermeldt het Beheerscomité in de kandidatenoproep :
   1° de inhoud van de proeven en proefgedeelten;
   2° het aantal punten toegekend voor het gezamenlijk vergelijkend examen, voor elk van de proeven en proefgedeelten.
   In afwijking van artikel 125 van de Code, wat de adviesverlenende beroepen betreft, wordt na de basisproeven proces-verbaal opgemaakt door de administrateur-generaal; hij bepaalt de lijst van de geslaagden die de reserve samenstellen. De geslaagden behouden het voordeel van hun slagen zonder tijdslimiet.]1
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 21, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art. 28/1.
  <Opgeheven bij BWG 2021-10-28/13, art. 5, 007; Inwerkingtreding : 26-11-2021>

Art.29.[1 In afwijking van artikel 132 van de Code, wat de adviesverlenende beroepen betreft, wordt het certificaat voor de validatie van de bekwaamheden afgeleverd na afloop van een procedure die door het Departement Menselijke Hulpbronnen van de " Office " georganiseerd wordt.]1
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 23, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.30.[1 In afwijking van artikel 134 van de Code, bepaalt het Beheerscomité de bekwaamheden die vereist worden voor de uitoefening, in elke rang, van elk adviesverlenend beroep.]1
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 24, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.31.In afwijking van artikel LI.TVI.CIII.5., van de Code, wordt het personeel, wat de adviesverlenende beroepen betreft, door de Administrateur-generaal of diens gemachtigde via een bericht in kennis gesteld van de organisatie van elke proef waarvoor elke ambtenaar die andere bevorderingsvoorwaarden vervult dan het slagen voor het examen, zich kan inschrijven.
  [1 In afwijking van artikel 135 van de Code, wat de adviesverlenende beroepen betreft, bepaalt het Beheerscomité, na voorstel van het Departement Menselijke Hulpbronnen van de " Office ", het programma en het reglement van die procedures tot aflevering van het certificaat.]1
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 25, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.32.[1 In artikel 137 van de Code, worden, wat de adviesverlenende beroepen betreft, de woorden " de directeur-generaal van het personeel en de algemene zaken " vervangen door de woorden " de administrateur-generaal " en worden de woorden " de directeur van de vorming " vervangen door de woorden " de verantwoordelijke van het Departement Menselijke Hulpbronnen van de " Office ".]1
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 26, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.33.Artikel [1 141, § 2, derde lid ]1 van de Code dient te worden gelezen als volgt :
  " het halen van de persoonlijke doelstellingen die vooraf zijn vastgelegd door de hiërarchische meerdere van rang A4, A5, A6, B1 of C1. ".
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 27, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.34. Artikel LI.TVIII.6., § 1, van de Code dient te worden gelezen als volgt :
  " Het directiecomité evalueert de ambtenaren van rang A4 om de twee jaar. De hiërarchische meerdere van de rangen A4, A5, A6, B1 of C1 evalueren de ambtenaren uit de rangen of niveaus die hen ondergeschikt zijn.
  De ambtenaar-generaal of de ambtenaar belast met de evaluatie, moet een gunstige evaluatie hebben. "

Art.35. De leidend ambtenaren-generaal van de " Office " maken deel uit van het college van leidend ambtenaren-generaal, zoals bepaald in de artikelen LI.TIX.C1.1. tot LI.TIX.CI.5. van de Code.

Art.36.In afwijking van artikel [1 163]1 van de Code, is het directiecomité van de " Office " samengesteld uit ambtenaren-generaal van de rangen A1, A2 en A3.
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 28, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.37. Naast de krachtens deze code toegewezen bevoegdheden, neemt het directiecomité kennis van alle vraagstukken van algemeen nut betreffende de organisatie en de werking van de " Office ".
  Het directiecomité oefent ook de bevoegdheden uit die krachtens de Code aan het strategisch comité toegewezen worden.

Art.38.In afwijking van artikel [1 165]1 van de Code, wordt het voorzitterschap van het directiecomité waargenomen door de administrateur-generaal.
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 29, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.39.[1 In afwijking van artikel 186 van de Code wordt voor de " Dienst " voorzien in een kamer van beroep die bevoegd is om :
   1° een met redenen omkleed advies te geven over :
   a) elk definitief voorstel tot tuchtstraf;
   b) elke beslissing tot schorsing in het belang van de dienst, al dan niet gepaard gaand met een inhouding van wedde;
   c) elk voorstel tot ontslag wegens beroepsonbekwaamheid;
   d) elk voorstel tot ontslag van een stagiair;
   e) elke evaluatie toegekend aan een ambtenaar;
   f) elk beslissingsvoorstel bedoeld in artikel 80 van de Code dat een verandering van administratieve standplaats inhoudt;
   g) elke beslissing inzake verlof, disponibiliteit en afwezigheden.
   2° onverminderd 1°, e), een beslissing tot vernietiging uit te spreken over elk beroep betreffende elke toegekende evaluatie.]1
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 30, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.40.§ 1. De kamer van beroep bestaat uit :
  1° een voorzitter en een ondervoorzitter;
  2° zes vaste en zes plaatsvervangende assessoren, ambtenaren of mandatarissen van de " Office ";
  Ze wordt bijgestaan door één vaste en één plaatsvervangende griffier.
  § 2. De voorzitter en de ondervoorzitter worden door de Regering onder de vaste of eremagistraten aangewezen op de voordracht van het Beheerscomité.
  De drie vaste en drie plaatsvervangende assessoren ter vertegenwoordiging van de " Office " worden door de Regering aangewezen op de voordracht van het Beheerscomité.
  Drie vaste en drie plaatsvervangende assessoren worden aangewezen door de vakbondsorganisaties die representatief zijn in de zin van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. De door de vakbondsorganisaties aangewezen assessoren worden door de Regering erkend na advies van het Beheerscomité. De weigering van erkenning wordt aan het Sectorcomité nr. XVI onderworpen.
  De vaste en plaatsvervangende griffiers worden door de Regering onder de ambtenaren van niveau 1 van de " Office " aangewezen op de voordracht van het Beheerscomité.
  [1 Een forfaitaire vergoeding van 75 euro, gekoppeld aan de spilindex 138.01 op 1 januari 1990 en geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 247, wordt aan de voorzitter en de ondervoorzitter van de Kamer van beroep toegekend voor elke dag waarop ze één of meer vergaderingen van de Kamer van beroep bijwonen.]1
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 31, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.41. In elke aangelegenheid wordt een ambtenaar door de administrateur-generaal aangewezen om het beslissingsvoorstel of de betwiste beslissing te verdedigen.
  Die ambtenaar mag de beraadslaging niet bijwonen. Het advies vermeldt de naleving van dit verbod.

Art.42. De kamer van beroep maakt haar huishoudelijk reglement op, dat vervolgens door de Regering goedgekeurd wordt.
  Het huishoudelijk reglement voorziet in de werkmethodiek.

Art.43. De verzoeker mag om gegronde redenen om de wraking van elke assessor verzoeken. De magistraat die het voorzitterschap van de kamer waarneemt, wraakt de assessor van wie de onpartijdigheid in twijfel kan worden getrokken.

Art.44.In afwijking van artikel LI.TXIII.CII.3 van de Code, kunnen, wat de adviesverlenende beroepen betreft, de ambtenaren die op basis van [1 de bij de werving vereiste ervaring]1 geworven worden in een hogere graad dan die toegewezen op grond van het diploma vereist voor het beroep, diensten laten gelden die in aanmerking komen voor de berekening van de administratieve anciënniteit, met name het verschil tussen het aantal studiejaren die ze hadden moeten volgen om graduaat te worden en [1 de bij de werving vereiste ervaring]1 waarop ze aanspraak kunnen maken, meer bepaald hoogstens zes jaar.
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 32, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.45.§ 1. In afwijking van artikel [1 305, § 3]1 van de Code, zijn de weddeschalen van administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal, wat de " Office " betreft, respectievelijk de weddeschaal A1, verhoogd met een bedrag van 8.507,09 euro, en de weddeschaal A2.
  § 2. [1 ...]1.
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 33, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art. 45/1. [1 Wat de adviesverlenende beroepen betreft, dient artikel 237 van de Code te worden gelezen als volgt :
   " De ambtenaar krijgt, in de schaal i.v.m. de graad waarin hij bevorderd of geworven werd, nooit een lagere wedde dan die waarvoor hij aanmerking kwam of gekomen zou zijn in zijn vorige graad.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2010-07-15/09, art. 34, 002; Inwerkingtreding : 01-05-2009>

Art.46.Artikel [1 artikel 305, § 1]1 van de Code is niet toepasselijk op de " Office ".
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 35, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Afdeling 2. - Mandaatregeling voor de ambtenaren-generaal Van de " Office ".
Art.47.[1 Artikel 350, § 1, van dezelfde Code dient te worden gelezen als volgt :
   "Art. 350. Het Beheerscomité kan op voorstel van het Directiecomité een ambtenaar van dezelfde personeelsformatie aanwijzen om gedurende een hernieuwbare periode van hoogstens twaalf maanden hogere functies uit te oefenen in de volgende gevallen :
   1° afwezigheid van de mandataris sinds meer dan twee maanden;
   2° voorspelbare afwezigheid van de mandataris gedurende minstens twee maanden;
   3° einde van het mandaat, in afwachting van de aanwijzing van een nieuwe mandataris.
   Elke ambtenaar die aangewezen wordt om hogere functies uit te oefenen moet voldoen aan de voorwaarden bepaald bij de artikelen 340 en 341."]1
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 36, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.48.[1 Artikel 363, § 2, van dezelfde Code dient te worden gelezen als volgt :
   " § 2. De selectiecommissie wordt voorgezeten door de administrateur-generaal of zijn afgevaardigde en bestaat bovendien uit de functionele Ministers of hun afgevaardigde en uit de ambtena(a)r(en)-generaal onder wie de in te vullen betrekking ressorteert. ".]1
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 37, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.49.
  <Opgeheven bij BWG 2010-07-15/09, art. 38, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.50.
  <Opgeheven bij BWG 2010-07-15/09, art. 38, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.51.
  <Opgeheven bij BWG 2010-07-15/09, art. 38, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art.52.
  <Opgeheven bij BWG 2010-07-15/09, art. 38, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Afdeling 3. - Verloven en andere afwezigheden van de ambtenaren.
Art.53.[1 In afwijking van artikel 370bis van de Code, kunnen de in genoemd artikel opgesomde verloven ook geweigerd worden aan de ambtenaren van rang A6 met een kaderfunctie in de adviesverlenende beroepen.]1
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 39, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Afdeling 4. - Slotbepalingen.
Art.54.[1 De lijst van de beroepen opgenomen in afdeling 1 van bijlage II bij de Code [2 wordt, wat de adviesverlenende beroepen betreft, en voor de toepassing van dit besluit, aangevuld]2 als volgt :
   Niveau
   Rang
   Beroep
   A
   A5 en
   A6
   dienstverantwoordelijke
   ploegverantwoordelijke
   gelastigde partnerschapsrelaties
   gelastigde bedrijfsrelaties
   gelastigde relaties met particulieren
   B
   B1 en
   B1bis en
   B2 en
   B3
   Met de weddeschalen B1, B1 bis, B2 of B3 naar gelang van de rang :
   ploegverantwoordelijke
   adviseur.]1
  [2 evaluator
   medewerker van een PWA]2
  [3 De lijst van de beroepen opgenomen in afdeling 1 van bijlage II bij de Code dient, wat de adviesverlenende beroepen betreft, te worden aangevuld als volgt :
   NIVEAU
   Rang
   Beroep
   A
   A6
   ploegverantwoordelijke ]3
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 40, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>
  (2)<BWG 2021-10-28/13, art. 7, 007; Inwerkingtreding : 26-11-2021>
  (3)<BWG 2023-12-07/12, art. 5, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.55.Afdeling II van bijlage II bij de Code [2 wordt, wat de adviesverlenende beroepen betreft, en voor de toepassing van dit besluit, aangevuld ]2 als volgt :
  niveau [1 B]1
  - [1 vermogen om een onderhoud te leiden met een gebruiker]1;
  - vermogen om de behoeften van een gebruiker te analyseren;
  - [1 ...]1;
  - vermogen om een ontwerp van tussenkomst uit te werken.
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 41, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>
  (2)<BWG 2021-10-28/13, art. 8, 007; Inwerkingtreding : 26-11-2021>

Art.56.[1 De lijst van de beroepen waarin kan worden voorzien door overgang naar het hogere niveau, zoals bepaald in afdeling III van bijlage II bij de Code, [2 wordt, voor de toepassing van dit besluit, aangevuld]2 als volgt :
   Niveau
   Rang
   Beroep
   A
   A6
   [3 ...]3
   gelastigde partnerschapsrelaties
   gelastigde bedrijfsrelaties
   gelastigde relaties met particulieren
   B
   B3
   adviseur.]1
  [2 evaluator
   medewerker van een PWA.]2
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 42, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>
  (2)<BWG 2021-10-28/13, art. 9, 007; Inwerkingtreding : 26-11-2021>
  (3)<BWG 2023-12-07/12, art. 6, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.57.Punt b, [1 2]1 van afdeling IV van bijlage II bij de Code dient, wat de adviesverlenende beroepen betreft, te worden gelezen als volgt :
  " [1 2]1 algemene aangelegenheden in verband met de opdrachten van de " Office " voor de adviesverlenende beroepen. "
  ----------
  (1)<BWG 2010-07-15/09, art. 43, 002; Inwerkingtreding : 16-08-2010>

Art. 58.Dit besluit treedt in werking de dag waarop de Code in werking treedt.