Details





Titel:

16 APRIL 2004. - Decreet houdende het Grootschalig Referentie Bestand (GRB). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 05-07-2004 en tekstbijwerking tot 28-04-2021)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Definities.
Art. 2
Art. 2 TOEKOMSTIG RECHT
HOOFDSTUK III. - Organisatie.
Art. 3
Art. 3 TOEKOMSTIG RECHT
Art. 4
HOOFDSTUK IV. - GRB-terreinclassificatie en GRB-specificaties.
Afdeling 1. - GRB-terreinclassificatie.
Art. 5
Afdeling 2. - GRB-specificaties.
Art. 6
Art. 6 TOEKOMSTIG RECHT
Art. 7-8
HOOFDSTUK V. - Aanmaak, bijhouding en beheer van het GRB.
Afdeling 1. - Planning.
Art. 9-10
Art. 10 TOEKOMSTIG RECHT
Afdeling 2. - Aanmaak.
Art. 11-12
Art. 12 TOEKOMSTIG RECHT
Afdeling 3. - Bijhouding.
Art. 13
Afdeling 4. - Beheer.
Art. 14
HOOFDSTUK VI. - Eigendom en gebruik van het GRB.
Afdeling 1. - Eigendomsrechten over het GRB.
Art. 15
Afdeling 2. - Gebruik van het GRB.
Art. 16
Art. 16 TOEKOMSTIG RECHT
Art. 17
HOOFDSTUK VII. - Financiering.
Afdeling 1. - Algemeen.
Art. 18-19
Art. 19 TOEKOMSTIG RECHT
Afdeling 2. - Vergoeding doorderden.
Art. 20
Art. 20 TOEKOMSTIG RECHT
Afdeling 3. - Heffingen.
Onderafdeling 1. - Algemene bepalingen.
Art. 21-23
Onderafdeling 2. - Berekening van de heffing.
Paragraaf 1. - Aanmaakheffing.
Art. 24-28
Paragraaf 2. - Bijhoudingsheffing.
Art. 29-30
Onderafdeling 3. - Vestiging en invordering.
Art. 31-41
HOOFDSTUK VIII. - Wijzigings- en slotbepalingen.
Art. 42-47
BIJLAGEN.
Art. N1-N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2000035847 





Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling.
Artikel 1. Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

HOOFDSTUK II. - Definities.
Art.2.Voor de toepassing van dit decreet wordt begrepen onder :
  1° grootschalige geografische gegevens : geografische gegevens omtrent fenomenen die cartografisch binnen een schaalbereik van 1/250 tot 1/5 000 kunnen worden afgebeeld;
  2° grootschalige referentiegegevens : alle grootschalige geografische gegevens die opgenomen zijn in het Grootschalig Referentie Bestand;
  3° Grootschalig Referentie Bestand, hierna 'GRB' genoemd : het databanksysteem waarin de grootschalige referentiegegevens over het grondgebied van het Vlaamse Gewest worden opgenomen, bijgehouden en toegankelijk gemaakt;
  4° [2 [3 agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap Digitaal Vlaanderen, vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016 houdende de oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Digitaal Vlaanderen en de vaststelling van de werking, het beheer en de boekhouding van het Eigen Vermogen Digitaal Vlaanderen;;]3]2
  5° [1 ....]1.
  6° [1 stuurgroep GDI-Vlaanderen : de stuurgroep GDI-Vlaanderen, vermeld in artikel 7 van het GDI-decreet;]1
  7° netbeheerder van een fysiek leidingnet : netbeheerder bedoeld in artikel 21, 1°, van een of meerdere leidingnetten bedoeld in artikel 21,2° tot en met 5°, voor zover die leidingnetten aanwezig zijn op het grondgebied van het Vlaamse Gewest;
  8° [1 derden : natuurlijke personen of rechtspersonen die geen netbeheerder van een fysiek leidingnet zijn en niet de hoedanigheid hebben van het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, een intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid, een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap, een privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap, een Vlaamse openbare instelling, een provincie en een gemeente.]1
  ----------
  (1)<DVR 2009-02-20/43, art. 38, 005; Inwerkingtreding : 17-10-2010>
  (2)<BVR 2016-03-18/17, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
  (3)<DVR 2021-04-02/35, art. 16, 009; Inwerkingtreding : 10-05-2021>

Art.2 TOEKOMSTIG RECHT.   Voor de toepassing van dit decreet wordt begrepen onder :
  1° grootschalige geografische gegevens : geografische gegevens omtrent fenomenen die cartografisch binnen een schaalbereik van 1/250 tot 1/5 000 kunnen worden afgebeeld;
  2° grootschalige referentiegegevens : alle grootschalige geografische gegevens die opgenomen zijn in het Grootschalig Referentie Bestand;
  3° Grootschalig Referentie Bestand, hierna 'GRB' genoemd : het databanksysteem waarin de grootschalige referentiegegevens over het grondgebied van het Vlaamse Gewest worden opgenomen, bijgehouden en toegankelijk gemaakt;
  4° [2 [5 agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap Digitaal Vlaanderen, vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016 houdende de oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Digitaal Vlaanderen en de vaststelling van de werking, het beheer en de boekhouding van het Eigen Vermogen Digitaal Vlaanderen;]5]2
  5° [1 ....]1.
  6° [3 stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid: het stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid, vermeld in [4 artikel III.74 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018]4;]3
  7° netbeheerder van een fysiek leidingnet : netbeheerder bedoeld in artikel 21, 1°, van een of meerdere leidingnetten bedoeld in artikel 21,2° tot en met 5°, voor zover die leidingnetten aanwezig zijn op het grondgebied van het Vlaamse Gewest;
  8° [1 derden : natuurlijke personen of rechtspersonen die geen netbeheerder van een fysiek leidingnet zijn en niet de hoedanigheid hebben van het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, een intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid, een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap, een privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap, een Vlaamse openbare instelling, een provincie en een gemeente.]1

  (1)<DVR 2009-02-20/43, art. 38, 005; Inwerkingtreding : 17-10-2010>
  (2)<BVR 2016-03-18/17, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
  (3)<DVR 2016-12-23/34, art. 8, 007; Inwerkingtreding : onbepaald >
  (4)<DVR 2018-12-07/05, art. IV.55, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
  (5)<DVR 2021-04-02/35, art. 16, 009; Inwerkingtreding : 10-05-2021>

HOOFDSTUK III. - Organisatie.
Art.3. § 1. Er wordt een GRB-raad opgericht die bestaat uit een representatieve en evenwichtige vertegenwoordiging van de netbeheerders van fysieke leidingnetten.
  De Vlaamse regering bepaalt de samenstelling en werking van de GRB-raad. Zij benoemt de voorzitter en de leden. De leden van de GRB-raad zijn deskundig op het gebied van grootschalige geografische gegevens of de nutssector.
  § 2. De GRB-raad verleent advies aan de Vlaamse regering in de gevallen bedoeld in dit decreet. De GRB-raad brengt advies uit binnen de zestig kalenderdagen nadat daarom is verzocht. Indien binnen deze termijn geen advies wordt meegedeeld, wordt aangenomen dat de GRB-raad gunstig advies heeft uitgebracht.
  De Vlaamse regering kan de GRB-raad raadplegen omtrent alle aangelegenheden die verband houden met het GRB. [1 De GRB-raad is een afnemersforum als vermeld in artikel 4, § 4, van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer.]1
  ----------
  (1)<DVR 2008-07-18/23, art. 22, 004; Inwerkingtreding : 14-07-2009>

Art.3 TOEKOMSTIG RECHT.
  <Opgeheven bij DVR 2016-12-23/34, art. 9, 007; Inwerkingtreding : onbepaald >

Art.4. Het (Agentschap) staat in voor de coördinatie, de organisatie en de dienstverlening van het GRB en de uitvoering van het GRB-uitvoeringsplan. Deze opdracht omvat minstens volgende aspecten : <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  - de aanmaak en de bijhouding van het GRB;
  - de installatie en het beheer van het GRB;
  - de coördinatie bij het gebruik van het GRB;
  - de advisering aan en de ondersteuning van de [1 het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid, de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de Vlaamse openbare instellingen, de provincies en gemeenten]1 bij de aanmaak van grootschalige geografische gegevens;
  - de coördinatie van de kwaliteitscontrole betreffende alle initiatieven die binnen het GRB kaderen;
  - de coördinatie en organisatie van de toegang van gebruikers tot het GRB.
  De Vlaamse regering kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze waarop het (Agentschap) deze opdracht uitoefent. <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  ----------
  (1)<DVR 2009-02-20/43, art. 39, 005; Inwerkingtreding : 17-10-2010>

HOOFDSTUK IV. - GRB-terreinclassificatie en GRB-specificaties.
Afdeling 1. - GRB-terreinclassificatie.
Art.5. In het GRB worden gegevens opgenomen betreffende volgende grootschalige fenomenen :
  1° gebouwen, dit zijn duurzame bouwsels, vast met het aardoppervlak verbonden, die een voor mensen toegankelijke ruimte omsluiten;
  2° kunstwerken, dit zijn civieltechnische constructies, anders dan gebouwen, opgetrokken uit duurzame materialen en zichtbaar aan het aardoppervlak;
  3° percelen, dit zijn grafisch geïntegreerde voorstellingen van met kadastrale percelen overeenstemmende (onroerende) goederen; <Erratum, zie B.S. 09-12-2004, p. 81488>
  4° geregistreerde wegen met hun inrichting, dit zijn verkeerscorridors die door de bevoegde beherende instanties als dusdanig werden erkend en geregistreerd, waarbij individuele wegcorridors onderling verbonden zijn tot een enkel netwerk, met het geheel van elementen die een weg geschikt maken voor haar verkeersfunctie;
  5° geregistreerde waterlopen, dit zijn natuurlijke of kunstmatige watercorridors geschikt voor de afstroming van water of voor het transport van goederen over water, die door de bevoegde beherende instanties als zodanig erkend en geregistreerd werden;
  6° waterpartijen, dit zijn natuurlijke of kunstmatige oppervlaktebekkens voor de opvang en opslag van water;
  7° spoorbanen, dit zijn gebieden of corridors die exclusief voor de organisatie van transport over sporen zijn ingericht.

Afdeling 2. - GRB-specificaties.
Art.6. De GRB-specificaties zijn technische minimumbepalingen betreffende :
  1° de opmeting van grootschalige geografische gegevens;
  2° de opname van grootschalige geografische gegevens in het GRB;
  3° de uitwisseling van gegevens met het GRB.
  De stuurgroep [1 GDI-Vlaanderen]1 stelt, op voorstel van het (Agentschap) en na advies van de GRB-raad, de GRB-specificaties op en legt deze ter goedkeuring voor aan de Vlaamse regering. <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  ----------
  (1)<DVR 2009-02-20/43, art. 40, 005; Inwerkingtreding : 17-10-2010>

Art.6 TOEKOMSTIG RECHT.   De GRB-specificaties zijn technische minimumbepalingen betreffende :
  1° de opmeting van grootschalige geografische gegevens;
  2° de opname van grootschalige geografische gegevens in het GRB;
  3° de uitwisseling van gegevens met het GRB.
  [2 het stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid]2 stelt, op voorstel van het (Agentschap) [2 ...]2, de GRB-specificaties op en legt deze ter goedkeuring voor aan de Vlaamse regering. <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>

  (2)<DVR 2016-12-23/34, art. 10, 007; Inwerkingtreding : onbepaald >

Art.7. Als grondslag voor de bepaling van geografische coördinaten verwijzen de GRB-specificaties naar het FLEPOS-systeem voor uniforme centimeternauwkeurige plaatsbepaling op basis van satellietnavigatie over het Vlaamse Gewest dat wordt beheerd door het (Agentschap). <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>

Art.8. De GRB-specificaties die uitsluitend betrekking hebben op terrestrische opmetingen maken het skeletbestek uit. Het skeletbestek is van toepassing op terrestrische opmetingen die worden verricht door of in opdracht van het (Agentschap) enerzijds of van [1 het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid, de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de Vlaamse openbare instellingen, de provincies en gemeenten]1 anderzijds. <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  ----------
  (1)<DVR 2009-02-20/43, art. 41, 005; Inwerkingtreding : 17-10-2010>

HOOFDSTUK V. - Aanmaak, bijhouding en beheer van het GRB.
Afdeling 1. - Planning.
Art.9. [1 Het GDI-plan, vermeld in artikel 10, § 1, van het GDI-decreet, omvat de strategische beleidsvisie inzake de implementatie van het GRB door het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid, de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de Vlaamse openbare instellingen, de provincies en gemeenten.]1
  ----------
  (1)<DVR 2009-02-20/43, art. 42, 005; Inwerkingtreding : 17-10-2010>

Art.10. Het GRB-uitvoeringsplan is een voortschrijdend meerjarenprogramma betreffende de aanmaak en bijhouding van het GRB.
  De Vlaamse regering stelt, op voorstel van de stuurgroep [1 GDI-Vlaanderen]1 en na advies van de GRB-raad, de criteria vast voor opname van de projectzones in het GRB-uitvoeringsplan.
  De stuurgroep [1 GDI-Vlaanderen]1 stelt, op voorstel van het (Agentschap) en na advies van de GRB-raad, het GRB-uitvoeringsplan en de jaarlijkse aanpassingen ervan vast en legt het GRB-uitvoeringsplan en de wijzigingen aan dit plan ter goedkeuring voor aan de Vlaamse regering. <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  De Vlaamse regering stelt nadere regels vast in verband met de inhoud en de vorm van het GRB-uitvoeringsplan.
  ----------
  (1)<DVR 2009-02-20/43, art. 43, 005; Inwerkingtreding : 17-10-2010>

Art.10 TOEKOMSTIG RECHT.   Het GRB-uitvoeringsplan is een voortschrijdend meerjarenprogramma betreffende de aanmaak en bijhouding van het GRB.
  De Vlaamse regering stelt, op voorstel van [1 het stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid]1 [1 ...]1, de criteria vast voor opname van de projectzones in het GRB-uitvoeringsplan.
  [1 het stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid]1 stelt, op voorstel van het (Agentschap)[1 ...]1, het GRB-uitvoeringsplan en de jaarlijkse aanpassingen ervan vast en legt het GRB-uitvoeringsplan en de wijzigingen aan dit plan ter goedkeuring voor aan de Vlaamse regering. <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  De Vlaamse regering stelt nadere regels vast in verband met de inhoud en de vorm van het GRB-uitvoeringsplan.

  (1)<DVR 2016-12-23/34, art. 11, 007; Inwerkingtreding : onbepaald >

Afdeling 2. - Aanmaak.
Art.11. Het (Agentschap) staat in voor de aanmaak van het GRB. Deze aanmaak gebeurt per projectzone, overeenkomstig het GRB-uitvoeringsplan. Het GRB zal gebiedsdekkend voor het Vlaamse Gewest gerealiseerd worden tegen eind 2013. <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  De aanmaak omvat :
  - de opmetingen van grootschalige geografische gegevens;
  - de kwaliteitscontrole;
  - de verwerking van grootschalige geografische gegevens tot grootschalige referentiegegevens.
  De aanmaak in een bepaalde projectzone is afgewerkt op het moment dat het GRB voor de betrokken projectzone overeenkomstig artikel 16 toegankelijk wordt voor de gebruikers.

Art.12. § 1. Grootschalige geografische gegevens, die door of in opdracht van anderen dan het (Agentschap) zijn opgemeten conform het skeletbestek, kunnen worden aangewend bij de aanmaak van het GRB, mits instemming van de partij door wie of in wiens opdracht deze gegevens werden opgemeten (...). Op deze uitwisseling van grootschalige geografische gegevens zijn de GRB-specificaties van toepassing. <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006> <DVR 2007-05-25/39, art. 8, 1°, 003; Inwerkingtreding : 29-06-2007>
  De Vlaamse regering bepaalt, op voorstel van de stuurgroep [1 GDI-Vlaanderen]1 en na advies van de GRB-raad, de nadere voorwaarden en modaliteiten van dergelijke aanwending. In geen geval mag een eventuele vergoeding meer bedragen dan de besparing die daardoor wordt gerealiseerd op de kosten voor opmetingen die in opdracht van het (Agentschap) gebeuren met het oog op de aanmaak van het GRB. <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  § 2. Grootschalige geografische gegevens die door of in opdracht van anderen dan het (Agentschap) zijn opgemeten voor de goedkeuring door de Vlaamse regering van het skeletbestek overeenkomstig artikel 6 en niet conform zijn met het skeletbestek kunnen slechts worden aangewend bij de aanmaak van het GRB, overeenkomstig § 1, indien de Vlaamse regering daartoe beslist, op voorstel van de stuurgroep [1 GDI-Vlaanderen]1 en na advies van de GRB-raad. <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  (§ 3. In de door de Vlaamse Regering bepaalde gevallen, worden de aangeboden grootschalige geografische gegevens door het Agentschap aan een kwaliteitscontrole onderworpen. Onder de voorwaarden en modaliteiten bepaald door de Vlaamse Regering, betaalt de betrokken persoon een vergoeding aan het Agentschap die de kosten dekt van die kwaliteitscontrole.) <DVR 2007-05-25/39, art. 8, 2°, 003; Inwerkingtreding : 29-06-2007>
  ----------
  (1)<DVR 2009-02-20/43, art. 44, 005; Inwerkingtreding : 17-10-2010>

Art.12 TOEKOMSTIG RECHT.   § 1. Grootschalige geografische gegevens, die door of in opdracht van anderen dan het (Agentschap) zijn opgemeten conform het skeletbestek, kunnen worden aangewend bij de aanmaak van het GRB, mits instemming van de partij door wie of in wiens opdracht deze gegevens werden opgemeten (...). Op deze uitwisseling van grootschalige geografische gegevens zijn de GRB-specificaties van toepassing. <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006> <DVR 2007-05-25/39, art. 8, 1°, 003; Inwerkingtreding : 29-06-2007>
  De Vlaamse regering bepaalt, op voorstel van [2 het stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid]2 [2 ...]2, de nadere voorwaarden en modaliteiten van dergelijke aanwending. In geen geval mag een eventuele vergoeding meer bedragen dan de besparing die daardoor wordt gerealiseerd op de kosten voor opmetingen die in opdracht van het (Agentschap) gebeuren met het oog op de aanmaak van het GRB. <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  § 2. Grootschalige geografische gegevens die door of in opdracht van anderen dan het (Agentschap) zijn opgemeten voor de goedkeuring door de Vlaamse regering van het skeletbestek overeenkomstig artikel 6 en niet conform zijn met het skeletbestek kunnen slechts worden aangewend bij de aanmaak van het GRB, overeenkomstig § 1, indien de Vlaamse regering daartoe beslist, op voorstel van [2 het stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid]2 [2 ...]2. <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  (§ 3. In de door de Vlaamse Regering bepaalde gevallen, worden de aangeboden grootschalige geografische gegevens door het Agentschap aan een kwaliteitscontrole onderworpen. Onder de voorwaarden en modaliteiten bepaald door de Vlaamse Regering, betaalt de betrokken persoon een vergoeding aan het Agentschap die de kosten dekt van die kwaliteitscontrole.) <DVR 2007-05-25/39, art. 8, 2°, 003; Inwerkingtreding : 29-06-2007>

  (2)<DVR 2016-12-23/34, art. 12, 007; Inwerkingtreding : onbepaald >

Afdeling 3. - Bijhouding.
Art.13. § 1. Onverminderd het hierna bepaalde staat het (Agentschap) in voor de permanente bijhouding van het GRB. <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  Onder bijhouding wordt begrepen de noodzakelijke aanpassingen aan het GRB tengevolge van afwijkingen die sinds de opmaak van het GRB of de laatste bijhouding ervan zijn ontstaan ingevolge terreinmutaties, alsmede de correctie van fouten en de aanvulling van onvolledigheden die tijdens de opmaak of bijhouding van het GRB zijn ontstaan.
  § 2. [1 Het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid, de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de Vlaamse openbare instellingen, de provincies en gemeenten]1 melden op eigen kosten aan het (Agentschap) de afwijkingen die zijn opgetreden door terreinmutaties die hen ambtshalve ter kennis werden gebracht. <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  § 3. [1 Het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid, de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de Vlaamse openbare instellingen, de provincies en gemeenten]1 en de netbeheerders van fysieke leidingnetten staan op eigen kosten in voor de opmeting conform de GRB-specificaties van grootschalige geografische gegevens betreffende terreinmutaties waarvan zij zelf initiatiefnemer waren. Zij stellen deze opmetingen kosteloos ter beschikking van het (Agentschap). <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  § 4. [1 Het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid, de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de Vlaamse openbare instellingen, de provincies en gemeenten]1 staan op eigen kosten in voor de opmeting van grootschalige geografische gegevens voor de registratie waarvan zij krachtens wettelijke of decretale bepalingen ambtshalve instaan. Zij stellen deze opmetingen kosteloos ter beschikking van het (Agentschap). <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  § 5. Ingeval van niet naleving door [1 het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid, de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de Vlaamse openbare instellingen, de provincies en gemeenten]1 of netbeheerders van fysieke leidingnetten van hun verplichtingen overeenkomstig de paragrafen 3 of 4, kunnen de nodige opmetingen worden verricht in opdracht van het (Agentschap). De kosten voor zulke opmetingen vallen ten laste van de in gebreke gebleven deelnemers aan GIS Vlaanderen of netbeheerders van fysieke leidingnetten. <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  § 6. De Vlaamse regering stelt nadere regels vast omtrent de modaliteiten van kennisgeving en terbeschikkingstelling, als bedoeld in de paragrafen 2 tot 5.
  ----------
  (1)<DVR 2009-02-20/43, art. 45, 005; Inwerkingtreding : 17-10-2010>

Afdeling 4. - Beheer.
Art.14. Het (Agentschap) is belast met het beheer, in de meest ruime zin, van het GRB met inbegrip van de erin opgenomen grootschalige referentiegegevens. [1 Het Agentschap is een instantie als vermeld in artikel 4, § 1, van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer. Het GRB is een authentieke gegevensbron als vermeld in artikel 4 van het voormelde decreet. (NOTA : art. 23 van DVR 2008-07-18/23, dat de twee voorafgaande zinnen toevoegde, wordt opgeheven bij DVR 2009-02-20/43, art. 57, dat in werking treedt op een onbepaalde datum.)]1 <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  ----------
  (1)<DVR 2008-07-18/23, art. 23, 004; Inwerkingtreding : 14-07-2009>

HOOFDSTUK VI. - Eigendom en gebruik van het GRB.
Afdeling 1. - Eigendomsrechten over het GRB.
Art.15. Het Vlaamse Gewest is de producent van het GRB, in de zin van de wet van 31 augustus 1998 betreffende de rechtsbescherming van databanken, en titularis van alle rechten met betrekking tot de grootschalige referentiegegevens opgenomen in het GRB overeenkomstig de GRB-specificaties.

Afdeling 2. - Gebruik van het GRB.
Art.16.De Vlaamse regering bepaalt, op voorstel van de [1 stuurgroep GDI-Vlaanderen]1 en na het advies te hebben ingewonnen van de GRB-raad, de wijze waarop toegang wordt verleend tot het GRB en de voorwaarden die gelden voor het gebruik van de erin opgenomen grootschalige referentiegegevens.
   [1 Het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid, de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de Vlaamse openbare instellingen, de provincies en gemeenten-]1 en de netbeheerders van fysieke leidingnetten krijgen in ieder geval een kosteloze toegang tot het GRB en de erin opgenomen grootschalige geografische referentiegegevens.
  ----------
  (1)<DVR 2009-02-20/43, art. 46, 005; Inwerkingtreding : 17-10-2010>

Art.16 TOEKOMSTIG RECHT.   De Vlaamse regering bepaalt, op voorstel van de [2 het stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid]2 [2 ...]2, de wijze waarop toegang wordt verleend tot het GRB en de voorwaarden die gelden voor het gebruik van de erin opgenomen grootschalige referentiegegevens.
   [1 Het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid, de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de Vlaamse openbare instellingen, de provincies en gemeenten]1 en de netbeheerders van fysieke leidingnetten krijgen in ieder geval een kosteloze toegang tot het GRB en de erin opgenomen grootschalige geografische referentiegegevens.

  (1)<DVR 2009-02-20/43, art. 46, 005; Inwerkingtreding : 17-10-2010>
  (2)<DVR 2016-12-23/34, art. 13, 007; Inwerkingtreding : onbepaald >


Art.17. § 1. Vanaf de datum die de Vlaamse regering bepaalt en uiterlijk vanaf 1 januari 2006 aanvaarden [1 het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid, de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de Vlaamse openbare instellingen, de provincies en gemeenten]1 voor om het even welke kennisgeving die tot hen wordt gericht, verwijzingen naar basiskaarten afgeleid van het GRB of, wat de projectzones betreft waarvoor het GRB nog niet toegankelijk is voor gebruikers, basiskaarten opgemaakt overeenkomstig het skeletbestek.
  § 2. Vanaf de datum die de Vlaamse regering bepaalt aanvaarden de door haar aangewezen [1 het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid, de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de Vlaamse openbare instellingen, de provincies en gemeenten]1 voor door de Vlaamse regering bepaalde kennisgevingen die tot hen worden gericht, uitsluitend verwijzingen conform de GRB-specificaties.
  § 3. Vanaf de datum die de Vlaamse regering bepaalt en uiterlijk vanaf de eerste januari van het tweede jaar volgend op het jaar waarin het GRB voor het eerst voor alle projectzones toegankelijk werd voor gebruikers, aanvaarden [1 het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid, de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de Vlaamse openbare instellingen, de provincies en gemeenten]1 voor om het even welke kennisgeving die tot hen wordt gericht, uitsluitend verwijzingen naar basiskaarten afgeleid van het GRB.
  Het voorgaande lid is evenwel niet van toepassing op kennisgevingen die een loutere mededeling inhouden van terreinsituaties die sinds de inwerkingtreding van dit decreet geen mutaties zullen hebben ondergaan.
  ----------
  (1)<DVR 2009-02-20/43, art. 47, 005; Inwerkingtreding : 17-10-2010>

HOOFDSTUK VII. - Financiering.
Afdeling 1. - Algemeen.
Art.18.De aanmaak, de bijhouding en het beheer van het GRB worden gefinancierd door :
  1° (een jaarlijkse dotatie van het Vlaamse Gewest aan het Agentschap); <DVR 2006-04-21/37, art. 16, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  2° de opbrengst van de vergoedingen bedoeld in afdeling II van dit hoofdstuk die krachtens artikel 20 toekomen aan het Vlaamse Gewest;
  3° de opbrengst van de heffingen bedoeld in afdeling III van dit hoofdstuk.
  De in 2° en 3° van het vorige lid vermelde opbrengsten worden integraal toegewezen aan [1 [2 Eigen Vermogen Digitaal Vlaanderen, vermeld in artikel 7 van het decreet van 15 januari 2016 houdende de oprichting van het Eigen Vermogen Digitaal Vlaanderen]2 en de oprichting van het Eigen Vermogen Informatie Vlaanderen en]1 uitsluitend aangewend voor deze financiering. <DVR 2006-04-21/37, art. 17, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  ----------
  (1)<DVR 2018-12-07/05, art. IV.56, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
  (2)<DVR 2021-04-02/35, art. 17, 009; Inwerkingtreding : 10-05-2021>

Art.19.In de rekeningen van het [2 [3 Eigen Vermogen Digitaal Vlaanderen, vermeld in artikel 7 van het decreet van 15 januari 2016 houdende de oprichting van het Eigen Vermogen Digitaal Vlaanderen]3]2 worden de inkomsten en uitgaven die betrekking hebben op het GRB afzonderlijk vermeld.
  Het [2 [3 Eigen Vermogen Digitaal Vlaanderen, vermeld in artikel 7 van het decreet van 15 januari 2016 houdende de oprichting van het Eigen Vermogen Digitaal Vlaanderen]3]2 brengt jaarlijks verslag uit aan de stuurgroep [1 GDI-Vlaanderen]1 en aan de GRB-raad omtrent deze inkomsten en uitgaven.
  ----------
  (1)<DVR 2009-02-20/43, art. 48, 005; Inwerkingtreding : 17-10-2010>
  (2)<BVR 2016-03-18/17, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
  (3)<DVR 2021-04-02/35, art. 18, 009; Inwerkingtreding : 10-05-2021>

Art.19 TOEKOMSTIG RECHT.   In de rekeningen van het [2 [4 Eigen Vermogen Digitaal Vlaanderen, vermeld in artikel 7 van het decreet van 15 januari 2016 houdende de oprichting van het Eigen Vermogen Digitaal Vlaanderen]4]2 worden de inkomsten en uitgaven die betrekking hebben op het GRB afzonderlijk vermeld.
  Het [2 [4 Eigen Vermogen Digitaal Vlaanderen, vermeld in artikel 7 van het decreet van 15 januari 2016 houdende de oprichting van het Eigen Vermogen Digitaal Vlaanderen]4]2 brengt jaarlijks verslag uit aan [3 het stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid]3 [3 ...]3 omtrent deze inkomsten en uitgaven.

  (2)<BVR 2016-03-18/17, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
  (3)<DVR 2016-12-23/34, art. 14, 007; Inwerkingtreding : onbepaald >
  (4)<DVR 2021-04-02/35, art. 18, 009; Inwerkingtreding : 10-05-2021>

Afdeling 2. - Vergoeding doorderden.
Art.20. De Vlaamse regering bepaalt, op voorstel van de stuurgroep [1 GDI-Vlaanderen]1 en na advies van de GRB-raad, de vergoedingen die door derden zijn verschuldigd voor de toegang tot het GRB. De opbrengsten worden gelijk verdeeld tussen de netbeheerders van fysieke leidingnetten en het Vlaamse Gewest. De Vlaamse regering bepaalt, op voorstel van de stuurgroep [1 GDI-Vlaanderen]1 en na het advies te hebben ingewonnen van de GRB-raad, de verdere modaliteiten voor de verdeling van deze opbrengsten.
  ----------
  (1)<DVR 2009-02-20/43, art. 49, 005; Inwerkingtreding : 17-10-2010>

Art.20 TOEKOMSTIG RECHT.   De Vlaamse regering bepaalt, op voorstel van [2 het stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid]2 [2 ...]2, de vergoedingen die door derden zijn verschuldigd voor de toegang tot het GRB. De opbrengsten worden gelijk verdeeld tussen de netbeheerders van fysieke leidingnetten en het Vlaamse Gewest. De Vlaamse regering bepaalt, op voorstel van [2 het stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid]2 [2 ...]2, de verdere modaliteiten voor de verdeling van deze opbrengsten.

  (2)<DVR 2016-12-23/34, art. 15, 007; Inwerkingtreding : onbepaald >

Afdeling 3. - Heffingen.
Onderafdeling 1. - Algemene bepalingen.
Art.21. Voor de toepassing van deze afdeling wordt begrepen onder :
  1° netbeheerder :
  a) de exploitanten van een openbaar waterdistributienet in de zin van het decreet van 24 mei 2002;
  b) de vennootschap bedoeld in artikel 32septies en volgende van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging;
  c) de operatoren van een openbaar telecommunicatienetwerk in de zin van titel III van de wet van 21 maart 1991;
  d) de persoon die de goedkeuring heeft verkregen om infrastructuur te beheren voor het transport van programmasignalen naar en tussen de kabelnetten en tussen de hoofdstations om deze signalen eventueel op te vangen met het oog op het transport ervan, bedoeld in artikel 108 van de gecoördineerde decreten van 25 januari (1995) betreffende radio-omroep en de televisie; <Erratum, zie B.S. 09-12-2004, p. 81488>
  e) de erkende kabelmaatschappijen in de zin van voormelde gecoördineerde decreten van 25 januari 1995;
  f) de houders van een vergunning voor de bouw en exploitatie van gas- en andere vervoerinstallaties als bedoeld in de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen;
  g) de aardgasnetbeheerders in de zin van het decreet van 6 juli 2001 houdende organisatie van de gasmarkt;
  h) de netbeheerder voor het nationaal transmissienet in de zin van de wet van 29 april 1999 houdende organisatie van de elektriciteitsmarkt;
  i) de netbeheerders voor distributienetten in de zin van het decreet van 17 juli 2000 houdende organisatie van de elektriciteitsmarkt;
  j) de personen, andere dan gemeenten, belast met het beheer van lokale rioleringsinfrastructuur, andere dan de infrastructuur bedoeld in artikel 32septies, § 1, van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging;
  2° vervoersnet :
  a) voor drinkwater : het geheel van leidingen en hun lokale installatie die worden beheerd door één netbeheerder, gebruikt voor het vervoer vanaf waterwinningsplaatsen naar verbindingspunten, waterbehandelingscentra, opslagplaatsen, grootverbruikers en detailnetten en voor het vervoer tussen centra, stations of opslagplaatsen onderling of naar het buitenland met een minimale diameter van 400 mm;
  b) voor afvalwater : het geheel van bovengemeentelijke rioleringen en hun lokale installatie voor het vervoer van gescheiden en gemengd rioleringswater;
  c) voor gas- en pijpleidingen : het geheel van hogedrukleidingen en hun lokale installatie van éénzelfde netbeheerder, gebruikt voor het vervoer vanaf gasvelden of productieeenheden naar druk- en debietregelingstations, opslagplaatsen, grootverbruikers en detailnetten en voor het vervoer tussen productie-eenheden, stations of opslagplaatsen onderling of naar het buitenland, in de mate deze leidingen onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen;
  d) voor elektriciteit : het geheel van kabels en lijnen, toebehoren en lokale installaties van éénzelfde netbeheerder en met een nominale spanning groter dan of gelijk aan (30 kV,) geschikt voor elektriciteitstransport vanaf productiecentra naar schakel- of transformatieposten, grootverbruikers en detailnetten en voor de overbrenging tussen centra, posten of cabines onderling of naar het buitenland; <Erratum, zie B.S. 09-12-2004, p. 81488>
  e) voor elektronische communicatie : het geheel van glasvezellijnen of voorzieningen met hun lokale installatie van éénzelfde netbeheerder, van productiestations naar transmissiestations, grootverbruikers en detailnetten, en tussen productie-eenheden, stations of opslagplaatsen onderling of naar het buitenland;
  3° detailnet :
  a) voor drinkwater : het geheel van vermaasde leidingen en toebehoren van éénzelfde netbeheerder en met een diameter kleiner dan 400 mm;
  b) voor aardgas : het geheel van vermaasde lagedrukleidingen en toebehoren van eenzelfde netbeheerder waarop individuele kleinverbruikers worden aangesloten;
  c) voor elektriciteit : het geheel van leidingen en toebehoren van éénzelfde netbeheerder waarop individuele kleinverbruikers worden aangesloten;
  d) voor elektronische communicatie : het geheel van glasvezel- en andere leidingen met toebehoren van éénzelfde netbeheerder vanaf het kopstation of eerste centrale tot en met de leidingen waarop de individuele kleinverbruikers worden aangesloten;
  e) voor afvalwater : het geheel van lokale rioleringen en hun installatie voor het vervoer van gescheiden of gemengd afvalwater, andere dan de infrastructuur bedoeld in 2°, b) ;
  4° grootverbruiker :
  a) voor drinkwater : een verbruiker die ofwel een verbruik heeft groter dan 10 000 m3/jaar ofwel een aansluitleiding met een diameter groter dan 50 mm;
  b) voor aardgas : een verbruiker die via een directe voedingsleiding op het hogedruknet is aangesloten;
  c) voor elektriciteit : een verbruiker met een rechtstreekse aansluiting op het vervoersnet met spanning van 30 kV of hoger;
  d) voor elektronische communicatie : een verbruiker die rechtstreeks digitale signalen vanaf het vervoersnet opneemt en afgeeft;
  5° kleinverbruiker : gebruiker die geen grootverbruiker is;
  6° exploiteerbaar net : een net dat voldoende is aangelegd opdat het geschikt zou zijn voor het gebruik waarvoor het bedoeld is, ongeacht of dit net effectief in gebruik is of niet;
  7° aanwezig net : een net waarvan onderdelen gelokaliseerd zijn in een bepaalde projectzone;
  8° complementaire detailnetten : in een projectzone aanwezige exploiteerbare detailnetten die alle onder één van de onder het 3°, litt.a-d, gegeven definities vallen, die alle onderling exclusief aanwezig zijn in een bepaald deel van de projectzone en elk een exclusief deel van de projectzone beslaan;
  9° projectzone : een gebied waarbinnen, gedurende één enkel project, de GRB gegevens voor de eerste maal en gebiedsdekkend worden gekarteerd; bij de afbakening van deze gebieden wordt waar mogelijk verwezen naar aanwezige ambtsgrenzen;
  10° verbruiksmeter : op een detailnet geïnstalleerde operationele verbruiksteller of verbruiksmeter die een aansluiting op het betrokken detailnet koppelt aan een eindverbruiker;
  11° trajectlengte : de lengte van de op het horizontaal vlak geprojecteerde leidingen behorende tot hetzelfde vervoersnet, gegeneraliseerd voor gebruik op een middenschalige topografische kaart. Leidingen van eenzelfde type vervoersnet van eenzelfde netbeheerder die aan een gemeenschappelijke draagstructuur opgehangen zijn of die evenwijdig liggen in één of meerdere sleuven, voor zover die sleuven langs dezelfde openbare weg lopen of bij gebrek aan openbare weg, langs een gemeenschappelijke as, worden voor de bepaling van de trajectlengte als één leiding beschouwd, voor zover de betrokken netbeheerder dit uitdrukkelijk in zijn aangifte, als bedoeld in artikel 32, heeft vermeld.

Art.22. § 1. Ter recuperatie van de helft van de kosten voor de aanmaak van het GRB wordt per projectzone voor de in die projectzone aanwezige en exploiteerbare netten een eenmalige heffing opgelegd. Deze heffing wordt aanmaakheffing genoemd. Zij wordt geheven :
  - in het jaar waarin dit decreet in werking treedt, indien het project reeds werd afgewerkt vóór de inwerkingtreding van dit decreet;
  - in het jaar waarin de aanmaak van het betrokken project wordt afgewerkt, voor de netten die in dat jaar exploiteerbaar aanwezig waren in de betrokken projectzone;
  - in het jaar waarin de betrokken netten exploiteerbaar aanwezig worden in de betrokken projectzone, in de andere gevallen.
  Deze aanmaakheffing wordt berekend overeenkomstig de artikelen 24 en volgende.
  § 2. Ter recuperatie van de bijhoudingskosten wordt jaarlijks per projectzone voor de in de projectzone aanwezige en exploiteerbare netten een heffing opgelegd ter financiering van de bijhoudingskosten van het betrokken karteringsproject. Deze heffing wordt bijhoudingsheffing genoemd. Deze heffing wordt voor het eerst geheven in het jaar dat volgt op dat waarin voor het betrokken net een aanmaakheffing werd opgelegd. Het bedrag van de bijhoudingsheffing wordt bepaald overeenkomstig de artikelen 29 en volgende.

Art.23. De heffingen zijn verschuldigd door de persoon die op 31 december van het heffingsjaar, netbeheerder is van het betrokken vervoers- of detailnet.
  Indien op die datum geen enkele persoon de hoedanigheid van netbeheerder had, is de persoon of zijn rechtsopvolger onder algemene titel die als laatste de hoedanigheid van netbeheerder had voor het betrokken net heffingsplichtig.

Onderafdeling 2. - Berekening van de heffing.
Paragraaf 1. - Aanmaakheffing.
Art.24. § 1. Onder verhaalbare aanmaakkosten voor een project wordt begrepen :
  1° 20 procent van de geraamde kostprijs van de aan te besteden karteringsopdracht voor de betrokken projectzone als aangegeven in bijlage 1 bij dit decreet, vermenigvuldigd met het indexcijfer van de maand december van het jaar waarin de aanmaak van de betrokken projectzone wordt afgewerkt en gedeeld door het indexcijfer van de maand waarin dit decreet in werking treedt;
  2° de sommen verschuldigd of betaald krachtens de aanbestede karteringsopdracht voor het betrokken project, als opgenomen in de rekeningen van (het Agentschap); <DVR 2006-04-21/37, art. 17, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  3° de vergoedingen verschuldigd of betaald aan personen zoals bedoeld in artikel 12.
  § 2. In afwijking van de eerste paragraaf wordt onder verhaalbare aanmaakkosten voor projectzones die reeds werden afgewerkt op het moment van inwerkingtreding begrepen de kostprijs voor de aanbestede karteringsopdracht als aangegeven in bijlage 2 bij dit decreet, verhoogd met 20 procent van dit bedrag.

Art.25. Het basisbedrag van de aanmaakheffing voor een project wordt als volgt berekend :
  AH = 0,5 x AK/N + 1
  waarin :
  AK= de verhaalbare aanmaakkosten voor het project, vastgesteld overeenkomstig artikel 24;
  N = het aantal in de projectzone aanwezige detailnetten op 31 december van het jaar waarin de aanmaak van het betrokken project werd afgewerkt, met dien verstande dat complementaire detailnetten samen als één net worden beschouwd.

Art.26. § 1. Voor ieder detailnet dat exploiteerbaar aanwezig is in de betrokken projectzone in het jaar waarin het betrokken project afgewerkt werd wordt een aanmaakheffing opgelegd ten belope van het basisbedrag AH van de heffing.
  Indien in de betrokken projectzone in het jaar waarin het betrokken project afgewerkt werd geen vervoersnet exploiteerbaar aanwezig is, of de totale lengte van de exploiteerbaar aanwezige vervoersnetten minder dan vijfhonderd meter bedraagt, bedraagt de aanmaakheffing voor de detailnetten die exploiteerbaar aanwezig zijn in het jaar waarin het betrokken project afgewerkt werd evenwel, in afwijking van het voorgaande lid :
  AH x (N + 1)/N
  § 2. In afwijking van paragraaf 1 wordt voor elk complementair detailnet dat exploiteerbaar aanwezig is in de betrokken projectzone in het jaar waarin het betrokken project afgewerkt werd een aanmaakheffing opgelegd ten bedrage van :
  AH x v/V
  waarin :
  V = totaal aantal verbruiksmeters voor alle complementaire netten in de betrokken projectzone op 31 december van het jaar waarin de aanmaak van het betrokken project afgewerkt werd;
  v = aantal verbruiksmeters voor het betrokken complementaire net op 31 december van het jaar waarin de aanmaak van het betrokken project afgewerkt werd.
  Indien in de betrokken projectzone in het jaar waarin het betrokken project afgewerkt werd geen vervoersnet exploiteerbaar aanwezig is, of de totale lengte van de exploiteerbaar aanwezige vervoersnetten minder dan vijfhonderd meter bedraagt, bedraagt de aanmaakheffing voor de in het jaar waarin het betrokken project afgewerkt werd in de betrokken projectzone exploiteerbaar aanwezige netten evenwel, in afwijking van de voorgaande lid :
  AH x v x (N + 1)/V x N

Art.27. § 1. Voor detailnetten die slechts exploiteerbaar aanwezig worden in de projectzone na verloop van het jaar waarin de aanmaak van het betrokken project werd afgewerkt, wordt een aanmaakheffing opgelegd ten bedrage van :
  0,5 x AK x IND/N' + 1
  waarin :
  N' = het aantal in de projectzone aanwezige detailnetten op 31 december van het jaar waarin het betrokken detailnet exploiteerbaar aanwezig wordt in de betrokken projectzone, met dien verstande dat complementaire detailnetten samen als één net worden beschouwd;
  IND = de verhouding tussen twee indexcijfers van de consumptieprijzen met in de teller het indexcijfer van de maand december van het heffingsjaar en in de noemer het indexcijfer van de maand december van het jaar waarin de aanmaak van het betrokken project werd afgewerkt.
  Indien in de betrokken projectzone op 31 december van het jaar waarin het betrokken detailnet exploiteerbaar aanwezig wordt in de betrokken projectzone geen vervoersnet exploiteerbaar aanwezig is, of de totale lengte van de exploiteerbaar aanwezige vervoersnetten minder dan vijfhonderd meter bedraagt, bedraagt de aanmaakheffing voor het betrokken detailnet, in afwijking van de voorgaande lid :
  0,5 x AK x IND/N'
  § 2. In afwijking van paragraaf 1 wordt voor complementaire detailnetten die slechts exploiteerbaar aanwezig worden in de projectzone na verloop van het jaar waarin de aanmaak van het betrokken project werd afgewerkt een aanmaakheffing opgelegd ten bedrage van :
  (AH x v' x IND/V') <Erratum, zie B.S. 09-12-2004, p. 81488>
  waarin :
  V' = totaal aantal verbruiksmeters voor alle complementaire netten in de betrokken projectzone, op 31 december van het jaar waarin het betrokken net exploiteerbaar aanwezig wordt in de betrokken projectzone;
  v' = aantal verbruiksmeters op het betrokken complementair net, op 31 december van het jaar waarin het betrokken net exploiteerbaar aanwezig wordt in de betrokken projectzone.
  Indien in de betrokken projectzone op 31 december van het jaar waarin (het betrokken net), exploiteerbaar aanwezig wordt in de betrokken projectzone geen vervoersnet exploiteerbaar aanwezig is, of de totale lengte van de exploiteerbaar aanwezige vervoersnetten minder dan vijfhonderd meter bedraagt, bedraagt de aanmaakheffing voor het betrokken complementair net, in afwijking van het voorgaande lid : <Erratum, zie B.S. 09-12-2004, p. 81488>
  AH x v'x IND x (N' + 1)/V' x N'

Art.28. § 1. Voor elk in de betrokken projectzone aanwezig vervoersnet wordt een aanmaakheffing opgelegd ten bedrage van :
  AH x l/L
  waarin :
  l = trajectlengte van het betrokken vervoersnet binnen de projectzone, afgerond op de meest nabije kilometer, op 31 december van het jaar waarin het betrokken project werd afgewerkt;
  L = totale trajectlengte van de exploiteerbare aanwezige vervoersnetten binnen de projectzone, afgerond op de meest nabije kilometer, 31 december van het jaar waarin het betrokken project werd afgewerkt.
  § 2. Voor vervoersnetten die slechts exploiteerbaar aanwezig worden in de projectzone na verloop van het jaar waarin de aanmaak van het betrokken project werd afgewerkt wordt een aanmaakheffing opgelegd die wordt berekend als volgt :
  AH x l'x IND/L'
  waarin :
  l' = trajectlengte van het betrokken vervoersnet binnen de projectzone, afgerond op de meest nabije kilometer, op 31 december van het jaar waarin het betrokken net exploiteerbaar aanwezig wordt in de betrokken projectzone;
  L' = totale trajectlengte van de in de betrokken projectzone aanwezige exploiteerbare vervoersnetten, met inbegrip van het betrokken vervoersnet, binnen de projectzone, afgerond op de meest nabije kilometer, op 31 december van het jaar waarin het betrokken net exploiteerbaar aanwezig wordt in de betrokken projectzone.

Paragraaf 2. - Bijhoudingsheffing.
Art.29. § 1. Het basisbedrag BIJH van de bijhoudingsheffing wordt berekend als volgt :
  BIJH = (0,08 +BKp) x (0,5 x AK x IND) - AH' +OR/N'' +1
  waarin :
  N" = het aantal in de projectzone aanwezige exploiteerbare detailnetten waarvoor in het betrokken jaar een bijhoudingsheffing wordt opgelegd, met dien verstande dat alle complementaire detailnetten samen als één net worden beschouwd;
  BKp = percentage dat voor het eerste heffingsjaar van de bijhoudingsheffing voor de betrokken projectzone 7 % bedraagt; voor het tweede jaar 5 %; voor het derde jaar 3 %; voor het vierde jaar 1 %; voor de daaropvolgende heffingsjaar nihil;
  AH' = het totaalbedrag van de voor het betrokken heffingsjaar voor de betrokken projectzone verschuldigde heffingen, bedoeld in de artikelen 27 en 28, § 2;
  OR = het gebeurlijk negatief resultaat voor BIJH voor het voorafgaande heffingsjaar.
  § 2. Indien het basisbedrag BIJH aldus berekend kleiner dan of gelijk is aan nul, wordt in het betrokken heffingsjaar, voor de betrokken projectzone, geen bijhoudingsheffing opgelegd.

Art.30. § 1. Voor ieder in de projectzone aanwezige detailnet wordt een jaarlijkse bijhoudingsheffing opgelegd ten belope van het basisbedrag BIJH.
  Indien in de betrokken projectzone op 31 december van het heffingsjaar geen vervoersnet exploiteerbaar aanwezig is, of de totale lengte van de exploiteerbaar aanwezige vervoersnetten minder dan vijfhonderd meter bedraagt, bedraagt de bijhoudingsheffing voor het betrokken detailnet evenwel, in afwijking van het voorgaande lid :
  BIJH x (N'' +1)/N''
  § 2. In afwijking van paragraaf 1 wordt voor elk in de betrokken projectzone aanwezig complementair detailnet een jaarlijkse bijhoudingsheffing opgelegd ten bedrage van :
  BIJH x v''/V''
  waarin :
  V" = totaal aantal verbruiksmeters voor alle complementaire netten in de betrokken projectzone, op 31 december van het heffingsjaar;
  v" = aantal verbruiksmeters voor het betrokken complementair net op 31 december van het heffingsjaar.
  Indien in de betrokken projectzone op 31 december van het heffingsjaar geen vervoersnet exploiteerbaar aanwezig is, of de totale lengte van de exploiteerbaar aanwezige vervoersnetten minder dan vijfhonderd meter bedraagt, bedraagt de bijhoudingsheffing voor het betrokken complementaire net evenwel, in afwijking van de voorgaande lid :
  BIJH x v" x (N" + 1)/V" x N"
  § 3. Per aanwezig vervoersnet wordt een jaarlijkse bijhoudingsheffing opgelegd ten bedrage van :
  BIJH x l"/L"
  waarin :
  l" = trajectlengte van het betrokken vervoersnet binnen de projectzone, afgerond op de meest nabije kilometer, op 31 december van het heffingsjaar;
  (L")= totale trajectlengte van de vervoersnetten binnen de projectzone, afgerond op de meest nabije kilometer, op 31 december van het heffingsjaar. <Erratum, zie B.S. 14-06-2005, p. 27215>

Onderafdeling 3. - Vestiging en invordering.
Art.31. Het (Agentschap) is belast met de vestiging en de invordering van de heffingen bedoeld in onderafdeling II. <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  De Vlaamse regering duidt de personeelsleden aan van het (Agentschap) die belast zijn met de vestiging van de heffingen, met de invordering ervan en met de controle op de naleving van de verplichtingen betreffende deze heffingen, en bepaalt de nadere regelen met betrekking tot hun bevoegdheden. <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>

Art.32. § 1. De netbeheerders verschaffen aan het (Agentschap) alle informatie betreffende de door hen geëxploiteerde aanwezige netten, die nodig is ter berekening van de door hen verschuldigde heffingen, bedoeld in de voorgaande hoofdstukken. <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  Deze gegevens worden door het (Agentschap) bijgehouden in een register. <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  § 2. Zij dienen daartoe jaarlijks voor het einde van het heffingsjaar, een aangifte in bij het (Agentschap), overeenkomstig een model dat na advies van de GRB-raad door de Vlaamse regering wordt bepaald. Deze aangifte wordt voor de eerste maal ingediend : <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  - hetzij, uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de afwerking van de projectzone wordt voorzien;
  - hetzij, indien de betrokken projectzone reeds werd afgewerkt voor de inwerkingtreding van dit decreet, op 31 december van het jaar waarin dit decreet in werking treedt;
  - hetzij, indien het betrokken net slechts na die datum exploiteerbaar aanwezig wordt in de betrokken projectzone, uiterlijk op 31 december van het jaar waarin voor het betrokken net een heffing wordt opgelegd;
  - hetzij, indien de betrokken netbeheerder pas na de data bedoeld in het eerste en tweede streepje de hoedanigheid van heffingsplichtige netbeheerder heeft verkregen, op 31 december van het jaar waarin de betrokkene die hoedanigheid heeft verkregen.
  Na de eerste aangifte wordt door het (Agentschap) aan de betrokkenen een uittreksel gezonden van de gegevens die op basis van de aangifte in het in de eerste paragraaf bedoelde register werden opgenomen. De volgende aangiften mogen beperkt blijven tot die gegevens welke sindsdien gewijzigd zijn. <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>

Art.33. De heffingsplichtige houdt alle bescheiden bij die nodig zijn om de voldoening van de heffing of de juistheid van de aangegeven bedragen na te gaan en legt deze voor op ieder verzoek van de personeelsleden belast met de controle op de naleving van de verplichtingen inzake de heffing.
  De heffingsplichtige is verplicht om op ieder verzoek van de personeelsleden belast met de controle op de naleving van de verplichtingen inzake de heffing, mondeling of schriftelijk alle inlichtingen te verschaffen die hem gevraagd worden om de voldoening van de heffing of de juistheid van de aangegeven bedragen na te gaan.

Art.34. De door de heffingsplichtigen overeenkomstig de voorgaande artikels verschafte informatie is vertrouwelijk. Zij wordt door het (Agentschap) en zijn personeelsleden uitsluitend gebruikt voor de vestiging en de invordering van de heffingen. <DVR 2006-04-21/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>

Art.35. § 1. De heffingen bepaald overeenkomstig onderafdeling 2 worden gevestigd uiterlijk op 30 juni van het jaar dat volgt op het heffingsjaar.
  § 2. In afwijking van § 1, kan een heffing of een aanvullende heffing worden gevestigd gedurende drie jaar vanaf 1 januari van het heffingsjaar, in de gevallen waarin de heffingsplichtige nagelaten heeft tijdig een geldige aangifte in te dienen waartoe hij verplicht is overeenkomstig artikel 32, of als de verschuldigde heffing hoger is dan de heffing die gesteund is op de gegevens vermeld in de aangifte.
  § 3. Meerdere heffingen betreffende eenzelfde heffingsjaar kunnen lastens een zelfde heffingsplichtige worden gevestigd.
  § 4. De heffingen, evenals de heffingsverhogingen, verschuldigd overeenkomstig dit hoofdstuk worden opgenomen in kohieren die worden medegedeeld aan de met de inning en invordering belaste personeelsleden.
  § 5. De kohieren worden uitvoerbaar verklaard door het daartoe door de Vlaamse regering aangeduide personeelslid of het door hem gedelegeerde personeelslid. Ze worden, op straffe van verval, binnen de in § 1 en § 2 bepaalde termijn uitvoerbaar verklaard.
  § 6. De kohieren vermelden :
  1° de naam en het adres van de heffingsplichtigen;
  2° de verwijzing naar dit decreet;
  3° het bedrag van de heffing en het heffingsjaar waarop ze betrekking heeft;
  4° het artikelnummer;
  5° de datum van uitvoerbaarverklaring;
  6° de handtekening van de in § 5 bedoelde ambtenaar.
  § 7. De heffingsplichtige op wiens naam de heffing is ingekohierd ontvangt zonder kosten een heffingsbiljet.
  De verzending van het heffingsbiljet geschiedt, op straffe van verval, per post binnen twee maanden te rekenen van de datum van de uitvoerbaarverklaring van het kohier.
  Het heffingsbiljet bevat :
  1° de datum van verzending van het heffingsbiljet;
  2° de gegevens bedoeld in § 6,1° tot 5°;
  3° de betalingstermijn van zestig dagen.

Art.36. Wanneer een heffingsplichtige, om welke reden ook, de aangifte niet of te laat heeft ingediend of als gebleken is dat de in de aangifte opgegeven gegevens onjuist zijn, kan hem een ambtelijke aanslag worden opgelegd tot beloop van de heffing die vermoedelijk is verschuldigd.
  De heffing wordt in de gevallen bedoeld in het voorgaande lid vastgesteld op basis van de gevraagde stukken of, bij ontstentenis hiervan, op basis van gegevens die kunnen bewezen worden door geschrift, getuigen en vermoedens.

Art.37. Indien de heffingsplichtige de heffing niet betaalt binnen de betalingstermijn wordt het bedrag van de heffing verhoogd met tien procent. Hetzelfde geldt indien een ambtelijke aanslag wordt gevestigd in toepassing van artikel 36.
  Op het aldus verhoogde bedrag is de wettelijke interest verschuldigd, vanaf het verstrijken van de betalingstermijn.

Art.38. De vordering tot voldoening van de heffing, van de verhoging bedoeld in artikel 16 en van de interesten verjaart door verloop van vijf jaar, te rekenen van de dag waarop zij is ontstaan.
  De verjaring wordt gestuit op de wijze en onder de voorwaarden bepaald bij artikel 2244 en volgende van het Burgerlijk Wetboek.

Art.39. Het personeelslid daartoe aangewezen door de Vlaamse regering kan met de heffingsplichtige dadingen treffen, voor zover deze niet leiden tot vrijstelling of vermindering van de heffing.

Art.40. § 1. Bij gebrek aan voldoening van de heffing, de verhoging, interesten en toebehoren wordt door de met de invordering belaste ambtenaar een dwangbevel uitgevaardigd.
  § 2. Dit dwangbevel wordt geviseerd en uitvoerbaar verklaard door het personeelslid daartoe aangewezen door de Vlaamse regering.
  § 3. Het dwangbevel wordt betekend bij gerechtsdeurwaardersexploot of bij aangetekend schrijven.
  § 4. Op het dwangbevel zijn de bepalingen toepasselijk van deel V van het Gerechtelijk Wetboek houdende bewarend beslag en middelen van tenuitvoerlegging.
  Ingeval de heffingsplichtige een verzet aantekent tegen het dwangbevel, is de uitvoerbaarheid van het dwangbevel geschorst. Evenwel kan de met de invordering belaste ambtenaar, voor de definitieve beslechting van het geschil, een procedure in kortgeding inleiden bij de voorzitter van de rechtbank waar dit geschil in eerste aanleg aanhangig wordt gemaakt, teneinde de heffingsplichtige te doen veroordelen tot betaling van een provisie op het bij dwangbevel gevorderde bedrag.

Art.41. De Vlaamse regering bepaalt de nadere regels betreffende de vestiging en invordering van de heffingen.

HOOFDSTUK VIII. - Wijzigings- en slotbepalingen.
Art.42. In artikel 2 van het decreet van 17 juli 2000 houdende het Geografisch Informatie Systeem Vlaanderen worden 7° en 8° opgeheven.

Art.43. In artikel 6 van het decreet van 17 juli 2000 houdende het Geografische Informatie Systeem Vlaanderen wordt § 2 vervangen door wat volgt : " Onverminderd de bepalingen van het decreet van 16 april 2004 houdende het Grootschalig Referentie Bestand (GRB) wordt de samenwerking tussen derden en GIS-Vlaanderen, onder andere inzake het beschikbaar stellen van geografische informatie en inzake de mogelijke dienstverlening van het OC aan derden, bij overeenkomst geregeld. Beperkingen terzake worden geregeld op basis van de bepalingen van artikel 24 van dit decreet.".

Art.44. In artikel 14 van het decreet van 17 juli 2000 houdende het Geografische Informatie Systeem Vlaanderen wordt § 3 vervangen door wat volgt : "Onverminderd de bepalingen van het decreet van 16 april 2004 houdende het Grootschalig Referentie Bestand (GRB) kan het OC, op voorstel van de stuurgroep, een vergoeding vaststellen voor het leveren van diensten of voor het leveren en bijhouden van referentie- en themabestanden aan de deelnemers en aan derden. ".

Art.45. In artikel 16 van het decreet van 17 juli 2000 houdende het Geografische Informatie Systeem Vlaanderen wordt § 2 vervangen door wat volgt : "Onverminderd de bepalingen van het decreet van 16 april 2004 houdende het Grootschalig Referentie Bestand (GRB) wordt de stuurgroep belast om, in overleg met het OC en de deelnemers aan GIS-Vlaanderen, standaarden uit te werken en in te voeren voor specifieke toepassingen binnen GIS-Vlaanderen teneinde het gebruik en het uitwisselen van geografische informatie in het algemeen en de referentiebestanden in het bijzonder te optimaliseren en te integreren in beslissingsprocedures waaraan een ruimtelijke component verbonden is. ".

Art.46. Artikel 19 van het decreet van 17 juli 2000 houdende het Geografische Informatie Systeem Vlaanderen wordt vervangen door wat volgt :
  " Artikel 19
  § 1. De Vlaamse regering stelt, op voorstel van de stuurgroep, de referentiebestanden vast.
  § 2. De Vlaamse regering zal, op voorstel van de stuurgroep, de deelnemers aan GIS-Vlaanderen aanwijzen die belast worden met het aanmaken, het beheren en het bijhouden van bepaalde themabestanden of onderdelen van referentiebestanden.
  § 3. Voor het aanmaken, het beheren en het bijhouden van bestanden, bedoeld in § 2, zijn de deelnemers aan GIS-Vlaanderen gehouden aan de richtlijnen die hen door de stuurgroep worden verstrekt. ".

Art.47.Artikel 20 van het decreet van 17 juli 2000 " houdende het Geografische Informatie Systeem Vlaanderen wordt vervangen door wat volgt : "Onverminderd de bepalingen van het decreet houdende het Grootschalig Referentie Bestand zijn de deelnemers aan GIS-Vlaanderen ertoe gehouden om bij het opbouwen van themabestanden gebruik te maken van of te refereren naar de referentiebestanden die voor de betrokken themabestanden door de stuurgroep worden erkend. ".

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. Geraamde kostprijs (excl. BTW) van de aan te besteden karteringsopdrachten.

<td colspan="3" valign="top"><Erratum, zie B.S. 09-12-2004, p. 81488><td colspan="3" valign="top"><Erratum, zie B.S. 09-12-2004, p. 81488><td colspan="3" valign="top"><Erratum, zie B.S. 09-12-2004, p. 81488>
INS codeProjectzoneGeraamde kostprijs
-----------------------------------------------------------------------
11001AARTSELAAR122.839,59 euro
11002ANTWERPEN 1557.060,45 euro
11002ANTWERPEN 2557.060,45 euro
11002ANTWERPEN 3557.060,45 euro
11002ANTWERPEN 4557.060,45 euro
11002ANTWERPEN 5557.060,45 euro
11004BOECHOUT131.572,51 euro
11005BOOM129.846,41 euro
11007BORSBEEK66.348,62 euro
11008BRASSCHAAT339.164,54 euro
11009BRECHT400.596,91 euro
11013EDEGEM143.846,12 euro
11016ESSEN240.199,55 euro
11018HEMIKSEM79.666,76 euro
11021HOVE83.781,91 euro
11022KALMTHOUT236.114,43 euro
11023KAPELLEN277.021,68 euro
11024KONTICH213.850,35 euro
11025LINT63.454,11 euro
11029MORTSEL165.626,68 euro
11030NIEL75.687,10 euro
11035RANST250.760,19 euro
11037RUMST166.958,95 euro
11038SCHELLE77.552,01 euro
11039SCHILDE251.803,28 euro
11040SCHOTEN305.874,36 euro
11044STABROEK174.419,10 euro
11050WIJNEGEM87.242,80 euro
11052WOMMELGEM125.639,94 euro
11053WUUSTWEZEL345.643,48 euro
11054ZANDHOVEN215.087,69 euro
11055ZOERSEL262.782,04 euro
11056ZWIJNDRECHT165.130,74 euro
11057MALLE202.399,89 euro
12002BERLAAR146.247,71 euro
12005BONHEIDEN205.062,18 euro
12007BORNEM286.906,85 euro
12009DUFFEL174.271,85 euro
12014HEIST-OP-DEN-BERG 1184.925,03 euro
12014HEIST-OP-DEN-BERG 2184.925,03 euro
12014HEIST-OP-DEN-BERG 3184.925,03 euro
12021LIER371.710,22 euro
12025MECHELEN 1255.003,05 euro
12025MECHELEN 2255.003,05 euro
12025MECHELEN 3255.003,05 euro
12026NIJLEN262.313,31 euro
12029PUTTE237.294,23 euro
12030PUURS228.386,95 euro
12034SINT-AMANDS98.350,57 euro
12035SINT-KATELIJNE-WAVER292.876,51 euro
12040WILLEBROEK266.349,07 euro
13001ARENDONK201.586,47 euro
13002BAARLE-HERTOG33.540,86 euro
13003BALEN380.485,30 euro
13004BEERSE205.186,82 euro
13006DESSEL135.683,16 euro
13008GEEL 1215.222,73 euro
13008GEEL 2215.222,73 euro
13008GEEL 3215.222,73 euro
13010GROBBENDONK161.026,10 euro
13011HERENTALS344.048,62 euro
13012HERENTHOUT142.376,91 euro
13013HERSELT294.906,67 euro
13014HOOGSTRATEN371.605,20 euro
13016HULSHOUT129.486,04 euro
13017KASTERLEE391.817,84 euro
13019LILLE339.646,16 euro
13021MEERHOUT117.233,84 euro
13023MERKSPLAS158.158,93 euro
13025MOL529.603,71 euro
13029OLEN170.811,48 euro
13031OUD-TURNHOUT206.194,40 euro
13035KAVELS393.126,65 euro
13036RETIE197.063,70 euro
13037RIJKEVORSEL175.484,97 euro
13040TURNHOUT 1214.825,15 euro
13040TURNHOUT 2214.825,15 euro
13044VORSELAAR120.971,30 euro
13046VOSSELAAR110.740,96 euro
13049WESTERLO344.224,05 euro
13053LAAKDAL248.106,93 euro
23002ASSE292.485,70 euro
23003BEERSEL289.777,15 euro
23009BEVER63.466,34 euro
23016DILBEEK146.955,58 euro
23023GALMAARDEN149.006,29 euro
23024GOOIK167.794,60 euro
23025GRIMBERGEN327.010,86 euro
23027HALLE399.240,93 euro
23032HERNE156.994,15 euro
23033HOEILAART140.637,69 euro
23038KAMPENHOUT175.473,73 euro
23039KAPELLE-OP-DEN-BOS104.926,33 euro
23044LIEDEKERKE118.756,35 euro
23045LONDERZEEL232.674,70 euro
23047MACHELEN138.028,46 euro
23050MEISE237.028,34 euro
23052MERCHTEM203.661,04 euro
23060OPWIJK149.816,94 euro
23062OVERIJSE311.561,28 euro
23064PEPINGEN104.272,93 euro
23077SINT-PIETERS-LEEUW 1298.483,14 euro
23077SINT-PIETERS-LEEUW 2298.483,14 euro
23081STEENOKKERZEEL142.706,95 euro
23086TERNAT212.522,99 euro
23088VILVOORDE313.287,97 euro
23094ZAVENTEM285.876,44 euro
23096ZEMST285.023,03 euro
23097ROOSDAAL143.406,22 euro
23098DROGENBOS36.407,75 euro
23099KRAAINEM107.450,30 euro
23100LINKEBEEK45.682,22 euro
23101SINT-GENESIUS-RODE181.808,54 euro
23102WEMMEL115.563,26 euro
23103WEZEMBEEK-OPPEM113.923,67 euro
23104LENNIK148.668,86 euro
23105AFFLIGEM162.020,47 euro
24001AARSCHOT437.383,20 euro
24007BEGIJNENDIJK131.501,00 euro
24008BEKKEVOORT135.540,96 euro
24009BERTEM135.610,00 euro
24011BIERBEEK160.017,54 euro
24014BOORTMEERBEEK152.023,03 euro
24016BOUTERSEM173.491,21 euro
24020DIEST335.180,79 euro
24028GEETBETS121.594,17 euro
24033HAACHT198.081,93 euro
24038HERENT240.820,35 euro
24041HOEGAARDEN178.172,69 euro
24043HOLSBEEK167.835,82 euro
24045HULDENBERG157.436,65 euro
24048KEERBERGEN156.655,32 euro
24054KORTENAKEN169.640,87 euro
24055KORTENBERG205.270,66 euro
24059LANDEN246.535,25 euro
24062LEUVEN 1268.899,54 euro
24062LEUVEN 2268.899,54 euro
24062LEUVEN 3268.899,54 euro
24066LUBBEEK206.362,20 euro
24086OUD-HEVERLEE154.150,95 euro
24094[ROTSELAAR]239.792,38 euro
24104TERVUREN248.848,93 euro
24107TIENEN457.481,46 euro
24109TREMELO179.023,16 euro
24130ZOUTLEEUW162.299,05 euro
24133LINTER131.717,14 euro
24134SCHERPENHEUVEL-ZICHEM320.913,96 euro
24135TIELT-WINGE186.591,10 euro
24137GLABBEEK104.348,46 euro
31003BEERNEM287.968,51 euro
31004BLANKENBERGE167.742,62 euro
31005BRUGGE 1319.081,91 euro
31005BRUGGE 2319.081,91 euro
31005BRUGGE 3319.081,91 euro
31005BRUGGE 4319.081,91 euro
31006DAMME340.493,70 euro
31012JABBEKE240.376,24 euro
31022OOSTKAMP363.011,20 euro
31033TORHOUT252.934,49 euro
31040ZEDELGEM325.897,48 euro
31042ZUIENKERKE123.143,73 euro
31043KNOKKE-HEIST399.394,81 euro
32003DIKSMUIDE412.878,58 euro
32006HOUTHULST206.847,19 euro
32010KOEKELARE160.092,72 euro
32011KORTEMARK226.573,03 euro
32030LO-RENINGE158.866,33 euro
33011IEPER 1179.715,28 euro
33011IEPER 2179.715,28 euro
33011IEPER 3179.715,28 euro
33016[MESEN]14.993,56 euro
33021POPERINGE430.834,46 euro
33029WERVIK264.711,57 euro
33037ZONNEBEKE259.323,37 euro
33039HEUVELLAND286.777,03 euro
33040LANGEMARK-POELKAPELLE174.871,22 euro
33041VLETEREN117.563,46 euro
34002ANZEGEM234.148,09 euro
34003AVELGEM135.597,07 euro
34009DEERLIJK175.444,57 euro
34013HARELBEKE282.164,55 euro
34022KORTRIJK 1282.422,79 euro
34022KORTRIJK 2282.422,79 euro
34022KORTRIJK 3282.422,79 euro
34023KUURNE128.318,89 euro
34025LENDELEDE78.037,82 euro
34027MENEN 1181.611,81 euro
34027MENEN 2181.611,81 euro
34040WAREGEM 1202.714,86 euro
34040WAREGEM 2202.714,86 euro
34041WEVELGEM370.290,64 euro
34042ZWEVEGEM343.429,86 euro
34043SPIERE-HELKIJN48.459,74 euro
35002BREDENE147.654,43 euro
35005GISTEL188.800,52 euro
35006ICHTEGEM202.000,89 euro
35011MIDDELKERKE331.834,12 euro
35013OOSTENDE 1253.919,25 euro
35013OOSTENDE 2253.919,25 euro
35014OUDENBURG166.028,41 euro
35029DE HAAN239.574,12 euro
36006HOOGLEDE170.907,81 euro
36007INGELMUNSTER174.982,46 euro
36008IZEGEM310.328,99 euro
36010LEDEGEM140.864,71 euro
36011LICHTERVELDE151.310,85 euro
36012MOORSLEDE178.503,05 euro
36015ROESELARE 1313.645,39 euro
36015ROESELARE 2313.645,39 euro
36019STADEN205.733,75 euro
37002DENTERGEM126.387,57 euro
37007MEULEBEKE168.849,92 euro
37010OOSTROZEBEKE105.774,76 euro
37011PITTEM139.460,30 euro
37012RUISELEDE112.405,06 euro
37015TIELT321.304,97 euro
37017WIELSBEKE131.998,94 euro
37018WINGENE258.809,02 euro
37020ARDOOIE183.926,24 euro
38002ALVERINGEM199.964,85 euro
38008DE PANNE150.377,95 euro
38014KOKSIJDE346.998,82 euro
38016NIEUWPOORT160.843,35 euro
38025VEURNE293.376,49 euro
41002AALST 1284.843,94 euro
41002AALST 2284.843,94 euro
41002AALST 3284.843,94 euro
41011DENDERLEEUW198.060,19 euro
41018GERAARDSBERGEN484.531,46 euro
41024HAALTERT242.944,28 euro
41027HERZELE278.743,36 euro
41034LEDE221.295,48 euro
41048NINOVE 1244.141,72 euro
41048NINOVE 2244.141,72 euro
41063SINT-LIEVENS-HOUTEM140.500,35 euro
41081ZOTTEGEM359.532,41 euro
41082ERPE-MERE280.740,29 euro
42003BERLARE215.887,26 euro
42004BUGGENHOUT178.899,27 euro
42006DENDERMONDE 1252.983,07 euro
42006DENDERMONDE 2252.983,07 euro
42008HAMME321.661,35 euro
42010LAARNE177.221,89 euro
42011LEBBEKE217.886,47 euro
42023WAASMUNSTER189.247,74 euro
42025WETTEREN287.915,71 euro
42026WICHELEN151.158,43 euro
42028ZELE240.434,90 euro
43002ASSENEDE318.563,00 euro
43005EEKLO227.465,62 euro
43007KAPRIJKE126.305,35 euro
43010MALDEGEM411.628,21 euro
43014SINT-LAUREINS234.093,72 euro
43018ZELZATE139.758,82 euro
44001AALTER344.804,37 euro
44011DEINZE410.796,61 euro
44012DE PINTE132.606,40 euro
44013DESTELBERGEN230.826,84 euro
44019EVERGEM426.045,12 euro
44020GAVERE180.323,64 euro
44021GENT 1519.056,97 euro
44021GENT 2519.056,97 euro
44021GENT 3519.056,97 euro
44021GENT 4519.056,97 euro
44029KNESSELARE147.328,52 euro
44034LOCHRISTI294.198,09 euro
44036LOVENDEGEM125.965,84 euro
44040MELLE126.056,36 euro
44043MERELBEKE279.423,99 euro
44045MOERBEKE127.355,92 euro
44048NAZARETH188.989,21 euro
44049NEVELE237.935,77 euro
44052OOSTERZELE208.451,30 euro
44064SINT-MARTENS-LATEM116.240,89 euro
44072WAARSCHOOT98.373,28 euro
44073WACHTEBEKE151.550,30 euro
44080ZOMERGEM148.281,17 euro
44081ZULTE213.579,50 euro
45017KRUISHOUTEM206.794,74 euro
45035OUDENAARDE424.083,54 euro
45041RONSE281.080,32 euro
45057ZINGEM119.254,56 euro
45059BRAKEL292.130,01 euro
45060KLUISBERGEN131.954,63 euro
45061.WORTEGEM-PETEGEM147.209,34 euro
45062HOREBEKE76.815,34 euro
45063LIERDE115.591,91 euro
45064MAARKEDAL181.584,63 euro
45065ZWALM151.966,23 euro
46003BEVEREN 1210.639,12 euro
46003BEVEREN 2210.639,12 euro
46003BEVEREN 3210.639,12 euro
46013KRUIBEKE198.240,07 euro
46014LOKEREN 1211.831,26 euro
46014LOKEREN 2211.831,26 euro
46020SINT-GILLIS-WAAS274.741,79 euro
46021SINT-NIKLAAS 1243.107,40 euro
46021SINT-NIKLAAS 2243.107,40 euro
46021SINT-NIKLAAS 3243.107,40 euro
46024STEKENE269.548,85 euro
46025TEMSE294.214,77 euro
71002AS108.206,11 euro
71004BERINGEN 1250.100,76 euro
71004BERINGEN 2250.100,76 euro
71011DIEPENBEEK255.106,08 euro
71016GENK 1210.499,74 euro
71016GENK 2210.499,74 euro
71016GENK 3210.499,74 euro
71017GINGELOM186.665,05 euro
71020HALEN158.314,89 euro
71022HASSELT 1270.813,38 euro
71022HASSELT 2270.813,38 euro
71022HASSELT 3270.813,38 euro
71024HERK-DE-STAD191.563,62 euro
71034LEOPOLDSBURG186.009,07 euro
71037LUMMEN272.200,37 euro
71045NIEUWERKERKEN97.510,68 euro
71047OPGLABBEEK133.290,37 euro
71053SINT-TRUIDEN 1187.110,42 euro
71053SINT-TRUIDEN 2187.110,42 euro
71053SINT-TRUIDEN 3187.110,42 euro
71057TESSENDERLO267.082,00 euro
71066ZONHOVEN236.309,98 euro
71067ZUTENDAAL124.994,68 euro
71069HAM200.983,17 euro
71070 [HEUSDEN-ZOLDER]373.220,45 euro
72003BOCHOLT242.570,27 euro
72004BREE292.845,57 euro
72018KINROOI217.613,54 euro
72020LOMMEL432.508,81 euro
72021MAASEIK371.286,15 euro
72025NEERPELT248.036,80 euro
72029OVERPELT210.490,89 euro
72030PEER311.983,91 euro
72037HAMONT-ACHEL221.048,35 euro
72038HECHTEL-EKSEL223.083,77 euro
72039HOUTHALEN-HELCHTEREN362.241,00 euro
72040MEEUWEN-GRUITRODE247.660,36 euro
72041DILSEN304.479,62 euro
73001ALKEN161.785,07 euro
73006BILZEN406.236,77 euro
73009BORGLOON240.495,57 euro
73022HEERS146.859,07 euro
73028HERSTAPPE1.928,04 euro
73032HOESELT154.392,19 euro
73040KORTESSEM136.149,36 euro
73042LANAKEN316.530,89 euro
73066RIEMST290.717,39 euro
73083TONGEREN425.607,91 euro
73098WELLEN111.380,30 euro
73107MAASMECHELEN416.005,25 euro
73109VOEREN126.766,68 euro
-----------------------------------------------------------------------
Geraamd totaal Vlaanderen80.069.182,72 euro
-----------------------------------------------------------------------


Art. N2. Bijlage 2. (Kostprijs (incl. BTW) voor) de aanbestede karteringsopdracht afgewerkt op het moment van inwerkingtreding van het decreet. <Erratum, zie B.S. 09-12-2004, p. 81489>

INS codeProjectzoneGeraamde kostprijs
-----------------------------------------------------------------------
11008Brasschaat413.446,88 euro
13053Laakdal183.688,05 euro
24028Geetbets214.733,26 euro
44021Gent Zuid 1326.011,60 euro
-----------------------------------------------------------------------