8 JANUARI 2004. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 12ter van het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels.
Art. 1-3
Artikel 1. In artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de bepaling onder 3° wordt aangevuld als volgt :
", tenzij de werkgever de wil te kennen geeft de aangiften bedoeld in dit besluit te willen verrichten en daartoe door deze instelling wordt toegelaten volgens de nadere regelen die zij vaststelt; ";
2° de bepaling onder 4° wordt aangevuld als volgt :
", tenzij de werkgever de wil te kennen geeft de aangiften bedoeld in dit besluit te willen verrichten en daartoe door deze instelling wordt toegelaten volgens de nadere regelen die zij vaststelt, ".
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004.
Art. 3. Onze Minister van Werk en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 januari 2004.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
F. VANDENBROUCKE
De Minister van Sociale Zaken,
R. DEMOTTE.