Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

30 NOVEMBER 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen en van het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de levensverzekeringsactiviteit.



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1991011037  2003023014 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Punt l, A, van de bijlage VI bij het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 januari 2002, wordt aangevuld met de volgende leden :
  " De CBFA kan de verzekeringsondernemingen vrijstellen van de verplichting tot het doteren van de aanvullende voorziening op voorwaarde dat zij beschikken over een beheersmethode van activa en passiva waarmee ze aantonen dat ze kunnen voldoen aan het geheel van hun toekomstige verbintenissen voortvloeiend uit de verzekeringscontracten waarvoor een aanvullende voorziening moet aangelegd worden. De geldigheid van deze methode wordt gecertificeerd door de met toepassing van artikel 40bis van de wet aangewezen actuaris en de in artikel 38 van de wet bedoelde erkende commissaris.
  De CBFA kan voorwaarden stellen voor het aanvaarden van de hiervoor vermelde methode.
  De vrijstelling tot dotatie aan de aanvullende voorziening laat de verzekeringsonderneming niet toe afhoudingen te verrichten op de reeds samengestelde aanvullende voorziening.
  De CBFA kan de verleende vrijstelling intrekken wanneer ze meent dat de erkende methode de verzekeringsonderneming geen voldoende financiële waarborg meer biedt. In dat geval kan de CBFA de verzekeringsonderneming verplichten om de hieronder in punt 4 beschreven aanvullende voorziening samen te stellen volgens de wijze en binnen de termijn n die zij bepaalt. De vrijstelling tot dotatie bedoeld in de vorige leden geldt evenwel niet wat de sterftetafels betreft, bedoeld in punt 1, A, b, eerste lid, 2°. "

Art.2. In artikel 31 van het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de levensverzekeringsactiviteit wordt een § 3bis ingevoegd, die als volgt luidt :
  " § 3bis. In afwijking van de vorige paragraaf kan de CBFA de verzekeringsondernemingen vrijstellen van de verplichting tot het doteren van de aanvullende voorziening, berekend volgens de in § 3, tweede lid bedoelde methode, op voorwaarde dat zij beschikken over een beheersmethode van activa en passiva waarmee ze aantonen dat ze kunnen voldoen aan het geheel van hun toekomstige verbintenissen voortvloeiend uit de verzekeringscontracten waarvoor de aanvullende voorziening moet aangelegd worden. De geldigheid van deze beheersmethode wordt gecertificeerd door de met toepassing van artikel 40bis van de wet aangewezen actuaris en de in artikel 38 van de wet bedoelde erkende commissaris.
  De CBFA kan voorwaarden stellen voor het aanvaarden van de hiervoor vermelde beheersmethode.
  De vrijstelling tot dotatie aan de aanvullende voorziening laat de verzekeringsonderneming niet toe afhoudingen te verrichten op de reeds samengestelde aanvullende voorziening.
  De CBFA kan de verleende vrijstelling intrekken wanneer ze meent dat de beheersmethode aangewend door de verzekeringsonderneming geen voldoende financiële waarborg meer biedt. In dat geval kan de CBFA de verzekeringsonderneming verplichten om de in vorige paragraaf beschreven aanvullende voorziening samen te stellen volgens de wijze en binnen de termijn die zij bepaalt. ".

Art.3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4. Onze Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 30 november 2004.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Economie,
  M. VERWILGHEN.