Details





Titel:

22 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit houdende oprichting van cellen duurzame ontwikkeling in de federale overheidsdiensten, de programmatorische federale overheidsdiensten en het Ministerie van Landsverdediging. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 06-10-2004 en tekstbijwerking tot 04-11-2021)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en definities.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Oprichting, samenstelling en opdrachten.
Art. 3-5
HOOFDSTUK III. - Actieplan.
Art. 6, 6bis
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 7-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2007002017  2007002047  2014011144  2015021024  2021032720 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en definities.
Artikel 1.Vallen onder de toepassing van dit besluit :
  1° de volgende federale overheidsdiensten :
  a) de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister,
  b) de [2 Federale overheidsdienst Beleid en Ondersteuning]2,
  c) [2 ...]2
  d) [2 ...]2
  e) de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
  f) de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken,
  g) de Federale Overheidsdienst Financiën,
  h) de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer,
  i) de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg,
  j) de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid,
  k) de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu,
  l) de Federale Overheidsdienst Justitie,
  m) de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie;
  2° de volgende programmatorische federale overheidsdiensten :
  a) de Programmatorische Federale Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie,
  b) de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid,
  c) [1 ...]1
  3° het Ministerie van Landsverdediging.
  ----------
  (1)<KB 2014-02-21/11, art. 13,4°, 004; Inwerkingtreding : 01-03-2014>
  (2)<KB 2021-09-30/18, art. 21, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2022>

Art.2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° " dienst " : elke overheidsdienst, alsmede het Ministerie van Landsverdediging, die onder het toepassingsgebied van dit besluit valt;
  2° " leidend ambtenaar " : de voorzitter van het directiecomité van een federale overheidsdienst of de voorzitter van het directiecomité van het Ministerie van Landsverdediging of de voorzitter van een programmatorische federale overheidsdienst;
  3° [1 "RIA": de regelgevingsimpactanalyse, bedoeld in artikel 5, § 1, van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;]1
  4° " actieplan " : het actieplan inzake duurzame ontwikkeling dat door elke dienst elk kalenderjaar wordt opgesteld en dat omvat :
  [1 a) een lijst van de maatregelen van het lopende Federaal Plan inzake Duurzame Ontwikkeling waarvan de uitvoering aan de dienst is toevertrouwd en de wijze waarop hieraan uitvoering zal worden gegeven;"
   "b) een lijst van de andere maatregelen inzake duurzame ontwikkeling die door de dienst in het betreffende kalenderjaar zullen worden uitgevoerd in het kader van de langetermijnvisie, bedoeld in artikel 2/1 van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling, en overeenkomstig de beleidslijnen van de minister of de ministers bevoegd voor de dienst;"
   "c) de maatregelen op het vlak van duurzaam beheer van de dienst, inzonderheid op het vlak van interne milieuzorg en duurzame overheidsopdrachten, die tijdens het betreffende kalenderjaar zullen worden uitgevoerd;"
   "d) een communicatieplan met de sensibilisatiesacties voor het personeel van de dienst die tijdens het betreffende kalenderjaar zullen worden gevoerd;]1
  5° " kennismanagement " : het op systematische wijze beheren van de verzameling, opslag en verspreiding van bestaande en nieuwe informatie en kennis, noodzakelijk voor het functioneren van de diensten, inzake duurzame ontwikkeling;
  [1 6° "Commissie": de Interdepartementale Commissie Duurzame Ontwikkeling, bedoeld in artikel 16, § 1, van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling;
   7° "wet": de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-10-09/10, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 06-06-2015>

HOOFDSTUK II. - Oprichting, samenstelling en opdrachten.
Art.3. In elke dienst wordt een cel duurzame ontwikkeling opgericht onder het gezag van de leidend ambtenaar.

Art.4.[1 De cel duurzame ontwikkeling heeft de volgende opdrachten:
   1° de voorbereiding van de bijdrage van haar dienst tot het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling waaronder de redactie van een ontwerp van actieplan voor haar dienst en de ondersteuning van haar dienst bij het uitvoeren van RIA's voor de duurzame-ontwikkelings aspecten;
   2° de coördinatie van de bijdrage van haar dienst tot de uitvoering van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling waaronder de verwezenlijking van de doelstellingen van de langetermijnvisie, bedoeld in artikel 2/1 van de wet, en de interne coördinatie van de uitvoering van de maatregelen van het federaal plan inzake duurzame ontwikkeling, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de wet die aan haar dienst zijn toevertrouwd krachtens dit plan;
   3° de terbeschikkingstelling van expertise aangaande de opdrachten van haar dienst, waaronder:
   a) de vertegenwoordiging van haar dienst in de Commissie en haar werkgroepen,
   b) de deelname aan de driemaandelijkse netwerkvergadering van de cellen duurzame ontwikkeling,
   c) de ondersteuning van het in artikel 5, § 1, 2°, bedoelde lid bij de redactie van het rapport, bedoeld in artikel 16, § 2, van de wet,
   d) de ondersteuning van de taskforce duurzame ontwikkeling van het Federaal Planbureau bij het opstellen van het federaal rapport inzake duurzame ontwikkeling, bedoeld in artikel 7 van de wet, door het leveren van gegevens en informatie alsmede de verspreiding van dit rapport binnen haar dienst;
   4° de opvolging van de uitvoering van het beleid aangaande de voorbeeldfunctie van de dienst inzake duurzame ontwikkeling, waaronder:
   a) interne milieuzorg,
   b) duurzame overheidsopdrachten,
   c) sensibilisering van het personeel rond duurzame ontwikkeling,
   d) duurzaamheidsverslaggeving.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-10-09/10, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 06-06-2015>

Art.5.§ 1. De cel duurzame ontwikkeling is een werkgroep die minimum uit de houders van de volgende functies is samengesteld :
  1° [1 ...]1
  2° [1 de vertegenwoordiger van de dienst in de Commissie;]1
  3° de adviseur voor intern milieubeheer van de dienst;
  4° een verantwoordelijke voor de begroting van de dienst;
  5° een verantwoordelijke voor het aankoopbeleid van de dienst.
  (6° een verantwoordelijke voor het communicatiebeleid van de dienst.) <KB 2007-01-16/44, art. 3, § 1, 002; Inwerkingtreding : 15-02-2007>
  § 2. Wanneer de behoeften van de dienst dit rechtvaardigen kunnen er personeelsleden als lid worden toegevoegd aan de cel duurzame ontwikkeling.
  § 3. Het lid bedoeld in artikel 5, § 1, 2°, is belast met de coördinatie van de cel duurzame ontwikkeling.
  [1 Hij vertegenwoordigt de cel duurzame ontwikkeling bij het directiecomité, dat de cel ondersteunt bij het uitvoeren van de opdrachten die haar zijn toevertrouwd.]1
  § 4. [1 Uitgezonderd het in § 1, 2°, bedoelde lid worden de leden van de cel duurzame ontwikkeling in de in artikel 1, 1° en 2°, bedoelde diensten aangewezen door het directiecomité van de dienst voor een hernieuwbare termijn van 5 jaar.
   Uitgezonderd het in § 1, 2°, bedoelde lid worden de leden van de cel duurzame ontwikkeling in de in artikel 1, 3°, bedoelde dienst aangewezen door de leidend ambtenaar voor een hernieuwbare termijn van 5 jaar.]1
  § 5. De leidend ambtenaar stelt het huishoudelijk reglement van de cel duurzame ontwikkeling van zijn dienst vast.
  ----------
  (1)<KB 2014-10-09/10, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 06-06-2015>

HOOFDSTUK III. - Actieplan.
Art.6.Op basis van het ontwerp bedoeld in artikel 4, 1°, stelt het directiecomité of, bij ontstentenis van een directiecomité, de leidend ambtenaar het actieplan voor het betrokken kalenderjaar op en dit uiterlijk op 31 december van het daaraan voorafgaande kalenderjaar.
  Een eerste actieplan wordt vastgesteld voor het kalenderjaar 2005.
  [1 Als de elementen van het actieplan, bedoeld in artikel 2, 4°, opgenomen zijn in het managementplan van de leidend ambtenaar of in de bestuursovereenkomst van de dienst, dient er geen actieplan te worden vastgesteld.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-10-09/10, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 06-06-2015>

Art. 6bis.[1 Voor 31 januari van het betreffende kalenderjaar wordt het actieplan overgemaakt aan de Voorzitter van de Commissie.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-10-09/10, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 06-06-2015>

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.7. Het secretariaat van de Interdepartementale Commissie Duurzame Ontwikkeling is belast met het kennismanagement, noodzakelijk voor het functioneren van de federale overheidsdiensten, inzake duurzame ontwikkeling.

Art.8.[1 ...]1
  [1 ...]1
  [2 Het Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling]2 is belast met de uitwerking van een methode voor het opstellen van het actieplan en met het ondersteunen van elke cel duurzame ontwikkeling bij het opstellen van het actieplan van haar dienst.
  [2 Het Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling]2 is belast met de uitwerking van een sensibilisatiestrategie rond duurzame ontwikkeling.
  [3 Het Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling is belast met de organisatie van de netwerkvergaderingen van de cellen duurzame ontwikkeling.]3
  ----------
  (1)<KB 2014-02-21/11, art. 13,4°, 004; Inwerkingtreding : 01-03-2014>
  (2)<KB 2014-02-21/11, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 01-03-2014>
  (3)<KB 2014-10-09/10, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 06-06-2015>

Art.9.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt [1 ...]1.
  ----------
  (1)<KB 2014-10-09/10, art. 7, 005; Inwerkingtreding : 06-06-2015>

Art. 10. Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.