Details





Titel:

18 MAART 2004. - Koninklijk besluit houdende sommige reglementaire bepalingen met betrekking tot de overgang naar het hogere niveau.



Inhoudstafel:


Art. 1-9
Overgangs- en slotbepalingen.
Art. 10-12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1937100201  1964072050  2000002123 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Het artikel 75, § 3, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, vervangen bij het koninklijk besluit van 31 maart 1995, wordt vervangen als volgt :
  " § 3. Om een bevordering of een verandering van graad te verkrijgen, moet de ambtenaar zich in een administratieve stand bevinden waarin hij zijn aanspraken op bevordering kan doen gelden. Bovendien mag hij geen vermelding " onvoldoende " hebben verkregen op het einde van zijn evaluatie. "

Art.2. Aan het artikel 29 van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° § 2, eerste lid, 1°, wordt vervangen als volgt :
  " 1° voor bevordering tot een graad van rang 10, voor de ambtenaren van de niveaus B en C van de federale overheidsdienst ";
  2° § 2, eerste lid, 2°, wordt vervangen als volgt :
  " 2° voor bevordering tot een graad van niveau B, voor de ambtenaren van niveau C van de federale overheidsdienst ";
  3° § 4, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002, wordt vervangen als volgt :
  " § 4. De bevordering door overgang naar een hoger niveau gebeurt in de eerste weddenschaal van de graad.
  In afwijking op het eerste lid, bekomen de ambtenaren die geslaagd zijn voor de vergelijkende selectie voor overgang naar de graad van administratief deskundige, indien ze bevorderd worden in deze graad, de weddenschaal BA2 ".

Art.3. Artikel 29bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 27 maart 1998 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 november 2001 en 5 september 2002, wordt opgeheven.

Art.4. Artikel 15 van het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling en de loopbaan van sommige personeelsleden van de Rijksbesturen, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 april 1995, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 15. De graden van ingenieur, geneesheer, dierenarts, apotheker, architect en industrieel ingenieur kunnen slechts toegekend worden door werving. "

Art.5. In artikel 16 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 april 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° § 1, wordt vervangen als volgt :
  " § 1. De graad van adjunct-adviseur kan worden toegekend door werving of door overgang naar het hoger niveau ";
  2° § 2, wordt vervangen als volgt :
  " § 2. De graad van sociaal inspecteur kan worden toegekend door werving of door overgang naar het hoger niveau.
  De overgang naar het hoger niveau wordt opengesteld voor de ambtenaren van niveau B van de federale overheidsdienst die titularis zijn van de graad van technisch deskundige. "

Art.6. In artikel 17, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 oktober 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid, worden de woorden " aan de geslaagden voor een vergelijkend wervingsexamen of voor een vergelijkend examen voor overgang naar het hoger niveau " vervangen door de woorden " door werving of door overgang naar het hoger niveau ";
  2° het tweede lid wordt vervangen als volgt :
  " De overgang naar het hoger niveau wordt opengesteld voor de ambtenaren van niveau B van de federale overheidsdienst die titularis zijn van de graad van administratief deskundige ";
  3° in het derde lid worden de woorden " Het vergelijkend wervingsexamen " vervangen door de woorden " De werving ".

Art.7. Artikel 18 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 april 1995, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 18. De graad van informaticus kan worden toegekend door werving of overgang naar het hoger niveau.
  De overgang naar het hoger niveau wordt opengesteld voor de ambtenaren van niveau B van de federale overheidsdienst die titularis zijn van de graad van ICT-deskundige. "

Art.8. Artikel 35ter, § 6, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 2 augustus 2002, wordt vervangen als volgt :
  " § 6. In afwijking van artikel 29, § 2, 2°, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel, kunnen de ambtenaren die, op 1 juli 1993, in dienst waren in één van de geschrapte graden van de loopbaan van klerk-stenotypist(e) of van klerk-typist(e) en die op die datum een anciënniteit van ten minste drie jaar in het vroegere niveau 3 hadden, deelnemen aan een vergelijkende selectie voor overgang naar de graad van administratief deskundige. "

Art.9. Artikel 14, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 22 december 2000 betreffende de selectie en de loopbaan van het rijkspersoneel wordt opgeheven.

Overgangs- en slotbepalingen.
Art.10. De ambtenaren die op 1 november 2003 titularis zijn van een graad van niveau 3 die niet geïntegreerd werd in niveau D, mogen deelnemen aan de vergelijkende selectie voor overgang naar niveau C en behouden desgevallend het recht dat zij voordien hadden om deel te nemen aan een vergelijkende selectie voor overgang naar niveau B (of 2+).
  De ambtenaren die op 1 november 2003 titularis zijn van een graad van niveau 2 die niet geïntegreerd werd in niveau C, mogen deelnemen aan de vergelijkende selectie voor overgang naar niveau B of naar niveau 1.
  De ambtenaren die op 1 november 2003 titularis zijn van een graad van niveau 2+ die niet geïntegreerd werd in niveau B, mogen deelnemen aan de vergelijkende selectie voor overgang naar niveau 1.

Art.11. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van de artikelen 2, 8 en 10 die uitwerking hebben met ingang van 1 november 2003 en van het artikel 9 dat uitwerking heeft op 26 september 2002.

Art. 12. Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.